Museum Autovision
Altlußheim
(D)
●
Techniek vroeger, nu en straks
●
Vooroorlogse NSU's
●
Naoorlogse NSU's
●
Auto's met Wankelmotor
november 2008, aanvulling
november 2011
|
Oude NSU's als
boodschappers van een missie
Sommige automusea moeten het niet hebben van
hun omvang maar van hun charme en het verhaal achter de collectie. Museum
Autovision in Altlußheim is er zo één. De bescheiden maar opmerkelijke collectie
is met veel zorg en toewijding tot stand gekomen en wordt gekoesterd. Bovendien
heeft oprichter en eigenaar Horst Schultz een missie. Scholieren en studenten
vormen zijn primaire doelgroep. Maar ook voor de liefhebber is de verzameling
interessant. Er staan hier meer klassieke NSU’s dan waar ook, al is het maar een
handjevol. Minstens even uniek is de collectie auto’s met Wankelmotor. Maar
uiteindelijk is het verleden er slechts om de toekomst in het juiste perspectief
te kunnen zien.
 |
“Hoe wist u van ons bestaan?”,
vraagt de dame achter de kassa vriendelijk. “Van horen zeggen? Internet?” De
vraag verbaast niet. Alleen als je er doelbewust naar toe gaat, kom je hier
terecht. Het dorp Altlußheim telt goed vijfduizend inwoners en ligt kilometers
van de snelweg, ongeveer halverwege Frankfurt en Stuttgart. Veel meer dan wat
huizen, twee kerken, een handjevol winkels en een recreatiegebied is het niet.
Afgezien van ons reisdoel natuurlijk, het Museum Autovision aan de
Hauptstrasse. Naar een grote parkeerplaats hoef je niet te zoeken. Die is er
niet. Al snel wordt duidelijk waarom. Op deze zaterdagmorgen in november zijn we
de enige gasten. Er wordt koffie aangeboden, maar die moet wel eerst worden
gezet.
Hoe we hier terecht komen? Het museum maakt deel uit van de vereniging van
Duitse automusea en is daarom opgenomen in publicaties. Terecht, blijkt al gauw.
Groot is het museum niet, maar zeker de moeite waard.
Het museum toont groot, maar
heeft slechts een beperkte diepte.
Boormachine
Uit de kleine tentoonstellingszaal aan de rechterkant klinkt het geluid van
een boormachine. Een man werkt aan een grote klassieke auto. Hij is bezig met de
motor en heeft een zwarte veeg op het gezicht. Het imposante gevaarte is een
Simplex, een chassis van een Stutz Bearcat met een motor van American LaFrance.
De motor heeft zoveel trekkracht, dat je voet met een riem op het
koppelingspedaal wordt gebonden. Mocht je voet er namelijk afschieten, dan ligt
de versnellingsbak in gruzelementen.
In de werkplaats is geen ruimte voor de Simplex. Daarom staat hij hier, te
midden van negen perfect opgeknapte klassieke NSU’s. Ze dateren allemaal van
vóór 1929. In dat jaar stopte NSU met het maken van auto’s om zich helemaal te
concentreren op motorfietsen. Het bedrijf zou na de oorlog uitgroeien tot de
grootste motorfietsenfabrikant ter wereld. De fabriek in Heilbronn werd verkocht
aan Fiat dat op zoek was naar productiefaciliteiten in Duitsland. Op die manier
konden hoge importheffingen worden ontlopen. Onderdeel van de overeenkomst was
de afspraak dat Fiat nog een paar jaar NSU-modellen zou verkopen. Dat verklaart
waarom op de Berlijnse autotentoonstelling van 1930 nog een nieuwe NSU-personenwagen
te zien was. Het prototype werd echter niet verder ontwikkeld. Dat ene
exemplaar staat nu hier.
 |
 |
Hoewel het aantal beperkt is, is
dit de grootste collectie klassieke NSU's ter wereld.
De auto's staan dicht bij elkaar.
Heel veel ruimte is er niet.
NSU, afgeleid van de plaatsnaam
Neckarsulm.
Goede zaken
De man aan het werk is Horst Schultz, begin zestig, eigenaar en oprichter
van het museum. Hij heeft goede zaken gedaan met zijn elektrotechnisch bedrijf
en handelt in onroerend goed. De auto’s zijn slechts hobby. In 2002 werd zijn
verzameling door de bouw van dit onderkomen voor anderen toegankelijk. Als hij
ons gewaar wordt, legt hij het gereedschap opzij om tekst en uitleg te geven.
Schultz is een man met een missie. Met zijn museum wil hij jonge mensen
enthousiast maken voor het werken in de autotechniek. Daarom ligt daarop de
meeste nadruk, met zowel conventionele automotoren als allerlei alternatieven.
In de toekomst zal het draaien om elektriciteit en waterstof. Om de toekomst
echter goed te kunnen begrijpen, is inzicht in het verleden nodig.
“Er zijn maar twee automerken die de hele technologische ontwikkeling
weerspiegelen, namelijk Wanderer en NSU”, aldus Schultz. Hij heeft voor één van
die twee gekozen. “Vergeet niet dat NSU met zijn breimachines al een technisch
vooraanstaand bedrijf was voordat de transportmiddelen in beeld kwamen. Bij NSU
kun je verder de ontwikkeling volgen van fiets via motorfiets tot auto. Die
combinatie is uniek”.
 |
 |
De witte auto stond in 1930 op de
Berlijnse salon toen NSU de autoproductie al had overgedaan aan Fiat.
Een NSU 5/25 met vermoedelijk een
koetswerk van Drauz uit Heilbronn. De V-vormige ruit is bijzonder.
Vooroorlogse auto’s
Van de vooroorlogse auto’s van NSU zijn er maar weinig overgebleven. Audi
(dat in 1969 met NSU fuseerde) heeft er een paar in zijn historische collectie.
Verder staat er één van een oudere eigenaar in het Auto & Technik Museum in
Sinsheim. De rest vind je in Altlußheim. Schultz restaureerde ze allemaal
eigenhandig, op één na. Die kocht hij in uitstekende staat in Noorwegen. Hij
wijst op een rode limousine. “Die is onlangs nog gebruikt. Bij het huwelijk van
mijn dochter”. Vaderlief zat achter het stuur. Een zwarte NSU 5/25 uit 1925 met
houten achterdek wordt vaker gebruikt. Daarom heeft Schultz de motor wat meer
vermogen gegeven. Het koetswerk is destijds vermoedelijk gemaakt door
carrosseriebedrijf Drauz in Heilbronn, hoewel de V-vormige voorruit het
handelsmerk was van concurrent Autenrieth.
De viercilinder racewagen van NSU
had achterop twee reservewielen.
Reservebanden
Met onstuitbaar enthousiasme verhaalt hij over de witte racewagen met zwarte
streep over de motorkap. “Op enig moment werden racewagens verplicht de kleuren
te dragen van het land dat ze vertegenwoordigden. Wit met zwart waren de kleuren
van Duitsland. Vóór dat besluit was het aluminium koetswerk van dit model
trouwens ongelakt”.
Uitdagend vraagt hij vervolgens: “Weet u waarom de auto twee reservebanden
achterop heeft?” De toon verraadt zijn hoop dat wij het niet weten. Hij legt
graag uit. “Aanvankelijk had het team van NSU geen vrachtwagen om de racewagens
naar het circuit te brengen. Ze reden er zelf naar toe. Dan kon je onderweg wel
eens een lekke band krijgen. Dit is een viercilinder. De latere zescilinders
hadden geen reservebanden meer, want toen had NSU wel een vrachtwagen”.
Op het balkon van de zaal staat een omvangrijke collectie antieke NSU-fietsen en
-motorfietsen. Net als de auto’s zijn ze om door een ringetje te halen. Deze
gefascineerde verzamelaar en knutselaar toont met zijn collectie ook zijn
ambachtelijke vakmanschap.
 |
Op het balkon staat een
verzameling oude motorfietsen uit het begin van de 20e eeuw.
NSU bouwde al in de 19e eeuw
fietsen.
Moderner motorfietsen en een
legervoertuig, een kruising tussen motorfiets en auto.
Naoorlogse modellen
Een trapje brengt ons in de kelder. Hier staan alle naoorlogse NSU-modellen
keurig op een rij, allemaal in dezelfde kleur gebroken wit. In 1958 besloot het
bedrijf de personenwagenproductie na bijna dertig jaar te hervatten. Het Duitse
publiek wilde een comfortabeler vervoermiddel dan de motorfiets. Het bedrijf uit
Neckarsulm (NSU is van die plaatsnaam afgeleid) kwam met de Prinz. De kleine
maar volwaardige auto was een goed alternatief voor de dwergauto’s van die tijd.
De Prinz kreeg verschillende opvolgers, steeds een maatje groter. In 1967
presenteerde het bedrijf de spectaculaire Ro-80, vooruitstrevend vorm gegeven en
aangedreven door een Wankelmotor, genoemd naar zijn uitvinder Felix Wankel
(1902-1988). Een dergelijke motor heeft geen op en neer gaande zuigers in
cilinders, maar een driehoekige roterende zuiger in een achtvormige kamer. Zo’n
motor loopt veel rustiger dan een traditionele motor en is een stuk compacter.
In de dagelijkse praktijk bleek de motor erg storingsgevoelig. Het experiment
leidde tot het bankroet van de firma en overname door Volkswagen. Kort ervoor
had NSU de K70 gepresenteerd, met een traditionele krachtbron. Volkswagen bracht
dat model onder eigen op de markt. Omdat het eigenlijk een NSU is, heeft Schultz
hem opgenomen in zijn eregalerij.
 |
 |
Het complete overzicht van
naoorlogse NSU's , met rechts het laatste model, de Ro-80.
De eerste na-oorlogse NSU, de
Prinz.
NSU Sportprinz met koetswerk van
Bertone.
Wankelmotor
Een derde zaal is geheel gewijd aan die Wankelmotor. Vóór de Ro-80 had NSU
al beperkte ervaring opgedaan met de Spider, de eerste serieauto ter wereld met
een dergelijke motor. Felix Wankel wist ook andere merken te interesseren voor
zijn vinding. Citroën en Mercedes deden verschillende experimenten rond 1970,
maar zagen van massaproductie af. Alleen het Japanse Mazda wist een redelijk
succesvolle productie op gang te brengen. Tot op de dag van vandaag past het
bedrijf de draaizuigermotor toe in sportwagens.
Schultz heeft een aardig complete collectie Wankel-auto’s. Natuurlijk de NSU’s
Spider en Ro-80. De laatste als opengewerkt showmodel voor
autotentoonstellingen. De rechterzijkant scharniert in zijn geheel hydraulisch
naar beneden. Naast elkaar staan gebroederlijk de Citroëns M35 en GS Birotor.
Jarenlang kon hij beschikken over een Mercedes C111, in bruikleen gegeven door
Mercedes-Benz. Dat model is echter verdwenen.
Aan de overzijde een hele reeks Mazda’s, tot en met een pick-up. Van enkele
modellen zijn er maar een paar in Europa, zegt de eigenaar vol trots.
Aan de wand veel tekst en uitleg. Schultz weet ons te melden dat de definitieve
constructie van de Wankelmotor feitelijk niet eens van Felix Wankel is. Ten
onrechte wordt zijn naam aan het ontwerp verbonden. “Maar”, voegt hij er direct
aan toe, “als de liefhebbersclubs met Wankelmotorauto’s langskomen, houd ik dat
verhaal maar een beetje voor me. Soms moet je het niet erg vinden dat de
geschiedenis wat onrecht wordt aangedaan”.
 |
 |
De Spider was de eerste serieauto
met Wankelmotor.
Dit is het originele tentoonstellingsmodel van de Ro-80,
opengewerkt om de bijzondere techniek te laten zien.
►
Meer foto's van de NSU Ro-80
Een reeks Mazda's met
Wankelmotor.
Naast de NSU's staan in het
museum twee experimentele Citroën-modellen met een rotatiemotor.
Blik op de toekomst
Hoeveel tijd en energie ook in de rest is gaan zitten, het domein waarmee
Schultz zich wil onderscheiden is de blik op de toekomst. Een kwart van het
museum gaat over alternatieven voor de gebruikelijke benzinemotor. Hier staat
bijvoorbeeld een hele serie elektrische auto’s. Dat er weinig nieuws onder de
zon is, bewijst een elektrische auto van bijna honderd jaar geleden. Destijds
moest deze vorm het afleggen tegen de benzinemotor. In de toekomst zou dat wel
eens andersom kunnen zijn. Recente hybride-modellen tonen de ontwikkelingen van
de laatste jaren. De opvallend gifgroene, gladde coupé is de hybride Honda
Insight die tussen 1999 en 2006 in Amerika werd verkocht. De getoonde BMW
7-serie en Mercedes A-klasse zijn allerminst gewone seriemodellen. De BMW loopt
op waterstof en de Mercedes is een showmodel dat laat zien hoe
brandstofceltechnologie kan worden toegepast. Uniek is ook de conceptcar van
Opel met achterin een verwisselbare krachtbron en aandrijving. Naar keuze ga je
op weg met een elektro-eenheid of met een traditionele motor.
 |
 |
Auto's met een elektromotor zijn
zeker niet nieuw, getuige deze oudjes. Rechts recente modellen.
De elektrische General Motor EV-1
is in beperkte aantallen in serie gemaakt.
Een hybride Opel als conceptcar
en de Honda Insight die daadwerkelijk in productie is geweest.
De brandstofcel heeft de
toekomst. Autovision geeft veel uitleg over allerlei toekomstige technieken.
Uitdragen
Horst Schultz gaat ver in het uitdragen van zijn missie. Voor het museum
staat een oplaadpunt voor elektrische auto’s, gevoed door zonne-energie! Veel
gebruik zal er niet van worden gemaakt. Wie in de omgeving van Altlußheim heeft
immers een elektrische auto? Het zal hem een zorg zijn. Het gaat om de boodschap
voor de toekomstige generatie. Techniek is uitdagend, boeiend en meer dan de
moeite waard. Scholieren en studenten ziet hij als de belangrijkste bezoekers
van zijn museum. Voor lezingen is er op zolder een speciale ruimte. Natuurlijk
zijn andere gasten ook welkom. Van donderdag tot en met zondag staan de deuren
open.
Schultz is nog altijd bezig zijn collectie te verbeteren. Onlangs heeft hij
contact gezocht met Evert Louwman van het automuseum in Raamsdonksveer. Hij wil
graag één van de stukken uit diens overgenomen Rosso Bianco-collectie tijdelijk
tentoonstellen. Er is nog geen groen licht, maar de aanhouder wint. De vele
unieke modellen van de collectie bewijzen het.
Hoe kom je anders aan de privéauto van Felix Wankel, een Mercedes SL met
rotatiemotor? “De man had trouwens geen rijbewijs”, wordt ons als bijzonderheid
nog meegegeven.
We nemen hartelijk afscheid, terug naar Nederland. “Doe Evert Louwman de
groeten”. Dan gaat hij terug naar zijn Simplex. Leuk die bezoekers, maar er is
vandaag nog werk te doen.
■
NOVEMBER
2011
Onder leiding van Horst Schultz werd de eerste elektrische auto van
Ayrton & Perry uit 1881 (dus vijf jaar voordat Benz zijn eerste
benzineauto bouwde) nagemaakt.
De replica staat in het museum Autovision.
Foto: website Autovision
Gerelateerde
webpagina's:
|
 |
Eeuwfeest met vier ringen
Bezoek aan het Audi Forum Neckarsulm
en
bezichtiging van de fabriek
(vroeger NSU),
met
aansluitend een
rondgang door het NSU-museum.
oktober 2006 |
 |
|