|
●
Racewagens, seriemodellen en prototypen augustus 2000, aanvulling januari 2008
Espace automobiles Matra is een klein maar bijzonder automuseum in Romorantin, zo'n tweehonderd kilometer onder Parijs. Het museum besteedt aandacht aan de talloze studie- en productiemodellen van Matra. Eén daarvan is in grote getale gemaakt en bij iedereen bekend, zij het onder een andere naam!
Alle Matra's bij elkaar: Djet, M530, Bagheera, Murena, Rancho, Espace en Avantime.
Vier videozuilen, verspreid over het museum, geven naar keuze in het Frans of Engels, inzicht in de geschiedenis van deze gespecialiseerde onderneming. In de roerige jaren zestig is Matra actief als luchtvaart- en defensiebedrijf. Het maatschappelijk aanzien daarvan is, op zijn zachtst gezegd, niet bijster positief. Defensie-industrie wordt gelijk gesteld aan wapentuig en oorlogvoering. Om het imago van het bedrijf in gunstige zin te beïnvloeden, besluit de directie om in de autoracerij te gaan. Zo kan de technologische kennis en kunde van de onderneming op een positieve wijze over het voetlicht worden gebracht. Het werkt. Met name op het racecircuit van Le Mans wordt de naam van Matra (een afkorting van Mecanique Aviation Traction) verbonden met succesverhalen. De vele in het Franse raceblauw getooide racewagens in het museum zijn de getuigen van de behaalde eer en roem. Het gaat trouwens niet alleen om stille getuigen… In een speciale zijzaal wordt de bezoeker ondergedompeld in een mix van snerpende en ronkende klanken die passen bij de daar opgestelde racemotoren. Motormuziek noemen ze het zelf.
Sportwagens Matra wordt in 1963 sportwagenfabrikant door de overname van de boedel van René Bonnet. Hij maakte kleine sportwagens met een kunststof koetswerk (door Matra geleverd) op basis van Panhard- en Renaulttechniek. De liefhebbersschare voor dergelijke wagens was echter klein. Bonnet slaagde er niet in bedrijfsmatig het hoofd boven water te houden. Ook na overname door Matra blijven deze auto's een zeldzame verschijning. In vijf jaar tijd worden er 1500 geproduceerd. De prijs is hoog, te hoog. In ons land werd ruim dertig jaar geleden de Djet aangeboden voor een bedrag waarvoor je bijvoorbeeld ook een Alfa Giulia Sprint kon kopen. Voor de sportwagenliefhebber was de keus dan snel gemaakt!
De eerste sportwagen was de door Bonnet ontworpen Djet.
Daarna kwam de M530. Links de LX,
rechts de goedkopere (veel minder bekende) SX.
Simca
Vanaf het prille begin was Matra gespecialiseerd in het maken van kunststof koetswerken. Drie zitplaatsen Als Chrysler-France bij Matra een grotere vinger in de pap krijgt, is het gebruik van een Fordmotor ongewenst. Er komt een nieuwe coupé waarin een krachtbron van Simca past. Zo verschijnt de Matra Bagheera ten tonele, met als belangrijkste bijzonderheid drie zitplaatsen naast elkaar. Op deze manier krijgt een auto met middenmotor toch de mogelijkheid om meer dan twee personen te vervoeren. Uiteraard staat de Bagheera in het museum, zowel het eerste als het tweede model. De lijn is hetzelfde, maar het koetswerk is op enkele punten herzien, waardoor de elegantie van het ontwerp nog beter tot zijn recht komt. De Matra-productie heeft inmiddels een serieuzere omvang aangenomen. Bijna 48.000 Bagheera's vinden een weg naar de klant. Op zijn beurt wordt de Bagheera opgevolgd door de Murena, die inmiddels de merknaam Talbot heeft gekregen. In 1978 neemt Peugeot immers de Europese fabrieken van Chrysler over en krijgen kort daarna alle producten deze historische naam. Dat was een vergissing, zou achteraf blijken. Talbot kreeg nooit voet aan de grond, ondanks de rijke historie zowel in Frankrijk als in Engeland.
Matra ontwikkelde de
vrijetijdsauto Rancho, opgevolgd door de Espace.
Ruimtewagen Een belangrijke doelstelling van ieder bedrijf is behoud van continuïteit. Om de productiecapaciteit goed te benutten na het beëindigen van de levencyclus van de Rancho, bedenken de mensen van Matra een nieuw soort vrijetijdsvoertuig. Een auto die kenmerken van de Rancho, een stationcar en een personenbusje in zich verenigt. Ruimte is daarbij het sleutelbegrip. Opvallend is de afwezigheid van een afzonderlijke neus. Motorkap en voorruit lopen zonder knik in elkaar over. Monospace is de term die de Fransen ervoor gaan gebruiken. De daklijn is ver naar achter doorgetrokken en grote ruiten domineren het zijaanzicht. Voor de techniek kan men rijkelijk putten uit de schappen in de Peugeot- en Talbotmagazijnen. Verschillende prototypen worden ontwikkeld, met bijvoorbeeld de koplampen van de 604 en het dashboard in Solarastijl. Het museum laat één van die prototypen, de P18, zien. Fier staan nu alleen de letters Matra op de neus, maar het was de bedoeling dat die van Talbot daaraan vooraf zouden gaan.
Wind
Het gaat moederbedrijf Peugeot in die
jaren echter niet voor de wind. In een laat stadium van ontwikkeling ziet het af
van uitvoering van het idee. Peugeot durft het niet aan. Einde van het project?
Geenszins. Op slag gaat Matra op zoek naar een andere partner en binnen de
landsgrenzen is dat er feitelijk maar één, namelijk Renault. Dat toont meer lef.
Met nieuwe techniek, overname van de financiële inbreng van Peugeot in Matra en
het vergroten en vervolmaken van het koetswerk, wordt het idee in relatief korte
tijd toch realiteit. In 1984 verrast Renault de wereld met de Espace (Frans voor
ruimte), een heel nieuw autoconcept dat - net als de Chrysler Voyager aan de
andere kant van de Oceaan - voorziet in een behoefte. Hoewel het publiek
aanvankelijk moet wennen en de prijzen bepaald pittig zijn, blijkt het een
succesformule. Inmiddels zijn er ruim 700.000 verkocht. En op dit moment worden
in Frankrijk bijna vier maal zoveel Espaces verkocht dan 806'en, de ruimtewagen
die Peugeot jaren later toch op de markt brengt.
Vier generaties Renault Espace; de eerste drie geproduceerd door Matra
Natuurlijk is de Espace niet alleen in de
naamgeving van het Matramuseum terug te vinden. Er staat een rijklare versie van
het eerste model naast een donkerblauwe van de derde generatie met daarop in
zilververf de handtekeningen van al zijn scheppers. Wie de trap afgaat naar de
onderverdieping komt oog in oog met twee extravagante creaties op basis van het
huidige type: een Espace als formuleauto voor de racebaan (per slot van rekening
liggen daar de wortels van Matras autodivisie) en een onthoofde versie van het
excentrieke ontwerphuis Sbarro. In dit deel van het museum zien we meer
eenmalige creaties en prototypen. Soms zijn ze van Matra zelf. De P 19 met
overbemeten glaspartij is er zo één, een auto letterlijk zonder binnenkant om
het gebruik van bepaalde materialen uit te testen. Een soort kruising van een
TVR met een BMW Z3 geeft aan dat ooit aan een roadster is gedacht. Soms is een
extern bedrijf de opdrachtgever voor een studiemodel. Het zal niemand verbazen
als de naam Renault weer opduikt. Zo zien we het tentoonstellingsmodel Zoom met
intrekbare achteras waardoor de lengte aanzienlijk afneemt. Een houten
interieurmodel toont een studie naar praktische oplossingen voor extra
bergruimte.
Toekomst
Zie ook: ►Foto's van enkele studiemodellen in het museum ►Foto's van de Renault Avantime
|