Wegenwacht 75 jaar
Den Haag (NL)
●
Tijdelijke tentoonstelling in Louwman Museum
●
Wegenwacht-voertuigen door de jaren heen
●
Van Harley-Davidson tot elektrische VW
●
2CV AZU, R4 en Golf als iconische modellen
●
Een blik in de toekomst
juli 2021
Aanjager van herinneringen
In
1946 richt de ANWB de Wegenwacht op, naar het voorbeeld van de AA in Engeland.
Ter ere van 75 jaar Wegenwacht is de hal van het Louwman Museum in de zomer van
2021 geel gekleurd
door de voertuigen die afgelopen jaren dienst hebben gedaan. De tentoonstelling
besteedt ook aandacht aan de toekomst. Van Harley-Davidson tot elektrische Caddy en
van Mobylette tot moderne bakfiets: ze staan er allemaal. Bij het zien van
de oudjes komen herinneringen boven.
 |
Mijn nieuw gekochte Peugeot 205 zal een week of vier oud zijn geweest.
Ergens in Den Haag, op weg naar huis, begon het lampje van de
koelvloeistof te branden. Plus een centraal waarschuwingslampje. Foute boel. Het tijdperk van de mobiele
telefoons lag nog ver in de toekomst. Pas vier auto's later kon ik bellen
vanuit de auto. Een tijdsbeeld: bij de Philips persdienst had alleen de toenmalige directeur, wijlen Eef Brouwers, het latere
hoofd van de Rijksvoorlichtingsdienst, een telefoon in de auto. De medewerkers
van zijn afdeling kwamen niet verder dan een pieper. Dat was al heel wat. Wij waren
met onze 205 dus voor de
hulpverlening aangewezen op een plaatselijk café. Met kwartjes zochten we via
een aan de muur hangende telefoon contact met de Wegenwacht. De man kwam,
controleerde alles en kon geen mankement vinden. Niet vreemd voor een nieuwe
auto. Hij adviseerde door te rijden en zou nog even achter ons aan blijven
rijden. Niet lang daarna riep de dealer de auto terug. Een vlottertje of iets
dergelijks was te krap afgesteld. Een kinderziekte. Het was mijn eerste
kennismaking met hulpverlening door de Wegenwacht. Niet het eerste contact
overigens. Een alleraardigste Wegenwachter had ons een paar jaar eerder wegwijs
proberen te maken onder de motorkap bij de ANWB-cursus Pech Onderweg. Hij legde
uit hoe het zat met de contactpuntjes, de rotor en de bobine. En hoe je een
achterlichtje kon vervangen en waar je de krik wel en niet moest neerzetten. We
waren van plan een auto aan te schaffen en wilden goed voorbereid zijn. Als enige cursisten kwamen we op de
fiets. Op de laatste avond kon je de eigen auto meebrengen. De Wegenwachter
maakte ‘m onklaar en de truc was het probleem op te sporen. Wij keken mee bij de
anderen. Met
twee studentenfietsen kon je niet zo veel.
 |
Nationaal instituut
Vrijwel iedereen heeft zo zijn anekdotes over ontmoetingen met de Wegenwacht,
blijkt al gauw als ik op de openingsdag de expositie bezoek. Over de tijd dat de
gele hulpverleners nog niet in de stad kwamen en iemand zijn auto naar de
snelweg duwde waar hij honderd meter vandaan woonde. Over het slepen naar een
ander deel van de gemeente omdat thuisservice nog niet in het pakket zat. Over
een Wegenwachter die bij je op school had gezeten en niet te beroerd was een
jerrycannetje benzine te gaan halen, ook al was je geen lid.
De Wegenwacht is een nationaal instituut. Zo wil de ANWB het ook
graag. De vier miljoen leden waarmee de organisatie schermt, zijn vooral klanten
van de Wegenwacht. De in 2004 opgerichte concurrent Route Mobiel is vorig jaar
een stille dood gestorven en heeft nooit de statuur van de Wegenwacht kunnen
evenaren. Tegenwoordig verzorgt de Wegenwacht ook de hulpverlening die merken en
leasemaatschappijen aan hun klanten bieden.
Directeur Ronald Kooyman van het Louwman Museum vertelt bij
de opening van de tijdelijke tentoonstelling kort wat over de totstandkoming. De opening van de expositie stond gepland
voor 15 april, de precieze verjaardagsdatum. Corona hield de musea echter op
slot. Het werd
2 juli. Ook een memorabele dag, namelijk de 11e verjaardag van het museum.

Beelden
uit vroeger tijden (foto's: ANWB).
Harley-Davidson
Het verhaal begint in 1946. Nederland herrijst. Er komen weer auto’s op de weg.
Vooroorlogs en lang niet zo betrouwbaar als de modellen van jaren later. De
ANWB, opgericht in 1883 om fietsers bij te staan, besluit tot de oprichting van
een hulpverleningsdienst voor automobilisten onderweg. De Engelsen hadden al in
de jaren twintig een dergelijke voorziening opgezet. Het wagenpark in Nederland
was toen echter te beperkt om een dienst rendabel te kunnen maken. Voor de
naoorlogse periode wordt een snelle groei verwacht.
De Wegenwacht
koopt gebruikte Harley-Davidson-motorfietsen van het Canadese leger. Ze krijgen
een zijspan en worden knalgeel gespoten, naar het voorbeeld van de Britse AA, de
Automobile Association. De militair aandoende kleding is ook afgekeken van de
Britten. Als een auto een Wegenwacht-schildje voert, wordt de Wegenwachter
geacht te groeten. Het begint met zeven Wegenwachters op de wegen in
West-Nederland. Die zijn namelijk het drukst. Na de tweedehands Harleys komen er
nieuwe uit Amerika. Omdat de Verenigde Staten Europa steunen met de Marshall
Hulp, is het min of meer verplicht om daar de motoren te bestellen. De omvang
van het corps groeit tot 100 motoren met zijspan. Begin jaren vijftig komt de Britse BSA
M21 in beeld. Die
is lichter en goedkoper en de Engelse zusterorganisatie heeft er goede
ervaringen mee. De ANWB schaft er meer dan 200 aan. De expositie
toont de eerste Harley en twee typen van de BSA. De zijspannen zijn open gezet,
zodat de bezoeker een goede indruk krijgt van al het gereedschap waarmee de
pechvogels geholpen konden worden.
 |
Van de
Canadese militairen worden in 1946 gebruikte legermotorfietsen overgenomen.
De
motoren krijgen een zijspan met gereedschap.
Na de
Harley-Davidsons volgen BSA's. Die zijn lichter en goedkoper.
Wegenwachters behoren in die tijd onderweg leden te groeten.
Menige
sleutelende hobbyist zou jaloers zijn op zo'n gereedschapskist.
Bestel-Eend
In 1959 doet de Wegenwachtauto zijn intrede. Helemaal van harte gaat dat niet,
weten de informatieborden bij de tentoonstelling te melden. De directie is
gehecht aan de motoren met
zijspan. Ze zijn efficiënt, wendbaar en zichtbaar. In de winter zijn ze echter voor de
medewerkers rampzalig. Bovendien kan een bestelwagen veel meer meenemen. De
keuze voor een geschikte auto is nog niet zo simpel. De ANWB kiest voor
zuinigheid en de geel met zwarte Citroën 2CV AZU - de Bestel-Eend - wordt het
gezicht van de Wegenwacht. De eerste order omvat 25 auto’s. In zes jaar tijd
worden vervolgens alle motorfietsen met zijspan vervangen. De Wegenwachters met
de langste staat van dienst krijgen als eerste een auto. Als Citroën na enkele
jaren de laadruimte van de bestelwagen vergroot door het dak te verhogen,
ontstaat een probleem. Met de lichtbak op het dak kunnen de Eenden de garage
niet meer in. Er komen twee lichtbakken: één boven de cabine en één boven de
achterdeurtjes.
 |
De
bekendste klassieke Wegenwacht-auto: de 2CV AZU, ofwel de Besteleend.

Een oudere Wegenwacht-Eend met de lichtbalk op het dak en geribbelde
zijkanten.
De
waarschuwings-tekstplaten op de achterkant kunnen worden gewisseld.
Praatpalen
De Wegenwacht is meer dan autootjes op de weg. De ANWB is meer dan pechhulp. De
tentoonstelling staat ook stil bij de organisatie erachter. Om goed en snel te
kunnen helpen, is contact een onmisbare schakel. Er komen telefoonboxen langs de
weg bij de Afsluitdijk en later moderne versies bij de Zeelandbrug, de zogeheten
Kletskoppen. Om pechgevallen snel te kunnen bereiken, staat daar een Mobylette-bromfiets paraat. Twee brandblussers horen tot de standaarduitrusting.
In 1960 komen langs de A13 Den Haag-Rotterdam bij wijze van proef de eerste
praatpalen waarmee automobilisten direct contact op kunnen nemen met de
Wegenwacht. De naam
praatpaal komt overigens pas later. Aanvankelijk heten ze telefoonzuilen. Het idee komt uit Duitsland. De proef slaagt. De directe verbinding is niet
alleen handig voor pechgevallen, maar ook voor het melden van ongelukken. In die
tijd zijn er geregeld kettingbotsingen met ernstige gevolgen. Toch duurt het nog
tien jaar voordat ze ook elders verschijnen. Rijkswaterstaat
geeft aanvankelijk aan geen prioriteit te geven aan een netwerk van communicatiepalen.
In 1968 besluit het kabinet dat een landelijk netwerk gewenst is. Zes jaar later
staan er 1000.
Philips houdt er een aardige order aan over. In 1994 komt een nieuw model met
‘konijnenoren’. Het aantal groeit tot zo’n 3200 in 2017. Dan is het afgelopen
met de praatpalen. Ze zijn ingehaald door de tijd, net als de motor met zijspan en de bestel-Eend decennia eerder.
Vrijwel iedereen heeft een mobiele telefoon.
 |
 |
Van
telefoonbox tot praatpaal.
Hulp op
de Zeelandbrug: een Mobylette met twee brandblussers. Daarachter een
Kletskop.
Philips
praatpaal (1970-1994) en het latere model met de konijnenoren. In 2017
was het afgelopen.
Renault 4
Terug naar de auto’s. Begin jaren zeventig raakt de 2CV achterhaald. De auto is
niet snel en veilig genoeg meer. Een proef met 25 bestelwagens op basis van de
DAF 33, in de tweede helft van de jaren zestig, is niet tot tevredenheid
geëindigd. Het is sympathiek dat de ANWB kiest voor de Nederlandse fabrikant,
maar de DAF wordt letterlijk te licht bevonden. Bovendien blijken de
onderhoudskosten hoog. Daar weegt de door de Eindhovense fabriek verlaagde
aanschafprijs niet tegen op.
Als mogelijk beoogde opvolger van de 2CV bestelt de Wegenwacht 20 stuks van de
Ami 8 Service en eenzelfde aantal Renaults 4. Voor Citroën eindigt het verhaal
na die eerste order. Als opvolger van de 300 Eenden komt de R4 uit de bus.
Opmerkelijk genoeg niet de bestelwagen, maar een aangepaste ‘gewone’ 4, waarbij
het derde zijruitje ontbreekt.
Na tien jaar moet de Wegenwacht opnieuw op zoek naar een opvolger. Renault stopt
met de productie van het Viertje. Het informatiebord meldt dat in het programma
van eisen staat dat het een auto van Europese makelij moet zijn. Japanners zijn
uitgesloten. Het moet wat pijn doen, deze opmerking, in deze omgeving. Louwman
heeft immers Toyota en Suzuki op de Nederlandse autokaart gezet. Juist door de
betrouwbaarheid wisten de Japanse merken de harten van klanten te stelen.
 |
DAF
levert vanaf 1975 20 aangepaste 33 Bestelwagens.
De
Nederlandse auto's bevallen slecht; de ANWB kiest niet voor een
grote vervolgorder.
De Ami
8 Service heeft een onprettige zitpositie. Na de proef valt het besluit er
niet mee door te gaan.
Na drie
jaar stopt in 1976 de proef met de 20 Ami's.
Na de
Eend wordt de Renault 4 de standaard-Wegenwachtauto.
De ANWB
kiest niet voor de R4 Fourgonette, maar voor een aangepast
personenwagenmodel.
Volkswagen
De keuze valt op de Volkswagen Golf. Weer een tot bestelwagen omgebouwde
personenwagen zonder achterbank. Het model laat in een onderlinge vergelijking
Renault, Fiat en Opel achter zich. Er komt een driehoekige lichtbak op het dak
en de kleur blauw van de ANWB vult het geel aan.
Een tweede generatie Volkswagen Golf volgt in 1983 de eerste op. De Wegenwacht
gaat mee. De dieselmotor zorgt voor lage uitgaven aan brandstof. Op de
achterkant van de Golf zien we een sticker: ‘Milieudiesel’. Vandaag de dag
kijken we wat anders aan tegen die kreet dan destijds. Het woord sjoemeldiesel
zou pas 30 jaar later ontstaan.
Kennelijk bevallen de Volkswagens goed. De Golf blijft tot 2004 het
standaardmodel, waarna de Touran het stokje overneemt. Het is opnieuw een
bestelwagen voortkomend uit een personenwagen. De tentoonstelling toont ook de
kleinere Polo, met verhoogd dak voor
extra ruimte. Door de compactheid is dit model vooral handig voor gebruik in stedelijke
gebieden. De grote Transporter T4 met veel ruimte komt in gebruik voor de
snelwegen. Later doen de T5 en T6 hetzelfde.
 |
De opvolger
van de Renault 4 vanaf 1978: de Volkswagen Golf
Diesel.
De
Wegenwacht tovert een Golf gemakkelijk om tot een rijdende werkplaats.
Na de
eerste generatie komt de tweede generatie Golf in beeld.
Enkele
decennia zet de Wegenwacht enkele honderden Volkswagens Golf Diesel
in.
Hmmm,
milieudiesel? Daar
denken we nu toch echt anders over...
Volkswagen Polo (1996-2010) voor in binnensteden.
Een leuk detail: een watersproeier met drukknop om even de handen te
kunnen wassen.
Volkswagen Touran, ingezet tussen 2004 en 2018.
In een
Volkswagen Transporter kan natuurlijk veel meer mee. Sinds 1996 behoren
ze tot het wagenpark.
De
expositie laat ook zien waar de Wegenwachters mee onderweg zijn: een
garage op wielen.
De
Volkswagen Caddy op elektriciteit als teken dat de ANWB inspeelt op de
tijd.
Motorfietsen
In de tussentijd is de motorfiets teruggekeerd. Niet met zijspan, maar als
tweewieler die snel overal tussendoor kan rijden. De BMW heeft een trekhaak,
zodat er een aanhangwagentje achter kan. Later komt er een Suzuki. Japanners
kunnen namelijk uitstekende voertuigen maken. De nieuwste Zero-motorfietsen hebben
elektrische aandrijving. Als onderdeel van de ANWB wil de Wegenwacht inhaken op
de trend naar duurzamer vervoer. Een elektrische Volkswagen Caddy is daarvan een
voorbeeld, maar ook elektrische fietsen en bakfietsen. Deze zijn ontwikkeld voor
hulpverlening in de stad en lopen vooruit op toekomstige milieuzones.
Met het oog op de toekomst zien we een studiemodel van een volledig zelfstandig
rijdend elektrokarretje. Als we straks allemaal elektrisch rijden zijn er geen
V-snaren, koelvloeistof of verkeerd getankte brandstoffen meer. Hoeveel
Wegenwachters zijn er nog nodig? Een blik in de toekomst is heel wat lastiger
dan terugkijken naar voorbije tijden.
Vooralsnog ligt de nadruk van de tentoonstelling op het verleden. Oude gele motorfietsen en auto’s als aanjager van herinneringen. Met
als afsluiting een vitrine vol kleine Wegenwacht-autootjes. Een mooi eerbetoon
aan al die medewerkers die hun landgenoten weer op weg hielpen.
■
 |
 |
In 1985
keert de motorfiets na 20 jaar terug. De BMW K75 heeft een trekhaak voor
een aanhangwagentje.
Links
een Suzuki motorfiets en rechts een Zero elektrische motorfiets.
Zicht
op de toekomst: elektrische fietsen en zelfrijdende wagentjes.
Elektrische fietsen voor hulp in de stad.
Ook de
Wegenwachter zelf ging er in die 75 jaar heel anders uitzien.
De
Wegenwacht in miniatuur.
Zowel de 2CV als de R4 werden op verschillende schalen als
Wegenwachtauto uitgebracht.
Links de Ami en de DAF, rechts een aantal andere merken.
Deze
Eenden (en Ami en Land-Rover) zijn in schaal 1 op 87.
Tot
begin september is de hal van het Louwman Museum geel gekleurd.
Een
eigentijdse Mercedes-Benz Wegenwachtauto buiten op straat.
Een Wegenwacht-Ford op pad in Amsterdam.
ELEKTRISCH
In het kader van modernisering en duurzaamheid, gaat de 75-jarige Wegenwacht
de elektrische Volkswagen ID.4 inzetten. De auto is speciaal ontwikkeld om
rijders met elektrische auto's van dienst te kunnen zijn. De ID.4 krijgt een
aanhanger met mobiele acculader. Hiermee kan de Wegenwacht een auto snel
bijladen om voldoende energie te geven voor een rit naar de eerstvolgende
laadpaal. De aanhanger is door een medewerker van de Wegenwacht ontwikkeld.
De
elektrische Volkswagen ID.4, speciaal voor hulpverlening aan elektrische
auto's.
BUITENLAND
Ook in het buitenland zijn hulpdiensten onderweg om gestrande automobilisten
te helpen. En ook daar worden de auto's van vroeger gekoesterd als bron van
goede herinneringen. Hieronder drie voorbeelden, de 'Wegenwacht'-auto's uit
Engeland, België en Duitsland. De Commer is een project van een Engelse
enthousiasteling, de Renault staat in museum Autoworld in Brussel en de
Volkswagen in het museum in Wolfsburg. Net als bij de ANWB is de hoofdkleur
geel.
Commer
Van van de Engelse AA.
Renault
4CV van de Belgische Touring Secours en de VW Kever van de ADAC.
De
Volkswagen van de huidige Zwitserse wegenwacht.
 |
Veel meer dan gele hulpverleners
Bezoek aan de tentoonstelling 125
jaar ANWB
en achtergronden bij het jubileum, met foto's
van Wegenwachtauto's door de jaren heen.
juni 2008
|
 |
|
|