Smit Klassiek

Oud-Beijerland (NL)


 
●  Klassiekers in een vergadercentrum
●  Eens per jaar geopend voor publiek
●  Open dag en wintermarkt
●  Hobby van een blinde verzamelaar
●  Dordrecht van vorige eeuw 

 
november 2016
 

  Het museum bestaat inmiddels niet meer


Mosterd, dillesaus en mooie indrukken

Ondernemer Jacques Smit gaf ondanks zijn handicap succesvol leiding aan zijn carrosseriebedrijf. Het gaf hem de mogelijkheid zijn hobby tot bloei te laten komen: het verzamelen van klassieke auto’s. Na de verkoop van het bedrijf werden ze onderdeel van een nieuwe onderneming die na zijn overlijden door vrouw en dochter liefdevol wordt voortgezet. Het motto daarbij: alles moet tot in de puntjes verzorgd zijn.
 


Eén dag per jaar gaan de deuren van vergader- en congrescentrum Smit Klassiek in Oud-Beijerland open voor het publiek. Alle andere dagen zijn gereserveerd voor groepen en gezelschappen. In november is er een winter event, waarbij verspreid over het zalencomplex allerlei bedrijven hun exclusieve producten aanbieden. Wie een wijntje wil proeven, luxe paté wil inkopen, uit is op een onderscheidend kerstcadeautje, bijzondere noten of chocolade voor de feestdagen wil inslaan of zich een nieuwe op maat gemaakte mantel wil laten aanmeten, kan er dan terecht. De kerstmarkt is voor ons wel de aanleiding, maar zeker niet de reden om af te reizen naar deze Zuid-Hollandse plaats. Het gaat om Smit Klassiek zelf. Of beter: om wat er in het gebouw te zien is.
Onderweg hebben we het gevoel de grens van de Randstad te passeren. De afstand tot Rotterdam is niet eens zo groot, maar dit lijkt toch echt een ander stukje Nederland. Het is net of de gejaagdheid van 2016 hier nog niet is gearriveerd. Misschien is het schijn. Mogelijk is onze bestemming debet aan dat gevoel. Daar draait het voor een belangrijk deel om het verleden, ondanks de hedendaagse wintermarkt. Voor de deur staat een tweekleurig groene Oldsmobile 76 Club uit 1948, geassembleerd in Zuid-Afrika. Hij verbindt het nu met het toen.
 

De Oldsmobile 76 Club uit Zuid-Afrika heet de bezoekers welkom. 

Zorg en perfectie
Reden voor ons bezoek is de collectie oude auto’s van Smit Klassiek. Het was de hobby van de zes jaar geleden overleden blinde (!) ondernemer Jacques Smit. Zijn vrouw Jannie en dochter Andrea hebben zich er met hart en ziel over ontfermd. Behalve auto’s omvat de nalatenschap ook een serie fietsen (waaronder een Draisine loopfiets van begin 19e eeuw), brommers, motorfietsen en scooters. In één van de zalen zijn winkeltjes uit het Dordrecht van begin vorige eeuw nagebouwd. Opvallend is de zorg waarmee alles is opgezet en de perfectie van de uitvoering. Alle details kloppen, waarbij het oog voortdurend wordt bedrogen, want de vergezichten, gevels, straten en stoepen zijn geschilderd. De winkelpuien zijn daarentegen wel origineel, net als de spullen op de schappen in de etalages. We kijken naar binnen bij een lampenwinkeltje en zien een houten kast waarin de verschillende merken en typen keurig op voorraad worden gehouden. Op een handgeschreven etiket staat de inhoud vermeld. In een autoboekenwinkel liggen uitgaven die de oudere liefhebber kent van vroeger tijden of zelf uit zijn jeugd heeft bewaard.

Moeder en dochter in een vraaggesprek in het blad Go! van de RAI-Vereniging. 

Een oude werkplaats met originele gereedschappen. 

Sfeervol nagemaakte winkels. 

Dordrecht van begin 20e eeuw met originele puien.  

Carrosseriebedrijf
Jacques Smit (1940-2010) behoorde tot de vijfde generatie van een ondernemersfamilie die in 1750 startte met het maken van schepen en wagens. Ondanks zijn ernstige handicap – hij werd tijdens een fout bij een operatie blind – stond hij aan het hoofd van een florerend carrosseriebedrijf. Zijn specialiteit werden opleggers voor medische doeleinden, zoals een veldhospitaal en mobiele CT- en MRI-scanners. In 2002 werd Smit Mobile Equipment verkocht. Het bedrijf bleef gedeeltelijk in Oud-Beijerland, met familielid Gerben Smit als directeur, maar had een deel van de bedrijfsruimten niet langer nodig.
Samen met zijn vrouw besloot Jacques Smit een paar nieuwe hallen te laten bouwen en er een vergader- en congrescentrum van te maken. Dat was tegelijkertijd een mooi thuis voor zijn collectie klassieke voertuigen. De gedachte aan een museum werd snel verworpen. Dat vraagt om een hoop organisatie. Vandaar dat de auto’s en motoren door het jaar heen alleen te bezichtigen zijn voor speciale groepen en deelnemers aan bijeenkomsten bij Smit Klassiek. Andere belangstellenden zijn aangewezen op de jaarlijkse wintermarkt. Shoppen en kijken gaan dan hand in hand.
 

Je vermoedt niet dat achter deze muren zulke sfeervolle ruimtes zijn ingericht. 

Vitrinekasten
Bij de deur heet Jannie Smit de bezoekers persoonlijk welkom, zoals het past bij een attente gastvrouw. Je hebt het gevoel bij haar thuis te komen. Meteen in de hal valt het oog al op een luxe houten vitrinekast met schaalmodellen van oude auto’s. We zullen dergelijke kasten ook elders in het gebouw tegenkomen. Ze zijn thematisch ingericht. Op de houten en glazen schappen ligt letterlijk geen stofje, alsof alles voor dit evenement nog eens extra is opgepoetst. Waarschijnlijk is het echter altijd zo verzorgd. Alles in het gebouw straalt namelijk perfectie uit. In een van de gangen hangen afbeeldingen van affiches van vroegere RAI-autotentoonstellingen. Ze zijn allemaal strak ingelijst in dezelfde lijsten die precies op dezelfde hoogte hangen. Hier wordt met oog voor detail en precisie gewerkt, zoveel is wel duidelijk.  
 

Een 'Grote Mercedes' als schaalmodel in een van de vele houten vitrines. 

Vracht- en brandweerwagens
We gaan eerst naar een hal aan de rechterkant. Het is een toevallige keuze die later mooi blijkt uit te pakken. Bij binnenkomst roepen imposante vracht- en brandweerwagens om aandacht. Je beseft nauwelijks hoe groot de ruimte is. Midden op een nagemaakt dorpsplein staat een Republic brandweerwagen. Daarachter staat een zevental klassieke bedrijfswagens, waaronder nog een brandweer, een tank- en een takelwagen. Ze staan geparkeerd voor een reeks oude winkeltjes. De gevels zijn smaakvol geschilderd, de etalages met veel zorg ingericht. Het is dat de groente en het fruit van plastic zijn, anders zou je hier graag je inkopen doen. Tussen de bekendere merken als Ford en Chevrolet ontwaren we nog een Republic. De truckfabrikant was actief tussen 1913 en 1929 en korte tijd een van de leidende aanbieders in de vrachtwagenwereld.
Rondom en tussen de auto’s staan de deelnemers aan de wintermarkt met hun koopwaar. Het is een gezellige drukte. Bezoekers kijken de ogen uit. Een aanzienlijk aantal heeft inmiddels de pensioenleeftijd ruimschoots bereikt. Ze wisselen hun herinneringen aan vroeger tijden uit bij het zien van de auto’s en geveltjes. Blikvanger is een op een Vespa-scooter gebaseerde pick-up, voorloper van de beroemde Ape-driewieler waarvan er in elk Italiaanse dorp wel een aantal te zien is.
Op de eerste verdieping, bij een serie vergaderzalen, staan naast comfortabele vergaderfauteuils vier personenauto’s uit de naoorlogse bloeiperiode: een Austin, Volkswagen, Fiat en Renault. Voor de autoliefhebber zijn het geen echte bijzonderheden, maar de aaibaarheidsfactor is groot. Stuk voor stuk zijn ze vaardig gerestaureerd.

 

Tussen de auto's staan de tafels van de wintermarkt.

Een Republic-brandweerwagen; de geribbelde radiator doet denken aan het Britse merk Daimler, er is echter geen relatie.

Chevrolet brandweerwagen van eind jaren zestig. 

Vrachtwagens ergens in een hoekje. Dat geeft aan hoe groot de hal is. V.l.n.r.Scania, Austin en Mercedes-Benz.

Een tankwagen op basis van een T-Ford. 

Ford TT met kettingaandrijving.

Ooit was Republic voor korte tijd marktleider bij de vrachtwagens. 

Toepasselijke vracht op de Republic. 

Ford AA takelwagen.  

In een nagebouwde garage staan een Citroën uit 1929 en wat fietsen.

Twee bedrijfswagens uit 1931: een Ford AA Truck en Chevrolet brandweerwagen. 

De brandweerwagen kan zo weer uitrukken. 

Opel Blitz van net voor de oorlog (1938). 

Scooter en pick-up tot een geheel samengesmolten. 

Bij de vergaderzalen boven staan naast de fauteuils een Fiat Topolino en Volkswagen Kever. 

Uit 1946 komt deze Austin Eight.

Renault 4CV, bouwjaar 1957. 

Old timerzaal
Tijdens de koffie – met appeltaart, we zijn per slot van rekening een dagje uit – hebben we zicht op een Jaguar SS1 (1938) en een De Soto SC 1932 uit de Canadese fabriek van Chrysler. Ze staan op een nagebouwd stukje plein naast een lantaarnpaal. De catering wordt verzorgd door een plaatselijk restaurant dat op deze manier onder de aandacht wil komen. Een richtingbord wijst naar de old timerzaal. Onbewust hebben we het hoogtepunt van het bezoek tot het laatst bewaard.
Voorbij een deur ben je in het havenkwartier van Oud-Beijerland zoals dat er in 1915 uitzag. Bezoekers uit de buurt herkennen het uitzicht op het water. Aan één kant is een oude wagenmakerij nagebouwd, met originele koetsen als resultaat van de nijverheid. De andere kant bestaat uit geschilderde gevels. Daar tussenin twee rijen auto’s, de ontwikkeling van ruim zestig jaar uitbeeldend. De oudste is een Duryea van eind negentiende eeuw, één van de eerste autofabrikanten van Amerika. Het jongste model is een Mercedes-Benz 190SL van eind jaren vijftig. Het is onwezenlijk dat juist een blinde man dit alles heeft weten te realiseren, waar de visuele indruk zo overheerst en de sfeer bepaalt. Wat zonde dat hij zelf niet zo heeft kunnen genieten van de decors zoals wij dat kunnen, denk je onwillekeurig.
 

Tussen de De Soto en Jaguar zijn tafeltjes neergezet voor de gasten. 

Jaguar SS1, naast een stand van een wijnverkoper. 

Deze De Soto werd midden jaren dertig in Canada gemaakt. 

De old timerhal is sfeervol ingericht en brengt je naar het Oud-Beijerland van jaren terug. 

De muurschilderingen zijn met oog voor detail aangebracht. 

Bijzonderheden
De collectie begon ergens in de jaren tachtig met de aankoop van een De Dion Bouton uit 1924. De wagen zag er toen bepaald niet zo smetteloos uit als nu. Er was nog veel werk aan te verrichten, aldus dochter Andrea onlangs in een interview in het blad van de RAI-Vereniging. Een gepensioneerde medewerker van Smit Carrosserie heeft zich erover ontfermd. Zijn vakmanschap legde de maatlat voor de volgende auto’s hoog. De eigenaar wist op de tast leiding te geven aan de projecten. Met achttien auto’s in de hal is de historie van een halve eeuw technische ontwikkeling in een notendop samengevat. Bekende en minder bekende modellen wisselen elkaar af.
Bij bijna elk bezoek aan een collectie historische auto’s kom je bijzonderheden tegen. Dit keer valt het oog op twee relatief onbekende, aan General Motors gelieerde merken. De eerste is de Viking, tussen 1929 en 1931 onderdeel van de Oldsmobile-divisie. Het merk was een idee van Alfred P. Sloan, de befaamde langjarige GM-baas, die elke gat in de markt met een automerk van zijn concern wilde vullen. Na twee jaar bleek de aantrekkingskracht van moedermerk Oldsmobile toch veel sterker, waarna Viking weer verdween. De tweede auto is de Canadese McLaughlin, opgebouwd uit onderdelen van Buick. Door een aandelenruil kwam het aanvankelijk onafhankelijke merk in de invloedssfeer van GM en werd later de basis voor GM of Canada.

 

Duryea was één van de eerste fabrikanten in Amerika. 

De motor van de wagen zat achterin.  

Een Maxwell Model AB uit 1911. 

Smit Klassiek heeft ook een T-Ford staan, een exclusieve tweezitter. 

In 1750 startte de familie met het maken van schepen en wagens.

Een ouderwetse kaaswagen uit de tijd dat de automobiel nog in de kinderschoenen stond. 

De De Dion Bouton was de eerste auto van de collectie. 

Jacques Smit kocht de wagen, maar een oud-werknemer knapte 'm op. 

De chauffeur zat destijds gewoon buiten, in de open lucht. 

Chenard en Walcker Type U uit 1920 met een mooie radiator.  

De McLaughlin was feitelijk een Canadese Buick.

R.E. Olds startte aanvankelijk met Oldsmobile, maar maakte later een eigen merk.  

Citroën C3 1924, bijgenaamd het 'Klaverblaadje'.   

Viking en Chevrolet, beide merken van General Motors.  

Een luxe tweedeurs coupé van Packard.   

Rosengart RL2 uit 1929, een kleine Franse voiture. 

Talbot Ten uit England, gemaakt in 1936.  

De auto had bij de ruiten geen B-stijl; de ene ruit lag over de andere. 

Een Morgan, zonder de later klassiek geworden ronde neus.  

De MG TD en Mercedes-Benz 190SL zijn de jongste modellen in de hal. 

Alles is met grote zorg gemaakt en opgeknapt. 

Oude fietsen en bromfietsen: vervoer door de jaren heen.

De scooters en bromfietsen roepen herinneringen op aan de jeugdjaren.  

In het gebouw treffen we ook een paar antieke trapauto's aan. De linker is afgeleid van de Russische Moskvitch. 

Collectie als geheel
Jannie Smit en haar dochter eren de passie van man en vader en dragen die uit. Zijn collectie blijft als geheel het hart van Smit Klassiek. Het draait om wat Jacques tot stand heeft gebracht. Er worden geen auto’s verkocht en er komen er geen bij. Dit is het: een smetteloze presentatie als sfeervolle ambiance voor vergaderingen en congressen. En één keer per jaar een sfeervolle omgeving voor een kerstmarkt.
Te oordelen aan het aantal bezoekers is het initiatief een schot in de roos. Of de zakelijke deelnemers aan de markt ook tevreden zijn over hun omzet, weten we niet. Hoewel wijzelf gingen voor de auto's, staan aan het eind van de dag potjes mosterd, chutney, dillesaus en paté op de keukentafel. Ernaast ligt een zakje chocoladetruffels. Zo houden we aan het bezoek zelfs nog wat meer over dan alleen de mooie indrukken.