Poolse auto's
Leersum / Noordwijkerhout (NL)
●
Poolse auto's in Nederland
●
Modellen van Syrena
●
Onder meer zeldzame 102S
●
Enthousiaste liefhebbers
juli 2023
Van app-bericht naar Poolse taart
Twee
ontmoetingen in één week met Poolse landgenoten over auto’s uit het land van hun
herkomst. Beginnend met een app-bericht en eindigend in een restaurant met
cappuccino en taart. Met een niet onbelangrijke bijrol voor een boek in een
vreemde taal, in coronatijd aangeschaft en waardevol gebleken als bron voor een
duik in de historie.

Het verhaal begint op zondagmiddag
met een app-berichtje van een van de dochters. Ze stuurt een fotootje van een
Opel Rekord die in Leersum te koop staat. Het is een Rekord 1700 uit 1962.
Dergelijke berichtjes worden altijd zeer op prijs gesteld en nauwkeurig bekeken.
De aandacht voor de Opel wordt gedeeld met die voor de achtergrond. De auto staat voor een soort van
showroom waarin ik een pick-up van het Poolse automerk Syrena herken. En als ik
me niet vergis nog twee andere modellen van dat merk. De nieuwsgierigheid is
gewekt. Drie van dergelijke auto's bij elkaar? In Nederland? Daar wil de
liefhebber meer van weten.
Gelukkig staat de naam van het bedrijf ook op de foto. Het adres is gemakkelijk
te achterhalen. Na enig speurwerk kom ik
op Marktplaats een Syrena tegen die te koop staat. In Leersum... Dat kan
geen toeval zijn.
Een fotootje via de
app. Ik let niet alleen op de Opel, maar ook op de auto's erachter.
Ontnuchtering
De nieuwsgierigheid is niet te onderdrukken en zo groot dat ik de dag erna naar Leersum rijd. Een wijs
mens neemt eerst even de telefoon, maar aan die kwalificatie voldoe ik
niet. Ik gok erop wat meer te kunnen zien. Als ik aankom, is de Opel al van een
afstandje zichtbaar. Er is één verschil. Gisteren stond er nog Te Koop
op, nu lees ik Verkocht.
Het is kennelijk snel gegaan.
Dan volgt een forse ontnuchtering. Of noem het een kater. De
showroom achter de Opel is alleen een garagedeur. Je kijkt niet naar binnen,
zoals ik dacht, maar tegen een kunstig opgeplakte foto aan. Daarop staan
inderdaad drie Syrena’s. Dát had ik goed gezien, maar het app-fotootje heeft me niettemin misleid.
Er lijkt verder niemand te zijn; het bedrijf is kennelijk gesloten, de garagedeur
is gewoon dicht.
Net als ik teleurgesteld wil vertrekken, gaat de naastgelegen deur open en
vraagt een vriendelijke dame of ze me kan helpen. Ze verontschuldigt zich dat ze
niet zo goed Nederlands spreekt en vraagt of het in het Engels mag. Ik leg de
situatie uit: het fotootje en het berichtje op Marktplaats. Ik ben nieuwsgierig
naar de Syrena. Niet dat ik de auto wil kopen, maar ik zou 'm wel willen bekijken.
Ze nodigt me hartelijk uit binnen te komen. We gaan twee deuren door waarna ze me
voorstelt aan haar man. Ik sta nu aan de andere kant van de garagedeur met
tekening, in een kleine garage. Daar staat ook de handelswaar: een
fraaie lichtgekleurde Syrena 104, strak in de lak. De Syrena was in Polen wat in Italië
de Fiat 500 was, in Spanje de Seat 600, in Duitsland de Volkswagen Kever en in
Frankrijk de Renault 4CV: de betaalbare auto die in de naoorlogse jaren de
bevolking mobiliseerde. Onder de motorkap lag altijd een tweetakt. De eerste tien jaren
een tweecilinder met een inhoud van 750 cc, de laatste 17 (!) jaar een
driecilinder van 850 cc. Altijd in combinatie met voorwielaandrijving. In totaal
zijn er een half miljoen gemaakt.
.
Geen showroom, maar
een beplakte garagedeur!
Twee duimen dik
De man laat zijn werk even rusten en we komen in gesprek. Hij is verbaasd dat ik
het merk ken. Dat komt hij zelden tegen in Nederland. De auto is hier nooit
geleverd. Een enkele oudere kent nog wel de Polski-Fiat en de daarvan afgeleide
Polonez. Ik stijg in zijn achting
als ik zeg er een 104 in te herkennen en dan een late versie met de licht geknikte sierstrip op de flanken.
Het is een 104 en geen 105, want die had de deurscharnieren aan de voorkant. Ik
hoor hem denken: wat een merkwaardige Hollandse vogel of een echte autofreak. Die laatste
kwalificatie is zo gek nog niet.
Mijn kennis van de Syrena heb ik opgedaan via een boek dat ik in juni 2020 – midden in de
coronacrisis – bij het Britse Bookdepository kocht voor omgerekend zo’n zestien
euro. Het is twee duimen dik en beschrijft alle seriemodellen die in
communistisch Polen zijn gemaakt. De aankoop was misschien niet zo heel logisch,
want voordat je Polskie samochody osobowe z lat PRL hebt doorgrond, ben je wel
even verder. Ik ken immers geen woord Pools. De vele plaatjes en de camera van de Google-Translate-app waren onmisbare elementen bij de speurtocht naar de
historie. De opgedane kennis komt nu goed van pas. Het enthousiasme van mijn
gesprekspartner en zijn vrouw groeit. Het werk kan nog wel even wachten. Ze
vertellen dat ze sinds een jaar op deze plek zijn gevestigd met hun
garagebedrijf dat zich richt op koetswerkrestauratie van klassiekers. Niet
alleen Poolse auto's trouwens. De
carrosseriedelen van een Volvo komen net van de spuiter. Achterin de zaak zie ik
het karkas van een Volvo 1800S en nog wat andere auto’s, waaronder een
behoorlijk verroeste Tsjechische Tatra 603. De man aarzelt nog of het de moeite en
investering waard zijn die ook op te knappen.
|
SYRENA
De Syrena is voor het eerst te zien in 1955. Twee jaar later start de
productie. In 1983 loopt de laatste van de ruim half miljoen exemplaren
van de band. Tot 1972 wordt de auto gemaakt door FSO (Fabryka Samochodów
Osobowych) in Warschau, in totaal 177.234 keer. Daarna neemt FSM (Fabryka
Samochodów Małolitrażowych) in Bielsko-Biała de productie over en maakt
er nog eens 344.077. De opzet blijft al die jaren gelijk, met een
kleine tweetakt motor en voorwielaandrijving.
Het basismodel is de Syrena 100, vanaf 1957 geproduceerd. In 1960 volgt
de 101 de 100 op. Er zijn wat technische wijzigingen doorgevoerd en de
auto heeft een betere vering. Het uiterlijk blijft ongewijzigd. Aan de
vorm verandert ook bij de komst van de 102 nauwelijks iets. Deze versie
wordt gemaakt in 1962 en 1963. De opvolger is de 103 met een
gemoderniseerde voorkant en een nieuwe motor, nog altijd met twee
cilinders. In 1966 verschijnt de 104, met drie cilinders en een
gesynchroniseerde versnellingsbak. Tegelijkertijd wijzigt de
achterzijde. Niet langer loopt het kofferdeksel door tot aan de bumper.
Vanaf 1972 is er als laatste versie de 105, direct herkenbaar aan de
deuren die aan de voorzijde scharnieren.
Naast de tweedeurs is de Syrena verkrijgbaar als pick-up en bestelwagen.
|
|
 |
De Syrena 104, te koop voor 9250
euro.
Het dashboard is uiterst eenvoudig
van opzet.
De tweede versie van de 104 heeft
een gewijzigde sierlijst.
Foto's aan de muur en een Tatra 603
die wacht op herstel.
Russische Pobeda
Intussen kijk ik belangstellend naar de auto die voor de Syrena
staat. Het is de Poolse Warszawa. Tenminste, dat lees ik op de zijkant. Het is
misleidend, blijkt al gauw. De man vertelt
eerlijk dat het een Russische Pobeda is, waarvan de Poolse variant een
exacte kopie is. Het plaatje met de Poolse merknaam heeft hij er zelf opgeplakt. Hij kocht de auto
in Loon op Zand van iemand die hem vanuit een van de voormalige Oostbloklanden
naar Nederland had meegenomen. De motor is inmiddels vervangen door een beter
exemplaar. Achter de auto hangen aan de muur allerlei foto’s van Poolse auto’s
in hun natuurlijke omgeving. De publiciteitsfoto’s tonen vooral blije mensen.
Dat is waarschijnlijk waarheidsgetrouw. Wie een dergelijke auto bezat, was daar
ook trots op. Dat was lang niet voor iedereen weggelegd.
Tijdens het gesprek zegt hij een landgenoot te kennen die nog meer Poolse auto’s
bezit, waaronder Syrena’s. Ze staan bij zijn restaurant in Noordwijkerhout. Hij
zoekt op zijn telefoon naar de adresgegevens en noemt de naam van de
eetgelegenheid. Ik neem die meteen over. Nog voordat ik afscheid neem, weet ik
het al: daar moet ik een keer naar toe.
 |
Officieel is het een Russische
Pobeda, maar de Poolse Warszawa ziet er hetzelfde uit.
Een foto van blije mensen met een
auto die slechts voor weinigen was weggelegd.
Het typeplaatje op de zijkant van de
motorkap is later aangebracht.
Noordwijkerhout
Het is de donderdag na de maandagmiddag in Leersum. We hebben inkopen gedaan in Zoeterwoude en Leiderdorp en nog geen vaste plannen voor de middag. De afstand
tot Noordwijkerhout blijkt zo’n 25 kilometer te zijn. Opnieuw zonder voorbereiding of
contact vooraf gaan we op zoek naar restaurant U Górala. Het is gemakkelijk te
vinden, hoewel gasten met een auto wat onthand zijn door het gebrek aan
parkeerplaatsen. Naast het restaurant zien we een FSO 125p en een Warszawa 223
staan. Dit is wel een echte. Als we komen aanlopen, zit de gastheer op het
terras. Hij heet ons welkom. Opnieuw is de voertaal Engels, dat is wel
zo gemakkelijk. Al snel is het hem duidelijk dat we niet voor zijn culinaire aanbod
komen, maar voor de auto’s. Hij ruilt zijn rol als waard ogenblikkelijk in voor
die van liefhebber. Het gesprek komt op de ontmoeting van afgelopen maandag. Hij
kent de mensen van de Leersumse garage goed. Ik informeer naar de Syrena’s. Hij
nodigt ons uit verder te komen, maar verontschuldigt zich eerst voor de blaadjes
en het stof, stille getuigen van de laatste storm. Net als de mensen in Leersum is
hij verrast over de Hollandse
belangstelling voor de Poolse autohistorie.
Binnen staan twee Syrena’s achter
elkaar. De achterste is een 105, de laatste uitvoering van de serie met normaal
opengaande deuren en dus nieuwer dan het model in Leersum. Vooraan staat een
zeldzame 102S. Dus met een Wartburg-motor, is mijn reactie die meer een
opmerking dan een vraag is. Het dikke Poolse boek blijkt een goede investering
in kennis te zijn geweest. Er zijn er nog geen 150 van gemaakt. Dat maakt ze
zeldzaam en bijna zeker is dit de enige in Nederland. Dat betekent een relatief
hoge verzekeringspremie, verzucht de eigenaar.
 |
Syrena 102S.
De deur sluit nog 'verkeerd om'.
Van de S-uitvoering zijn er iets
minder dan 150
gemaakt. Dat maakt ze zeldzaam en kostbaar.
Syrena 105, de laatste van een lange
reeks.
In de basis bleef het model meer dan
25 jaar ongewijzigd.
Familiegeschiedenis
Het gesprek verbreedt zich. Hoe kijken ze in Polen aan tegen dergelijke auto’s? Zijn het verfoeide
symbolen van een communistisch verleden dat het liefst uit het collectieve
geheugen gewist moet worden? Of roepen ze weemoedige gevoelens op naar een
voorbije periode waarin de samenleving een veel rustiger tempo had dan vandaag
de dag? Ze hebben een hoge nostalgische waarde, krijgen we te horen. Het zijn de
auto’s van ouders en grootouders, omgeven met dierbare anekdotes. Bij het zien
van zo’n oudje, diept iedereen wel verhalen op uit de familiegeschiedenis.
Net als bij de Trabants in de voormalige DDR was het trouwens nog niet zo simpel
een Syrena te bemachtigen. Van marktwerking en concurrentie was geen sprake in
de centraal geleide economie van Polen. De overheid bepaalde de consumptie.
Wachttijden konden oplopen tot wel vijf jaar. Op de tweedehandsmarkt kon je er
twee- tot driekeer de nieuwprijs voor vragen. Door westerse ogen van nu bekeken,
kun je je dat nauwelijks voorstellen. Het was destijds voor de Polen echter
niets bijzonders. Zo ging het nu eenmaal.
Voor de gemiddelde burger was de veel grotere Warszawa niet weggelegd. Veelal werd
die ingezet als taxi. De 223 zoals die hier staat, is
een eigen Poolse doorontwikkeling van het Russische oermodel. De ronde
achterkant maakte plaats voor een sedanmodel met afzonderlijke kofferbak.
De taxi-uitvoering is te herkennen aan de sierstrip op de flanken, weet onze gastheer
te vertellen. Om de auto origineel te maken, moet er nog een taxilicht op het
dak komen. Een kennis van hem
heeft al de bijbehorende authentieke taximeter op de kop weten te tikken.
|
WARSZAWA
De basis voor de FSO Warszawa, gebouwd tussen 1951 en 1973 is de
Russische GAZ-M20 Pobeda. De Polen krijgen toestemming van Moskou de
auto in licentie te bouwen. Uiterlijk zijn er geen verschillen. De
Warszawa is vooral populair als taxi, hoewel het motorvermogen van de
zijklepper met 50 pk eigenlijk te gering is en het verbruik te hoog. In
totaal worden 254.471 auto’s gemaakt, inclusief stationcar-, bestel- en
pick-up varianten.
Vanaf 1954 exporteert Polen de auto naar andere communistische landen.
In 1957 is er een eerste facelift met een gewijzigd front. De auto
krijgt als typenaam 200 en heeft 2 pk meer. In 1962 krijgt de auto een
nieuwe, zelfontwikkelde motor met een vermogen van 70 pk, waarvan het
ontwerp is afgekeken van de Renault Fregate. Twee jaar later verandert
het uiterlijk rigoureus. De ronde achterkant maakt plaats voor een
sedanmodel. Aanvankelijk gebruikt men de typebenaming 203, maar Peugeot
maakt daartegen bezwaar. Het wordt 223. Met de komst van de Fiat 125p ruimt de voormalige Sovjet-kloon het veld. Hoewel een stuk kleiner, is die
125p veel moderner.
|
|
 |
Naast het restaurant staat een
Warszawa 223. Een echte!
De ronde achterkant van eerdere
types heeft plaatsgemaakt voor een sedanvorm.
Dit model is in deze vorm in Rusland
niet gemaakt.
Een authentieke taximeter, passend
bij de auto.
De FSO 125p en Polonez werden
destijds ook in Nederland verkocht.
De 125p was afgeleid van de Fiat
125, maar volgens de Polen van veel mindere kwaliteit.
|
125P en
POLONEZ
In 1968 gaat de Polski-Fiat 125p in productie, een samenwerkingsproject
van Fiat en het Poolse bedrijf FSO. De auto combineert de carrosserie
van de 125 met de techniek van de oude Fiat 1300/1500. De 125p wordt ook
geëxporteerd, onder meer naar Nederland. De auto is direct herkenbaar
door de vier ronde in plaats van vierkante koplampen. In 1972 stopt Fiat
met de 125, maar de Poolse versie blijft uiteindelijk tot 1991 in
productie. In de jaren zeventig moderniseren de Polen het uiterlijk, met
een andere grille en grotere achterlichten. Ze nemen ook het verouderde
interieur onder handen. Daarnaast komen er eigen modellen: een
stationcar, pick-up en bestelwagen. In 1982 verdwijnt de verwijzing naar
Fiat en wordt FSO de merknaam. In totaal zijn er zo’n 1,4 miljoen
geproduceerd.
Vanaf 1978 is er de Polonez, op basis van de techniek van de 125p. Dit
model heeft een moderner drie- of vijfdeurs koetswerk. De Italiaan
Giugiaro ondersteunt FSO bij de vormgeving. Aanvankelijk heeft de auto
een dikke C-stijl, later komt daar een ruitje in. Voor- en achterzijde
worden in de loop der jaren verschillende keren gemoderniseerd. Er
volgen ook bedrijfswagenvarianten. Na meer dan een miljoen geproduceerde
exemplaren verlaat de laatste Polonez de fabriek in 2002. Volgens
berichten reden er in Polen in 2021 nog altijd meer dan 30.000 rond.
|
|

Uit eigen archief: folders van de
eerste Polski-Fiat 125p zoals die in Nederland werd aangeboden.

De auto werd enigszins
gemoderniseerd en de Polen ontwikkelden zelf een stationcar.

De Polonez werd door de jaren heen
aangepast.

De pick-up en sedan waren de laatste
modellen die in Nederland te koop waren.
Lievelingsmodel
Er worden sleutels gehaald die ons toegang geven tot een soort clubgebouw naast
het restaurant, vol motorfietsen (een andere hobby), Poolse foto’s, een Syrena
pick-up en tientallen schaalmodellen van Poolse auto’s. Ik denk dat hij van elk
Pools model wel een verkleinde uitgave heeft, met inbegrip van prototypen zoals
de Syrena Sportcoupé en verlengde, zesdeurs Polonez.
De auto’s rondom het restaurant vormen niet de gehele collectie. Hij heeft
elders nog een paar busjes van het merk Zuk staan. Het is zijn lievelingsmodel.
Bij wijze van ontspanning na drukke dagen in het restaurant, bouwt hij er eentje
in de schaal 1 op 8. Hij laat zien wat al klaar is: de voorwielophanging en de
motor. Over een jaar of drie is het werk afgerond. Dan krijgt het model vast een
plaatsje in het restaurant, in de buurt van de FSO en de 126p.
We sluiten onze gastvrije kennismaking af met koffie, geserveerd met grote
stukken zelfgebakken taart van uitstekende kwaliteit. Een mooie afronding van
twee ontmoetingen
met Poolse landgenoten met als verbindende schakel de gemeenschappelijk
interesse in auto's. Onalledaagse auto’s. Geen modellen die in musea in de schijnwerpers
staan. Geen auto's al beleggingsobject. Gewone oude gebruiksvoorwerpen die een
stuk historie met zich meedragen. ■
 |
Een Syrena pick-up in
politie-uitvoering.
In het clubhuis staat een hele serie
motorfietsen.
Twee afbeeldingen van de
lieverlingsauto, de Zuk.
Schaalmodellen van Oost-Europese
auto's, waaronder Poolse.
Poolse auto's in het klein.
Een Polonez in de schaal 1 op 8 in
het restaurant.
De Poolse volksauto na de Syrena, de
Fiat 126p.
Heerlijke Poolse taart als
afsluiting van twee mooie ontmoetingen.

Uit eigen fotoarchief:
Polski-Fiat
125 (Techno Classica 2019) - Syrena 105 (automuseum Turijn) - Warszawa 201 (Mahy Mobiles).
|