Museo Panini

Modena (I)



 
●  Unieke verzameling Maserati's
● 
Voormalige fabriekscollectie
●  Racers, sportwagens, eenmalige modellen
●  Oude tractoren
●  Fietsen, motorfietsen en curiosa
 

mei 2013
 

  


Schatkamer op de boerderij

Wie interesse heeft in klassieke Maserati’s hoeft niet bij de fabriek in Modena langs te gaan. Een fabrieksmuseum bestaat niet. Toch staan zowat alle oudere seriemodellen, aangevuld met enkele prototypen en historische racewagens, in Modena bij elkaar. Niet in het plaatsje zelf, maar in een hal op het platteland, op het erf van een biologische kaasboerderij. Gered door een rijke enthousiasteling die in zijn privémuseum nog meer curiositeiten heeft staan.
 

Buiten staat een hele rij verroeste tractoren, binnen een kapitaal aan Maserati's.

Zelfs als je het adres en huisnummer weet, kost het nog moeite de exacte locatie via Google-Maps te traceren. TomTom raakt ter plekke in verwarring. Het is wel enigszins begrijpelijk. Gebouwen liggen tientallen meters van de weg. Een weg die trouwens zo smal is dat twee auto’s elkaar niet kunnen passeren. Het toegangshek tot het complex is onopvallend. De letters Hombre zijn de enige aanwijzing. Op de grotere weg een eind verderop staat wel een richtingbord met het woord museum, maar als je niet precies weet waar het is, vind je het niet. Eenmaal op het erf zien we gebouwen met afbeeldingen van dieren én auto’s. Dat bevestigt dat we goed zitten. Op het erf loopt alleen een hond met een gespalkte achterpoot. Verder is er niemand te zien. Van internet herkennen we dan het gebouw waar de interessante Maserati’s zouden moeten staan: aan de buitenkant staat een hele serie verroeste tractoren met als aanvoerder een… Lamborghini!
 

Twee hobby's verenigd: een kaasmakerij en de auto's. Rechts de boerderijhond met gespalkte achterpoot.

Een hele reeks tractoren van verschillende merken, waaronder Fiat.

Links een tractor van OM, rechts in het midden een Fordson.

Lamborghini was de grootste tractorenfabrikant van Italië.

Schatten
We parkeren de auto en lopen er heen. Er is niemand om wat aan te vragen. Als we bij de spiegelende voordeuren komen, gaan ze vanzelf open. We gaan maar brutaalweg naar binnen en staan dan oog in oog met schatten uit de historie van Maserati. Het beeldmerk is in mozaïekvorm in de vloer aangebracht. We horen ergens in een hoek iemand die met een soort ragebol op een lange stok de balustrades van de eerste verdieping aan het afstoffen is. In het Engels vragen we of we even mogen rondkijken. Of hij het verstaat, is volstrekt niet duidelijk, maar hij knikt, zegt verder niets en gaat door met zijn werk. Even later verdwijnt hij. Hij is klaar met afstoffen. Daar staan we dan, te midden van een kapitaal aan auto’s. Je rijdt een erf op, stapt uit en loopt een privémuseum binnen. Geen controle, geen touwen, alleen een bordje dat verzoekt de auto's niet aan te raken. We kijken een uur rond als de schuifdeuren opnieuw opengaan. Er komen twee Italianen binnen. Ze maken een buiging. Niet voor ons, maar voor de Maserati’s. Het blijken ook liefhebbers.
 

Achter de schuifdeuren met spiegels komt een kostbare collectie tevoorschijn.

Panini liet speciaal voor de Maserati-verzameling dit gebouw neerzetten.

Het beeldmerk als mozaïek in de vloer. Let op het jaartal 1927 op de metalen pilaren (rechts).

Fabriekscollectie
Volgens berichten is dit de grootste en exclusiefste collectie Maserati’s ter wereld. De auto’s behoorden tot de fabriekscollectie en kwamen in handen van Alejandro de Tomaso toen hij eigenaar werd van het merk. Hij wilde in 1997 de collectie overdoen aan Fiat, dat in 1993 Maserati van hem had overgenomen. Fiat had echter geen belangstelling. De Tomaso bracht de auto’s naar de veiling. Maserati-liefhebbers voorzagen het uiteenvallen van de unieke verzameling. Eén van hen was de steenrijke Umberto Panini. Hij sloot een deal met veilinghuis Brooks en De Tomaso, legde omgerekend anderhalf miljoen euro op tafel en kocht alle auto’s in één keer. Vervolgens liet hij op zijn boerderij een plek bouwen om ze onder te brengen. Die boerderij is een hobby van de familie, ooit gestart om voor zichzelf en vrienden speciale kaas te maken. Inmiddels is Hombre voor kenners in kaas een begrip. Overigens hebben de Panini’s veel geld verdiend in de uitgeverswereld, onder meer met het uitgeven van verzamelplaatjes van voetballers. In 1988 is die handel van de hand gedaan. 
 

In het midden en aan de ene kant de Maserati's, aan de andere kant klassiekers van andere merken.

 

Topconditie
Het Maserati-deel van de Panini-collectie omvat 23 auto’s, waarvan er bij ons bezoek twintig uitgestald stonden, de hele en halve studiemodellen op de eerste verdieping niet meegerekend. Op het uiterlijk afgaand, zijn ze allemaal in topconditie. Jammer dat ze veel te dicht op elkaar staan. Zo’n collectie verdient een mooiere expositie met veel ruimte en uitgekiende belichting. Panini zal er anders over denken. Geld zal niet het grootste probleem zijn.
De hal is opgetrokken uit moderne materialen, maar de pilaren, trappen en leuningen zijn duidelijk uit een andere periode. Vast ook historisch. Het wat en hoe blijft onduidelijk, net zoals de vele curieuze details. Tussen de auto’s ligt een oude bijbel, staat een heiligenbeeld naast een jukebox en ligt in een bak een berg bijzondere boeken. In de hoek staat een tapkast met een antieke kassa.
 

Een schilderijtje van het gebied, een heiligenbeeld en een bijbel als opmerkelijke curiosa.

Geheel links een ouderwetse automaat voor Panini-voetbalplaatjes. Rechts een kleine bar met een antieke kassa en koffiekan.

Fietsen
Op de bovenverdieping ontdekken we een hele rij bijzondere fietsen, allemaal met een hulpmotortje. Daarnaast staan bromfietsen, scooters en motorfietsen. Er zitten zeldzame exemplaren bij. Door de opstelling valt dat nauwelijks op. Ook hier is er weinig ruimte. Op de muur zijn met vaardige hand de emblemen van motorfietsmerken geschilderd. Het is kenmerkend voor het museum: aan sommige details is veel aandacht besteed, terwijl op andere punten die aandacht juist geheel achterwege is gebleven. Een studiemodel van een Maserati op ware grootte is al lange tijd aan de stoffer ontsnapt.
 

Op de bovenverdieping een hele collectie veelal bijzondere gemotoriseerde fietsen en motorfietsen.

Motorfiets met drie wielen en een militaire (?) vouwfiets.

Een motorfiets met laadbak naast eentje met zijspan; rechts een Messerschmitt en een Lambretta recordscooter.

Twee proefmodellen tonen hoe een nieuw Maserati-model er uit had kunnen zien, de Chubasco en Barchetta.

Racewagens
Onze belangstelling gaat toch het meeste uit naar de begane grond, naar de andere Maserati’s. Op het middenpad staan historische racewagens alsof ze zo meteen aan de race willen beginnen. Vooraan de 6CM, waarvan er tussen 1936 en 1939 27 zijn gebouwd. Even verderop de opzichtig gelakte 420/M58 waarmee de beroemde Britse coureur Stirling Moss in 1958 deelnam aan de 500 mijl van Monza. Het is één van de eerste gesponsorde racewagens. Eldorado is een ijsleverancier. De Maserati 61, bijgenaamd het vogelkooitje, laat zien hoe het gewicht van een auto tot het minimum kan worden beperkt. Het chassis weegt maar 36 kilo. De auto bestaat in feite uit louter pijpconstructies. 21 zijn ervan gemaakt. Bij een andere racewagen vallen de hooggeplaatste uitlaatpijpen meteen in het oog. Dat is oppassen geblazen. De pijpen worden natuurlijk bloedheet. Aan het einde van de rij staat een moderne Maserati-coupé in race-outfit.
 

Van de 6CM zijn er destijds 27 gebouwd.

Nog een vooroorlogse Maserati-racewagen, de 6C 34.

In 1958 reed Stirling Moss deze 420/M58 de 500 mijl van Monza. Het is één van de eerste gesponsorde racewagens.

De 'Birdcage', zo genoemd naar zijn ultralichte bouwwijze met een raamwerk van buizen. Links Tipo 61.

Maserati Tipo 63, een V12 Birdcage (interieur zie rechterfoto hierboven). 

Grand Tourismo’s
Links in de hal staan de auto’s voor gebruik op de weg. Beroemde koetswerkbouwers hebben zich uitgeleefd om er de mooiste creaties van te maken. De A6GCS is nog een echte sportwagen met raceambities, met een carrosserie van Pininfarina. Vier zijn er ooit van gemaakt. Met de 3500 zette Maserati in 1957 de eerste schreden op het pad van de luxe Gran Turismo’s, de snelle toerwagens. Vanaf 1928 had het bedrijf louter racewagens gemaakt. Touring maakte het koetswerk van deze 3500, zoals het bedrijf dat ook deed voor de Lancia Flaminia GT. Geen wonder dat de auto’s trekken van elkaar vertonen. De drietand uit Modena is aan zijn grille en embleem natuurlijk meteen te herkennen. Kenmerkend is de superlichte bouwwijze, Superleggera. Frua tekende voor de volgende mijlpaal in de historie, de Mistral, in 1963 gepresenteerd. Een nog jonge Giugiaro, in dienst van Ghia, ontwierp de Ghibli. Bertone was verantwoordelijk voor de Khamsin, opvolger van de Ghibli.
 

v.l.n.r. A6 Pininfarina, A6 Allemano, 5000GT, 3500 GT, Ghibli coupé en cabriolet.

v.l.n.r. Giugiaro's studiemodel, de Khamsin, Bora, Merak en Mistral.

Pininfarina creëerde de A6GCS (1953), terwijl Allemano het koetswerk voor de A6G/54 leverde.

De Pininfarina was nog een echte sportwagen, de Allemano een Gran Turismo.

De vormgeving van de achterzijde is typisch Italiaans. Rechts de merkwaardige geplaatste benzinedop en -leiding.

De 3500GT is onmiskenbaar een Touring, gemaakt tussen 1957 en 1964.

De groene auto is een 5000GT met een carrosserie van Allemano en een extreme panoramische achterruit.

Centraal in de grille van de 5000GT het Maserati-beeldmerk, de drietand. De koplampen zijn van een Citroën Ami!

Links een Mistral met daarachter een Quattroporte en rechts een Spyder.

Visitekaartje
Een groene conceptcar uit 1974 is onmiskenbaar het werk van Giugiaro. Zijn stijl van strakke lijnen en hoekige vormen zijn direct herkenbaar. In deze Maserati zit een vleugje Lotus Esprit, DeLorean, Lancia Delta en VW Golf. Giugiaro gaf zijn visitekaartje af, maar Maserati nam het model niet over. Eenzelfde lot trof Ghia, wiens Simun in 1968 op de salon van Turijn werd gepresenteerd. De auto met zijn opmerkelijke golflijn bij de achterzijruiten ging niet in productie. Maserati koos voor een ontwerp van Vignale, de Indy. Doordat de verschillende auto’s naast elkaar staan, is de ontwikkeling in de opvattingen over vormgeving mooi te zien. Aardig zijn ook de ‘broertjes’ Bora en Merak. Aan de voorkant zijn ze bijna identiek, de achterzijde is in basisvorm ook gelijk, maar geheel anders ingevuld. De een heeft een grote glazen ruit, de ander verbindingsstukken tussen dak en achterkant. De Bora - een ontwerp van Giugaro – werd acht jaar gemaakt, van 1971 tot 1979, en is daarom niet heel exclusief. De Mera die hier staat echter wel. Het is een prototype met een turbomotor, gericht op de Amerikaanse markt. Het project ging echter niet door.
 

Giugiaro's stijlstudie Tipo 124 werd geen productiemodel.

De Ghibli als coupé en als cabriolet, getekend door Giugiaro, nog in dienst van Ghia. Gemaakt tussen 1967 en 1973.

Maserati Bora (de rode) en Merak: van voren bijna hetzelfde, van achteren verschillend.

Vleugeldeur
Aan de rechterkant van de hal staat één verdwaalde Maserati tussen klassiekers van andere merken. We ontwaren onder meer twee LaSalle’s (de goedkopere uitvoering van de Cadillac), twee Alfa Romeo Giulietta’s (een coupé en spider) en een Lancia Lambda. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, staat er ook een Mercedes-Benz 300SL vleugeldeur tussen. Ergens anders zou je er aandacht aan schenken, maar in dit huis loop je er snel aan voorbij. Toch hebben we het over een auto die al gauw een paar ton waard is. Op dit erf is het toch een beetje een vreemdeling. Het is net of de auto hier eigenlijk niet thuishoort. Dit is de plek waar alle aandacht uitgaat naar de sport- en racewagens uit Modena.
 

De waardevolle Mercedes-Benz 300SL met vleugeldeuren staat er wat verloren bij.

Lancia Lambda en twee maal een Alfa Romeo Giulietta: beroemde Italianen in de schaduw van de Maserati's.

Links twee LaSalle's naast een Fiat Balilla, rechts nog enkele oldtimers uit de beginjaren.

Liefhebbers
Vele vlaggetjes en vaantjes aan de balustrade tonen dat boerderij Hombre al door vele liefhebbersclubs is bezocht. Op aanvraag zijn er rondleidingen mogelijk, of een ontvangst met een diner. In de opslag achterin het gebouw staan opklapbare tafels opgestapeld, boven staan de kapstokrekken met nummertjes. Er is geen behoefte het museum voor een groot publiek toegankelijk te maken. Dat is allemaal maar gedoe. Een beetje liefhebber weet de boerderij met zijn schatkamer toch wel te vinden. Toevallige passanten mogen zo wel even binnen kijken. Volg de Via Corletta Sud van Modena, let goed op en zorg ervoor dat je het hek niet voorbij rijdt. En... pas op voor de hond. Eén gespalkte poot is al erg genoeg.

 

Buiten staat een met folie beplakt presentatiemodel op ware grootte weg te kwijnen.