Palmen-collectie

Dordrecht (NL)




●  Kijkdagen voor online veiling
●  Ongekend unieke schuurvondst
●  Meer dan 200 auto's
●  Onbekende verzameling
●  Conditie van de auto's verschilt


mei 2023 - aanvulling juni 2023

  


Kijkdag met een vleugje csi   
 

Handelaar in klassieke auto’s Nico Aaldering wist de hand te leggen op een unieke collectie, als ‘schuurvondst’ ontdekt in Dordrecht. Meer dan 200 auto’s, eerder opgeslagen in drie locaties, gaan via een online veiling naar een nieuwe eigenaar. Potentiële kopers en liefhebbers kunnen tijdens het Pinksterweekend een kijkje nemen. Die gelegenheid nemen we te baat, al was het alleen maar omdat de ontdekking van de verzameling zo veel aandacht heeft gekregen. Het bezoek toont een variëteit aan merken en soorten in zeer uiteenlopende staat, met enkele uitzonderlijke modellen.  
 


Kranten schreven erover. Er waren reportages op televisie en via sociale media te zien. Voor autominnend Nederland en ver daarbuiten was de ontdekking in april 2023 het gesprek van de dag. In Dordrecht bleek in twee loodsen en een oud kerkgebouw een bijzondere verzameling van 230 oude auto’s te zijn ondergebracht. Jarenlang stonden ze daar, onder een dikke laag stof. De auto’s in het grootste pand waren ook nog eens zwart van het roet doordat eerder een klassieker in de hal vlam had gevat, naar verluidt na een inbraak. Bijna niemand wist van het bestaan en nog minder mensen hadden de auto’s in de afgelopen tientallen jaren gezien. Ook de buren in naastgelegen panden niet. Niemand mocht ooit naar binnen. De Engelsen noemen zo’n ontdekking een barn find, in het Nederlands een schuurvondst. Het nieuws kwam naar buiten via Nico Aaldering, de bekende handelaar in klassieke auto’s. Hij bleek de collectie gekocht te hebben en kondigde aan ze via een online veiling door Classic Car Auctions te gaan verkopen. Toen hij de deur van de opslagruimte voor het eerst open deed, kon hij zijn ogen nauwelijks geloven. Via YouTube deelde hij zijn aanstekelijk enthousiasme. De auto’s zijn vrijwel allemaal origineel, in de zin van ongerestaureerd. Fabrieksnieuw zijn ze bepaald niet. De oudste is van 1912, de jongste van 1996.
Een schuurvondst van een enkele klassieker is tegenwoordig al een bijzonderheid. Dat een collectie van 230 auto’s tevoorschijn komt, is ongekend. Voor een deel gaat het ook nog om bijzondere exemplaren. Geen wonder dat het nieuws binnen en buiten autokringen veel belangstelling trok.
 

Alle auto's zijn voor de kijkdag bij elkaar gezet. Vooraan een Austin 1800, door de Nederlandse importeur Balanza gedoopt.

Een grote variëteit aan merken en modellen, waaronder deze Matra en Jensen Healey.

Sommige auto's zoals deze Morris Six zijn nauwelijks te bekijken. Je kunt er niet goed bij komen.

Een vooroorlogse Hillman Minx Tourer Convertible.  

Aan de ribbels zie je dat het een Daimler is, met in dit geval een V8 onder de kap.

Palmen
Journalisten wierpen zich op het verhaal en probeerden meer te weten te komen over de achtergronden. Hun naspeuringen hebben iets meer duidelijkheid gebracht, maar het beeld is zeker niet helder en compleet. We weten nu dat de auto’s zijn verzameld door de inmiddels 82-jarige Ad Palmen, volgens de berichten in de media een teruggetrokken man die zich als een kluizenaar opsloot met zijn bezittingen. Veertig jaar lang kocht hij auto’s die hij mooi vond. Hij was daarin niet eenkennig, maar had bijzondere belangstelling voor exclusieve modellen, met name van de beroemde Franse en Italiaanse merken. Ook Britse auto's waren favoriet. Hij bewaarde ze in een gebouw op een bedrijventerrein in Dordrecht, in een opslagplaats elders en in een oud kerkje. Geregeld – zo luiden de verhalen – startte hij de motoren om ze in conditie te houden, maar verder deed hij niets met zijn auto's. Omroep Rijmond spoorde een kennis op die wist te vertellen dat Palmen weinig geïnteresseerd was in de staat van de auto’s. Hij wilde niet te veel geld uitgeven. Volgens deze bron zou negentig procent van de modellen het niet doen. Er zijn ook berichten die aangeven dat de verzamelaar geen familie of vrienden heeft. Hij zou enige erfgenaam zijn van een familie uit Oost-Europa. In sommige artikelen is te lezen dat hij ooit een automaterialenhandel en een timmerfabriek bezat, in andere wordt onroerend goed als inkomstenbron genoemd. In elk geval werd de collectie zijn levenswerk. Vanwege gezondheidsproblemen kon hij het geheel niet langer beheren en werd hij onder bewind gesteld. Door wie of wat is onduidelijk. Nog steeds volgens de media gaf een rechter opdracht tot verkoop van de auto's, waarna Aaldering in beeld kwam. Naar eigen zeggen kon hij niet nalaten een bod uit te brengen en het geheel te kopen. Voor hoeveel, wil hij niet kwijt. Vervolgens nam hij een veilinghuis in de arm voor de verkoop. Ondanks alle onduidelijkheden, is één ding zeker. Er zijn meer dan tweehonderd oude auto’s ontdekt die geveild gaan worden. Voor belangstellenden organiseert het veilinghuis drie kijkdagen in het Pinksterweekend. Voor 55 euro mag je komen kijken; een dik boekwerk over alle modellen en koffie zijn bij de prijs inbegrepen.
 


Foldertje over de collectie en de veiling Op de foto staat een galerij vol met auto's. Die was tijdens de veilingdagen leeg.
Journalist Bart van den Acker weet te vertellen dat de constructie zo gammel was, dat men het niet verantwoord vond
hier grote aantallen bezoekers over te laten lopen. Met behulp van een heftruck zijn 53 auto's naar beneden gehaald.

 

Een zeldzame Villard (bouwjaar onbekend), met een ééncilinder, tweetakt luchtgekoelde motor van 350 cc.

Kijkdag
Op zaterdagochtend 27 mei is het zo ver. We hebben kaarten gereserveerd voor 9.00 uur. De organisatie rekent op een grote toeloop. Op zeven minuten lopen is een groot parkeerterrein ingericht waarnaar de gasten worden verwezen. Als we aankomen, is het nog niet heel druk. Dichterbij gekomen, blijken zelfs de parkeerplaatsen bij het gebouw nog leeg.
De kijkdag vindt plaats in het gebouw waar Palmen het grootste deel van zijn verzameling bewaarde. De auto’s zijn inmiddels gewassen. De roetlaag is weg, maar ze staan nog net zo opgepropt en ongeordend als ze tientallen jaren hebben gestaan. Dat betekent geregeld een kruip-door-sluip-door-actie om ze te bereiken. De auto’s van de twee andere locaties staan buiten op het terrein. Gelukkig is het goed weer, zodat niets ons hindert ze uitgebreid te bekijken. Met ook hier als kanttekening: voor zover je erbij kunt.
Als ontvangstruimte is vóór het gebouw een tent neergezet. Hier kun je koffie krijgen, even zitten en het boekwerk afhalen. Het advies is om dat te doen als je weggaat, zodat je er niet mee hoeft te slepen. Een wijze raad. Om direct in de sfeer te komen, staan in de tent ook auto’s, waaronder een aantal Britse sportwagens, een knalrode Rolls-Royce Camargue, een Lincoln Continental convertible met een kap die ooit wit is geweest en een fraaie Lincoln Continental Coupé uit ons beider geboortejaar 1956. Zelfs na alles wat we afgelopen jaren al hebben gezien, wordt dit een bijzondere ervaring. Dat is meteen duidelijk. Als rechercheurs van een ‘crime scene investigation’ zijn we op de plek gekomen waar het zich allemaal heeft afgespeeld. In de hal zelf is achterin het werkplaatsje van Palmen. Daarnaast zien we een houten trap met traplift, waarmee hij naar de ruimte erboven kon. Het verhaal gaat dat hij daar zelfs af en toe bleef slapen. We staan temidden van een bizarre verzameling met een niet minder bizarre historie. 
 

Verschillende MG-sportwagens in de ontvangstruimte.

Direct bij binnenkomst staat deze Lincoln Continental uit ons geboortejaar 1956.

Een knipoog naar het verleden: de suggestie van een reservewiel achterop. 

De merkwaardige achterkant van een Lincoln Cabriolet met glazen achterruit die naar beneden geschoven kan worden.

Tussen de grote Amerikanen staat deze Benjamin die zijn naam eer aandoet.
Dit exemplaar was de racewagen van de fabriek.

Twee keer een Rolls-Royce Camargue, met en zonder chroomstrip onder de ramen.

Geen bumpers, geen achterlichten: halverwege een restauratie blijven steken? 

De werkplaats van Palmen met daarnaast de trap(lift) waarmee hij naar de ruimte erboven ging.

 

Toppertjes
In de berichtgeving is gesproken over unieke en waardevolle modellen. Snel blijkt dat enige nuancering op zijn plaats is. Zeker, er staan toppertjes tussen. De Lancia Aurelia Spider America is er zo een. Volgens bronnen behoort de auto al sinds 1977 tot de collectie van Palmen. De veilingorganisator geeft als geschatte waarde tussen zeven en negen ton op. Van dit iconisch model zijn er maar 240 gemaakt. Deze is in redelijk goede staat. Het is geen toeval dat dit model op het foldertje en het omslag van het boek staat afgebeeld. Wie denkt dat de auto staat te glimmen op een bijzondere plaats en onder de schijnwerpers, heeft het mis. Hij is schoongemaakt, maar is matig verlicht en staat gewoon tussen de andere modellen. Net als bij alle andere auto's staat in de catalogus een voorbehoud: ‘De aangeboden auto's maken deel uit van een statische verzameling die in de afgelopen 40 jaar is opgebouwd. Ze verkeren grotendeels in een ongerestaureerde, originele maar stoffige staat. We hebben niet geprobeerd om een van de auto's te starten. We hebben vernomen dat de motoren regelmatig zijn gedraaid, maar de exacte staat van de auto's en de motoren is ons niet bekend.’ Het is dus maar de vraag of je de Lancia straks gemakkelijk weer aan het rijden krijgt. Voor sommige andere modellen is dat niet eens een vraag. Met grote waarschijnlijkheid is dat niet het geval. De Belgische Imperia die buiten staat, is zo’n voorbeeld. En dan hebben we het niet over alle troep die nog in het interieur ligt en eerst weggehaald moet worden. Een ander voorbeeld is een wel erg gehavende Daimler die binnen staat. Het is niet eens duidelijk welk type het is, een DK400 of DE36, meldt het veilinghuis eerlijk. Vermoedelijk is het een eenmalig gemaakt model, mogelijk door Hooper. Je vraagt je af wat de beweegreden is voor iemand om een bod te doen. Een doorgewinterd optimistische klusser of iemand die alleen interesse heeft in onderdelen?
 

Topmodel van de verzameling: Lancia Aurelia B24 Spider America, geschatte waarde tussen een kleine zeven en negen ton.


Foto's van de auto zoals Classic Car Auction ze presenteert op de website.
 

 

Een ander topstuk is de Alfa Romeo 6C 2500 Sport Coupé Freccia d'Oro, in 1950 gebouwd.

Heel wat anders is deze Belgische Imperia, of althans wat daarvan over is.

Restanten van een bijzondere, tweedeurs Daimler. Zelfs het type is onbekend.

Dit is overgebleven van een Oostenrijkse Steyr.

Achter het gebouw staan nog wat verwaarloosde modellen.

De Imperial was de meest luxe auto binnen het Chrysler-concern.

In goede staat zou zo'n Studebaker een topstuk kunnen zijn.

Inspectie
Naast de bezoekers die net als wij uit pure nieuwsgierigheid komen kijken, zijn er mensen voor wie de kijkdag een serieuze aangelegenheid is. Ze komen voor een grondige inspectie, maken foto’s van allerlei details en noteren gegevens op hun bloknootjes. Zo nodig komen er zaklantaarns tevoorschijn. Motorkappen, deuren en kofferkleppen gaan open. Een enkeling waagt zich eraan in een auto te gaan zitten, maar in de meeste gevallen is dat niet aan te raden. Tenzij een afspraak met de stomerij is ingecalculeerd. De auto’s hebben altijd binnen en droog gestaan, maar hadden niettemin een aantrekkingskracht op stof, vuil en schimmelculturen. Wie een rijklare klassieker wil hebben, kan beter bij Aalderings Gallery in Brummen binnenstappen.
De schuurvondst typeren als een verzameling juweeltjes, zoals in sommige media werd gesuggereerd, doet geen recht aan de realiteit. Het is een bonte verzameling oude auto's in zeer uiteenlopende conditie. Wat het geheel niet minder interessant maakt, overigens.
Ons speurwerk is gericht op modellen met een bijzondere aantrekkingskracht. Opmerkelijke Amerikanen uit de jaren vijftig tot en met zeventig bijvoorbeeld. Denk aan de vierdeurs Lincoln Cabriolet van 1964 met ‘suicide doors’ aan de achterkant. Of aan een vierdeurs Ford Thunderbird die zijn identiteit wil verloochenen door eruit te zien als een coupé. Verder zijn modellen interessant die je kent uit de boeken maar zelden of nooit in werkelijkheid ziet, zoals een Bond Equipe, Moretti 128 of Iso Rivolta Fidia (destijds duurder dan een Rolls-Royce en - leuk detail - genoemd naar de vrouw van Rivolta). Palmen hield kennelijk ook van dergelijke bijzonderheden. In de hal staat verder een opmerkelijke Simca. Het is een Sport 7 coupé met - volgens de informatie - een koetswerk van het beroemde ontwerphuis Figoni & Falaschi, bekend van creaties op het onderstel van dure Franse merken. De Simca zou letterlijk uniek zijn. Volgens de beschrijvingen is er maar één van, in 1954 getoond op de Autosalon van Parijs. Foto's uit die tijd laten echter grote verschillen zien in de vorm van de spatborden en volgens een kenner zijn er destijds twee gemaakt. Mogelijk is dit een prototype. Het is een van de vele geheimzinnigheden van de collectie. 
Exclusief is zeker ook de Monica, een Franse vierdeurs sportieve sedan. Tussen 1972 en 1974 ontstond een kleine serie. Verschillende bronnen noemen uiteenlopende aantallen, van twintig tot veertig. De auto hier is het derde prototype. Dat heeft een andere achterkant dan het seriemodel en extra lichten naast de opklapbare koplampen. Wie zo’n auto wil hebben, krijgt maar zelden de kans er eentje te bemachtigen. Toch zal de aantrekkingskracht minder zijn dan die van gevierde namen als Maserati, Ferrari en Lamborghini. We veroorloven ons vandaag aan die modellen weinig tijd te besteden. We hebben ze elders al vaker gezien. 
 

Amerikanen van de jaren '50, '60 en '70, waaronder een Edsel met een naar voren scharnierende motorkap.

Eerste generatie van de Ford Thunderbird van midden jaren vijftig.

In het interieur ligt allemaal rommel, zo te zien ook bouwtekeningen.

Een reusachtige auto met bijpassende, lange naam: Chrysler Imperial Crown Southampton Coupé uit 1959.

De Lincoln Convertible heeft 4 deuren, waarvan de achterste achterstevoren open gaan.

Ook een vierdeurs met zogeheten suicide doors: Ford Thunderbird 1969.

De vormgeving van het dak moet suggereren dat het een coupé is.

De koplampen zijn weggeklapt, een mode-dingetje van die tijd.

Zo'n Ford Thunderbird (derde generatie) zou je alleen al vanwege de achterkant kopen.

Typisch eind jaren vijftig, deze Studebaker President met modieuze staartvinnen.

Het dashboard is relatief eenvoudig.

Er valt nog wel wat op te poetsen, maar dan ziet de wagen er redelijk netjes uit.

Bekend uit de boeken, maar de keren dat je een Bond Equipe GT in het echt ziet, zijn zeldzaam.

De kieren zijn ongekend groot.

Tussen 1963 en 1970 werd dit model gemaakt, gebaseerd op de techniek van de Triumph Vitesse.

De techniek van de Fiat 128 gebruikte Moretti om er deze coupé van te maken.

Allemano schiep een strakgelijnd coupé-koetswerk op basis van de Fiat 1500.

De achterlichten - dat oogt dan weer goedkoop - zijn van een gewone Fiat overgenomen.

Iso Rivolta Fidia, genoemd naar de vrouw van de fabriekseigenaar.

De beroemde ontwerpers van Figioni & Falaschi voorzagen een Simca Sport van een nieuw koetswerk.

Is dit de originele van de tentoonstelling of een proefmodel? Wie kan het vertellen?

Een unieke auto: proefmodel van de Franse Monica, een sportsedan waarvan er minder dan 20 zijn gemaakt.

De achterkant wijkt af van de latere modellen.

De kijkdag laat een relatief groot aantal modellen van Facel Véga zien. Palmen was fan van het merk.

Naast cabriolets maakte het merk dat slechts tien jaar bestond, ook coupés.

Inspectie van het motorblok van deze Facel Véga FVS (1957), afkomstig van Chrysler.

Een Facellia III uit 1963 en een Facellia coupé (bouwjaar onbekend).

Facel Vega F2 Facellia Coupé 1962.

De kap van de Delahaye 135M uit 1950 past niet helemaal meer....

De binnenzijde van deze Lamborghini Espada ziet er goed uit.

Ook onder de motorkap en aan de buitenkant is er weinig op aan te merken.
 

Vragen
Na ruim twee uur kijken, betasten en beoordelen, sluiten we ons bezoek af. Er resteren veel onbeantwoorde vragen. Wat behelst iemand om zo’n collectie op te bouwen en in deze staat te bewaren? Waarom mocht niemand de auto's zien? Hoe kan het dat zelfs een ingewijde als Aaldering verrast was? Wat klopt er van de beschrijvingen van Palmen in de pers? Waarom staat er in het boek slechts een hele oude foto van hem? Is hij gedwongen geworden de zaak te verkopen? Is de omvang hem boven het hoofd gegroeid? Hoe heeft hij geleefd? Wat waren nou echt zijn favorieten? En natuurlijk niet in de laatste plaats: wat zou de veiling opbrengen? Hoeveel auto’s zijn echt veel waard en hoeveel gaan het geschatte bedrag overschrijden of in de verste verte niet halen? Met als slot de hamvraag: hoe groot is de kans dat er ooit nog zo’n verzameling boven water komt? Op de plaats delict geeft onze crime scene investigation wat dit betreft geen enkel antwoord. Heel verwonderlijk is dat niet. Het is uiteindelijk niets meer en niets minder dan een kijkdag van een veiling. Een spraakmakende veiling, dat wel.

 

Uit 1949 stamt dezeTalbot Lago Record T26 Saloon.

De auto is destijds na enkele jaren Frans gebruik in Nederland geïmporteerd.

Dit is een tweedeurs coupévariant van de Talbot Lago Record T26, bouwjaar 1947.

Onder de grote klep huist een 'bagageruimte' met uitsluitend ruimte voor het reservewiel.

Achterin, wat verscholen, staat nog een T26 Coupé, maar dan van 1951.

Ook van 1951: Simca 8 Sports. Het ontwerp is van Farina.

Een Simca Aronde Oceane.

Exacte gegevens van deze auto, zoals het bouwjaar, ontbreken.

Tot de inboedel behoren ook twee modellen van Panhard, een 17 en 24CT.

Deze Citroën 2CV ziet er relatief gezien nog goed uit. De buitenkant is verweerd maar niet doorgeroest.

Zagato tekende de lijnen van de Lancia Fulvia coupé. In goede staat is dit een aantrekkelijk model.

De coupéversie van de Lancia Appia is getekend door Pininfarina. 

Pininfarina was ook verantwoordelijke voor het ontwerp van de Lancia Flaminia Coupé.

Een fraaie convertible van Sunbeam-Talbot van eind jaren veertig. Thrupp & Maberly maakte de carrosserie.

Dezelfde typenaam, maar totaal verschillend: de Sunbeam Alpine van 1960 en de Alpine van vijf jaar eerder.

De tweekleurige MG Magnette is van 1958 en lijkt in zeer goede staat te zijn.

Onder het stof en vuil kan een groene Bristol 401 tevoorschijn komen.

De beroemde koetswerkbouwers van Park Ward voorzagen de Alvis TD21 MKII van een fraaie cabrioletcarrosserie.

Ooit begeerlijke, luxe en sportieve auto's: Jaguar Mark V (1948) en AC Bristol Aceca (1960).

Eén van de 124 gebouwde exemplaren van de Lagonda DHC 2.6L uit 1953.

Een Jaguar Mark IX trekt de belangstelling van een geïnteresseerde.

Even plaatsnemen om te kijken hoe je zit achter het stuur, met zicht op een luxe houten dashboard.

De Daimler DB18 van 1949 heeft een zescilinder motor van 2,5 liter met een vermogen van 70 pk.

Zeker gezien het voorbehoud willen geïnteresseerden graag even onder de kap kijken, zoals bij deze Triumph 2000 uit 1949.

Een Messerschmitt is tegenwoordig een liefhebbersmodel. Aan dit exemplaar valt nog wel wat op te knappen.
Het verhaal gaat dat Palmen dit wagentje kocht voor zijn rijbewijsloze moeder. Achterop zit een 20 km/u-plaatje.

De Hudson Metropolitan is het broertje/zusje van de gelijknamige Nash, ontstaan na de fusie van beide bedrijven.

De Studebaker Avanti met kunststof carrosserie was het laatste model van het Amerikaanse merk.

De Daf 600 zal bij oudere bezoekers nostalgische gevoelens oproepen. Heel zeldzaam is de auto niet.

 

  Aanvulling

JUNI 2023

De veiling kreeg zo veel belangstelling, dat de website van het veilinghuis met problemen te maken kreeg. Daardoor kon een dag langer worden geboden. In veel gevallen kwam het uiteindelijke bod redelijk in de buurt van de schattingen vooraf, doorgaans dichter bij het laagste dan bij het hoogste getal.
De totale opbrengst van de veiling bedroeg ruim 7,1 miljoen euro. Zoals tevoren verwacht, bracht de Lancia Aurelia Spyder het meeste op: 540.000 euro op. Een mooi bedrag, maar aanzienlijk minder dan de verwachte opbrengst van tussen 675.000 en 875.000.
Een Mercedes-Benz 300S Cabriolet ging voor 275.000 euro weg, ook flink wat lager dan de 340.000 tot 550.000 die de taxateur had ingeschat. De Lancia Flaminia Sport Zagato bracht 195.000 euro op.