Museo
Lamborghini
Sant'Agata Bolognese (I)
●
In 2013 50-jarig bestaan van het merk
●
Ontstaansgeschiedenis
●
Historie met veel pieken en dalen
●
Meer showroom dan echt museum
●
Seriemodellen en prototypen
mei 2013 -
laatste aanvulling november 2019
De vruchten van een boze tractorenboer
Het Italiaanse Sant’Agata Bolognese,
niet ver van Maranello en Modena waar de fabrieken van Ferrari en Maserati
staan, is sinds een halve eeuw de thuisbasis van sportwagenfabrikant Lamborghini.
Onderdeel van de fabriek is een museum dat een mooi overzicht biedt van de
producten en ideeën van die periode.
 |
Voor de liefhebber moet het een
belevenis zijn om je nieuwe Lamborghini op te halen bij de fabriek. Eén van de
klanten op dinsdag 7 mei 2013 is een Nederlander. Zijn witte auto met oranje
accenten staat aan het begin van de middag klaar op de begane grond van het
Lamborghini-museum. De belevenis vermengt zich echter met stress. Er moet nog
het een en ander worden geregeld en de man heeft haast. Hij moet vóór vijf uur
in Milaan zijn om in te checken. Daar voegt hij zich bij de ruim 300 andere
Lamborghini’s die een toer door Italië maken ter gelegenheid van de vijftigste
verjaardag van het merk. Een colonne van vier kilometer met auto’s uit 29 landen
zal zich als een snelle karavaan door het Italiaanse landschap verplaatsen. Bij
elkaar vertegenwoordigen ze 190.000 pk. Eindpunt: de Lamborghini-fabriek. Onze
Nederlander is hier over een paar dagen dus weer terug.
Het museum is vooral een luxe
showroom met historische modellen.
Showroom
Terwijl de auto wordt klaargemaakt voor vertrek, waarbij blijkt dat de toch niet
overdreven grote meegebrachte koffers er niet in passen, laten wij de
Lamborghini-historie aan de hand van de tentoongestelde auto’s aan ons voorbij
trekken. Dat we het museum bezoeken tijdens deze feestweek is puur toeval. De term museum
is trouwens wat misplaatst. Het is een showroom met oude en bijzondere auto’s.
Op de begane grond staan alle seriemodellen door de jaren heen. De
bovenverdieping is gereserveerd voor bijzondere modellen. Wie meer te weten wil
komen over de historie van het merk, moet zijn informatie elders vandaan halen.
Bij de auto’s staan slechts de gegevens van het betreffende model (in het Engels
en Duits en niet in het Italiaans!).
Lamborghini was de grootste
tractorenfabrikant van Italië. Het museum laat dit verleden geheel onbesproken.
Tractorenboer
Oprichter Ferruccio Lamborghini (1916-1993), zoon van een boer, werd schatrijk
met het maken van tractoren, airconditioners en verwarmingen. Hij wist zijn bedrijf tot grootste tractorproducent
van Italië te ontwikkelen en met succes de concurrentie met Fiat aan te gaan. Als gevierd zakenman hield hij van snelle sportwagens
en reed onder meer een Ferrari. Het verhaal gaat dat hij ontevreden was over de koppeling
en daar Enzo Ferrari op wilde aanspreken. Dat moest beter kunnen. Ferrari liet
hem de deur wijzen en wuifde de kritiek hooghartig weg. Wat wist een
tractorenboer nou van sportwagens? Daarop kondigde Lamborghini aan zelf
sportwagens te gaan maken die beter zouden zijn dan die van Ferrari. Of het
verhaal klopt, is niet te achterhalen. Er zijn meer mooie anekdotes in de
autowereld die niet stroken met de werkelijkheid. Veel archiefmateriaal is
verloren gegaan. Feit is, dat hij een
ultramoderne fabriek neerzette om onder eigen naam sportwagens te maken die
beter moesten zijn dan die van de concurrenten. Op de autosalon van Turijn in 1963
presenteerde hij zijn eerste
sportwagen. Dat wil zeggen: een carrosserie en een losse motor, want de motor
was net te groot voor de auto. Uit dat eerste showmodel ontstond de 350GT, het
eerste productietype. Ferrari
was buitengewoon onaangenaam verrast.
Tussen de beide heren is het niet meer goed gekomen. De rivaliteit tussen de merken en
hun liefhebbers is nog altijd groot, zoals die tussen de fans van Ajax en Feijenoord of de
aanhangers van The
Beatles en de Rolling Stones. Je kunt niet écht van beide houden.
 |
 |
Met zijn eerste seriemodel, de
350GT, verraste Lamborghini vriend en vijand en bovenal Enzo Ferrari.
De vormgeving is Italiaans fraai; de
carrosserie is van Touring en superlicht.
Bankroet
Lamborghini ontwikkelde zich tot serieuze fabrikant, maar kende woelige tijden.
De oprichter deed binnen tien jaar, in 1972, al zijn aandelen van de hand, mede vanwege de sociale
onrust in Italië en de houding van de vakbonden. Spoedig daarna brak de
oliecrisis uit. Voor een merk als Lamborghini werd de situatie steeds lastiger.
In 1980 volgde een bankroet, maar geldschieters zagen toch mogelijkheden in een
nieuwe start. De nieuwe eigenaren vervolgden het oude spoor en ontwikkelden
tegelijkertijd een heel ander soort auto: een zware terreinwagen, de LM002. Ze
gokten op Amerikaanse belangstelling. De gok pakte verkeerd uit. In de historie
van het merk zou het altijd een buitenbeentje blijven. Tussen de slanke, snelle
sportwagens valt ook in het museum de terreingigant op.
De LM002 is het buitenbeentje binnen
de Lamborghini-familie. De Amerikanen bleken niet geïnteresseerd.
Concern
Net als Ferrari en Maserati kon de sportwagenfabrikant uiteindelijk niet zonder
steun van een groot autoconcern op de achtergrond. De twee andere Italiaanse
merken vonden onderdak bij Fiat, Lamborghini in 1987 bij Chrysler. Lee Iacocca,
van Italiaanse komaf, had dat merk van de afgrond gered. In 1994 deden de
Amerikanen de fabriek echter weer van de hand. De combinatie bleek toch niet
zo’n goede. Indonesische investeerders werden de eigenaren, maar slechts voor
korte tijd. De fabrieksleiding zocht voor de motorontwikkeling steun bij Audi,
dat onder de indruk was van de prestaties van de Italianen. Volkswagen-topman
Piëch raakte geïnteresseerd. In 1998 nam Audi de onderneming in haar geheel
over. Het is dus niet toevallig dat op de parkeerplaats van de fabriek een Audi
Q3 en Q5 met kentekenplaten van Ingolstadt staan.
Een reclameplaat aan de muur van het
museum waarin de verbintenis met het stadje wordt onderstreept.
Logica
Na de middagpauze gaan de glazen museumdeuren om half twee van het slot. Dat is
een uur eerder dan bij de ingang staat aangekondigd, maar spoort wel met de
vermelding op internet. Kennelijk heeft nog niemand het nodig gevonden het te
veranderen. Dat museumbezoekers hun auto niet op het fabrieksterrein kunnen
parkeren maar worden verwezen naar een plek een eindje verderop langs de
provinciale weg, is ook niet onoverkomelijk. Het is vast Italiaanse logica dat
je een uitrijmunt niet bij de museumkassa maar bij de receptie van het
hoofdkantoor moet ophalen. Het geeft de mogelijkheid nog even een blik te werpen
op de allernieuwste modellen. Het is zout op slakken leggen, want verder ziet
alles er tot in de puntjes verzorgd uit. Je verwacht het alleen niet van een
Audi-dochter.
In de showroom staan de nieuwste
modellen. Je komt er vanzelf als je een parkeermuntje wilt hebben.
Stier
Bij de fabriek staat een grote zuil met het beeldmerk: een aanstormende stier.
Het dier is nauw verbonden met het merk. Het sterrenbeeld van Ferruccio
Lamborghini was stier (hij werd geboren op 28 april). Veel modellen hebben als
typeaanduiding de naam van een stierensoort. Het is ook symbolisch: tegenover de
sterke paarden van Ferrari staat de brute kracht van de stieren.
Bij de museumingang trekken buiten twee auto’s de aandacht: een klassieker van de eerste
serie en het nieuwste model. Totaal verschillend, maar allebei spraakmakend.
Ze vatten als het ware vijftig jaar ontwikkeling samen. We zijn echter gekomen voor meer dan een
samenvatting.
Binnen staat op de glimmende parketvloer vooraan de auto waarmee het allemaal
begon, de 350GT. (Het prototype bestaat ook nog, maar staat in een ander
museum). Onder de motorkap zit een twaalfcilinder motor, goed voor een top van
250 km/u en een acceleratie tot 100 in 6,4 seconden. Carrosseriebedrijf Touring,
gespecialiseerd in een ultralichte bouwwijze, was verantwoordelijk voor het
uiterlijk. In twee jaar tijd bouwde Lamborghini er zo’n 120.
 |
 |
De stier is hét symbool van
Lamborghini en maakt onderdeel uit van het beeldmerk.
Een 400GT 2+2, de directe opvolger
van de 350GT.
De Aventador: het recentste model
van het merk.
Aantallen
Grote aantallen zijn nooit het handelsmerk van het bedrijf geweest. Van de
directe opvolgers van de eerste modellen werden vaak beperkte oplages gemaakt.
Zo bracht de Islero het tot 225 en zijn opvolger Jarama tot ruim 300. Ook de
succesvolle, tien jaar lang gebouwde vierpersoons Espada kwam niet veel boven de 1200 uit. Al
deze twaalfcilinder auto’s staan in het museum bij elkaar; stuk voor stuk zijn
het exclusiviteiten.
Om een grotere markt te bedienen, ontwikkelde Lamborghini eind jaren zestig een
kleiner model met een achtcilinder middenmotor, de Urraco. Het moest een
volumemodel worden dat de strijd aan zou gaan met bijvoorbeeld de Porsche 911.
Dat mislukte jammerlijk. Ook de Silhouette en Jalpa waren niet echt succesvol.
Alleen echte liefhebbers van het merk wisten ze te waarderen. Pas nadat veel
later onder Audi-leiding de Gallardo werd ontwikkeld, kwamen er nieuwe en
grotere klantengroepen.
Na de 350/400GT kwam de Islero; 225
werden ervan gemaakt.
Links nogmaals de Islero met zijn
opvallend hoge (en nutteloze) bumpers, rechts de Jarama.
De vierpersoons Espada werd tien
jaar gebouwd en bleef de enige echte vierzitter van het merk.
De Urraco en zijn nakomeling Jalpa
wisten niet de gehoopte verkoopaantallen te bereiken.
 |
Supersportwagens
De meest begeerde Lamborghini aller tijden is voor velen de Miura, gemaakt
tussen 1966 en 1972. De twaalfcilinder motor staat dwars voor de achterwielen.
Met de middenmotor-opstelling liep Lamborghini voor op Ferrari. De
configuratie werd nadien gemeengoed bij de supersportwagens. Natuurlijk
staat de auto in de historische showroom. Het is een SV, de laatste versie, met
licht uitgebouwde achterspatborden. Even verderop zien we de Countach, met vijftien jaar
(tot 1990) het langst geproduceerde model van het merk. De top lag bij bijna
driehonderd kilometer per uur. De opvolgers Diablo en Murciélago deden er nog
een schepje bovenop. Ze konden natuurlijk niet achterblijven bij de grote
concurrent uit Maranello. In de dagelijkse praktijk heb je er niets aan, maar
wie heeft het bij dergelijke auto’s over zoiets banaals als functionaliteit? Het
gaat erom te kunnen zeggen dat het kan. Lamborghini’s zijn auto’s voor mannen
met een bovengemiddeld testosteronniveau.
 |
Misschien wel de begeerlijkste
Lamborghini, de Miura, hier in SV-uitvoering.
De Countach (hier een vroeg model)
bleef uitermate lang in productie, wel 15 jaar.
De Diablo als waardige opvolger van
de Countach.
Studiemodellen
Voor de ware liefhebber is de tweede verdieping nog interessanter dan de begane
grond. Hier staan de studiemodellen en bijzondere uitvoeringen, waarvan er een
enkele of een handjevol is gemaakt. Bovenaan de trap zien we een mat groengrijze
Reventón uit 2007. 12 cilinders, vierwielaandrijving, 650 pk, 340 km/u. Soms
zeggen enkele getallen genoeg. Twintig zijn ervan gemaakt. Vergeleken met de
andere auto’s hier is dat nog veel. Over drie prototypen zeiden de toenmalige
bazen dat ze niet goed genoeg waren om in productie te nemen. De P140 kreeg in
1988 de handen niet op elkaar bij de leiding van Chrysler, terwijl Piëch als
VW-topman een veto uitsprak over twee varianten van de P147 als Diablo-opvolger.
Anders dan de retro-modellen van de Kever, Fiat 500 en de Mini kwam de
hergeboorte van de Miura niet verder dan één enkel exemplaar als showmodel. Ook
het idee om een vierdeurs sedan uit te brengen, de Estoque, kwam niet tot
uitvoering.
 |
De Reventón uit 2007 met zijn strak
gesneden koetswerk en matte kleur kan 340 kilometer per uur.
Vergeleken met concurrent Ferrari
hebben Lamborghini's een veel agressievere uitstraling.
Deze potentiële opvolger van de
Countach - de P132 - werd door de bedrijfsleiding afgewezen.
P140 vond geen genade bij de
Chrysler-top. Het model werd niet verder ontwikkeld.
Ferdinand Piëch was het oneens met
de voorstellen voor de Diablo-opvolger (P147), dus kwamen ook deze auto's er
niet.
Zagato ontwierp deze versie van de
P147 met de dubbele "bulten" op het dak.
De wedergeboorte van de Miura kwam
niet op gang. Het bleef bij één showexemplaar.
Ook de Estoque, de eerste vierdeurs
van Lamborghini, werd niet in productie genomen.
De lijnvoering van de sedan sluit
aan bij die van de coupés.
De auto heeft vier volwaardige
zitplaatsen.
Balans
Op het moment dat in Milaan de deadline voor de inschrijving naderbij komt en
onze landgenoot snelheid probeert te maken op de in belabberde conditie
verkerende Italiaanse wegen, maken we de balans op. De gepikeerdheid van
Ferruccio Lamborghini van een halve eeuw geleden heeft de autowereld verrijkt.
Een andere conclusie is niet mogelijk, ook al zal niet iedereen even enthousiast zijn over alle modellen. Daarvoor
hebben ze – afgezien van de eerste jaren – een te agressieve uitstraling. De
stier uit Sant’Agata Bolognese laat zich groeten.
Moederconcern Volkswagen zal tevreden zijn. Ondanks de economische crisis is de belangstelling
groeiende. Afgelopen jaar steeg de verkoop wereldwijd met 30%. Exclusiviteit blijft met een jaarproductie van iets boven de
2000 gegarandeerd. Vergeleken met de 7000 van aartsrivaal Ferrari blijft Lamborghini in de schaduw staan. Niettemin is de stemming tijdens het
verjaardagsfeestje opperbest. Ferruccio zou er trots op zijn en Enzo zich in
zijn graf omdraaien. Auto’s van een tractorenboer…
■
 |
 |
Links de Concept S, rechts een open
Diablo: vingeroefeningen voor de ontwerpers, maar niet reëel als seriemodel.
Dit open model toont een auto zonder
koetswerk.
Twee van dergelijke auto's schonk
Lamborghini aan de Italiaanse snelwegpolitie.
De Murciélago als wandversiering. Je
moet er wel de ruimte voor hebben (en het geld...).
JULI 2015
Van de Concept S zijn twee exemplaren gemaakt. Eén ervan (niet die van het
museum) zal op 18 november
worden aangeboden bij een veiling in New York. Naar verwachting
is de opbrengst tussen de 2,5 en 3 miljoen dollar. Waarom de auto van de hand
wordt gedaan, is niet bekend. (De auto werd niet verkocht; de biedingen gingen
niet hoog genoeg.)
De Concept S: er bestaan slechts
twee exemplaren.
AUGUSTUS 2017
Opnieuw staat de auto te koop. Via een veiling van RM Sotheby's wisselt de
Lamborghini nu wel van eigenaar voor een bedrag van 1,32 miljoen dollar.
NOVEMBER 2019
De nieuwe eigenaar wil er kennelijk weer van af en brengt de auto naar de veiling in Abu
Dhabi. De veilingmeester slaagt er echter niet in een koper te vinden die meer
wil betalen dan de eigenaar voor ogen heeft.
|