Auto's in Londen
Londen (UK)
●
Showrooms Rolls-Royce en Bentley
● Dure
modellen op straat
● Auto's
in het Science Museum
● London Transport Museum
● De
nieuwe Londense taxi
Deel 1: november 2017 - Een
andere wereld op drie kwartier afstand
Deel 2: september
2022 - Vijf jaar later: vooral nieuwe taxi's
1.
Een andere wereld op drie kwartier afstand (2017)
Als je een
bovengemiddelde interesse hebt in
gemotoriseerd vervoer is een bezoek aan een buitenlandse stad altijd een mooie gelegenheid om het straatbeeld op je te
laten inwerken en relevante musea te bezoeken. De overzijde van de Noordzee blijkt dan heel ver
weg te zijn.
 |
In een uur zie je meer Range Rovers dan bij ons in een maand en meer Bentleys en
Rolls-Royces dan in een heel jaar. Nog nooit zagen we in korte tijd zoveel
Maserati Quattroportes voorbijkomen, zelfs niet in Milaan of zijn geboortestad
Modena. In de chique delen van Berlijn is een dure Porsche geen bijzonderheid;
hier is het een gewoon onderdeel van het straatbeeld. We zijn in Londen. Binnen
Europa is de dichtheid van luxe auto’s waarschijnlijk nergens zo hoog als hier.
Tegelijkertijd bepalen naast het exclusieve private vervoer de klasseloze
publieke vervoermiddelen het stedelijk landschap, de rode dubbeldeks bussen en
de alom aanwezige Londense taxi’s. Iemand met belangstelling voor bijzondere
auto’s hoeft hier niet naar een museum of handelaar te gaan. Een voettocht door
de stad is voldoende. Toch doen we dat, als mooie aanvulling op de twee andere,
auto-gerelateerde reisdoelen. Reden voor de komst naar Londen is namelijk de
start van de befaamde London to Brighton Veteran Car Run - op de eerste zondag
van november - en de Regent Street Motor Show de dag ervoor (zie ook de
verslagen op deze site).
 |
 |
Een Ferrari valt nog wel op, maar
een Range Rover is hier doodgewoon.
Je hoeft geen uur te wachten om zo'n
foto te kunnen maken.
Oudere modellen van Rolls-Royce en
Bentley geparkeerd in woon- en winkelstraten.
Een Rolls-Royce Wraith met
daarachter een serie scooters (veel handiger in de stad) en Engelse taxi's.
Zo'n McLaren zie je bij ons
hoogstzelden.
Een Ferrari valt al bijna niet meer
op als je even in Londen bent.
Wie iets minder te besteden heeft, kiest een Chevrolet Corvette of Ford Mustang.
Bristol
Na aankomst op London City Airport en inchecken bij het hotel, gaan we op weg
naar Kensington High Street. Hier is de enige showroom ter wereld van het
excentrieke Britse automerk Bristol gevestigd. Vijf jaar geleden waren we er
ook. De website van het merk meldde begin september dat de – hoogst
noodzakelijke – verbouwing en opknapbeurt (zie het verslag van toen) eind van
die maand gereed zou zijn. We willen het resultaat wel eens zien. De plannen
waren ambitieus: bij de showroom zou ook een Heritage centre komen. Vanaf de
overkant van de straat valt de nieuwe gevel op. Dat wil zeggen, de brede band
boven de ramen. Wat eerder blauw was, is nu zwart. De neonletters zonder enige
uitstraling zijn vervangen door het sierlijke, zilverkleurige beeldmerk zoals
dat in de beginjaren werd gevoerd. De nieuwsgierigheid wordt aangewakkerd. Al
gauw maakt die plaats voor teleurstelling. Anders dan beloofd, is de showroom
helemaal nog niet heropend of klaar. Er ligt een nieuwe vloer, er staan wat
nieuwe meubels in een hoek, maar de verdere inrichting laat nog op zich wachten.
In de lege ruimte staat één auto. Het is een beauty, dat wel. Daarmee moeten we
het doen. Een slechte start van de dag.
 |
De enige showroom ter wereld van
Bristol, Kensington High Street hoek Holland Road.
De oude letters op de gevel (links)
hebben plaatsgemaakt voor het sierlijke oude beeldmerk.
Een puntgave oude Bristol achter het
glas van de nog gesloten showroom.
Anders dan de website had beloofd,
is de showroom nog niet opgeleverd.
Morgan
Van Bristol wandelen we naar de showroom van de officiële dealer voor
groot-Londen van een ander Britser-dan-Brits merk: Morgan. De
sportwagenfabrikant timmert de laatste jaren weer aardig aan de weg en slaagt er
nog steeds in winst te maken met sportwagens die zijn gebaseerd op een houten
raamwerk. We zijn benieuwd op welke wijze de klanten hier in Londen kunnen
kennismaken met het merk. Zo mogelijk is de deceptie nog groter dan bij Bristol.
In een afgelegen straatje in een overigens luxe wijk liggen een paar
garagepandjes. Hier worden onder meer Volkswagens onderhouden. Een Nederlandse
dealer met zo’n uitstraling was zijn contract al lang kwijt geweest. Maar dit is
Engeland, met andere normen. Op één van de panden staat het Morgan-logo op de
ruit. Binnen staan een paar modellen dicht op elkaar gepakt. De deur is op slot.
Er is niemand te bekennen. Klantgerichtheid en uitstraling zijn kennelijk voor
de liefhebbers van het merk overbodig. Als je belangstelling hebt, word je
geacht tevoren even te bellen. Een groter contrast dan met de showroom van de
Nederlandse importeur/dealer Louwman Exclusive langs de A2 bij Utrecht is niet
mogelijk. De dag wordt er niet beter op.
 |
De showroom van de officiële
Londense dealer van Morgan. Interesse in een auto? Dan vooraf bellen.
Rolls-Royce
We laten ons niet uit het veld slaan en nemen de ondergrondse naar de chique
wijk Mayfair. Sinds jaar en dag liggen aan Berkeley Square de
showrooms van Rolls-Royce en Bentley. Ze maken tegenwoordig onderdeel uit van de
H.W. Owen-groep. Eerst maar eens kijken bij Rolls-Royce. Wie de overdadige luxe
verwacht zoals je die tegenkomt in de reportages van RTL Z over de Arabische
dealers, zal verbaasd zijn. De ruimte is relatief klein en sober ingericht.
Netjes, maar geen overdadige poespas. Een Rolls-Royce is hier helemaal niet zo
geweldig bijzonder, lijkt het wel. Terwijl er toch een paar ton (in geld én
gewicht) aan vierwielers bij elkaar staat. Voor een tweedehands (pre owned)
koop je een hele dikke nieuwe Duitser. Bij het raam staat een open Dawn in
‘black badge’ uitvoering. Dat houdt onder meer in dat de befaamde Spirit of Ecstacy geheel in het zwart is gehuld. Henry Royce zou zich in zijn graf
omdraaien. Vandaag de dag is de klandizie nog maar gedeeltelijk op stijl
gericht. De verkopers vinden een hele dikke beurs belangrijker en passen het
aanbod daarop aan. In de straten van de Britse hoofdstad kom je uitvoeringen
tegen in de meest bizarre en opvallende kleurvariaties.
 |
 |
De dealer van Rolls-Royce heeft al
sinds jaar en dag het adres Berkeley Square.
Bij de Black Badge is de Spirit of
Ecstacy zwart. Henry Royce zou het verfoeien.
Zelfs in een gedekte kleur valt een
Dawn op, alleen al vanwege de grootte.
Een zwart-witte Ghost in de relatief
kleine en sobere showroom.
Bentley
Na Rolls-Royce is het tijd voor Bentley. Daarvoor moeten we de kelder in.
Beveiligingsmedewerkers op de stoep wijzen vriendelijk de weg. De showroom van
dealer Jack Barclay wordt verbouwd. De gerenommeerde naam kent een decennialange
traditie, maar ook dit bedrijf behoort tegenwoordig tot de Owen-groep. De
tijdelijke expositieruimte is wat behelpen, maar biedt voldoende plaats voor een
aantal modellen. Helaas is de grote Mulsanne, vaandeldrager van de
Volkswagen-dochter, afwezig. Van de allernieuwste Continental GT staat er
slechts een model op schaal. De afwerking daarvan doet niet onder voor die van
de echte auto’s. Alles is tot in de kleinste details nagemaakt. Op basis hiervan
zou je best een echte willen bestellen zonder ‘m gezien te hebben. Ongetwijfeld
is dat ook gebeurd. Ook Bentley laat geld prevaleren boven historische wortels
en presenteert zijn SUV Bentayga. Walter Bentley zou in zijn graf de reactie van
Henry Royce hebben gevolgd. Had Ettore Bugatti een vooruitziende blik toen hij
ooit schamper opmerkte: “Bentley builds the fastest trucks in the world”? Behalve
misschien bij Morgan kan traditie echter geen bedrijf in de zwarte cijfers
houden. Als er een stroom geld kan binnenkomen, is er geen reden dat door een
dijk van historie te laten verhinderen.
De Owen-groep heeft nog een derde showroom, maar die is eveneens in de
verbouwing. Hier zijn klanten voor een Bugatti van harte welkom. Van een
afstandje zien we de spiksplinternieuwe Chiron. Hij staat te wachten op een
rijke Arabier, voetballer of bankman.
 |
Bentley-dealer Jack Barclay heeft
tijdelijk onderdak gevonden in de kelder.
Wie zelf een Continental GT kiest,
wil er best een loopauto van het kind bij. Prijs: een kleine 200 pond.
Krijgt Ettore Bugatti toch gelijk?
Bentley builds the fastest trucks. In de VS worden SUV's vaak als truck
aangemerkt.
Van de allernieuwste coupé is er
slechts een schaalmodel in een vitrine, dat wel perfect is afgewerkt.
Voor de deur een Flying Spur voor
wie een proefritje wil maken.
H.R. Owen is ook de dealer voor
Bugatti en heeft de Chiron klaar staan voor een rijke klant.
Science Museum
De dag heeft een goede wending gekregen. Van Mayfair gaan we naar de museumwijk
om een duik in de historie te nemen. We lopen langs een tijdelijke ijsbaan en
draaimolen bij het Natural History Museum. Londen is begin november al duidelijk
bezig in kerststemming te komen. De etalages blikken vooruit op de feestdagen.
In het Science Museum gaan we op zoek naar de afdeling die de autohistorie in
beeld brengt. In Making the Modern World is die geschiedenis slechts een
onderdeel van de expositie die 250 jaar technologische ontwikkeling aan de hand
van objecten uitbeeldt. Het aantal auto’s is beperkt tot twee handen vol. De
beroemdste van de collectie staat er trouwens niet. Dat is de Benz waarmee Bertha Benz
met haar twee zonen van Mannheim naar Pforzheim reed. De auto is in
bruikleen gegeven aan het Museum Carl Benz in Ladenburg. Het is geen ramp. We
hebben ‘m daar acht jaar geleden al gezien. Tot de collectie behoren verder een
Panhard & Levassor, de allereerste geïmporteerde auto op de Britse eilanden, een
T-Ford, een Austin Seven en een typisch Britse vrachtwagen van het merk Foden.
Het is de eerste diesel van het vrachtwagenmerk dat onwaarschijnlijk lang - tot
1931 - vasthield aan stoom als aandrijvingsbron.
De Rover Jet 1 borduurde juist niet voort op het verleden, maar zou een blik in
de toekomst moeten zijn. De auto werd in 1950 gepresenteerd als de eerste ter
wereld met gasturbine-aandrijving. Rover had in de Tweede Wereldoorlog veel
ervaring opgedaan met dergelijke motoren voor vliegtuigen. In 1952 kreeg de auto
een verbeterde motor en behaalde daarmee een topsnelheid van 244 km/u. Het grote
nadeel van de motor was echter het hoge benzineverbruik en de veel te trage
reactie op het gaspedaal. Dat maakte de gasturbine onbruikbaar voor het
dagelijks verkeer. Rover bleef experimenteren tot medio jaren zestig om
definitief te concluderen dat een prima motor voor vliegtuigen of schepen voor
een auto ongeschikt kan zijn. Het oordeel over de toekomst van de Jet 1 was
geveld: een museumstuk.
 |
Het Science Museum combineert alle
vormen van techniek in één expositie.
Eén van de eerste treinen en een oud
vliegtuig.
Lange tijd was dit de enige manier
van snel vervoer: met paard en koets.
Links de ontwikkeling van de fiets,
rechts een gemotoriseerde driewieler.
Deze Panhard et Levassor was de
eerste auto die in Engeland werd geïmporteerd, in 1895.
Zestig jaar zit er tussen de
stoomtractor en de dieselvrachtwagen.
Deze Aveling & Porter is de oudste
nog bestaande tractor en stamt uit 1871.
Foden schakelde pas in 1931 om van
stoom op diesel voor de aandrijving.
Een T-Ford en een zonnecel-auto. Het
Science Museum vertelt de geschiedenis aan de hand van objecten.
De Rover Jet 1 was de eerste
turbine-auto ter wereld.
In de jaren vijftig experimenteerde
het merk met deze vorm van aandrijving in een rudimentaire auto.
Voor het dagelijks verkeer bleek de
gasturbine onbruikbaar.
Mini
Achter de Rover presenteren de jaren vijftig zich met een Vespa-scooter, een
Messerschmitt en de Britse variant van de BMW Isetta. Deze is niet alleen
herkenbaar aan het rechtse stuur, maar ook aan het enkele achterwiel. De Duitse
versie was een vierwieler. Door het weglaten van één wiel gold de Isetta in
Engeland als een motorfiets. Als er geen passagier mee reed, was de Britse
versie een stuk instabieler dan de Duitse. De motor zat namelijk rechts. Met
alleen een chauffeur was het gewicht slecht verdeeld.
Het is niet verrassend dat misschien wel de beroemdste Engelse auto ook in het
museum staat: de Mini. Preciezer: de Morris Mini Minor. In dit geval geen mooi
opgepoetst exemplaar, maar een doorgesneden model. Dat laat de inventiviteit van
het ontwerp van Alec Issigonis zien. De kleine wieltjes op de hoeken en de dwars
geplaatste motor met daaronder de versnellingsbak zorgen voor maximale
binnenruimte. In de deuren zijn net als bij een koelkast grote opbergvakken,
mogelijk gemaakt door de schuifruiten en een simpel koordje als deuropener. De
kleine kofferbak kan worden vergroot door met de achterklep open te rijden; het
nummerbord scharniert naar beneden en blijft zichtbaar. Allemaal heel slim
gevonden. Toch verdwenen die innovatieve ideeën na verloop van tijd. Dat de
productiekosten van de Mini altijd hoger zijn geweest dan de verkoopprijs, doet
aan de kwaliteit van het ontwerp niets af.
 |
 |
De jaren vijftig van de scooters en
dwergauto's. De Britse Isetta had drie wielen.
Een doorgesneden Morris Mini Minor
toont het vernuft van ontwerper Issigonis.
Binnen de beperkte buitenmaten was
er maximaal ruimte voor de passagiers.
 |
Hino
De auto als onderdeel van de massamotorisering is uitgebeeld met een kolom van
zes auto’s. De bovenste is alleen van een afstandje zichtbaar, maar dat is niet
zo erg. Het gaat vooral om het idee. Toch is de keuze van een paar van het
zestal merkwaardig. Een Fiat 600, Citroën 2CV, Morris Minor en Volkswagen Kever
zijn als belangrijke modellen uit de Europese historie volstrekt logisch. De
Saab 92 vormt al een buitenbeentje, maar een Hino Contessa is ronduit vreemd.
Dit is bepaald niet de meest logische illustratie van de opkomst van de Japanse
auto-industrie. Maar laten we niet zeuren. Zo’n Hino kom je niet vaak tegen en
is alleen daarom al de aandacht waard.
Voor vertrek kijken we nog even naar de eerste stoomtreinen, het eerste
automatische weefgetouw (van Toyoda) en de Aveling and Porter wegtractor van
1891. Een schaalmodel toont hoe een ouderwetse fabriek was opgezet, met één
motor die via een ingenieus systeem van assen en banden alle machines aandreef.
Dat is toch echt van voorbije eeuwen, letterlijk en figuurlijk.
 |
 |
Een oud vliegtuig en een toren van zes
auto's die de massamotorisering uitbeelden.
De keus voor de Hino Contessa is
opmerkelijk: niet hét toonbeeld van de opkomst van de Japanse auto-industrie.
Wél leuk om te zien, want dit model
(met motor achterin) kom je in Europese automusea verder niet tegen.
Het eerste automatische weefgetouw
van Toyoda (links) en de auto voor de kleine man, de Austin Seven.
Je voelt meteen je jeugdjaren weer
terugkomen.
Transport Museum
Op de laatste dag van het bezoek aan Londen staat het London Transport Museum op
het programma. Voor auto’s hoef je hier niet naar toe te gaan. Er staan er zegge
en schrijve twee, allebei Londense taxi’s, van voor en na de oorlog.
Busliefhebbers komen beter aan hun trekken met een serie dubbeldekkers door
de jaren heen. Ze representeren meer dan honderd jaar busvervoer in de
hoofdstad. Van vroeger herinneren we ons beelden van de AEC's Regent en
Routemaster, meer dan twintig jaar lang dé gezichten van de Londense bus. Als
souvenir zijn ze nog altijd niet vergeten. Uit de museumwinkel nemen we voor
thuis een doosje theezakjes mee. Geheel in stijl.
In het hele museum staat het openbaar vervoer centraal, van
paardenkracht via stoom naar diesel. Aan die geschiedenis wordt binnenkort een
volgend hoofdstuk toegevoegd, dat van hybride en elektrische voertuigen. Van de
ruim 9600 bussen in de Britse hoofdstad zijn er inmiddels ruim 2500 hybride.
Heel voorzichtig zijn er experimenten met volledig elektrisch of waterstof. Dat
zal nog wel even duren. Grootse veranderingen in de taxiwereld zijn dichterbij.
De bekende TX krijgt binnenkort een elektrische opvolger, met dank aan de
Chinese eigenaren van de fabrikant. Het stadsbestuur heeft bepaald dat vanaf
volgend jaar geen nieuwe taxi’s met dieselmotor verkocht mogen worden. Zelfs het
traditionele Groot-Brittanië ontkomt gedeeltelijk niet aan de realiteit van de
moderne wereld.
 |
 |
Het London Transport Museum is
gevestigd in het gebouw van een oude bloemenmarkt.
De enige twee auto's: Londense
taxi's.
In de vitrine een model van de taxi
die in oorlogstijd werd ingezet voor brandbestrijding.
Oude trams en bussen vullen de grote
hal van het museum.
Het straatbeeld van Londen door de
jaren heen: bussen en taxi's.
Een Leyland-dubbeldekker uit 1924.
Een veteraan die in de Eerste
Wereldoorlog troepen vervoerde: een AEC uit 1911.
Een foto in het museum toont het
straatbeeld uit de beginjaren van de motorisering.
Het ontwerp van de AEC Regent is van
net voor de oorlog. De bus werd gemaakt tussen 1947 en 1954. Deze is van 1954.
In de museumwinkel koop je een klein
doosje thee in de vorm van de klassieke Regent.
Links nogmaals de Regent, rechts een
trolleybus die tussen 1939 en 1961 dienst deed in Noord-Londen.
De AEC Routemaster volgde in 1956 de
Regent op en werd gebouwd tot 1968. Dit exemplaar is van 1963.
Van de 9600 bussen zijn er inmiddels
2500 hybride. Hun moderne vormgeving is karakteristiek.
Covent Garden
Het museum is opgezet volgens de huidige opvattingen over beleveniscommunicatie.
Je maakt een reis door de tijd, van Londen rond 1800 naar de dag van vandaag.
Het is een informatief museum en kindvriendelijke speelplaats in één. Vitrines
nemen de bezoeker mee naar de ontwikkelingen in de tijd. Echte koetsen en
wagenstellen brengen je in de sfeer van weleer. Je mag gewoon in zo’n oud
metrostel plaatsnemen. Gelukkig ontbreken de rook en stoom van de locomotief,
waarbij het moeilijk is te bevatten hoe benauwd en smerig dat vroeger onder de
grond moet zijn geweest. Een schitterende maquette verhaalt over de wijze waarop
de eerste ondergrondse spoorlijnen werden aangelegd. Door de open inrichting in
het karakteristieke stalen gebouw – vroeger een oude bloemenmarkt, als onderdeel
van de verschillende markten van Covent Garden – is de drukte tot in alle hoeken
te horen. Rustig is het op deze zondagmorgen allerminst. Buiten staat zelfs een
rij wachtenden. Dit is duidelijk een bestemming voor een gezinsuitje, ondanks de
niet malse toegangsprijs van bijna 18 pond per persoon. Dit is ook typisch
Londen: in de publieke musea mag je gratis naar binnen, voor de private leg je
een stevig bedrag neer.
 |
Het openbaar vervoer begon met een
dienstregeling van de Omnibus.
Aan de hand van kleine modellen
wordt de ontwikkeling uitgebeeld.
Een dubbeldeks paardentraim.
In de eerste decennia van de
ondergrondse waren er nog stoomlocomotieven.
De ondergrondse was gewoon een trein
onder de grond, met hoge wagons en traditionele coupés.
Na de stoomlocomotieven deed de
elektrische lok zijn intrede bij de ondergrondse. De linker is uit 1922.
Reclame om mensen aan te sporen de
ondergrondse te nemen.
Grappig: de ondergrondse maakte
reclame voor de autotentoonstelling.
Panamera
De grote sociaal-economische verschillen binnen de Britse samenleving zijn weer
direct zichtbaar en voelbaar als we na het museumbezoek nog een uurtje door de
stad lopen. Aan het stuur van een opvallende, blauw-witte Rolls Royce Wraith met
Arabische nummerplaten zit een man van hooguit dertig. Hij moet een paar honderd
meter verderop een boodschapje doen maar ziet nadrukkelijk af van de
anonimiteit. Bij Harrods komen met hun rijkdom pronkende dames met tassen vol
inkopen naar buiten. De credit card is weer volop gebruikt. Ze stappen in een
Bentley of andere limousine die de chauffeur heeft voorgereden. Voor de gewone
man en vrouw is er de bus. Als ze staan te wachten bij een bushokje hebben ze
zicht op een poster van de nieuwste Porsche Panamera. Overal in de stad duikt de
reclame op.
Als British Airways ons met een uur vertraging op zondagavond weer terugbrengt
naar Rotterdam The Hague Airport, wordt het gevoel van de laatste dagen nog
duidelijker. We waren dit weekend echt in een andere wereld, ook al ligt die
hier maar drie kwartier vandaan.
■
 |
 |
Even een boodschapje doen. Waarom
zou je lopen als je zo'n auto hebt staan?
Overal in Londen reclame voor de
nieuwste Porsche.
Echt een andere wereld en
onmiskenbaar Londen.
2.
Vijf jaar later: vooral nieuwe taxi's (2022)
In september
2022 zijn we opnieuw in Londen. Dit keer staat het bezoek niet in het teken van
aan auto’s gerelateerde activiteiten. We zijn er niet voor de London to Brighton
Memorial Run - het is immers niet de eerste zondag van november - noch voor
bezoeken aan musea waar auto’s tentoongesteld staan. Andere
bezienswaardigheden staan op het programma, waaronder het British Museum, de
St Paul’s Cathedral, de Courtauld-kunstcollectie en het meest bizarre
woonhuis dat we ooit bezochten van wijlen John Soane. Door het overlijden van
koningin Elisabeth kwam de geplande rondleiding door Buckingham Palace te
vervallen. Ook zonder specifieke autobestemmingen is er in de Britse hoofdstad
genoeg te zien
op autogebied.
 |
Voor exclusieve merken en modellen hoef je alleen maar op straat goed rond te
kijken, concludeerden we vorige keer. Tenminste, in bepaalde delen van de stad. Het straatbeeld in de dure wijken is
onveranderd: peperdure en niet zelden opzichtige modellen, achteloos geparkeerd
langs de kant van de straat. Zoals een Rolls-Royce waarvan de carrosserie is
bedekt met Swarovski kristallen. Het kenteken DAR IIA behoort toe aan de
Russische Daria Radionova, die eerder al een Mercedes en Lamborghini op deze
manier liet beplakken. Aanvankelijk was alleen het dak op deze manier bewerkt,
maar kennelijk vond ze dat wat armoedig staan...
De auto’s in de omgeving van het exclusieve
warenhuis Harrods doen vermoeden dat hun bezitters hun inkopen dichtbij doen.
Geld uitgeven is niet iets om je voor te schamen. De luxe sieraden bij het
warenhuis liggen zonder prijskaartje in de etalage. Als je de aankoop van de
prijs laat afhangen, behoor je niet tot de doelgroep. Bij het warenhuis hijst
een chauffeur die de pensioengrens al achter zich had moeten laten de nog oudere
eigenaar van de Rolls-Royce op de voorstoel. Het is bijna aandoenlijk. Met veel
geld kun je niet álles kopen.
Een paar van die bijzonderheden staan hieronder. Het had een veelvoud kunnen zijn
als we de écht dure wijken hadden bezocht of meer dan een paar dagen in de stad
zouden zijn gebleven.
 |
Een Rolls-Royce zomaar geparkeerd in
een straat, is hier geen bijzonderheid.
Phanthom: groot en machtig, maar je mag het
ook pompeus noemen.
Een Rolls-Royce Ghost in
tweekleuren-uitvoering.
Vergeleken met een Rolls-Royce Dawn
is zo'n Range Rover zo groot nog niet.
Altijd opletten.
Voor je het weet mis je een langszoevende Rolls-Royce of Aston Martin DBX.
Een bizarre en opvallende
Rolls-Royce Wraith.
In plaats van gladde lak heeft de
auto een huid van Swarovski kristallen.
De motorkap van dichterbij.
Dan is dit veel gewoner: een wat oudere Bentley coupé en
moderne convertible.
Ook van een Ferrari sta je hier niet
raar te kijken, naast Range Rovers en Mercedessen.
Een DS4 en Fiat 500 ingeklemd tussen
een McLaren 600LT en Porsche 911 GT3 RS.
Met zo'n kleur val je extra op.
Ook Duitse merken als Mercedes-Benz
en Porsche zijn in trek bij de welgestelden.
Dit is nog een echte liefhebber!
Opvallend zonder poenerig te zijn.
Schitterende Mercedes-Benz SL, van
de R107-reeks, gemaakt tussen 1971 en 1989.
Nieuwe taxi
De grootste verandering ten opzichte van 2017 is de snelle opkomst van de nieuwe
Londense taxi. Sinds 2018 mogen alleen nog geheel of gedeeltelijk elektrisch
aangedreven modellen worden verkocht. Bovendien mogen taxi's niet ouder zijn dan 15
jaar. De onsterfelijk lijkende FX4/Fairway is van de straat verbannen. Je
ziet ze alleen nog in de souvenirwinkels in het klein, al dan niet in combinatie
met de al even oude Routemaster-dubbeldekker die tot 1968 werd gemaakt.
De nieuwste TX van LEVC (London Electric Vehicle Company), dochteronderneming
van het Chinese Geely, is inmiddels een vertrouwde verschijning. Net als bij het
vorige model met dieselmotor is de wagen in verschillende kleuren leverbaar,
maar is zwart favoriet. Een aantal fungeert als rijdende reclamezuil. Het is even zoeken naar deze
moderne taxi in klein formaat voor de vitrinekast thuis. Speelgoedparadijs Hamley’s in Regent Street biedt uitkomst.
Terwijl de LEVC nog een range extender heeft - een driecilinder
Volvo-benzinemotor - is de Dynamo volledig elektrisch. Het gaat om een tot taxi
omgebouwde Nissan e-NV200 Evalia.
Ook een groeiend aantal bestelwagens maakt gebruik van elektrische aandrijving,
waaronder modellen van Maxus, onderdeel van SAIC, eveneens Chinees. Het bedrijf
biedt twee modellen aan. Ze lijken op vergelijkbare bestellers van andere
merken.
 |
Op klanten wachtende taxi's bij St. Pancras Station, waar
de internationale trein aankomt.
De LEVC is inmiddels een vertrouwde
verschijning.
De taxi heeft een elektrische
aandrijving met een 'range extender' op benzine.
Zwart is de meest gekozen kleur,
maar ook een witte is leverbaar...
...of een blauwe of grijze.
De auto is voorzien van
kenmerkende ronde led-koplampen.
De TX met dieselmotor ziet er opeens
uit als sterk verouderd.
Het zal nog wel wat jaren duren
voordat alle oude TX'en zijn vervangen door schonere.
Taxi's als rijdende reclamezuilen.
Zomaar een beeld vanuit een
dubbeldekker: minstens de helft van de auto's op straat is taxi.
De op een Nissan gebaseerde Dynamo
is volledig elektrisch.
Er rijden ook Mercedes-busjes als
taxi, maar ze zijn veruit in de minderheid.
Personeel gevraagd. Ook hier.
De eDeliver9-bestelwagen van Maxus,
een merk van de Chinese fabrikant SAIC.
Een kleine versie van de Maxus, de
eDeliver3.
Bristol
Net als de FX4 is ook het merk Bristol definitief aan zijn eind gekomen. De
aanduiding op de ruit van de showroom in 2017 - ‘reopening soon’ als
start van een nieuwe toekomst - bleek te optimistisch. Na een paar keer gered te
zijn door nieuwe investeerders is de naam bijgeschreven in de
geschiedenisboeken. De enige showroom ter wereld is nu een verkoopplaats van Indian motorfietsen. Voor het eerst in de historie van het voor kenners beroemde
pand aan Kensington Highstreet is de benedenverdieping voor het publiek
toegankelijk. Dit was eerder het domein van het Bristol-archief. De
motorfietsenleverancier is er trots op in een historische ruimte te zitten.
Waar eerst Bristol op de gevel
stond, staat nu het beeldmerk van Indian. (Rechterfoto: Indian)
Rolls-Royce
Een andere verandering
ten opzichte van vijf jaar geleden zijn de showrooms van Rolls-Royce en Bentley. Het eerste merk is verhuisd van de traditionele locatie
aan Berkeley Square naar Berkeley Street, eventjes verderop. Er is binnenin meer
ruimte dan in het oude pand. We vonden het toen ook al opmerkelijk klein. De inrichting is chic en verfijnd zonder bombastisch te zijn. Het lijkt
eenvoudig, maar de materiaalkeuze van vloer en meubilair verraadt dat de
inrichters een behoorlijk budget hadden. Er is geen reclamemateriaal, alleen
wanden met mooie bewegende sfeerbeelden. Meer aanprijzing heeft een Rolls-Royce
niet nodig. Boven de buitendeur waakt The Spirit of Ecstacy over de
binnenkomende bezoekers. In de showroom staan, als wij er zijn, een Phantom,
Ghost, Dawn en twee Cullinans. Boven de laatste hangen verlichte bollen die
dansend naar boven en beneden bewegen.
Een tikje speelsheid is kennelijk toegestaan. Een tikje. Daar blijft het bij.
 |
 |
De showroom van Rolls-Royce is
verhuisd naar Berkeley Street.
Een chique, eenvoudige aanduiding en
de Spirit of Ecstacy boven de deur.
Een Dawn voor het raam.
Ook als je niet van plan bent er een
te kopen, mag je rustig rondkijken.
Een tweekleurige Phantom staat voor
het andere raam.
In alles een indrukwekkende
verschijning.
Interieur van de Phantom, waarbij de
klant uiteraard kan kiezen hoe het eruit moet zien.
De kleinere Rolls-Royce Ghost,
waarbij kleinere een zeer relatief begrip is.
De Cullinan, de SUV van het edelmerk, hier
in de Black Badge-uitvoering.
De lampen komen om
beurten naar beneden en maken een dans boven de auto.
Bentley
Waar we voor het bekijken van de nieuwste Bentleys in 2017 naar een tijdelijke
showroom in de kelder moesten, staan de auto’s bij dealer Jack Barclay nu weer te pronken op de begane
grond. Het hoekpand aan Berkeley Square is een mooie zichtlocatie in het hartje
van de vermogende wijk van de Britse hoofdstad. Een portier in uniform opent de
deuren voor klanten en - zoals wij - gasten die alleen belangstelling hebben. Op
de vraag aan de verkoper of de mensen van Rolls-Royce collega’s of concurrenten
zijn (beide dealers behoren tot hetzelfde moederbedrijf H.W. Owen), antwoordt hij tactvol: beide. De merken beconcurreren elkaar, waarbij de Bentley-klanten doorgaans een sportievere inslag hebben. De Bentley is een echte
rijdersauto, terwijl de eigenaar van een Rolls-Royce zich nog wel eens door de
chauffeur laat rijden. Getuige de speciale kinderbuggy’s in de showroom zijn
kapitaalkrachtige yuppen beslist een doelgroep. Ook hier is de ruimte ingetogen
netjes zonder opzichtige elementen. Alle aandacht moet immers uitgaan naar de
uitgestalde waar.
 |
Bentley Flying Spur, de limousine
van het merk.
Deze heeft een twaalfcilinder motor
onder de kap.
Bentley Continental GT, ook met
twaalf cilinders.
Nog een Bentley Continental GT in de
showroom.
Bentley Continental GTC.
De meeste Bentley-klanten willen
zelf achter het stuur plaatsnemen.
De Bentley Bentayga kreeg een nieuwe
achterkant, passend bij de rest van het gamma.
Grove Tyres
Londen blijft een stad van tegenstellingen. Wat uitstraling betreft is het
tegenovergestelde van de autobedrijven in de dure wijk Mayfair een bandenzaak
ten noorden van het Sint Pancras-station, vlak bij ons gehuurde appartement.
Grove Tyres is niet veel meer dan drie meter breed. Een bandenwissel gebeurt
gewoon op straat. Een man komt aanrijden met zijn Audi TT, maar moet die iets
verder van de stoeprand neerzetten. Anders is er geen ruimte voor de mobiele
krikken. Terwijl twee
medewerkers aan de slag gaan met de wielen, blijft de berijder zitten bellen in
zijn auto. De monteurs leggen de wielmoeren gewoon even op
straat, naast de auto. Het is te hopen dat ze niet wegrollen. Volgens het nog
net leesbare oude reclamebord aan de gevel is het hier voordelig. De korting op
banden kan oplopen tot wel 50 procent.
Grove Tyres levert banden met hoge
korting.
Een bandenwissel gebeurt gewoon op
straat.
Routemaster
Vijf jaar geleden bezochten we het London Transport Museum (zie boven) en
zagen daar twee dubbeldekkers naast elkaar, de Regent en Routemaster. De een zag
er wat moderner uit dan de ander, maar heel veel verschil was er niet. Allebei
hadden ze een open achteringang (wettelijk verplicht!) en een halve cabine,
zodat de chauffeur naar beide kanten een vrij uitzicht had. Dit keer laten we
het museum links liggen en gaan alleen even bij de museumwinkel naar binnen. Daar ligt het boek ‘The birth of the
Routemaster’, al weer wat jaartjes geleden uitgegeven. Wie denkt dat de beide
bussen qua opzet hetzelfde zijn, slaat de plank helemaal mis, wordt de lezer
snel duidelijk gemaakt. De Routemaster was medio jaren vijftig baanbrekend met
een zelfdragend koetswerk zonder afzonderlijk chassis. De bus bood 62
zitplaatsen, zes meer dan zijn voorganger terwijl de lengte gelijk was. Dat was
bijna revolutionair. AEC leverde driekwart van het totaal aantal bussen, Leyland
een kwart. Het boek gaat uitgebreid in op de discussies of voorop de bus alleen
de eindbestemming moest staan of ook de tussenliggende stations. Ook de hoogte
van de horizontale spijlen in de ruiten was punt van onderzoek. Ze mochten de
passagiers niet hinderen bij het naar buiten kijken! De aanduiding van de buslijn
stond bij het prototype anders dan bij het serieproduct, maar nooit is duidelijk
geworden waarom dat is veranderd. Zelfs de goed ingevoerde auteurs weten het
niet. De uitgave besteedt een heel hoofdstuk aan het moderne design,
terwijl dat eenvoudig te omschrijven is als een rechtopstaande doos met wielen.
Kortom, net als de bus zelf is het boek Britser dan Brits. De Routemaster is
inmiddels al lang geschiedenis en steeds meer bussen hebben een hybride aandrijving.
Voor een stad waar nog zoveel verkeer rijdt, een aangename ontwikkeling.

De Routemaster uitgebreid
beschreven; deze bus werd gebouwd tussen 1956 en 1968.
Huidige dubbeldekkers: net zo kenmerkend
voor Londen als de taxi's. Steeds vaker zijn ze hybride.
Er zijn verschillende modellen in
gebruik.
Rechts nog net zichtbaar: een rode
telefooncel. Ook die past bij het Londense straatbeeld.
Thee
Wie autohistorie als liefhebberij heeft, kan nog meer ontdekken als je goed
oplet. Aan de Strand, een luxe straat in het verlengde van Fleet Street, ooit
het centrum van de Britse krantenuitgeverijen, is al meer dan 300 jaar
theeleverancier Twinings gevestigd. Naast het aanbieden van een keur aan
theesmaken, al dan niet in een luxe blikje, besteedt de zaak aandacht aan zijn
historie. Het is per slot van rekening een Engelse onderneming. Al eind 19e eeuw
gebruikte het merk een auto in zijn advertentie. De ontwerpers hadden een
Panhard-Levassor daarbij als inspiratiebron gebruikt. Wat jaren later was er de
T-Ford. De plaatjes van toen maken onderdeel uit van de gepresenteerde tijdlijn.
Bij Harrods staat een voor kinderen verkleinde elektrische Land-Rover op de
speelgoedafdeling. Het ding is afgeprijsd. Dat klinkt aantrekkelijk, ook voor de
clientèle die niet iedere pond hoeft om te draaien. Dat een trapauto misschien
beter is voor kind en klimaat, vergeten we maar even voor het gemak. De kleur
groen van het warenhuis heeft weinig met duurzaamheid te maken.
Tot slot: in lijn met internationale trends zijn oude bestelwagens nog prima
geschikt voor verkoop van ijs en andere etenswaren. Dat is dan weer niet uniek
voor Londen.
■
 |
 |
Twinings gebruikte affiches met
auto's om reclame te maken.
Een koopje voor de kinderen, bij
Harrods.
Toylander is het 'speelgoed'
gedoopt.
Een ijscocar gebaseerd op een Austin.
Dergelijke modellen gaan tientallen
jaren mee.
Een Bedford CF met snackbar-opbouw.
Een Peugeot J7, gemaakt ergens
tussen 1965 en 1980.
Een Morris Minor met aangepaste
kunststof voorzijde.
Een goede vriend
stuurde enkele weken geleden deze foto van een Rolls-Royce
Phantom II als
ijscowagen, gezien in Hyde Park in Londen. Een mooie aanvulling op onze
eigen ervaringen.
 |
De oudjes doen het nog
opperbest
Verslag van de start van de jaarlijkse London to Brighton
Veteran Car Run, voor auto's tot en met bouwjaar 1904.
Met veel enthousiasme van de deelnemers.
november 2017 |
 |
 |
Bussen en taxi's voor een
dag verbannen
Op de zaterdag voor de jaarlijkse London to Brighton Run
is Regent Street in Londen het domein van bijzondere
auto's en veelal ook bijzondere mensen.
november 2017 |
 |
 |
Duur, excentriek en mysterieus
Bezoek aan de enige
showroom ter wereld
van het exclusieve en bijzondere automerk Bristol
en achtergronden van het merk.
februari
2012 - laatste aanvulling zomer 2022
|
 |
 |
Geworteld in een ver verleden
Achtergronden en historie van de taxi's in
Londen
met daarbij
een overzicht van de
verschillende naoorlogse modellen.
oktober 2022 - aanvulling december 2022 |
 |
|