DAF-Museum

Eindhoven (NL)  



 
●  Kennismaking na de verbouwing
●  Meer expositieruimte: nieuwe zaal  
● 
Aandacht voor Paccar
●  Enkele nieuwe aanwinsten
● 
Tijdelijk: Kenworth truck

 
juli 2020
 

 


Brabantse koffie en een extra accent op Paccar

Het DAF-museum heeft een anderhalf jaar lange verbouwing achter de rug en is uitgebreid met een nieuwe zaal. Wat eind 2014 nog plannen waren, is nu realiteit. Als onderdeel van de stadsvernieuwing is naast het pand hoogbouw verrezen en heeft het museum extra ruimte gekregen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om tegelijkertijd enkele veranderingen door te voeren. We gaan eens kijken hoe het er in 2020 uitziet.

Lees hier het verslag over het bezoek in 2014 met meer dan 150 foto's van de collectie
 

 

De coronacrisis is de oorzaak van een vertraagde kennismaking. Eind 2019 heropende prof.mr. Pieter van Vollenhoven het vernieuwde museum. Voor dit voorjaar stond een bezichtiging op ons programma, maar dat ging even niet door. Half maart verplichtte de overheid alle musea de deuren te sluiten. Nederland ging voor een groot deel op slot. Toen op 1 juni veel musea weer open mochten, met aangepaste richtlijnen, verplichte aanmelding en voorgeschreven looproutes, bleven in Eindhoven de deuren echter nog dicht. Volgens de richtlijnen van de Nederlandse museawereld en het RIVM was het nog niet verantwoord vrijwilligers van 70-plus aan de slag te laten gaan. Het grootste deel van de 160 medewerkers van het DAF-museum is die grens gepasseerd. In de loop van juni kwam alsnog een goed bericht: ‘Op 1 juli gaan we weer open’. Vier dagen later staan we op de stoep.

 

De nieuwe hal maakt onderdeel uit van het luxueuze appartementencomplex ernaast.

Gemoderniseerd
Als we van een afstandje komen aanlopen, zien we de verschillen al. Waar vroeger een kleine parkeerplaats was, is nu de nieuwe hal met ramen waarachter klassieke DAFs te zien zijn. De gevel is één geheel met het wooncomplex erachter. Verder is de ingang vernieuwd. De oude, donkerblauwe letters ‘DAF Museum’ op de donkere bakstenen muur hebben plaatsgemaakt voor het rode museumlogo op een witte achtergrond. Het geeft een frisse indruk. De hal is ook op de schop gegaan en heeft nu een ruime ontvangstbalie. Het restaurant en de winkel zijn gemoderniseerd.
We arriveren stipt op de gereserveerde tijd, een coronaverplichting. Als onze uitgeprinte reservering is gescand en de toegangskaart bekeken (donateurs mogen gratis naar binnen) volgen we de voorgeschreven route. Met geblokte strepen en pijlen is die aangegeven. Volgens de protocollen van de Nederlandse musea is er eenrichtingsverkeer. We kennen de weg door het gebouw, maar nu is het soms toch even puzzelen. De route leidt via de bustes van Hub en Wim van Doorne naar de smidse van 1928 en vervolgens naar de grote hal beneden. De smidse is onveranderd. Toch zie je elke keer weer wat verrassends. Nu valt het oog op een klachtbrief aan het adres van de smederij van de jonge Van Doorne's. Medewerkers hebben tijdens een sneeuwballengevecht de vrouwelijke medewerkers van houtbedrijf Picus belaagd. #MeToo had eind jaren twintig een andere invulling...
De grote hal is deels opnieuw ingericht. Consequenter dan in het verleden staan de voertuigen chronologisch opgesteld. Onveranderd is de zorg waarmee alles is uitgevoerd. Het ziet er als altijd spic en span uit.
 

De nieuwe ontvangstbalie, met als vanouds de 'rijdende regenjas' van Hub van Doorne ernaast.

Hub en Wim van Doorne begroeten de bezoekers.

Ze hielden hun medewerkers met vuile handen niet in het gareel.

Brandweerkazerne
De onderste verdieping is de tentoonstellingsruimte van vooral de bedrijfswagenhistorie gebleven. Afgelopen jaren zijn er weer modellen bijgekomen. De groei gaat nog steeds door. Enthousiastelingen knappen interessante oude vrachtauto’s in de eigen werkplaats op. Die is verstopt achter een geschilderde gevel van een brandweerkazerne. De deuren staan aan het begin van de middag open, zodat we binnen kunnen gluren naar het jongste restauratieproject. Het is een torpedofront-trekker. Op het balkon staat een portret van Hub van Doorne alsof de stichter een oogje in het zeil houdt.
Net als bij de vorige bezoeken brengen de oude trucks opnieuw herinneringen aan vroeger naar boven. Achter op een vuilniswagen staan de vuilnisemmers die twee keer in de week aan de straatkant werden gezet, lang voordat plastic vuilniszakken of kliko's gemeengoed werden. Een glanzende wagen van Van Gansewinkel is geschikt gemaakt voor de eerste vuilcontainers. Een VIPRE-oplegger-bus bracht werknemers uit de verre omgeving naar de fabrieken van Philips in Eindhoven (VIPRE stond voor Vervoer Industrieel Personeel Rayon Eindhoven).
Zo her en der staan tussen de trucks enkele personenwagens die DAF van 1958 tot 1976 maakte. Het vrijwel volledige personenwagenprogramma is als vanouds op de eerste verdieping te vinden, met inbegrip van speciale versies en prototypen.
 

De auto's zijn nu chronologisch opgesteld.

De lijnen op de vloer geven de verplichte looprichting aan.

In de beginjaren maakten de gebroeders Van Doorne aanhangers en opleggers.

Een van de eerste DAF-vrachtwagens, nog met een cabine van Fraanje uit Goes.

Achter deze deuren is de werkplaats. Aan het begin van de middag staan de deuren open.

Aan deze torpedofront-trekker wordt gewerkt. Hub van Doorne kijkt bemoedigend toe.

Tussen de trucks staat een enkele personenwagen op de begane grond. Dit is de 600 van de eerste generatie.

In de nagebouwde garage wordt gewerkt aan een Daf 33 Bestelwagen.

Het project 'Pony' als licht terreinvoertuig kwam niet verder dan het prototype-stadium.

Legervoertuigen zijn nu in de tijdlijn opgenomen en staan niet meer apart.

Vervoerder Van Gent & Loos gebruikte een voorloper van de container.

DAF AS 2000 DO uit 1962 van de Coöperatieve Landbouwvereniging West-Twente, de CLV Markelo.

Twee generaties vuilnisophaalwagens.

Voor containers of de ouderwetse vuilnisbakken.

DAF A10 pick-up (1953) en bestelwagen in politie-uitvoering (1950).

Philips-medewerkers werden gehaald en gebracht met de VIPRE-bus.

Interieur van de VIPRE-bus.

Een bus voor streekvervoer.

Een oude touringcar en de Koninklijke bus van Koningin Beatrix.

Paccar Wing
Voor de recentere truckhistorie gaan we naar de Paccar Wing, de 1100 vierkante meter grote nieuwe uitbouw. Het meest opvallend is een gigantische truck zonder DAF-naamplaatje. Het is een Kenworth, net als DAF een merk van de Amerikaanse truckfabrikant Paccar. Een video vertelt de historie van het concern, opgericht in 1905 door William Pigott. Hij begon met de productie van spoorwagons en grote machines. Later kwamen daar de vrachtwagens bij. De Pacific Car and Foundry Company (ingekort tot Paccar) nam in 1945 vrachtwagenfabrikant Kenworth over. In 1958 kwam daar Peterbilt bij. In het kader van mondiale expansie kwam DAF in 1996 onder Amerikaanse hoede, gevolgd door Leyland twee jaar later. Vandaag de dag produceert de onderneming wereldwijd een kleine 200.000 zware trucks per jaar en biedt werkgelegenheid aan 27.000 mensen. Voor de realisatie van de museumuitbreiding zal het moederbedrijf in de buidel hebben getast, in ruil voor de naam.
 

De nieuwe Paccar Wing toont de recente historie (foto: DAF-museum).

Videofilmpjes tonen de historie van DAFs Amerikaanse moederbedrijf Paccar.

Links een Daf CF, rechts een hybride LF en een 75.

De DAF 95 was lange tijd het gelauwerde paradepaardje van de Eindhovense fabrikant.

Dit is duidelijk geen DAF, maar een Amerikaanse Kenworth, een huis op wielen.

Oud en nieuw, verleden en toekomst bij elkaar gebracht.

Speelgoed
Behalve de nieuwbouw en een enkel gereedgekomen restauratieproject zien we weinig nieuws. Dat kan ook nauwelijks na zovele bezoeken. Een paar personenwagens hebben een nieuwe plek gekregen en zijn daardoor beter van verschillende kanten te bekijken. Voor het eerst kunnen we de achterkant van de Moretti goed zien. De Kini van Michelotti, met het Koninklijk kenteken AA 98, is weer verhuisd van beneden naar boven.
Net als voorgaande keren roept zo’n hele reeks DAFjes nostalgische gevoelens op. Nu zijn het museumstukken, maar destijds auto's voor dagelijks gebruik. Of misschien wel alleen in het weekend. In verschillende vitrines staan de modellen in het klein, het speelgoed van kleine jongetjes. Medewerkers van DAF konden ze in de fabriek met korting kopen.
Het DAF-museum heeft de ambitie 80.000 mensen per jaar te verblijden met deze terugblikken op een voorbije tijd. In dit coronajaar gaat dat waarschijnlijk niet lukken, maar daarin verschilt dit museum niet van andere.
 

De personenwagenafdeling is onveranderd. Zie ook het verslag van het bezoek in 2014.

De eenmalig gebouwde Moretti met vier deuren heeft een andere plek gekregen.

Voor het eerst is nu ook de achterkant goed zichtbaar.

De Kini, een ontwerp van Michelotti, staat voortaan weer boven.

Het nummerbord verwijst naar het vroegere gebruik door het Koninklijk huis.

Vitrines met speelgoed en schaalmodellen.

 

Hoogtepunten
Met de grotere expositieruimte is er weer lucht gekregen om de collectie uit te breiden. “Dankzij deze fantastische uitbreiding hebben we letterlijk alle ruimte gekregen om de hoogtepunten uit de rijke historie van DAF nog mooier en beter te presenteren”, aldus Marc van Doorne, kleinzoon van DAF-oprichter Hub van Doorne tijdens de heropeningsceremonie. “Zeker zo belangrijk is dat we nu ook de mogelijkheid hebben de geschiedenis van DAF tot vandaag de dag door te trekken. Met ook aandacht voor het belang van het hedendaags transport en de recente ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld motorenontwikkeling. De Van Doorne’s Aanhangwagen Fabriek en later de Van Doorne’s Automobiel Fabriek heeft altijd bekend gestaan om haar innovatieve oplossingen. Ik ben er zeker van dat mijn grootvader Hub en zijn broer Wim ook bijzonder trots zouden zijn als zij zouden kunnen zien wat er met dit nieuwe DAF Museum is gerealiseerd.”
De nazaat van de oprichters van DAF heeft gelijk. Een beetje trots op ons vaderlands erfgoed kan geen kwaad. Aan de vrijwilligers zal het in elk geval niet liggen. Hun betrokkenheid is zichtbaar aanwezig. De sluiting vanwege de verbouwing en de coronacrisis hebben het enthousiasme niet getemperd. In het gemoderniseerde restaurant verkopen ze graag een kop koffie, al dan niet met een appelflap. We kunnen kiezen uit een Brabants of Haags kopje koffie. Doe ons maar het eerste. Dat past hier tenslotte het beste.

 

Een van de eerste vrachtautochassis, op weg naar de carrosseriebouwer.

Mogelijk gaan we dit in de toekomst op de weg zien.

 

  Bekijk ook: 

 

 

Een huis vol nostalgie en unieke modellen
 
 Hernieuwde kennismaking met het DAF-museum
en de unieke personenwagenmodellen die
onderdeel uitmaken van de collectie.
 
 
december 2014

 

De droom van twee Brabantse broers

  Overzicht van de geschiedenis van Daf, 
succesvol fabrikant van trucks en bijna
twintig jaar lang ook van personenwagens.

februari 2007 - laatste aanvulling maart 2018

 

No nonsense met een warme uitstraling
 
Op bezoek bij DAF in Eindhoven met een ontvangst
in het uitstekend verzorgde Experience Center
en een bezoek aan de truckfabriek.
 
december 2015 - aanvulling januari 2016

 

DAF-geschiedenis in maatschappelijk perspectief  
 
'De Daf van mijn vader' verhaalt over de
historie van naoorlogs Nederland
in relatie tot de DAF-personenwagen.
 
 
maart 2018

 

Ode aan het zestigjarige pronkstuk
 
In februari 1958 werd de Daf 600 in Amsterdam aan
het publiek voorgesteld. Het Daf-museum staat er
dit voorjaar bij stil met een bescheiden expositie.
 
 
februari 2018