DAF-historie
Eindhoven (NL)
●
Geschiedenis van DAF
●
Fabrikant van personen- en vrachtwagens
●
De gebroeders Van Doorne
●
Prototypen personenwagens
●
Illustraties van Charles Burki
februari 2007 -
laatste aanvulling maart 2018
|
De droom van twee Brabantse broers
Bij NedCar in het
Limburgse Born wordt de Mitsubishi Colt gemaakt. Spyker en Donkervoort leveren
vanuit Zeewolde en Lelystad dure sportwagens voor de liefhebber. Dan heb je het
wat de personenautoproductie in ons land betreft wel gehad. Een tijdlang was dat
anders, toen DAF niet alleen uitstekende trucks maakte, maar ook auto’s voor de
gewone man. In Eindhoven wordt de droom van twee Brabantse broers levend
gehouden.
Al weer dertig jaar is de
DAF-personenwagen als stukje
Hollands glorie verleden tijd. Televisiebeelden van wedstrijden achteruitrijden
op het circuit zitten verstopt in beeldarchieven. Af en toe worden ze bij wijze
van nostalgie nog eens uitgezonden. Een DAF kon namelijk net zo snel achteruit
rijden als vooruit. Dat kwam door de unieke volautomatische aandrijving. In
bijna twintig jaar, tussen 1958 en 1976, werden er meer dan 800.000
Nederlandse personenwagens geproduceerd.
Het verhaal van DAF begint in 1928. De gebroeders Hub en Wim van Doorne uit het
Brabantse Deurne beginnen hun eigen constructiewerkplaats in Eindhoven. Ze doen
van alles, van het maken van magazijnrekken en smederijactiviteiten tot het
repareren van motoren. Al snel leggen ze zich toe op het maken van opleggers en
aanhangers. Het bedrijf gaat Van Doorne’s Aanhangwagenfabriek NV heten, afgekort
D.A.F. Het verhaal gaat dat Hub zich sterk maakt voor Aanhangwagenfabriek in
plaats van Opleggerfabriek, omdat hij de A later ook kan invullen als
Automobielfabriek. Er is een duidelijke rolverdeling: Hub is de technicus en
geestelijke vader van talloze vindingen, zijn zes jaar jongere broer Wim doet de
organisatie en de commerciële kant.
 |
 |
Foto links: Hub (links) en Wim van
Doorne - foto rechts: in 2008 bestaat DAF 80 jaar.
De constructiewerkplaats ontwikkelt
zich tot fabrikant van opleggers en aanhangers.
Vanaf 1949 maakt DAF vrachtwagens,
eerst alleen chassis, later complete voertuigen.
Een blik op de productielijn in 1950
en 1955.
Op 3 mei 1955 wordt het 10.000e
chassis afgeleverd.
Rechts een voorbeeld van een
gebruikelijke cabine (1950), links een afwijkend model van de koetswerkbouwer
(1949).
De zogeheten torpedofront-cabine
werd in de jaren vijftig en zestig een bekende verschijning op de weg.
In de loop van de jaren zestig werd
een geheel nieuw cabine-ontwerp geïntroduceerd.
Bekende verschijningen op onze
wegen, de modellen van de jaren zeventig (links) en medio jaren tachtig
(rechts).
Door de jaren heen is DAF ook
leverancier van het Nederlandse leger.
Regenjas
Tijdens de oorlogsjaren ontwerpt Hub een eenpersoons autootje. Het is zo smal
dat het in de gang van een woonhuis kan staan. Hij noemt zijn creatie een
‘rijdende regenjas’. Het is de bedoeling om na de oorlog een serieproductie op
te zetten. Verder dan een proefmodel komt het niet. Hub schenkt het ding aan een
circusartiest die er in de piste capriolen mee uithaalt. Tegenwoordig staat het
wagentje in het DAF-museum als onderdeel van een prachtig verzorgde en
gekoesterde collectie die door de inzet van vele vrijwilligers kon worden
opgezet.
Na de oorlog is er voldoende ander werk. DAF concentreert zich op het zware
transport en start in 1949 met het maken van vrachtwagens onder eigen naam. In
het begin is alleen het chassis eigen werk, want de motor, stuurinrichting,
versnellingsbak, wielen, vering, instrumenten en cabine komen van elders.
Gaandeweg neemt de eigen inbreng toe. Het bedrijf gaat zelf cabines maken en
motoren ontwikkelen. In de jaren vijftig ontstaan verschillende
vrachtwagenmodellen. De fabriek in Eindhoven levert daarnaast speciale
voertuigen aan het Nederlandse leger.
De betrokkenheid van het personeel is groot. Meneer Hub en meneer Wim worden
beschouwd als werkgevers met het sociale hart op de goede plaats. Er wordt wel
gesproken over ‘één grote familie’.
 |
 |
Hub van Doornes 'rijdende regenjas',
opgeknapt en tentoongesteld in het DAF-museum.
Droom
De droom om ook een personenauto te maken, verdwijnt niet uit de hoofden. Midden
jaren vijftig zet Hub zijn gedachten op papier. Hij denkt aan een volwaardige
vierpersoons auto met als bijzonderheid een volautomatische versnellingsbak. Dat
is eigenlijk een verwarrend begrip in dit verband. Bij een gebruikelijke
automaat zijn er - net als bij handschakeling - drie, vier, vijf of zes
versnellingen. Het koppelen en schakelen gebeurt alleen automatisch. Bij de
vinding van Hub van Doorne is sprake van een traploze overgang. Hij noemt zijn
creatie ‘variomatic’. De marketingmensen spreken later over ‘het pientere
pookje’, waarmee je alleen vooruit of achteruit hoeft te kiezen.
Prototypen van de DAF-personenwagen
die ruimte moet bieden voor vier personen.
Testmodellen worden als bestelwagen
met huif gecamoufleerd. Later volgden testritten in de woestijn.
Eén van de prototypen is bewaard
gebleven en staat in het Louwman Museum in Den Haag.
Het model is serierijp. Aan het
spiegeltje hangt nog de aanduiding van het prototype.
De start van de productie in
Eindhoven en de overhandiging van het eerste seriemodel.
Presentatie van de DAF 600 op de
Amsterdamse personenwagen-RAI van 1958.
Personenwagen
In februari 1958 presenteert DAF zijn eerste personenauto aan pers en publiek.
De auto heeft een luchtgekoelde motor van 600cc. Niemand had verwacht dat een
Nederlandse onderneming hiertoe in staat zou zijn. Op de publiekspresentatie
tijdens de personenwagen-RAI kun je figuurlijk gesproken over de hoofden lopen.
Nederland is trots. In 1959 start de productie. Het eerste exemplaar is bestemd
voor de eerste vrouwelijke burgemeester van Nederland, Truus Smulders-Beliën van
de Brabantse gemeente De Beerzen.
Vergeleken met huidige productieaantallen is 30.000 exemplaren in vier jaar tijd
niet veel, maar DAF staat wel op de kaart. Engeland wordt een belangrijke
exportmarkt. Al snel zijn er nieuwe varianten: de 750 met grotere motor, een
bestelwagen, een pick-up en een luxe versie, de Daffodil (genoemd naar het
Engelse woord voor narcis).
DAF-productie in de Eindhovense
fabriek. Links de 600, rechts de Daffodil enkele jaren later.
Rechts het maken van een latere
versie van de Daffodil / DAF 33, herkenbaar aan de rechte daklijn.
Werken aan motoren en de
aandrijfeenheid, de variomatic.
Publiciteitsfoto's van de 600.
Rechts een iets latere versie met richtingaanwijzers onder de grotere koplampen.
De DAF was bedoeld als gezinsauto,
maar het merk wilde ook graag onder de aandacht komen van vrouwelijke klanten.
Twee advertenties uit die tijd.
Foldermateriaal voor aanprijzing van
de 750 en de luxere Daffodil. We schrijven begin jaren zestig.
Michelotti
In 1966 introduceert DAF een tweede model, de grotere 44. Voor het ontwerp van
de carrosserie wordt de Italiaanse autostilist Michelotti ingeschakeld. In de
Eindhovense fabriek is geen ruimte voor het maken van de nieuwe modelserie. Met
hulp van de overheid bouwt DAF een nieuwe fabriek in het Limburgse Born. De
fabriek moet zorgen voor werkgelegenheid. Door het sluiten van de kolenmijnen is
daaraan veel behoefte.
Koningin Juliana opent de fabriek op 27 juni 1968. Anderhalf jaar later zijn er
al 100.000 auto’s gemaakt. Het gaat goed met DAF. Er komt weer een nieuw model.
De 55 is een licht gewijzigde 44 met een krachtiger motor die DAF bij Renault
inkoopt. Een mooi gelijnde coupé en handige stationcar maken het aanbod
compleet. De 55 evolueert later tot de 66 met een gewijzigde voorkant.
Internationale roem is er in 1968. De twee DAFs die zich inschrijven voor een
marathon van Londen naar Sydney arriveren allebei bij het eindpunt. Net als in
1907, toen een Spyker de monsterrit Peking-Parijs met goed gevolg voltooide (zie
elders op deze website bij Spyker), toont de Nederlandse auto zijn kwaliteiten.
 |
 |
Ontwerpactiviteiten voor het tweede
DAF-model, de 44. Het model heeft al bijna z'n definitieve vorm.
Schaalmodel van de 44. De vorm van
de kofferklep wijkt af van het uiteindelijk model.
Over het ontwerp van de voorkant
werd nog nagedacht. Zelfs het idee van dubbele koplampen kwam voorbij.
Al in een vroeg stadium werd
nagedacht over een coupé (links). Rechts een voorstel voor het front van de 55
dat het niet haalde.
Koningin Juliana opende de nieuwe
fabriek in het Limburgse Born met de gebroeders van Doorne aan haar zijde.
Productie van de nieuwe DAF in
Limburg. De fabriek was met steun van de overheid neergezet.
De carrosserie van de 44 Stationcar
in wording.
Links de brochure van de 44, rechts
een publiciteitsfoto voor de 44 Stationcar.
DAF ontwikkelde een nieuw klein
model, maar verder dan het studiestadium kwam de auto niet.
Archieffoto's van de P300 (►
meer foto's)
Er werd ook gedacht aan een groter
model met vier deuren. Hier foto's van een schaalmodel.
Het blad Autovisie wist het
prototype van de vierdeurs op de foto te zetten. De auto kwam echter niet op de
markt.
Wolken
Toch komen er donkere wolken aan de hemel. Het merk maakt alleen kleine modellen
met twee deuren. De kwaliteit is hoog, maar het imago niet onverdeeld gunstig.
In de tijd dat het stoer is sigaretten te roken, wil de ‘echte man’ zelf
schakelen. Het DAFje (let op het verkleinwoord) krijgt in het begin het etiket
damesautootje opgeplakt. De bijnaam ‘truttenschudder met jarretelaandrijving’
(de wagen schudt wat met de achterkant bij het wegrijden en voor de aandrijving
zorgen twee riemen) is weinig vleiend. DAF raakt dat imago nooit helemaal kwijt.
Maar het grootste probleem is heel wat anders. De productieaantallen zijn te
gering om in de toekomst zelfstandig te kunnen blijven. De internationale
autowereld laat fusies, overnames en faillissementen zien. De eens roemruchte en
trotse Britse automerken worden bijeengebracht in één bedrijf, British Leyland.
In Duitsland heeft Volkswagen NSU overgenomen en BMW de kleine fabrikant Glas.
Beide merken kennen daarna geen lang leven meer. Één van de Franse autopioniers,
Panhard, gaat over in handen van Citroën en verdwijnt. De oliecrisis van de
jaren zeventig versnelt het proces. DAF splitst het bedrijf op in een
personenwagen- en vrachtwagentak. De eerste gaat een alliantie aan met Volvo.
Later nemen de Zweden de zaak over. De DAF 66 krijgt dikke bumpers, een aantal
extra veiligheidsvoorzieningen en …een nieuwe naam. Voortaan is het Volvo 66. In
1976 is het afgelopen met de DAF-personenwagen.
 |
 |
Uit de DAF 77 ontstond de Volvo 343.
Schaalmodellen van de verschillende
versies, allemaal nog in het ontwerpstadium.
DAF was inmiddels overgenomen door
Volvo. Het Zweedse bedrijf sleutelde nog aan het ontwerp voordat het werd
gepresenteerd.
Slikken
Het is even slikken als de manshoge letters DAF bij de fabriek in Limburg
plaatsmaken voor die van Volvo. Het DAFje mag niet de liefde van iedereen zijn,
velen hebben in hun hart toch een bijzonder plekje voor het bedrijf.
DAF laat een erfenis na: een half ontwikkelde middenklasser die als DAF 77 op de
markt had moeten komen. De nieuwe eigenaar zet het project voort. Dat leidt tot
de Volvo 343, met standaard een continue variabele transmissie. Inderdaad, een variomatic met een andere naam. Op de foto’s die Volvo bij de presentatie
uitbrengt, hebben de auto’s Zweedse nummerborden. De vaderlandse media zijn
echter helder: dit is een nieuwe Nederlandse auto. Weer veel aandacht in de
kranten. Toch zijn de meningen verdeeld. Niet iedereen is gecharmeerd van het
model en de prijs is stevig. De verkoop komt moeizaam op gang. Dat verandert pas
in de jaren erna als er versies komen met een handgeschakelde versnellingsbak,
grotere motoren en vier deuren. Je zou kunnen zeggen: nog meer Volvo en minder
DAF. Het blijkt uiteindelijk toch een succesformule. De auto blijft jarenlang in
productie en als de laatste in 1991 uit de fabriek in Born rolt, zijn ruim 1,1
miljoen auto’s voorgegaan. Met het verdwijnen van de 340 is de droom van de twee
Brabantse broers echt ten einde.
Zie verder op deze website:
►
Bezoek aan het DAF-museum
►
Alle typen,
productieaantallen en -jaren
►
DAF-personenwagens van liefhebbers
►
Geschiedenis van Volvo Car/NedCar
Publiciteitstekeningen van Charles
Burki, die jaren al het promotiemateriaal van DAF tekende.
De tekeningen werden onder meer
gebruikt voor kalenders en voor reclame-ansichtkaarten.
 |
 |
Zware jongens
Toch leeft de naam DAF voort, al is die voortaan verbonden met ‘zware
jongens’. Na de splitsing van DAF in een personenwagen- en vrachtwagendivisie
ontwikkelt die laatste zich voorspoedig. Het bedrijf wordt een gerespecteerde
internationale speler. De trucks ontmoeten waardering bij eigenaren en
chauffeurs. De in Eindhoven ontwikkelde motoren behoren vandaag de dag tot de
top. DAF is voorloper geweest met de toepassing van turbocompressors. De cabines
oogsten veel lof. In 1970 komen de kantelcabines, die het onderhoud aan de
motoren vergemakkelijken. Ondernemers en rijders prijzen het serviceapparaat dat
gestrande auto’s snel weer op pad helpt. DAF verwerft in brede kring groot
aanzien door de succesvolle deelname aan de woestijnrace Parijs-Dakar. De zware
trucks racen door het woestijnzand alsof het nauwelijks inspanning kost.
Nederland is trots op de prestaties. In 1988 slaat het noodlot toe. Er vindt
onderweg een dodelijk ongeval plaats; het fabrieksteam trekt zich meteen terug.
 |
 |
De DAF 400 bestelwagen en een
Leyland-DAF lichte vrachtwagen. Met name de bestelwagen deed de naam van DAF
geen goed.
Leyland
Intussen gaat het economisch voor de wind. In 1987 neemt het bedrijf de Engelse
fabrikant Leyland over. Twee jaar later gaat DAF naar de beurs. De
belangstelling bij het Nederlandse publiek is ongekend groot. Veel kleine
beleggers kopen aandelen, soms voor het eerst in hun leven. Bij de
voorinschrijving is de vraag groter dan het aanbod. Op de eerste beursdag ligt
de koers ver boven de uitgiftewaarde. Het optimisme wordt echter al snel
getemperd. Het marktleiderschap in Engeland maakt het bedrijf kwetsbaar. De
Britse economie stagneert en daardoor worden nauwelijks nieuwe vrachtwagens
verkocht. DAF komt in de problemen, ook al omdat de Leyland-DAF bestelwagens van
slechte kwaliteit zijn. De afzet wordt kunstmatig op peil gehouden door het
verstrekken van gunstige financieringsregelingen. Die kosten het bedrijf
handenvol geld en blijken een te grote last voor de onderneming. Wat niemand
voor mogelijk houdt, gebeurt. De trots van Nederland gaat failliet. Het aandeel
is niets meer waard, de werknemers verliezen hun baan. En dat terwijl vriend en
vijand het eens zijn over de kwaliteit van de vrachtwagens. Een reddingsplan
voorziet in een nieuwe start in afgeslankte vorm. De Britse tak wordt
afgestoten. In Eindhoven kan een beperkt aantal werknemers weer aan de slag. DAF
slaagt erin het vertrouwen van de klanten snel te herwinnen. De productie
vertoont weer een stijgende lijn en anders dan voorheen zijn alle auto’s die
worden gemaakt, ook al verkocht.
 |
 |
Het huidige aanbod bestaat uit drie
modelseries: XF, CF en LF.
Links de grote XF voor
internationaal transport, rechts de kleinere LF voor stadsverkeer.
In 2007 wordt de 750.000e truck
afgeleverd.
Zelfstandigheid
In 1996 verliest DAF zijn zelfstandigheid. De Amerikaanse truckfabrikant Paccar neemt de Nederlandse onderneming over. Weer is er onrust in Brabant en
bij de vestiging in België. Het bedrijf in Seattle belooft het behoud van de
naam en identiteit van DAF en houdt woord. Onderdeel van een groot concern zijn,
blijkt grote voordelen te bieden. Omgekeerd blijken de Amerikaanse
zusterbedrijven te kunnen leren van de kennis en kunde van de Nederlandse
fabriek. Jaar na jaar groeien omzet en winst. Er komen steeds nieuwe modellen en
nieuwe motoren, zuiniger en minder milieubelastend. De jongste bekroning van
alle inspanningen is de onderscheiding International Truck of the Year 2007 voor
de XF105. In 2006 werden ruim 56.000 trucks afgeleverd. Topman Aad Goudriaan
verwacht de komende jaren een verdere groei. De huidige productie van 180 trucks
per dag moet in een paar jaar tijd groeien tot 300. Drie jaar geleden waren dat
er nog maar 100. De groei betekent extra werkgelegenheid voor duizend mensen. Nu
werken er ruim 7300, waarvan afgerond 5100 in Eindhoven en 2200 in het Belgische
Westerlo, waar assen en cabines worden gemaakt. ■
►
Mijlpalen in de
DAF-geschiedenis
►
Bezoek aan het DAF-museum
DECEMBER 2008
De juichverhalen van afgelopen jaren
zijn in korte tijd omgeslagen in uiterst pessimistische berichten. Als gevolg
van de kredietcrisis is de vraag naar nieuwe trucks ingestort. Veel orders zijn
geannuleerd of vooruitgeschoven, ook in nieuwe markten als Oost-Europa. DAF gaat
de productie van trucks terugbrengen naar 90 per dag. De tweeploegendienst wordt
in januari 2009 vervangen door alleen een dagdienst. Er wordt werktijdverkorting
voor 3500 medewerkers aangevraagd. Rond de jaarwisseling 2008/2009 wordt drieëneenhalve week helemaal niet gewerkt.
MAART 2009
Ondanks de crisis heeft DAF in 2008
voor het zesde jaar op rij records weten te boeken wat betreft omzet en winst.
De omzet steeg voor het hele jaar met 5% tot 4,85 miljard, de winst steeg naar
502 miljoen euro, bijna vijftig miljoen meer dan een jaar ervoor.
Voor dit jaar zijn de vooruitzichten veel somberder. De vraag is vanaf het
laatste kwartaal van 2008 ingezakt. Ook in het tweede kwartaal van 2009 is
sprake van ingekrompen productie. Zo'n 3000 werknemers maken gebruik van de
tijdelijke regeling voor arbeidstijdverkorting.
MAART 2010
Het jaar 2009 was buitengewoon moeilijk voor DAF, blijkt uit de gepubliceerde
jaarcijfers. Vergeleken met een jaar ervoor daalde de omzet met zestig procent
tot net onder de twee miljard. De nettowinst bedroeg een schrale 1 miljoen,
tegenover ruim 500 miljoen in 2008. De gehele markt is ingestort. Een
illustratie van de dramatische situatie is het aantal geproduceerde trucks per
dag. In september 2008, voor de crisis, waren dat er 245, in het derde kwartaal
van 2009 nog maar 40. Het aantal werknemers daalde van 8300 in 2008 naar 6500
vorig jaar. De concurrenten van het Eindhovense bedrijf hadden vergelijkbare
problemen. In de sterk krimpende markt steeg het aandeel van DAF.
OKTOBER 2010
Het gaat weer beter met DAF. Al enkele keren dit jaar is de dagproductie
verhoogd en eind november gaat dat opnieuw gebeuren. Dan bouwt de Eindhovense
fabrikant 147 trucks per dag. Dat is nog lang niet het aantal van voor de
crisis, maar wel een forse verbetering. Deze zomer produceerde DAF nog 100
trucks per dag, in september 125, een maand later 136. Voor de productiestijging
zijn 500 nieuwe medewerkers aangetrokken. In het segment van de zware
vrachtwagens steeg het marktaandeel van DAF in Europa naar 16%, vergeleken met
14,8% in 2009.
MAART 2011
Uit de jaargegevens van DAF blijkt dat de omzet in 2010 is gestegen met 39
procent naar 2,7 miljard euro. De winst bedroeg 118 miljoen
(2009 1 miljoen, 2008 500 miljoen). In totaal werden er 31.867 trucks en
bedrijfswagens afgeleverd. De dagproductie is gestegen naar 164 trucks per dag
en zal in april worden verhoogd tot 176. Voor de crisis lag het aantal op 245
per dag.
DECEMBER 2011
Nadat de productie na de crisis van 2008/2009 weer was opgeschroefd, is de
economische onzekerheid reden voor een vermindering van de vraag, met weer een
productieverlaging tot gevolg. Tot eind november werden er 200 trucks per dag
gebouwd, dat aantal is verlaagd naar 184: 162 in Eindhoven en 22 in Engeland.
Intussen gaat Daf verder expanderen en wordt in Brazilië een nieuwe fabriek
gebouwd. Deze wordt volgend jaar geopend.
Medio december meldt het bedrijf dat het de productie zal terugbrengen tot 164
trucks per dag met ingang van 9 januari 2012, een reactie op de teruglopende
vraag door de economische crisis en de terughoudendheid van klanten om te
investeren in nieuwe trucks.
JANUARI 2013
In 2012 heeft DAF 47.000 trucks geproduceerd, een daling van 9% vergeleken met
het jaar ervoor. Oorzaak is de dalende vraag, die wordt beperkt door groei van
het merk in Rusland. Op de Europese markt steeg het marktaandeel van 14,2 naar
15,1%. De dagproductie is momenteel 164 trucks, waarvan er 142 in Eindhoven en
22 in Engeland worden gemaakt. In het vierde kwartaal van dit jaar zal een
fabriek in Brazilië worden geopend.
FEBRUARI 2015
DAF produceert de éénmiljoenste truck. Premier Mark Rutte onthult de auto,
bestemd voor een Hongaarse klant.
Minister-president Mark Rutte
heeft woensdag 25 februari de 1.000.000e in Eindhoven geproduceerde DAF-truck
onthuld.
Hij droeg de truck vervolgens over aan de heer Bálint Révész van het
gelijknamige transportbedrijf uit Hongarije,
gespecialiseerd in bulk- en tanktransport.
MAART 2015
DAF heeft de cijfers over het afgelopen jaar bekend gemaakt. De nettowinst was
weliswaar 252 miljoen euro, maar dat is wel 13% minder dan het jaar ervoor. De
omzet was 3,928 miljard, ten opzichte van 3,977 in 2013.
MAART 2018
Het gaat weer goed met de vrachtwagenbusiness. 2017 was een goed jaar voor de
fabrikant met een omzet van 5,1 miljard euro, een stijging van 6 procent ten
opzichte van 2016 (4,8 miljard euro). Het bedrijfsresultaat daalde echter wel,
naar 345 miljoen euro. De nettowinst kwam uit op 273 miljoen euro.
Naast de verkoop van complete trucks steeg de verkoop van motoren aan onder meer
busfabrikanten.
|