Collectie
Booth
Rolvenden (UK)
●
Bijzondere collectie Morgen-driewielers
●
Twee gereconstrueerde modellen
●
Curieuze verzameling oude spullen
●
Groot ruimtegebrek
augustus 2017
Hoe dan ook een bezienswaardigheid
Chris Booth heeft in ruim 40 jaar een interessante collectie Morgan-driewielers
opgebouwd, grotendeels eigenhandig gerestaureerd. Wie wil, mag ze komen
bekijken. Ze staan in wat hij zelf zijn museum noemt. Niet iedereen die er
geweest is zal dat woord in de mond nemen. Er is een verschil tussen opslaan en
uitstallen. Niettemin is een bezoek onvergetelijk. Soms maakt curiositeit
schoonheid tot bijzaak.
 |
Het regionale toeristenbureau van
Ashford en Tenterden in het Engelse graafschap Kent heeft een folder gemaakt met
alle bezienswaardigheden in de streek. Nummer 6 is de C.M. Booth Collection
of Historic Vehicles in Rolvenden. Dat klinkt zodanig aanlokkelijk dat we op
weg van Canterbury naar Battle een tussenstop inlassen. Maar liefst twaalf oude
driewielers van Morgan zijn er 'on display', wordt ons beloofd. Dat mag je
vertalen met tentoongesteld en te bezichtigen, toch? Zo is het in werkelijkheid
niet helemaal. Of beter: helemaal niet. Van tentoonstellen is geen sprake en
bekijken is niet zo eenvoudig. Booth dwingt ons een oordeel uit 2014 te herzien,
toen we het curieuze museum van begrafenisondernemer Colin Anderson in het
Schotse Bo'ness bezochten. We dachten destijds dat hij een plaats zou kunnen
krijgen in het Guinness Books of Records met het museum met de meeste voorwerpen
per vierkante meter. Vergeet het maar. Vergeleken met wat we hier aantreffen, is Bo'ness ruim opgezet. Heel ruim zelfs. Daar was nog wel ergens een paar
vierkante meter te vinden om te staan of te lopen. Zoveel ruimte is de bezoeker
hier niet gegund.
 |
Fallstaff Antiques is de officiële naam van de winkel van Booth.

Volgens
de toeristeninformatie is het één van de 34 bezienswaardigheden van de
streek.
Eén van
de etalages is gewijd aan autospullen; een bord nodigt uit de unieke
collectie te gaan bekijken.
Malle Pietje
Het 'Motor Museum', zoals het met hoofdletters op de promotiefolder staat, ligt
achter de winkel van Booth en zijn vrouw in de hoofdstraat van Rolvenden. Sinds
1964 verkopen zij hier antiek, geschenken en curiosa. Binnen heb je het idee in
het decor van de winkel van Malle Pietje uit de vroegere televisieserie
Swiebertje te zijn beland. Goed, het is wat netter en opgeruimder, maar in opzet
vergelijkbaar. Je kunt hier terecht voor alles waarmee je een ander of jezelf
blij kunt maken.
Volgens de verkopers althans. Meningen kunnen verschillen. Het aanbod is
onnavolgbaar. Van een doos vol tweedehands ansichtkaarten tot een plank met oude
Dinky Toys, van kandelaars tot oude boeken, van vaasjes, potten en pannen tot
een oude klok of een kapstok met poezenmotief. Bezoekers met een rugzak moeten
extra oppassen. Voor je het weet, stoot je iets om. Ruimte lijkt kostbaar als
goud, alsof met de vierkantemeterprijs van hartje Londen moet worden gerekend.
Achter de winkel is een klein woonhuis. Het is in een ver verleden ingericht en
nooit meer veranderd. Booth staat zelf achter de kassa. Er hangt een briefje met
toegangsprijzen. Voor 3,5 pond mag je zijn collectie gaan bekijken. Daarvoor ga
je aan de achterkant de winkel weer uit, een smal gangetje door naar een lage
witte schuur achter op de plaats.
 |
 |
Achter
de winkel uit, door een smal gangentje en dan vind je achterin 'het
museum'.
Bewaarwoede
Als de deur opengaat, weet je niet wat je ziet. Noem het een aanslag op je
zintuigen. De ruimte staat en hangt prop- en
propvol. Je kunt er nauwelijks staan of lopen. Wat een onbegrensde verzamel- en
bewaarwoede! Auto's, benzineblikken, oliekannetjes, schilderijtjes, speldjes,
fotolijstjes, affiches, sleutelhangers, reclameborden, oud speelgoed, fietsen,
gereedschap en wat al niet meer. Overal staan volgepropte kastjes met
auto-onderdelen en hangen oude vitrines met kleine autootjes. Op de glasplaatjes
ligt een dikke laag vettige stof, maar de modelletjes staan keurig gerangschikt.
Met een oude typemachine zijn ooit naamplaatjes gemaakt.
De grote passie van Booth zijn evenwel de driewielers van Morgan. Ze nemen de
meeste ruimte in. Op zestienjarige leeftijd kocht hij zijn eerste, een Super
Sports uit 1934 met een Matchless-motor. Dat rode wagentje, kenteken BNC 84,
heeft hij nog steeds. Er kwamen er steeds meer bij. Nu staan ze zo dicht op
elkaar dat ze nauwelijks te bekijken zijn. Niet aanraken is bijna onmogelijk.
Foto's maken mag, maar let op dat je de auto's niet beschadigt. Het briefje met
deze waarschuwing is ook niet gisteren geschreven. Wat is dit jammer, denk je
meteen. Hiermee doet Chris Booth zichzelf tekort. Stuk voor stuk zijn de auto's
vakkundig opgeknapt. Ze worden goed onderhouden. Aan de banden te zien, gaan ze
nog geregeld de weg op. Dergelijke karaktervolle kunstwerkjes uit de
autohistorie verdienen een echt museum en geen opslagplaats.
 |
De
ruimte staat propvol. Ruimte om te lopen is er nauwelijks.
Booth
verzamelt van alles: van olieblikken en -kannetjes tot complete auto's.
De
collectie Morgans met drie wielen vormt het hart van de uitstalling.
De
eerste Morgan die Booth kocht, een model uit 1934.
Een
Super Sports met een Matchless-motor. Voor
het reservewiel was binnenin geen plaats, dus dat ging achterop.
Een
ingelijst overzicht van onder handen zijnde restauratieprojecten. Het is
de vraag in hoeverre het actueel is.
Spektakel
De verzameling omvat unieke uitvoeringen. Een model uit 1913 (kenteken KT2395) is een
van de oudste bewaard gebleven Morgans. Een Aero uit 1924 is uitgerust met opvallende
wielplaten en andere accessoires. De motor is afkomstig van een andere Morgan. De
originele krachtbron werd namelijk gebruikt in een speciaal gebouwde raceversie
waarmee Geoff Harris in 1929 voor een spektakel zorgde door een veel grotere en krachtiger Hispano-Suiza in te halen
tijdens een race op Brooklands.
Weer heel wat anders is een vierzits familiewagen uit 1935, met
deuren en een achter een gril weggewerkte motor. Die kwam van Ford en was de
eerste viercilinder in een Morgan. Op de motorkap ligt als in een echt museum
een beschrijving voor de bezoekers. Zo kom je te weten dat er ook een
tweezits-variant leverbaar was.
In welke vorm ook, Booth is
verknocht aan zijn driewielers. Hij schijnt er elders nog meer te hebben staan. Dit is het
resultaat van veertig jaar verzamelen en minutieus opknappen. Hij is inmiddels
gewaardeerd specialist en misschien wel de meest enthousiaste liefhebber van het
merk, toegespitst op de beginjaren.
 |
 |
Het
model Standard (met een V2) dat Morgan tussen 1911 en 1928 aanbood. Topsnelheid was
bijna 100 km/u!
De Aero
uit 1924 heeft niet meer de originele motor. Die werd in 1928 ingebouwd
in een speciale racer.
Bijzondere details van deze Aero, waaronder een zoeklicht. Rechts een
cartoon over de inhaalpoging van de Morgan.
De
F4 uit 1935. De motor is een viercilinder van Ford.
Voor
een Morgan is deze versie groot en lang, maar alles is relatief.
Nagemaakt
Op basis van slechts een paar overgebleven foto's heeft Booth het prototype
van de eerste Morgan met vier wielen nagemaakt. Een fotoboek illustreert wat hij
daarvoor allemaal moest doen: lassen van het buizenchassis; zagen, buigen en lijmen van
het houten geraamte en het in vorm hameren van het plaatwerk. Allemaal handwerk,
zoals het in de fabriek ook gebeurde (en deels nog gebeurt!).
Deze reconstructie zou in het fabrieksmuseum in Malvern Link niet misstaan. Het
origineel bestaat namelijk niet meer, net zo min als de allereerste Morgan van
1909. Liefhebber Booth heeft ook deze nauwgezet opnieuw gemaakt. Hij kreeg daarbij
hulp van Peter Morgan, zoon van oprichter H.F.S. Morgan. Geregeld komt het
wagentje uit de garage of schuur en laat zijn schepper zien dat hij vakwerk
heeft geleverd.
Een
nauwgezette reconstructie van een prototype voor een Morgan met vier
wielen. Het origineel
is verloren gegaan.
Foto's
uit het boek over de reconstructie van deze Morgan.
De
reconstructie van de allereerste Morgan. Booth demonstreert het wagentje
nog geregeld.
Caravan
Tussen de Morgans staat een andere driewieler. Het is een van de oudste modellen
van Humber, uit 1904. Een unicum. Bijna verscholen tussen andere spullen is achterin een
Morris bestelwagen neergezet. We proberen er dichterbij te komen. Dat loont,
want dan zien we een bordje dat meldt dat er nog een ruimte is. Die is alleen te
bereiken door niet-corpulente bezoekers.
De doorgang is niet breder dan een een paar decimeter tussen het spatbord van de
Morris en de muur. Wie het redt, staat opeens bij een Bampton caravan uit 1936.
Helemaal volgestouwd met spullen. Het verbaast je inmiddels niet meer. Ernaast
staat een A-Ford en aan het plafond hangt een chassis van een driewieler. Ook
hier is geen plekje aan de muur waar niets hangt.
Je komt ogen tekort om alles te zien. Deze verzamelaar heeft van alles en nog
veel meer uit de (auto)historie bij elkaar gebracht of niet weggegooid, van
alledaagse dingen tot historisch waardevolle objecten.
Zo heeft hij een deel van de kist waarin spullen werden vervoerd bij de
wereldsnelheidsrecordpoging van Malcolm Campbell op 2 september 1935. Ik schat
zo in dat de eigenaar van een automuseum in Den Haag die best zou willen hebben
om in zijn vitrine te zetten, naast de band van de auto.
Maar Booth wil vast niets verkopen, behalve de spulletjes in zijn winkeltje. Hij
heeft van alles, op één ding na: ruimte.
 |
 |
Tot de
collectie behoren ook een Morris bestelwagen uit 1929 en de oude
Humber driewieler.
Voor
wie er bij kan komen: een A-Ford (1929) en een Bampton caravan uit 1936.
Aan het
plafond hangt een chassis met beschrijving die meldt dat het chassis
wacht op uitvoering van het herstelproject.
De
muren hangen helemaal vol.
Een
overdruk uit het blad Motor Cycle van 1934. De Morgan werd kennelijk nog
niet als een echte auto gezien.
Een
deel van de kist gebruikt bij de recordpoging van Malcolm Campbell.
Wereldreis
Wat moet je hier nou van vinden? Die vraag speelt bij het afscheid door het
hoofd. De Morgan-collectie is bijzonder en interessant. De liefde en het
vakmanschap waarmee de driewielers zijn gerestaureerd, zijn voelbaar aanwezig.
De oude autootjes - van Matchbox, Dinky en Corgi Toys en minder bekende
fabrikanten - vormen een mooie verzameling. Oude reclameborden zijn pure
nostalgie. Maar een museum? Nee. Ook geen expositieruimte. Een opslagplaats; dat
is het. Geen bestemming om er een wereldreis voor te ondernemen. Maar als je in
de buurt bent, doe je jezelf en Chris Booth tekort als je niet even langsgaat.
De mensen van de toeristenservice hebben het goed gezien. Nummer 6 in hun folder
is een bezienswaardigheid. Hoe dan ook.
■
Morgan
Racing Super Sport 1928.
Deze
Grand Prix-uitvoering is van 1922.
In 1964
betaalde Booth £7 voor wat er nog over was van het Grand Prix-model
1924. In 1992 had hij tijd voor de restauratie.
Een
model Aero zoals in 1927 aan de man gebracht.
Vitrinekastjes vol oude miniatuurautootjes, keurig gerangschikt.
|