BMW
Welt, -fabriek en Museum
München (D)
●
Geschiedenis van BMW
●
Klanten- en relatiecentrum
●
Spraakmakende architectuur
●
Bezoek aan museum
●
Fabrieksrondgang
november 2008
- laatste aanvulling september 2011
foto's van historische modellen van latere data
Wereldberoemd met
drie letters
Als één van de beste autofabrikanten ter
wereld maakt BMW producten van topkwaliteit en zet de onderneming jaar na jaar
bewonderenswaardige prestaties neer. Ze dwingen binnen en buiten de autowereld
respect af. Menig bedrijf kijkt met afgunst naar de ontwikkelingen van omzet en
winst. Zelfs liefhebbers van andersoortige auto’s kunnen niet om deze feiten
heen. Die toppositie wordt door de onderneming nadrukkelijk opgeëist. München
als kloppend hart van de autowereld. Alle reden voor een kennismaking ter
plekke.
 |
1. BMW – van zorgenkind tot sterspeler
Audi, BMW en Mercedes-Benz. De drie Duitse automerken worden vaak in één adem
genoemd als de toonaangevende leveranciers van superieure massaproducten. De
absolute top in de autowereld vormen namen als Rolls-Royce, Bentley en Maybach
of de sportwagens van Bugatti, Porsche en Ferrari. Maar dan spreek je niet over
grootschalige productie. Alleen Lexus heeft zich als paradepaardje van Toyota
vanuit het Oosten bij het Duitse trio gevoegd. De traditionele edele merken uit
Amerika - Cadillac en Lincoln - staan duidelijk op achterstand.
Op verschillende fronten strijden de Duitsers met elkaar. De productgamma’s zijn
vergelijkbaar en aan elkaar gewaagd, al proberen de merken elkaar af te troeven
met nieuwe concepten voor marktniches. Mercedes zette de toon met een vierdeurs
coupé, BMW introduceerde de combinatie SUV-coupé en Audi was baanbrekend met
vierwielaandrijving en het gebruik van aluminium. Er is echter meer om mee te
wedijveren dan enkel de auto’s.
 |
Het BMW-hoofdkantoor in de vorm
van vier cilinders met daarnaast het museum.
Steden
De cultivering van de merkbeleving is door alle drie tot kunst verheven. In de
steden van de hoofdkantoren komt dat tot uiting. In Ingolstadt opende Audi begin
deze eeuw zijn Forum, compleet met hagelnieuw museum. Mercedes-Benz liet in
Stuttgart een spraakmakende behuizing bouwen voor zijn omvangrijke historische
collectie. Sinds de opening in het voorjaar van 2006 zijn er al twee miljoen
bezoekers geweest. BMW spant als laatste de kroon met zijn spectaculair
vormgegeven BMW Welt. Daarnaast staat het verbouwde en uitgebreide museum. Deze
zomer gingen de deuren open. Ver in de vorige eeuw baarde het merk trouwens al
opzien met een hoofdkantoor in de vorm van vier cilinders. Het is één van de
markante elementen van de skyline van het noordelijk stadsdeel.
BMW Welt: het prestigieuze
relatiecentrum.
Achtergronden
De drie mogen tegenwoordig gelijk opgaan, hun historische achtergronden
verschillen sterk. Mercedes-Benz komt voort uit de pioniers Daimler en Benz. Zij
staan in 1885 aan de wieg van de auto met verbrandingsmotor. August Horch legt
in 1910 weliswaar de basis voor Audi, maar het huidige merk bestaat na een
hergeboorte pas sinds 1965.
BMW (afkorting van Bayerische Motoren Werke) ontstaat in 1917 als voortzetting
van de vliegtuigmotorenfabrikant Rapp-Motorenwerke. Als enkele jaren het maken
van vliegtuigmotoren is verboden, maakt het bedrijf motoren voor anderen, onder meer voor boten en vrachtwagens. In
1923 volgt de presentatie van de eerste eigen motorfiets. De start is succesvol.
De productie van vliegtuigmotoren is dan overigens al weer toegestaan. Vijf jaar later gaat BMW in auto’s door het opkopen van de Dixi-fabriek in
Eisenach. Die maakt op dat moment de Austin Seven in licentie. BMW verbetert de
auto en komt daarnaast spoedig met grotere, sportieve zescilinder modellen. De beroemde
klassieke 328 stamt uit die periode.
 |
 |
De Dixi en de daarvan afgeleide
BMW.
BMW 331 van 1938 en de 335 van
een jaar later.
De BMW 328 is een van de
beroemdste vooroorlogse Duitse sportwagens.
Herstart
De naoorlogse herstart is weinig gelukkig. De autofabriek van BMW ligt in de
Oostzone waar de Russen de dienst uitmaken. Zonder de directie in München erbij
te betrekken, pakt men in Eisenach de draad al snel weer op. De vooroorlogse
modellen worden opnieuw in productie genomen en als BMW verkocht. München
protesteert hiertegen en krijgt na een lange juridische strijd gelijk. De auto’s
uit het Oosten heten na 1951 EMW (Eisenacher Motoren Werk) en het beeldmerk
krijgt de kleuren roodwit in plaats van blauwwit.
In het Westen krabbelt het bedrijf vanuit München overeind met een nieuwe auto,
de 501/502 met zes en acht cilinders. Hoewel het om een nieuw ontwerp gaat, doet
het model al snel ouderwets aan. De volksmond spreekt over de Barockengel.
Wat erger is: de productiekosten zijn hoog. Te hoog. Naar verluidt legt BMW op
elke verkochte auto zo’n 4000 Mark toe.
De BMW 502 'Barockengel' met V8 motor.
De tweede generatie van de Isetta
met de kenmerkende deur aan de voorzijde.
De merkwaardige BMW 600, één deur
aan de voorkant en één rechts.
Dwergauto
De financiële positie van het bedrijf verzwakt snel. De licentiebouw van de
kleine Italiaanse dwergauto Isetta (vanaf 1955) biedt onvoldoende tegenwicht.
Weliswaar maakt BMW er in zeven jaar 160.000, maar het aanvankelijke succes
vervliegt snel. Als de Duitse economie tot bloei komt, willen de klanten een
echte auto. De 600 als afgeleide van de Isetta is dat zeker niet. Het is een
merkwaardig model, met zijn ene deur aan de voorkant en de andere opzij. Ook de
BMW 700 legt het af tegen het succes van de Volkswagen Kever. De auto ziet er weliswaar
goed uit – het ontwerp is van de Italiaanse grootmeester Giovanni Michelotti –
en de tweecilinder boxermotor heeft zich bij motorfietsen bewezen, maar de
verkoop levert BMW simpelweg te weinig op. Het model kan niet zorgen voor een
stevig fundament voor een financieel solide onderneming.
De BMW 700 zag er veel volwassener
uit dan de 600, maar kon niet op tegen de Volkswagen Kever.
Links de brochure van de 700 coupé,
rechts de verlengde LS.
De BMW 700 was er ook als cabriolet.
Overname
Op 9 december 1959 lijkt het lot bezegeld. De Duitse Bank weet de
grootaandeelhouders ervan te overtuigen dat overname door Daimler-Benz het beste
is. Het bedrijf zal de fabrieken gaan gebruiken om er onderdelen te maken.
Vakbonden, personeel en kleinere aandeelhouders zijn het er niet mee eens. Ze
vechten de onderliggende documenten aan. Er komt uitstel. Dan verschijnt Herbert
Quandt ten tonele, lid van één van Duitslands rijkste dynastieën. Met de verkoop
van textiel voor uniformen, het maken van accu’s en chemische producten hebben
de Quandts veel geld verdiend aan de Eerste Wereldoorlog, de herbewapening door
Hitler en de levering aan de Wehrmacht. Quandt heeft op zich weinig
verstand van de autobranche, maar koestert warme gevoelens voor een zelfstandig
BMW. Door een kapitaalinjectie verwerft hij zestig procent van de aandelen en
krijgt het voor het zeggen.
Tot op de dag van vandaag is de invloed van de familie Quandt groot. Ze is nog
steeds de belangrijkste aandeelhouder. Ze bemoeit zich al lang niet meer met de
dagelijkse bedrijfsvoering, maar geen strategische beslissing wordt zonder haar
steun genomen. Aan publiciteit heeft de familie een hekel. Interviews zijn er
niet. Openbare optredens blijven beperkt. Alleen als het echt nodig is, treedt
de familie naar buiten.
 |
 |
De Neue Klasse: BMW 1500, begin
van een nieuw tijdperk.
Familiewagen
BMW kan dus zelfstandig voortbestaan, maar alleen met een aansprekend product.
Het model is al in ontwikkeling. De BMW 1500 krijgt bij zijn introductie tijdens
de Frankfurter autotentoonstelling in 1961 positieve bijval van pers en publiek.
De combinatie van ruime familiewagen en sportieve rijeigenschappen wordt in deze
vorm door de concurrentie niet geboden. De aanduiding Neue Klasse blijkt
geen grootspraak. De 1500 ontpopt zich als aartsvader van de BMW’s van nu. De
markt onthaalt de auto met enthousiasme. Al in 1963 kan het bedrijf voor het
eerst na twintig jaar dividend uitkeren.
Twee vormgevingselementen springen er uit: de grille met de niervormige
elementen in het midden en de zogeheten ‘Hofmeister’-knik bij het achterste
zijraampje, genoemd naar het hoofd van de ontwerpafdeling. Als stijlelementen
koestert BMW ze nog altijd.
De 02-serie werd een regelrechte
hit, met als topmodel de snelle 2002ti.
Levenslicht
De wederopstandig wordt geborgd als in 1966 de uiterst succesvolle 02-serie het
levenslicht ziet. Het gaat zelfs zo goed dat de onderneming in 1967 het bedrijf
van Hans Glas overneemt. De maker van succesvolle scooters en de Goggomobil
heeft als kleine fabrikant geen toekomst. Een paar modellen worden nog enkele
jaren als BMW verkocht. Na de overname besluit de bedrijfsleiding in Dingolfing
een compleet nieuwe fabriek neer te zetten, de eerste buiten München. Vanaf 1973
komen er BMW’s van de band. Het is nu de grootste fabriek van het merk, waar
onder meer de 5- en 7-serie worden gemaakt en het koetswerk van de Rolls-Royce Phantom wordt
behandeld tegen roest. De 14.000 medewerkers maakten er in 2007 283.000 auto’s. Een belangrijk
deel van de 4,2 miljard aan investeringen in 2007 is aangewend voor aanpassing
van deze fabriek.

Herbert Quandt en Eberhard von
Kuenheim (foto's BMW).
Afstand
Tien jaar na zijn reddingsoperatie neemt Quandt afstand van het bedrijf. Zijn
gezichtsvermogen is ernstig aangetast. Nieuwe modellen beoordeelt hij op de
tast, zelf rijden is er niet meer bij. Een weinig gelukkige situatie voor de
leider van een autofabriek. Bovendien heeft hij veel werk te doen bij andere
ondernemingen. Tegen de zin van de andere directieleden in, benoemt hij de
41-jarige Eberhard von Kuenheim tot voorzitter van de raad van bestuur. Op 1
januari 1970 treedt hij in die functie aan. De man is een buitenstaander, een
goed manager maar geen automan. Bij hem loopt niet de spreekwoordelijke benzine
door de aderen. Dat kan niet goed gaan, vrezen velen. Ze krijgen ongelijk. Von
Kuenheim blijft tot aan zijn pensionering 23 jaar de belangrijkste man van het
bedrijf. Onder zijn leiding krijgt BMW internationaal aanzien. Rustig, met een
aristocratische uitstraling, maar als een harde manager drijft hij mensen tot
het uiterste. Alleen het beste is goed genoeg.
 |
Eind augustus 1965 wordt de
100.000e Nieuwe
Klasse geproduceerd.
Vakmanschap
Voor de herstructurering van de marketing- en verkoopactiviteiten trekt hij Bob
Lutz aan, afkomstig van General Motors. Aan technologische kennis en kunde
ontbreekt het BMW niet, maar wel aan vakmanschap om de auto’s aan de man te
brengen. Bovendien blijkt het blikveld van de oude bedrijfsleiding zich te
beperken tot München en naaste omgeving. Internationaal denken is er niet bij.
BMW is geen wereldspeler, geen Europees bedrijf en zelfs geen Duitse
onderneming, constateert het duo. Het is niet meer dan een Beiers bedrijf. Samen
besluiten ze de onafhankelijke importeurs in de verschillende landen de deur te
wijzen en deze activiteiten zelf ter hand te nemen. Op die manier wordt de
winstgevendheid in één klap fors vergroot.
Lutz verlaat BMW na drie jaar en krijgt achtereenvolgens topposities bij Ford,
Chrysler en uiteindelijk weer General Motors. De belangrijkste reden voor zijn
vertrek is het feit dat een schip nu eenmaal geen twee kapiteins duldt.
Strategie
Von Kuenheims strategie is focussen op duurdere modellen. Een klein bedrijf moet
veel winst maken om te overleven. Alleen dan kan er groei zijn. Dat bereik je
alleen met auto’s in het hogere marktsegment. Tijdens zijn bewind groeit de
omzet van 1,5 naar 30 miljard. Sinds begin jaren zestig heeft het bedrijf zwarte
cijfers laten zien. Alleen tussen 1997 en 2003 gaat het mis als zijn opvolgers
besluiten om de Engelse fabrikant Rover over te nemen. Ondanks vele inspanningen
lukt het niet de Britse tak van het bedrijf winstgevend te krijgen. Het avontuur
kost zes miljard en figuurlijk de kop van topman Bernd Pischetsrieder. Ironisch
genoeg beleeft ook concurrent Daimler-Benz een dergelijke ervaring na de
overname van Chrysler. De Duitse bedrijfscultuur en managementstijl laten zich
moeilijk combineren met die in andere landen.

In 1978 viert BMW de productie
van de halfmiljoenste 3-serie.
IJkpunt
Vanaf het begin is Mercedes-Benz het ijkpunt voor BMW. Hoewel dat bedrijf kan
bogen op een veel langere traditie en veel meer geld heeft voor onderzoek en
ontwikkeling, gaat Von Kuenheim de strijd met Stuttgart aan. Hij heeft succes.
In de late jaren tachtig evenaart zijn 7-serie de S-klasse en laat zich zelfs
beter verkopen. Nu staan de merken op vergelijkbare hoogte. In
vergelijkingstests wint soms de een, soms de ander. Het zijn beide topspelers
die elkaar nauwlettend in de gaten houden.
De Amerikaanse journalist en BMW-kenner David Kiley legt in zijn boek Driven
de verklaring van het succes bij twee kenmerken. De modelpolitiek is authentiek
en consistent, stelt hij. Sinds de BMW 1500 heeft het merk rijplezier en
technologische innovatie altijd op de eerste plaats gezet. Meedoen aan
kortstondige modetrends was nooit aan de orde.
Het eind van de groei is nog niet bereikt. Het strategisch plan tot 2020 maakt
melding van een toename van de jaarproductie met nog eens een derde tot 2
miljoen auto’s.
 |
 |
BMW (rechts) ging zich met de
7-serie richten op het
topmodel van aartsrivaal Mercedes-Benz, de S-klasse (links).
Flexibiliteit
Een grote mate van flexibiliteit, klantgerichtheid en een nauwe band met
toeleveranciers zijn belangrijke kenmerken van de onderneming. (In zekere zin
zijn dit ook de succesfactoren van Toyota. Jaren later zal topman Wiedeking van
Porsche het succes van deze formule bevestigen door het sportwagenmerk van bijna
failliet tot het meest winstgevende autobedrijf ter wereld te transformeren.)
Onder Von Kuenheim worden de drie letters van zijn automerk wereldberoemd. Het
blauwwitte beeldmerk heeft een goede weerklank in alle delen van de wereld, van
Amerika tot China. De Amerikaanse autoanalist en schrijver Richard Johnson noemt
hem in zijn gelijknamige boek één van de Six men who built the modern auto
industry. (De andere vijf zijn Henry Ford II, Shoichiro Honda, Lee Iacocca,
Ferdinand Piëch en Bob Lutz).

De 7-serie werd een aanvaard
alternatief voor de grootste Mercedes.
Vleugels
Het Beierse bedrijf heeft de vleugels uitgeslagen. München blijft de thuisbasis.
Behalve het hoofdkantoor is er nog altijd een grote fabriek. Er werken 10.000
arbeidskrachten met vijftig nationaliteiten. Ze maken per dag maximaal 800
auto’s en 1200 motoren, die elk uit 400 onderdelen bestaan. Produceren gebeurt
ook elders, in en buiten Duitsland. Sinds vele jaren maakt BMW’s auto’s in
Zuid-Afrika. Engeland is nog altijd het moederland van dochtermerken Mini en
Rolls-Royce. Mini werd behouden bij de verkoop van Rover en Rolls-Royce werd
verkregen na een gevecht met Volkswagen. In het belangrijke exportland Amerika
staat sinds begin jaren negentig een grote autofabriek in Spartanburg (South
Carolina). De X5 en X6 komen er vandaan. Op vrijdag 13 juni van dit jaar meldt
het ANP dat BMW 270 miljoen dollar extra investeert in de VS. “Daarmee bedragen
de totale investeringen door BMW in 's werelds grootste automarkt tot en met
2012 ruim een miljard dollar”, aldus het persbureau. “BMW investeert 170 miljoen
dollar in de bouw van twee nieuwe regionale distributiecentra in de staten
Pennsylvania en Illinois. Daardoor komt het totaal aantal centra voor de
distributie van reserveonderdelen van BMW in de VS uit op zes. Het autoconcern
steekt daarnaast 100 miljoen dollar in de uitbreiding van zijn Amerikaanse
hoofdkantoor in Woodcliff Lake in de staat New Jersey. Eerder dit jaar gaf BMW
al aan 750 miljoen dollar te investeren om de productiecapaciteit van zijn
Amerikaanse fabriek in Spartanburg uit te breiden. De jaarlijkse productie moet
van 160.000 naar 240.000 voertuigen in 2012. Door in de VS auto's te bouwen, wil
BMW zich afschermen tegen de negatieve wisselkoerseffecten door de zwakke
dollar.”
 |
 |
BMW nieuwste concept, de X6 en
een studiemodel met hybride aandrijving, beide in BMW Welt te zien.
Omzet en winst
In 2007 is een omzet behaald van ruim 56 miljard euro, een groei van 14%
tegenover het jaar ervoor. Er werd een nettowinst van 3,1 miljard gerealiseerd.
Het bedrijf investeerde 4,2 miljard. Ruim 107.000 werknemers staan wereldwijd op
de loonlijst. Het concern maakt in dat jaar 1.541.503 auto’s, waarvan ruim 1,3
miljoen van het merk BMW. Ten opzichte van het jaar ervoor een stijging met tien
procent. Naast auto’s produceert het bedrijf jaarlijks ruim 100.000
motorfietsen.
De Verenigde Staten vormen een van de belangrijkste afzetmarkten. Vorig jaar
verkocht BMW er 336.000 auto's, een stijging van 7,1 procent ten opzichte van
het jaar ervoor. De Amerikaanse verkoop is goed voor ongeveer 22 procent van de
totale omzet.
In het jaarverslag over 2007 wordt nog positief gesproken over de omzet- en
winstontwikkeling in 2008. Niemand voorzag de kredietcrisis, die in het laatste
kwartaal van het jaar ook de automobielsector treft. Het jaar wordt dramatisch
afgesloten. In november daalde de verkoop met 25% vergeleken met een jaar
eerder. De ingestorte verkoop noopt BMW de kerstvakantie op te rekken naar vijf
weken en het personeel naar huis te sturen. Ook in München waait een straffe
tegenwind.
(NB. Begin 2009 is bekendgemaakt dat BMW afgelopen jaar minder auto's heeft
verkocht dan het jaar ervoor. Die daling is de eerste in vijftien jaar.)
 |
2. BMW
Welt – nieuwe tempel in de autowereld
De grond is historisch, waar de Mittlerer Ring en de Lerchenauer Straße in
München elkaar kruisen, vlak bij het Olympisch stadion met zijn opvallende dak.
Ooit stond hier de vliegtuigmotorenfabriek waaruit BMW is voortgekomen. De plek
is altijd met het merk verbonden gebleven. Aan de overkant van de straat ligt
het fabriekscomplex, enkele tientallen meters verder staat het hoofdkantoor. Op
deze historische grond heeft BMW sinds 2007 zijn klanten- en ontvangstcentrum,
BMW Welt. Een bord aan de straatkant toont de naam in grote spiegelende letters.
Meer dan honderd miljoen euro werd uitgetrokken voor een uniek gebouw, dat
binnen en buiten de autowereld opzien baart. Vier jaar duurde de bouw naar het
ontwerp van het architectencollectief Coop Himmelb(l)au. Vierduizend ton staal
was er voor nodig en duizenden vierkante meters glas. Daimlers Mercedes-Benz
Museum in Stuttgart, Volkswagens Gläserne Manufaktur in Dresden en BMW’s eigen
fabriek in Leipzig moeten in de architectuurboeken een beetje inschikken. Er is
een autotempel bijgekomen.
 |
Een spraakmakend ontwerp dat zich
maar moeilijk fotograferen laat.
BMW Welt gezien vanaf de
voorzijde van het BMW-Museum.
Fotografen
Wie even op Google zoekt, ontdekt dat vele (amateur)fotografen het bouwwerk
inmiddels tot onderwerp van kunstzinnige opnamen hebben gemaakt. Van alle kanten
biedt het een bijzondere aanblik, maar de zuidoostkant met de zogeheten
Doppelkegel is het vaakst in beeld gebracht. Deze diabolovormige
expositieruimte is 28 meter hoog en 48 meter in doorsnee. Het is een steunpilaar
voor het ‘zwevende’ dak. Dat is zo groot dat het San Marcoplein in Venetië ermee
overdekt zou kunnen worden. Op het dak liggen zonnepanelen die goed zijn voor
800 kW. Het gebouw is energiezuinig en daardoor milieuvriendelijk geconstrueerd.
De onuitgesproken boodschap is overduidelijk: hier begint de toekomst.
Kwaliteit, innovatie en elegantie zijn de kernwaarden die passen bij de
naamgever van deze wereld. Alleen jammer dat de vloer zo lelijk afsteekt bij de
rest. De grote rechthoekige, niet egale platen doen afbreuk aan de perfectie en
de geslaagde materiaalkeuze van het geheel. Dat heeft twee miljoen (!) mensen er
niet van weerhouden om er in het eerste jaar na opening een kijkje te gaan
nemen.
 |
Showroom van de nieuwste modellen
en informatieve stands over innovatie en techniek.
Op de eerste verdieping vindt de
aflevering van nieuwe auto's plaats.
Moeilijk
Het karakter van de autotempel laat zich moeilijk omschrijven. Zelfs BMW’s
topman Norbert Reithofer moest er bij de officiële opening, op 17 oktober 2007,
even over nadenken. “Mijn favoriete omschrijving is uiteindelijk: home of the
brand. BMW Welt is de plaats die het merk vertegenwoordigt als geen ander”.
Veel wijzer word je er niet van. Hij is ongetwijfeld trots dat zijn home al
verschillende keren in de prijzen is gevallen. Het Royal Institute of British
Architects (RIBA) verleende een prestigieuze onderscheiding, onder meer vanwege
het ‘wolkenachtige’ dak. Bij het Wereld Architectuur Festival in Barcelona wist
het ontwerp de concurrentie van 19 tegenstanders af te schudden.
BMW Welt biedt onderdak aan showrooms met actuele seriemodellen (auto’s en
motorfietsen), een afzonderlijke ruimte om je te laten informeren over alle
mogelijkheden je BMW helemaal naar eigen smaak op te tuigen,
informatiepaviljoens over innovatie en techniek, een presentatie van racewagens,
een verkooppunt van boeken over BMW, architectuur en München, een shop voor
accessoires en schaalmodellen, ruimten voor instructie, bars en restaurants.
Twee informatiebalies zijn het ontvangstpunt voor gasten die zich door de
fabriek willen laten rondleiden.
 |
Jammer van die vloer die afbreuk doet aan de stijl van het geheel.
In november 2008 veel aandacht
voor de nieuwe 7-serie.
Ophalen
Letterlijk en figuurlijk het hart van het gebouw vormt het centrum waar klanten
hun nieuwe auto kunnen ophalen. Het ligt op de eerste verdieping, goed zichtbaar
voor de bezoekers. BMW heeft een nieuwe norm gesteld. Audi, Volkswagen en
Mercedes-Benz hebben met hun centra het nakijken. Zo verzorgd en doordacht als
hier is het nergens. De af te leveren auto’s staan op draaischijven en zijn
neergezet alsof ze onderdeel zijn van een autoshow.
Per jaar krijgen 45.000 klanten hier de sleutels van hun nieuwe auto. Natuurlijk
hoort daar een foto bij van het moment van overhandiging. Menigeen heeft het
eigen toestel meegebracht om nog een aantal extra plaatjes te schieten. Per slot
van rekening is dit voor hen niet zomaar een dag. De meeste BMW-rijders hebben
een bijzondere band met hun merk. Wie zijn auto hier komt ophalen, gaat nog een
stapje verder. De plaatselijke dealer heeft het nakijken. Dat geldt zeker voor
klanten uit de omgeving. Nogal wat auto’s hebben een nummerplaat met een M.
 |
 |
Het afleveren van nieuwe auto's
gaat de hele dag door.
Op de achtergrond het
hoofdkantoor en het museum.
7-serie
Als wij in november 2008 BMW Welt bezoeken, is er volop aandacht voor de zojuist
geïntroduceerde nieuwe BMW 7-serie. Het net afgeloste model ondervond direct bij
de lancering al veel kritiek vanwege de uitgesproken vormgeving. Het uiterlijk
kon maar weinigen bekoren. Het nieuwe model heeft aan extravagantie verloren en
daardoor aan elegantie gewonnen. Het is een slagschip, maar ziet er uit als een
wendbare middenklasser. Logisch dat men hier trots is als een pauw en het
raffinement van de nieuwe vindingen wil uitdragen aan iedereen die het horen
wil. Een internetverbinding en de herkenning van verkeersborden zijn slechts
twee noviteiten. De fabrikant verwacht er veel van, al kon het moment van
introductie niet beroerder zijn gekozen. Ook in de zakelijke markt zorgt de
kredietproblematiek voor een vraaguitval.
Voor Nederlanders zorgen de Duitse prijzen voor de grootste schok. Waar de
prijslijst bij ons begint bij ruim 98.000 euro, rekenen ze bij onze Oosterburen
voor dezelfde auto nog geen 70.000 euro. Nog altijd veel geld, maar wel een smak minder.
Uiteenlopend overheidsbeleid kan een forse schep geld schelen. Duitsland is op
het gebied van autocultuur heel anders dan Nederland. Na een bezoek aan de BMW
Welt zal niemand daaraan twijfelen.
 |
 |
De nieuwe 7-serie letterlijk en
figuurlijk in de schijnwerpers.
 |
3.
BMW-museum – innovatieve presentatie van de kernwaarden
Ruim een half jaar na de dramatisch verlopen Olympische Spelen wordt in mei 1973
het BMW-Museum officieel geopend. Het stadion ligt op een goede steenworp
afstand. Het trekt in de loop der jaren veel bezoekers. Dat zorgt voor extra
aanloop bij BMW. Zeker omdat het zilverkleurig, schotelvormig gebouw de
nieuwsgierigheid prikkelt. Architect Karl Schwanzer heeft er een
bezienswaardigheid van gemaakt. Hij maakte eerder naam met het hoofdkantoor van
de Beierse fabrikant. Op het dak van het museum staat levensgroot het BMW-logo,
vanuit de lucht vanaf grote afstand te zien. De expositie zelf is een
driedimensionale presentatie van de waarden waarmee BMW groot werd. Drie keer
wordt de inrichting aan de veranderende tijden aangepast en op de schop genomen,
voor het laatst in 1991. Begin deze eeuw acht men het opnieuw tijd voor een
aanpassing. Wat gisteren nog modern was, is vandaag achterhaald en morgen
hopeloos verouderd. Dat geldt voor auto’s, voor inrichtingen en voor
communicatieconcepten. Een belegen opzet kan een vooruitstrevende fabrikant zich
niet veroorloven. Dit keer is de aanpak rigoureuzer. Een herinrichting volstaat
niet. Er moet meer gebeuren, zeker in het licht van de inspanningen van de
concurrenten. Het museum gaat enkele jaren dicht. In 2004 begint de
voorbereiding voor de nieuwbouw en op 19 juni 2008 gaan de deuren voor het eerst
weer open. De schotel is behouden, maar ernaast verrees een heel nieuw gebouw.
Hier huist de vaste collectie. Het oude museum biedt ruimte aan
wisseltentoonstellingen. De totale expositieoppervlakte groeide van 1000 naar
5000 vierkante meter.
 |
 |
Het Museum staat naast het
hoofdkantoor. Direct bij binnenkomt modellen door de jaren heen.
BMW 303 uit 1933.
Loopbrug
Een loopbrug verbindt BMW Welt met het museum. Dat is niet alleen veilig en
praktisch, het is ook symbolisch. Beide gebouwen horen bij elkaar. De moderne
wereld en het paleis van het verleden dienen hetzelfde doel: bouwen aan de
kracht van het merk. BMW koestert de historische wortels, maar wil niet in het
verleden blijven hangen. Daarom is het nieuwe museum hypermodern ingericht,
volgens hedendaagse opvattingen over de creatie van waarde en het overbrengen
van informatie. De nieuwste communicatietechnieken zijn ingezet.
Bij de inrichting is gekozen voor een thematische aanpak. De chronologie speelt
een ondergeschikte rol. Techniek, innovatie, design, sportprestaties,
kwaliteitsbesef en bouwwijze krijgen allemaal afzonderlijk aandacht. De
boodschap luidt dat die waarden als een rode draad door de geschiedenis van het
merk lopen. De modellen uit verschillende tijdvakken illustreren dat vervolgens.
Ze maken onderdeel uit van een omgeving die vooral een goed gevoel wil oproepen.
Wit is de overheersende kleur. Kunststof, glas en aluminium de meest gebruikte
materialen.
 |
 |
De eerste motorfiets (links) en
de wand over verschillende verdiepingen met de historie van de BMW-motorfiets.
In 1928 gaat BMW in auto's door
de overname van Dixi. Dat bedrijf maakt de Austin Seven in licentie.
Overzicht door het gebouw; rechts
het spel van de metalen bollen.
►
Bekijk hier
een filmpje over 'het spel met de bollen'.
Route
Eenmaal voorbij de kassa (“Wilt u de rugtassen achterlaten in een kluisje?”) is
er een uitgestippelde route. Die voert je door verschillende belevingswerelden.
Nergens is meer contact met de buitenwereld. Daglicht is er niet. Verlichte
wanden markeren de weg.
Direct na binnenkomst dansen 714 edelstalen bolletjes aan draadjes door de
lucht. Even later hangen ze stil en vormen zo het silhouet van een auto. Het
idee is simpel, maar het effect verrassend. Je moet er maar opkomen. De route
leidt vervolgens naar de wortels van de onderneming, bijna een eeuw terug in de
tijd. Een oude vliegtuigmotor, motorfiets en de eerste auto, elk in een eigen
nis, symboliseren dat begin. Ze zijn perfect opgeknapt en schitterend belicht.
Dat geldt ook voor de historische motorfietsen die achter een metershoge glazen
wand hangen. Via een soort loopbruggen kom je er op verschillende verdiepingen
langs. Op het glas staan silhouetten waarbij een enkel element rood is gekleurd.
Zo wordt ongemerkt de aandacht geleid naar de bijbehorende teksten over het
innovatieve karakter van dat onderdeel.
 |
Sportmodel van de 328 dat
herinnert aan successen bij de rally Mille Miglia.
Van boven is goed te zien welke
aandacht men besteedde aan een optimale stroomlijn.
De zaal met de luxe sedans,
links een 335 van 1939, rechts de 502 van 1954.
De Barockengel als verre
voorloper van de 7-serie.
De afdeling design toon een
seriemodel (3.0 Coupé) en de toekomststudie Z9 uit 1999.
Themaruimten
Na de motorfietsen zijn er weer auto’s. Of liever: themaruimten waarin een
bepaald aspect van de autobouw aan de orde komt. Zo legt de afdeling
Leichtbau nadruk op gewichtsbesparing door het gebruik van nieuwe
materialen. Een BMW 303 uit 1933 bestond voor 92% uit staal en minder dan 1% uit
kunststof, uitgaande van het gewicht. Bij een BMW 3-serie uit 1975 telde het
staal nog maar voor 75% mee, gebruikte men 3,5% lichtmetaal en 13,5% kunststof.
Weer dertig jaar later zijn die percentages 57, 14 en 23. Door het zoeken naar
lichte materialen kunnen (veiligheids)voorzieningen toenemen zonder dat het
gewicht daarmee gelijke tred houdt, aldus een verklarende tekst.
Een volgende zaal besteedt aandacht aan het luxe reizen. Op een geboende
donkerhouten vloer staan zes luxe limousines, van een vooroorlogse 335 via een
naoorlogse Barockengel en een 2500 tot modellen van de 7-serie. Dit zijn
geen lukraak gekozen modellen, laten opschriften op de muur ons weten zonder dat
zo letterlijk te melden. Het gaat respectievelijk om de eerste luxe auto van
BMW, de destijds snelste limousine van Duitsland, de eerste grote auto met
sportwagenallures, en vervolgens de eerste 7 met een turbo, met twaalf cilinders
en met een dieselmotor. Elke aanduiding beoogt een gevoel van superioriteit op
te roepen.
Weer verderop staan in een grote open ruimte sportwagens uit verschillende
tijdvakken. Een sportieve Dixi deelt de vloer met de zescilinders van de jaren
dertig en de eyecatchers van de laatste decennia. Ook op dit vlak speelt
BMW sinds zijn oorsprong de eerste viool. Het wordt niet expliciet gezegd, maar
subtiel uitgedragen. Alles is doordacht.
 |
 |
Al vanaf het prille begin maakte
BMW sportwagens.
De 315/1 is van 1934, zoals het
grote informatiebord op de vloer aangeeft.
De beroemde 328.
Nogmaals de 328 van boven en
rechts het instrumentenbord.
Van de 507 (links) zijn er maar
weinig gemaakt; rechts twee moderner sportwagens, de Z8 (boven) en Z3.
Trukendoos
Op verschillende plaatsen is het museum een elektronische trukendoos. Bij de
limousines ‘rijden’ profielen van BMW’s op een horizontale glazen plaat. Raak je
de auto aan, dan ontvouwt zich een foto met nadere gegevens. Sluit je dit beeld,
dan rijdt de auto verder, al dan niet ingehaald door een ander model. Het
instrument van touch screen is ook vernuftig uitgewerkt bij de meterslange
tijdtafel, een groot glazen paneel vol met jaartallen en korte omschrijvingen.
Wil je meer weten, dan is aanraken voldoende. Vervolgens verschijnen er
keuzemenu’s. De bezoeker kan in de geschiedenis duiken waar hij maar wil en hoe
diep hij zelf wil gaan. Informatie, educatie, promotie en vermaak lopen in
elkaar over en door elkaar heen. Dat is de communicatieve kracht achter deze
inrichting. Alleen moeten er niet teveel bezoekers zijn. Dan gaat het effect
verloren.
In één van de witte zalen staat alleen een serie kleine zuilen met daarop dikke
boeken. Sla je een willekeurige bladzijde op, dan hoor je een geluidsfragment
met de bijbehorende tekst. Blader je verder, dan past de tekst zich razendsnel
aan.
 |
 |
BMW gaat expliciet in op één van
de zwartste bladzijden uit de bedrijfshistorie.
Concentratiekampen
Eén van de boeken gaat over BMW in oorlogstijd en de tewerkstelling van
gevangenen uit de concentratiekampen. “Lange tijd heeft de Duitse industrie de
verantwoordelijkheid voor dit deel van haar verleden afgewezen. Er was een diep
stilzwijgen over het onderwerp. Er heeft echter een kentering plaatsgevonden”,
klinkt uit de luidspreker. Ook dit deel van de geschiedenis moet een plek
hebben, al kent het geschiedenisboek weinig pagina’s die vreselijker zijn om
door te nemen. BMW was nauw betrokken bij de Duitse bewapeningsindustrie. De
Luchtwaffe draaide op de gedwongen inzet van gevangenen. Velen hebben in die
tijd het leven gelaten.
De zuil staat in een hoekje, maar niet weggestopt. Andere thema’s zijn een stuk
minder beladen.
Door de jaren heen zijn de
M-modellen de supersnelle vertegenwoordigers van het werk. Vooraan de M1.
Het kleimodel van de BMW 1-serie
Coupé, nog zonder folie beplakt, maar wel met BMW-logo.
Advertenties
We gaan verder naar een ruimte met advertenties en brochures uit voorbije
tijden. Nostalgische gevoelens komen boven. De kleuren en geuren van de jaren
vijftig, zestig en zeventig vonden hun vertaling in de reclame-uitingen. Het is
verstandig deze zaal niet meteen uit te lopen. Dan mis je namelijk de helft. Na
enige tijd maakt het oud papier plaats voor beeldschermen met filmopnamen uit
dezelfde periode.
Weer een andere themaruimte gaat over ontwerp en ontwikkeling. In het midden
staat een bruine auto zonder ruiten. Het is een model van klei, schaal 1 op 1.
Beplakt met dunne gekleurde folie presenteert een ontwerpteam op deze manier
zijn voorstel aan de directie. Pas op ware grootte kun je de vorm en
verhoudingen van een auto beoordelen. Intussen werken vele specialisten aan de
vormgeving van interieur en aan de keuze van geschikte kleuren en materialen.
Honderden kleine foto’s op de muren geven een indruk van dit proces.
De rondgang zorgt verder voor een ontmoeting met de sport- en racegeschiedenis
en de ontwikkeling van het denken over luchtweerstand.
Eén van de meest in het oog springende zalen telt slechts twee auto’s, beide
typische symbolen van een belangrijke fase in de ondernemingsgeschiedenis. Een
gele Isetta en niet minder opvallende oranje 2002ti strijden om de aandacht. De
Isetta leidde BMW door de moeilijke naoorlogse start, de 02-serie verankerde de
positie als fabrikant van sportieve familieauto’s.
 |
 |
Aandacht voor sportiviteit
(links) en voor ontwikkelingen op het vlak van luchtweerstand (rechts).
Twee symbolen van een tijdperk:
de Isetta en 2002ti.
Deze Isetta van 1955 is van de
eerste generatie, met onder meer de eivormige koplampen.
De bovenkant bestaat
hoofdzakelijk uit glas. Rechts het minimale dashboard.
Voor bagage was binnenin
nauwelijks ruimte. Duidelijk te zien: de Isetta is een vierwieler.
De 2002ti is in perfecte staat.
Als nieuw of misschien nog mooier.
Een informatiepaneel over project
531 en vlak daarbij het echte model. Klik op de foto voor meer informatie.
Het rijdend laboratorium Z22 uit
2000.
Het model wijkt sterk af van de
bestaande BMW-modellen, behalve bij de 'nieren'.
De wielbasis is opvallend groot, de vorm van de C-stijl bijzonder.
De stijlstudies X Coupé (2001) en
CS1 (2002).
Nog twee conceptcars in de
'schotel', het oude museumgedeelte: de Mille Miglia 2006 en Gina (2008).
Schotel
Als toegift trakteert het nieuwe museum de bezoeker op het oude deel met
wisselende exposities. De ruimte is weinig efficiënt benut, maar de
gepresenteerde auto’s krijgen zo wel alle aandacht. Een spiraalvormige opgang
brengt je tot boven in de schotel. Onderweg is er een ontmoeting met prototypen
en conceptcars. We zien een soort opgeblazen Fiat Topolino. Het is de 531
van 1951, bedoeld als kleiner broertje van de 501/502. Verder dan het
ontwikkelstadium is het nooit gekomen. Bij de BMW Z22 van 2000 was dat ook nooit
de bedoeling. Het is een rijdend laboratorium. Ervaringen met nieuwe
technologieën zullen later worden gebruikt bij de seriemodellen.
We lopen verder omhoog. Het is donker. In het licht van spotlights staan
zilvergrijze koetswerken te glimmen. Het zijn showmodellen, vingeroefeningen van
de ontwerpafdeling , gemaakt om op de podia van internationale
autotentoonstellingen de show te stelen en de mening van pers en publiek te
peilen. Een goede ontvangst leidt vaak tot vertaling van bijzondere details of
opmerkelijke vormen in toekomstige modellen. Een gepaste afsluiting van een
rondgang door de historie.
Het BMW-museum is bijzonder, verrassend, doordacht, perfect opgezet en tot in de
puntjes verzorgd. Het aantal gepresenteerde auto’s is beperkt. Compleet is de
collectie zeker niet. Enkele markante elementen van het historisch erfgoed
ontbreken zelfs. Zo zochten we vergeefs naar de 600, de 700, de luxueuze 503 en latere 3200 Bertone. Bijna onvergeeflijk is de afwezigheid van de 1500, de Neue Klasse.
Zonder deze auto had BMW niet meer bestaan, was er nooit een BMW Welt geweest en
straalde op de gebouwen wellicht een ster.
 |
4.
BMW-fabriek – geboorteplaats van een kwaliteitsproduct
Ettelijke keren per dag is BMW Welt het vertrekpunt van een rondleiding door de
fabriek aan de overkant van de straat. Een kijkje in de kraamkamer is onderdeel
van het versterken van de BMW-beleving. Er zijn zelfs speciale
voetgangerscorridors en uitkijkplatforms in de fabriek aangelegd. De
belangstelling is groot. Er zijn zo’n twintig rondleidingen per dag. Het is
raadzaam te reserveren. Zelfs op een doordeweekse dag in de herfst zijn de
beschikbare plaatsen snel vergeven. De klanten die hier hun nieuwe auto komen
ophalen, krijgen voorrang. De rondleidingen gaan de hele dag door. De laatste
begint ’s avonds om half zes. Op 20 november is er nog ruimte. Gelukkig maar;
met de telefonische reservering voor die ochtend is wat misgegaan.
Eerder deze maand leek het erop dat deze vorm van klantenbinding even de ijskast
in zou moeten. In de Duitse metaalindustrie dreigden langdurige stakingen. Bij
Audi legden 4000 werknemers het werk neer. Andere bedrijven zouden volgen. De
bonden eisten een loonsverhoging van acht procent. Het ging immers goed in de
sector, afgelopen jaren. Het bod van de werkgevers ging niet verder dan 2,9
procent. Hoge eisen zijn onverantwoord, vonden ze, nu de crisis de
auto-industrie dwingt tot productiebeperkingen. Op 12 november bereikten
werkgevers en bonden na moeizame onderhandelingen een akkoord. Twee keer 2,1
procent structurele loonsverhoging en een bedrag ineens zijn de belangrijkste
ingrediënten van de overeenkomst. Vandaag is van onrust niets meer te merken.
 |
 |
In BMW Welt is het verzamelpunt
voor de fabrieksrondleiding.
Vogelvlucht
Net als overal begint de rondleiding met een filmpresentatie. In vogelvlucht
komt de geschiedenis aan de orde. De historie van het merk wordt gekenmerkt door
enkele zeer ingrijpende crises, horen we. De eerste is na de Eerste
Wereldoorlog, met het verbod op het maken van vliegtuigmotoren, de
kernactiviteit van het bedrijf. Het is een uitvloeisel van de vredesafspraken.
Er wordt snel omgeschakeld op andersoortige motoren. Daarna ontwikkelen de
ingenieurs in de ongekend korte tijd van vijf weken de R32 motorfiets. Het
gevaar is afgewend.
Begin jaren zestig staat BMW voor de tweede keer aan de rand van de afgrond. Het
bedrijf kan dankzij de kapitaalinjectie van Quandt het ravijn ontlopen.
Snel gaat de film over op het succesverhaal. “BMW is nu een kerngezond bedrijf
met 22 fabrieken in 12 landen. Het merk heeft 39 verkooporganisaties over de
hele wereld”. Getallen doen het altijd goed. “In de nieuwe wereld China is BMW
actief via een joint venture met automaker Brilliance”. Een wereldspeler dus, is
de boodschap.
Hoogste tijd om de kraamkamer zelf te gaan bekijken. Volg de man in de blauwe
stofjas. Stofjas? Is dat nou de uitstraling die past bij BMW? Zijn verhaal is
allerminst stoffig. Op weg naar de fabriek geeft hij een korte uitleg over het
hoofdkantoor. Het is al bijna donker, maar de imposante verschijning is nog goed
zichtbaar. “Bouwkundig was het een innovatief ontwerp”, verklaart hij. “Eerst is
de centrale zuil gebouwd en daarna zijn de kantoren er als ronde elementen van
boven naar beneden aan gehangen”. Elke toelichting onderstreept het
vooruitstrevende karakter van het blauwwitte merk. Hij vertelt verder dat het
complex niet alleen fabrieken omvat, maar ook het Forschungs und Innovations
Zentrum. Zesduizend medewerkers houden zich iedere dag bezig met onderzoek
en ontwikkeling.
De fabriek ligt midden in een woonwijk. Dat vereist bijzondere aandacht voor
milieubelasting en lawaaioverlast.
 |
De fabrieken als grote
blokkendozen naast het moderne BMW Welt.
Reclamebord
Op de zijkant van één van de fabrieken hangt een metershoog reclamebord, vanaf
de straat goed zichtbaar. Twee handen met witte handschoenen plaatsen een zuiger
in een motorblok. BMW Produktion live erleben luidt de bijbehorende
tekst, met in kleinere letters een Engelse vertaling eronder. Via Tor 1
gaan we aan die oproep gevolg geven, net als 150.000 anderen dat ieder jaar
doen. Laat maar eens zien hoe hier iedere zestig seconden een nieuwe BMW van de
band loopt! De fabriek kent een lange historie op deze plek en staat nu
ingeklemd tussen woonwijken. Uitbreiden is onmogelijk, behalve in de hoogte. Dat
is dan ook gebeurd. Op sommige plaatsen wordt gewerkt op drie lagen boven
elkaar. Dat is vooral bijzonder bij de persafdeling. Er zijn speciale
voorzieningen getroffen om de zware persen op de eerste verdieping hun werk te
kunnen laten doen. Bouwkundige schokdempers vangen de schokken op die 2000 ton
teweeg brengen.
De grote pershal ziet er keurig geordend uit. Geen krat staat scheef of buiten
de lijntjes. Per dag wordt 600 ton staal gebruikt, goed voor 120.000 tot 160.000
onderdelen. BMW houdt voorraad voor twee tot drie weken productie. Alles is
gemechaniseerd en geautomatiseerd, maar twee mensen aan het eind van de
persstraat controleren met het oog of de onderdelen in orde zijn. Hier is de
mens nog altijd moeilijk vervangbaar.
 |
Op de fabriek staat de
uitnodiging een kijkje te komen nemen achter de fabrieksmuren.
Vooruitgang
“Het wisselen van de matrijzen kost nu nog twintig tot vijftig minuten”, legt de
gids uit. Vergeleken met vroeger is dat een gigantische vooruitgang. Maar tijden
veranderen en eisen worden steeds hoger. “Bij de nieuwste persen in nieuwe
fabrieken wil BMW die tijd beperken tot twee minuten. Dat maakt de fabricage nog
veel flexibeler”. Het persproces gaat zes dagen per week vierentwintig uur per
dag door. Zondag is rustdag voor mens en machine.
Zeventien jaar blijven de matrijzen in de fabriek. De eerste zeven jaar voor de
reguliere productie en daarna nog tien jaar voor reserveonderdelen. Het maken
van de persgereedschappen gebeurt in eigen huis. Het staal komt van de eigen
gieterij in Eisenach.
Staal is niet zomaar staal, dat wordt snel duidelijk. BMW gebruikt twintig
soorten. Verschillende onderdelen vereisen uiteenlopende eigenschappen. De dikte
varieert van 0,7 tot 2,2 millimeter. In alle gevallen is het staal verzinkt om
roestvorming te vermijden.
Ook bij de rondleiding doen getallen het goed. De gids schudt ze routinematig
uit de mouw. “In München werken 30.000 medewerkers bij BMW. Een derde is direct
betrokken bij het primaire productieproces”. De meesten werken bij de
eindmontage, want bij persen en ruwbouw is een zeer hoge mate van automatisering
bereikt.

Foto's maken is verbonden. Deze
beelden zijn van de website van BMW. Rechts de staalrollen, in het midden
plaatstaal.
In veel autofabrieken werken de
robots van Kuka.
Kuka
Oranje robots van Kuka – je komt ze tegen in veel autofabrieken – bepalen het
beeld bij de carrosseriebouw. Er staan er hier 650 bij elkaar. In een speciale
Werkstatt worden ze getest voordat ze hun nieuwe taken in praktijk mogen
brengen. Het gaat om precisiewerk. Carrosseriedelen zwieren rakelings langs
elkaar en langs muren en pilaren. De robots die zich bezig houden met puntlassen
moeten hun laskoppen om de 500 puntlassen bijwerken. Na 2000 lassen zijn ze aan
vervanging toe. Een kwaliteitsproduct vereist strenge normen.
Voordat we dit proces van een afstandje mogen gadeslaan, zijn veiligheidsbrillen
uitgereikt. Nodig? Welnee. De kans dat een vonk de bezoekers bereikt is kleiner
dan de kans dat iemand tijdens de rondleiding van een trap valt of zijn teen
stoot. Maar het staat wel héél zorgvuldig. De robots doen het werk en de mensen
controleren. Soms op een hele basale manier. Na het lassen proberen ze met man
en macht of de gelaste onderdelen van elkaar getrokken kunnen worden. Als dat
lukt, is het mis. Maar de robots laten het natuurlijk niet lukken. Voor een
extra controle gaan er elke week drie carrosserieën apart. Na minutieus
onderzoek worden ze vervolgens vernietigd.
Een BMW 3-serie krijgt inmiddels vorm. De zijkanten komen uit de fabriek in
Regensburg, weet de gids te melden. Dak en zijkanten worden geplaatst, gefixeerd
en vervolgens tot één geheel gemaakt. Een koetswerk bestaat uit 650 onderdelen
met meer dan 5000 puntlassen. De technici weten het geautomatiseerde proces
steeds inventiever in te richten, mede vanwege het ruimtegebrek. Op één plek
werken maar liefst twaalf robots tegelijkertijd aan de auto. “Dat is voor het
eerst in de hele wereld”, meldt de gids vol trots alsof hij het zelf heeft
uitgevonden. We gaan snel weer verder.
 |
Op sommige plaatsen werken
verschillende robots tegelijkertijd aan één auto.

De toleranties zijn klein; het
werk wordt voortdurend gecontroleerd.
Gemonteerde koetswerken op weg
naar de lakstraat.

Het lakproces kent zes fasen. BMW
gebruikt vier kleuren vullak.
Lakken
BMW laat zijn gasten het proces van het lakken van dichtbij meemaken. Dat is
uniek. In de meeste autofabrieken is dit niet mogelijk. Vooraf is er een uitleg
over de zes fasen van het proces. Het blanke staal wordt eerst in een bad
gedompeld om olieresten te verwijderen. Vervolgens is er de zinkfosfatering. Het
staal is op zich al verzinkt, maar voor alle zekerheid is er een extra
bescherming van de bewerkte delen. Als ware het een gymles moeten de
carrosserieën in een bad koppeltjeduiken. Op deze manier komt het beschermende
materiaal in alle hoeken en gaten en kan het er ook weer uitstromen. Dan wordt
er katodisch een groene grondlak aangebracht. Daarop volgt een vullak. Vroeger
was die standaard wit. BMW gebruikt tegenwoordig vier kleuren, aangepast aan de
definitieve lakkleur. Dat vermijdt dat een zwarte auto bij kleine
steenslagplekjes witte puntjes laat zien. Als vijfde en zesde bewerking zijn er
het spuiten in de gekozen kleur en de afwerking met een vernislaag.
Door een ruit is het aanbrengen van de vullak op een afstand van minder dan een
meter te zien. Een robot opent de deuren alvorens hij de binnenkant ‘onder
handen’ neemt. Geforceerde luchtdrukverschillen voorkomen dat er nevel ontstaat.
Een waterstroom voert de kleine hoeveelheden overtollige verf – op waterbasis! –
af. Van de 52 uur die het maken van een auto duurt, neemt het lakken 16 uur in
beslag.
Natuurlijk voegt de gids weer een getal toe. “Op deze afdeling werken 850
mensen”.

Het menselijk oog is een goede
controleur.

BMW maakt in München zes-, acht-,
tien- en twaalfcilinders. De laatste motor is voor dochterbedrijf Rolls-Royce.
 |
Voorraad
De volgende stopplaats is een magazijn met een voorraad van 400 carrosserieën.
Voorraad? Past dat wel bij just in time en klantspecifiek leveren? “Deze
tussenstap lossen we in om het de klant mogelijk te maken tot zes dagen voor de
eindmontage de specificatie van zijn auto te veranderen. Wil hij of zij een
andere kleur, toch een schuifdak, een andere radio of leren in plaats van
stoffen stoelen, dan kan dat op deze manier.” Er zijn zestien koetswerkvarianten
opgeslagen: de sedan en touring, met en zonder schuifdak, met twee- en
vierwielaandrijving en met en zonder een navigatieantenne op het dak. Op basis
van de statistiek zijn de verschillende kleuren over die uitvoeringen verdeeld.
“De meeste klanten in Europa willen zwart en grijs. In Amerika kiest men juist
voor rood en blauw”, aldus de man in de stofjas.
Genoeg gezien van de buitenkant, op naar de motorenbouw. “In München bouwt men
zes-, acht- en tiencilinder krachtbronnen voor BMW’s en de twaalfcilinder voor
de Britse dochter Rolls-Royce. In totaal zijn er honderd varianten”, luidt de
toelichting. In deze ruimte is geen robot te zien. Dit is puur mensenwerk. Er is
ook geen lopende band. Iedere man of vrouw maakt een complete motor. Als het
precisiewerk klaar is, worden de motoren op dertig punten drie minuten lang
getest zonder dat er benzine aan te pas komt.

Gekantelde carrosserieën
vergemakkelijken het werk aan de onderzijde.

De grijpers zijn ontwikkeld door
een bedrijf in kabelbanen.

Bij de eindmontage doen mensen
het merendeel van het werk.
Huwelijk
We gaan naar die Hochzeit, het huwelijk, het moment dat onderstel met
motor en de carrosserie bij elkaar komen. Zoals we hoorden, komen de
viercilinders voor de 3-serie van elders, net als vele andere onderdelen. Per
dag voeren 740 vrachtwagens ze aan. Opmerkelijk genoeg maakt BMW de stoelen en
banken nog zelf. De meeste fabrieken betrekken die van externe leveranciers. Ook
hier is de variëteit groot: verschillende soorten stof en leer, wel of geen
neerklapbare achterbank, wel of geen skiluik enzovoorts.
Het huwelijk zelf is een kwestie van korte tijd en 22 of 24 schroeven. Twee- of
vierwielaandrijving maken twee bevestigingspunten verschil. De samensmelting van
hart en lichaam is een onderdeel van de 3,5 kilometer lange lopende band die
over verschillende verdiepingen voert. De rondleiding laat een aantal elementen
van de eindmontage zien.
Test
Controle is een permanente activiteit. Al tijdens de montage wordt bijvoorbeeld
de verlichting aan een test onderworpen. Als er iets niet goed is, is dit
gemakkelijker te herstellen dan helemaal aan het eind van de band. Dan kost het
veel meer moeite bij het onderdeel te komen.
Een fabrikant van skiliften ontwikkelde een systeem van grote grijpers waarin de
auto’s hangen en in de lengterichting kunnen kantelen. Zo kunnen medewerkers
veel gemakkelijker de werkzaamheden aan de onderkant uitvoeren.
Goede arbeidsomstandigheden zijn in de Duitse auto-industrie een belangrijk
thema. Dat gaat verder dan alleen de lopende band. De werknemers werken in teams
en hebben een vierdaagse werkweek. Aan het begin van de werkdag wordt
afgesproken wie met welke taak begint. Voor de islamitische werknemers zijn er
her en der in de fabriek gebedsruimten ingeruimd. Er wordt ook rekening gehouden
met de ramadan.

Na het lakken worden de deuren
verwijderd om er gemakkelijker bij te kunnen en om beschadigen te voorkomen.

Het gehele front wordt als
complete module aangeleverd en in één keer gemonteerd.
Lampen
Als laatste onderdeel is er de eindcontrole. Onder speciale lampen wordt
nogmaals de lak bekeken. Laserstralen controleren met grote precisie de stand
van de wielen. Dan gaan de auto’s de rollenbank op om er veilig 150 km/u te
rijden. Een nieuwe BMW is gereed voor de klant, precies zoals is besteld. Een
kwart van de productie blijft in Duitsland, een kwart gaat naar de Verenigde
Staten en de helft is voor andere exportmarkten, van Nederland tot Japan.
Twee uur nadat we via Tor 1 binnenkwamen, verlaten we het fabrieksterrein
via Tor 2. Nog altijd in het kielzog van de stofjas steken we de weg over
naar BMW Welt. Er is nog tijd voor eventuele vragen. Geïnteresseerden en
liefhebbers stellen soms ingewikkelde vragen. Een klein boekje met de meest
voorkomende antwoorden geeft de gids houvast. Dan zit de laatste rondgang van de
dag er op. Morgenochtend vroeg staat een nieuwe groep bij de balie.
Het is niet de eerste keer dat we een autofabriek van binnen zagen, maar elke
keer is weer indrukwekkend. En ze hebben het hier goed voor elkaar. Dát gevoel
oproepen, is nou net de bedoeling. Want uiteindelijk is het BMW erom te doen
meer auto’s te verkopen dan de concurrentie, waarbij Stuttgart en Ingolstadt
natuurlijk als benchmark gelden.
■

Kenners hebben het al gezien: het
zijn oudere foto's van vóór de facelift van de 3-serie.
Voor wie bijbehorende
bewegende beelden wil zien:
►
bmw-factory-tour
1. Geen steun voor Eisenach
De wieg van de BMW-automobiel staat niet in München, maar in Eisenach in de
deelstaat Thüringen (voormalig Oost-Duitsland). Daar wordt de historie levend
gehouden in een bescheiden automuseum. In de oude BMW-fabriek zijn enkele
historische modellen bijeen gebracht. Na de oorlog werd hier de Wartburg
gemaakt. Het museum moet het doen met een minimum aan financiële middelen. Het
draait vooral op de steun van vrijwilligers, die de collectie met veel liefde
onderhouden en tentoonstellen.
BMW ondersteunt het museum niet. Aan dit stukje historie besteedt men geen
aandacht. Alle ogen zijn gericht op München. Concurrent Audi heeft meer gevoel
voor de bakermat van zijn autohistorie. Het merk spendeerde miljoenen om de oude
fabriek in Zwickau, ook in de voormalige DDR, op te knappen en om te vormen tot
een prachtig verzorgd museum. Het is een toeristische trekpleister waar de stad
trots op is. Het August Horch Museum is gemeenschappelijk eigendom van de
gemeente en van het bedrijf. Zowel de vooroorlogse historie van Audi, Horch en
Auto Union krijgt aandacht als het naoorlogse gebruik van de fabriek. Hier werd
tot na de val van de Muur de Trabant gemaakt.
In Eisenach is men jaloers. Waarom volgt BMW dit voorbeeld niet?
2. Het stilzwijgen van de Quandts
Eind 2007 heeft de Duitse
televisie een documentaire uitgezonden over de achtergronden van het
familiekapitaal van de Quandts. Centrale vraag daarin: welke rol speelden
dwangarbeiders en gevangen uit concentratiekampen en hoe onverantwoord waren de
arbeidsomstandigheden in de fabrieken van Quandt bij de productie van
oorlogsmaterieel. Historisch onderzoek toont aan dat het verleden zeker niet
brandschoon is geweest. De familie heeft over de oorlogsperiode altijd het
stilzwijgen bewaard. Schokkend in de documentaire is een vraaggesprek met Sven
Quandt, zoon van BMW-redder Herbert Quandt, die vindt dat het verleden met rust
gelaten moet worden. Voorbij is voorbij, lijkt zijn levensmotto. Hij voelt geen
enkele verantwoordelijkheid om rekenschap te geven over het verleden en over de
rijkdom waar hij dagelijks van geniet. Naar verluidt is de familie ernstig in
verlegenheid gebracht door deze uitlatingen. Als reactie hebben de Quandts een
onderzoek gelast door een historicus naar deze donkere kant van de geschiedenis.
►Bekijk de documentaire
3. Het stilzwijgen doorbroken
SEPTEMBER 2011
In opdracht van de familie heeft historicus Joachim Scholtyseck het verleden van
Günther en Herbert Quandt onderzocht. In een bijna 1200 pagina's omvattende
studie concludeert hij de collaboratie met het nazi-regiem, zodanig zelfs dat
sommige aanklagers spreken van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de
menselijkheid. In de wapenfabrieken werkten 50.000 dwangarbeiders. Per maand
stierven gemiddeld tachtig mensen. Vast staat, dat bij één van de fabrieken
arbeiders werden doodgeschoten als ze niet gehoorzaamden aan de leiding. De
familie heeft verder ondernemingen overgenomen die de nazi's van joodse
medeburgers hadden geconfisqueerd. Zou aan het eind van de oorlog bekend zijn
geweest wat nu boven tafel is gekomen, zouden beiden er niet zo gemakkelijk van
af zijn gekomen, kan uit de studie worden afgeleid. (Günther Quandt werd in 1946
gearresteerd, maar in 1948 vrijgelaten omdat er onvoldoende aanwijzingen waren
dat hij misdaden zou hebben gepleegd.) De familie heeft erkend fout te hebben
gehandeld door de geschiedenis te lang te hebben willen verzwijgen. Het
onderzoek van de professor bevestigt overigens eerder getrokken conclusies over
de dubieuze wijze waarop de Quandt-dynastie zijn vermogen heeft vergaard.
4.
Nederlander aan de top
FEBRUARI 2009
De Nederlandse ontwerper
Adrian van Hooydonk (44) is de nieuwe ontwerpchef van de totale BMW-groep, dus
met inbegrip van de merken Mini en Rolls-Royce. Hij volgt in die functie Chris
Bangle op, die heeft aangegeven zijn creativiteit buiten de autosector te gaan
aanwenden. Van Hooydonk was al het hoofd van de ontwerpafdeling van het merk
BMW. Hij werkte nauw met Bangle samen. Het duo zette de lijnen uit voor een
nieuwe vormgeving voor het Beierse merk, waarbij sommige ontwerpen veel kritiek
te verduren kregen. Niettemin is het spel met holle en bolle vormen van het
staal inmiddels door velen gevolgd.

Anders ist besser - Wendelin Wiedeking - 2006
Barockengel - Ralf Kieselbach - 1996
Bavaria's Driving Machines - Jan Norbye - 1984
BMW Museumkatalog - 2008
BMW Jaarverslag - 2008
Das BMW V8 Buch - Reinhard Lintelmann - 1989
Das BMW Stammwerk München - Caroline Schulenburg en Andreas Hemmerle - 2007
Driven, inside BMW, the most admired car company in the world - David Kiley -
2004
End of the Road, BMW and Rover, a Brand too far - Chris Brady en Andrew Lorenz -
2001
100 Jahre Automobilbau in Eisenach - Michael Stück en Werner Reiche - 1998
Six men who built the Modern Auto Industry - Richard A. Johnson - 2005
The Machine that Changed the World - James P. Womack e.a. - 1990
The Toyota Way - Jeffrey K. Liker - 2003
Die Quandts - Rüdiger Jungbluth - 2002
|