Kijkdag
autoveiling
Amersfoort (NL)
●
Internet-veiling klassieke auto's
●
Zestien oude Rolls-Royces
●
Verschillende exclusieve modellen
●
Restauratie vaak noodzakelijk
februari 2012
Hoe krijgen we 'm gestart?
In aanloop naar een internetveiling van 36 min
of meer klassieke auto's biedt veilinghuis BVA geïnteresseerden de gelegenheid
ze nader onder de loep te nemen. Iets minder dan de helft van het aanbod bestaat uit
naoorlogse modellen van het merk Rolls-Royce. De andere helft is een mengsel van
sportwagens, Amerikanen en ander ongeregeld goed, waaronder enkele typen waarmee
je niet onopgemerkt aan het verkeer kunt deelnemen.
Hoewel we geenszins de intentie hebben een bod op één van de modellen uit te
brengen, neusden we een uurtje rond.
Rolls-Royces tijdens de kijkdag
vooruitlopend op de veiling.
“Vanwege jaren bestaande
immobiliteit binnen een buitenlandse autocollectie start de auto niet”. Het
staat er nogal ingewikkeld in de catalogus van veilinghuis BVA Auctions. Het
boekje behoort bij een serie auto’s van een verzamelaar die het huis onder de
hamer brengt. Het regeltje staat er nogal vaak, bij vrijwel elke Rolls-Royce.
Kennelijk zijn de auto’s opgeslagen geweest en is er niet of nauwelijks mee
gereden. Voor de nieuwe eigenaar is er dus nog wel wat werk te doen. Het is niet
simpel een bod uitbrengen, de auto afhalen, het sleuteltje omdraaien en
wegrijden. Er moet bovendien het nodige papierwerk worden verricht. De meeste
modellen staan niet op Nederlands kenteken.
De helft van de tentoongestelde
modellen was geen Rolls-Royce.
Mankementen
Als het alleen bij het startprobleem blijft, valt het nog mee. Sommige auto’s
hebben meer mankementen. Zo is volgens de veilingmeester bij kavel nummer 8, een
Rolls-Royce Silver Cloud Series 1, ‘een uitgebreide restauratie noodzakelijk’.
Je hoeft beslist geen kenner te zijn voor die conclusie. Het koetswerk vertoont
kale plekken. De roest heeft zich naar boven gewerkt als een mol in een
grasveld. Essentiële delen van de motor zijn aan vervanging toe. De radiator is
lek, de carburateur werkt niet meer en de rotorarm is defect. Een mooi object
voor wie wil klussen en nog een stevige zak geld achter de hand heeft.
Onderdelen voor een oude Rolls-Royce zijn immers niet goedkoop. De minimum
vraagprijs is navenant, 3000 euro. De veiling zal uiteindelijk uitmaken voor
hoeveel de wagen van eigenaar wisselt.
Niet duur in aanschaf, maar
kostbaar vanwege het nodige opknapwerk.
Hier zitten nog heel wat uren in
om 'm weer mooi te krijgen! (foto's BVA-auction).
Roestvorming
De meeste andere Rolls-Royces kosten het tienvoudige. Daarmee is niet gezegd dat
ze smetteloos zijn. Een Silver Wraith met koetswerk van Park Ward uit 1952
(kavel 1) ‘vertoont lokaal roestvorming’ en het linker achterspatbord heeft ‘een
indeuking in de lengterichting’. Ook het houtwerk is zo her en der aan een
grondige restauratiebeurt toe. Wie dat voor lief neemt, krijgt een bijzonder
voertuig, één van de 331 op een kort chassis.
Een 1958-er Silver Wraith van koetswerkbouwer H.J. Mulliner, in het wit maar
vermoedelijk ooit antraciet, is ook niet vrij van roestplekken. Een ander smetje
vormen de moderne koplampen in de armaturen van weleer. Wel praktisch misschien,
maar niet erg fraai. Opvallend is verder de C-stijl die bij een bestelwagen niet
zou misstaan.
Een derde Wraith, zwart met crème, heeft als eigenschap afbladderend lakwerk
rondom. Dat wordt dus opnieuw lakken. Het model is destijds ontworpen en gebouwd
door Hooper. Kenners zien dat meteen aan de vorm van het derde zijruitje, met
een ‘holle’ achterkant.
Op de radiator staat in dit geval een geknielde variant van de Spirit of
Ecstacy.
 |
 |
Een Silver Wraith van Park Ward
met lelijke zwarte ruiten.
Mulliner tekende en bouwde deze
Silver Wraith.
Aan de voorkant zien we moderne
lampen in de behuizing van de grote klassieke koplampen.
Vanuit deze hoek blijkt pas goed
hoe groot de 'C-stijl' is.
De website van de veilingmeester
toont dat de wagen niet geheel smetteloos is (foto's BVA-auctions).
Hooper gaf zijn visitekaartje af
door de vormgeving van het derde zijruitje.
Bij dit model is de Spirit of
Ecstacy, de bekende Rolls-Royce mascotte, geknield.
Asbak
Wie geen zin heeft in een grote opknapbeurt, kijkt uit naar wat beters. Een
donkere Silver Wraith, groen met zwart, eveneens met Hooper-carrosserie, ziet er aan de
buitenkant heel wat beter uit. Je moet wel via een onderdelenmarkt aan een asbak
voor de armleuning achterin zien te komen. Die ontbreekt namelijk. Ook het hout
van het binnenwerk is in slechte staat. Als dat is gemaakt, heb je wel wat
bijzonders. In de boeken staat het model als ontwerp 8455. Onder de motorkap
ligt een zescilinder motor. Op de teller van dit exemplaar staat bijna 35000
mijl. Heel opvallend is de voorkant met dubbele ronde koplampen. Dat hebben we
niet eerder gezien. Dat kan kloppen. Wat speurwerk leert dat deze lampopstelling
geen onderdeel is van het oorspronkelijk ontwerp. De voorzijde is later
gemodificeerd.
Eigenlijk heeft elke Rolls-Royce van deze collectie een korter of langer lijstje
gebreken. Je krijgt niet de indruk dat de verkopende verzamelaar veel liefde
voor zijn auto’s heeft gekoesterd of veel werk heeft gemaakt van een grondige
restauratie.
 |
 |
Nog een Silver Wraith van Hooper
met een niet originele voorzijde.
De achterzijde van de Hooper,
weer met het typische derde zijruitje.
Het interieur van de groen-zwarte
Silver Wraith (foto's: BVA-auction).
Deze Silver Wraith werd door
Freestone & Webb van een koetswerk voorzien.
Opvallend veel witte
Rolls-Royce-modellen bij de veiling.
De Silver Cloud had een standaard
fabriekskoetswerk.
Een verlengde Silver
Cloud van de tweede serie uit 1961.
De derde generatie van de Silver
Cloud is herkenbaar aan de dubbele koplampen.
Twee maal een Corniche
Convertible in Amerikaanse uitvoering. De bumper is niet bepaald elegant.
Originele staat
Het kan ook anders. Een op zich weinig opvallende Mercedes-Benz 220A Cabriolet
ziet er goed uit. De bijna zestig jaar oude auto verkeert nog in originele
staat. Ook technisch is er weinig aan de hand. Minder dan 1300 zijn ervan
gemaakt. Je moet er wel behoorlijk diep voor in de beurs tasten. Het is de
duurste van de 36 met een aanvangsprijs van 65.000 euro. Tien mille minder
vraagt men voor een Jaguar E-type, Serie 1. Deze heeft volgens de catalogus ‘een
indrukwekkende staat’ als gevolg van een zeer grondige restauratie, enkele jaren
geleden. Minstens zo goed onderhouden is een MG TF van 1955. Die kost met 15.000
euro maar een derde van de Jaguar. Is de spaarpot veel minder goed gevuld en wil
je toch klassiek Brits rijden, dan is de MG B een optie. Voor knutselaars is er
een versie van twee mille, voor ruim het dubbele heb een minder bewerkelijk
exemplaar.
Deze Mercedes-Benz is verreweg de
duurste auto van de show.
Een goed opgeknapte Jaguar E-Type
coupé van de eerste generatie.
Voor de kleinere beurs: een MG.
Links een Midget, daarnaast een BGT en rechts een TF 1500.
Jaguar 3,8 Litre Mk II met nog de
originele velgen en banden. De witte zijvlakken zijn in 50 jaar flink verkleurd.
Blocnotes
Het loopt geen storm in de showroom aan de A1 in Amersfoort op de eerste
kijkdag. Er zijn enkele tientallen bezoekers. Sommigen lijken serieus op zoek
naar de auto van hun dromen, anderen komen gewoon even kijken. De eerste groep
is te herkennen aan de blocnotes en de minutieuze blik waarmee ze de
tentoongestelde waar beschouwen. Ze steken hun hoofd onder de motorkap en gaan
op de knieën om de onderzijde te inspecteren. De andere groep gaat
afstandelijker van auto naar auto, af en toe stilstaand bij een opvallend
detail. Een Alvis TA 14 Saloon van 1948 heeft de Spirit of Ecstacy als
radiatormascotte. Een vlag op een modderschuit, hoewel je de Alvis daarmee
tekort doet. Maar de Spirit is misplaatst. Die hoort bij Rolls-Royce als de
Gouden Koets bij ons Koningshuis. Neem de auto gerust, maar haal die mascotte er
af en zet die op je schoorsteenmantel.
Een Alvis met een misplaatste
radiatormascotte van Rolls-Royce.
Pijn
De liefhebber van authentieke klassiekers ziet meer zaken die pijn doen. Een
Silver Cloud met gekleurd vinyl dak dat suggereert dat het een cabrio is,
compleet met drukknopen voor de hoes, is zó fout-Amerikaans dat zowel Charles
Rolls als Henry Royce zich in hun respectievelijke graven zouden omdraaien. Iets
minder erg is het rode vinyl dak van een Phantom. Iets minder…
Het kan echter nog veel erger: een verbouwde Ford Pick-up uit 1936 met een V8
motor van Edelbrock. Goed voor 284 pk, voorzien van een automaat. Er is slechts
één klein mankement, een barst in de linker zijruit. Minstens zo bizar is de
Spartan uit 1993. Twintig jaar lang maakte dit Amerikaanse bedrijf uit San
Marcos (California) het model. Dit is één van de laatste exemplaren. Het
onderstel en de motor zijn van een Nissan 300ZX. Zowel de Ford als de Spartan
staan voor 20.000 euro in de catalogus.
Amerikaanse kitch: drukknoppen
bij een vinyldak om een cabriolet te vijnzen.
Ook deze rode dakbekleding is
weinig smaakvol.
De Rolls-Royce Phantom V met een
carrosserie van Park Ward is van 1961.
Een klassieker die geen
klassieker meer is, een omgebouwde Ford pick-up.
Over smaak valt niet te twisten,
maar je moet er wel van houden, van deze Spartan.
Het interieur van de Spartan
(foto's BVA-auctions).
Je hebt zeker veel bekijks met
zo'n auto.
Televisietoestel
Minder opvallend, maar allerminst alledaags is de Daimler DS420 Vanden Plas
Limousine, als alle modellen van het merk herkenbaar aan de geribbelde grille.
De auto is lang gebouwd, tussen 1968 en 1992. Dit exemplaar is van 1989. Naar
goede Britse traditie is er veel leer en hout gebruikt voor het interieur.
Achterin zien we een houten meubelstuk. Dat is op zich al bijzonder, maar in
deze auto is daarin ook nog eens een televisietoestel verwerkt. De catalogus
geeft alleen niet aan of het zwart-wit of kleuren is. Dat is misschien ook
minder belangrijk dan de opmerking dat bij wielkasten sprake is van beginnende
roestvorming. Dat is oppassen geblazen. Want de minimum vraagprijs van 7000 euro
is niet zo hoog, maar in de toekomst kun je wel zeker zijn van extra uitgaven.
De geribbelde grille kenmerkt de
Daimler.
Hout op het dashboard en
achterin. Het meubel bevat een televisie.
Negen procent
Ruim een week lang kunnen geïnteresseerden hun bod uitbrengen. Dat kan eenvoudig
via internet. Let op, waarschuwt de brochure, want je zit er wel aan vast als je
de hoogste bieder bent. Naast de kosten voor de auto betaal je belasting en een
vergoeding voor de verkoper. De marktmeester vraagt negen procent. Het boekje
geeft met een rekenvoorbeeld aan wat je kwijt bent. Met de factuur in de hand
krijg je op de afhaaldag je nieuwe bezit mee. Dan beginnen auto en eigenaar aan
een nieuwe relatie. Die begint met een eenvoudige vraag: hoe krijgen we ‘m
gestart?
■
Een prachtig opgeknapte Pontiac
Safari Wagon.
Catalina was de uitvoering, in
mooie letters op de achterspatborden neergeschreven.
De achterdeuren werden
overgenomen van de sedan.
Typische elementen van eind jaren
vijftig.
Extreme vinnen bij de Cadillac
van 1959.
Tweemaal Maserati, een Kyalami en
Quattroporte.
Voor de deur staat als
aandachttrekker een Marcos coupé.
Nu nog op de parkeerplaats,
straks als klassieker tijdens veilingen te koop, de Audi R8.
De belangstelling voor de
aangeboden waar bleek niet erg groot. Bij het sluiten van de internetveiling
was op slechts drie van de zestien Rolls-Royces geboden: op de rode Phantom
drie keer, op de verroeste Silver Cloud twee keer en op de donkere Corniche
één keer. Ook voor de overige auto's konden maar weinig mensen warm lopen.
Een Ford A, twee MGB's en een Porsche waren nog het populairst met elk zes
biedingen.
|