Audi
Forums
Ingolstadt en Neckarsulm (D)
●
Speciale Lamborghini-tentoonstelling
●
Dineren in het Avus-restaurant
●
De laatste Horch als bezienswaardigheid
●
Klassieke NSU-modellen
●
Vraagtekens bij de laatste Horch
april 2011
Sfeervol tafelen,
glimmende bolides en een wrak
Een tijdelijke expositie van experimentele
Lamborghini’s, een bijzondere aanwinst in het Museum mobile, actuele modellen en
opnieuw het gevoel ondergaan dat de Duitse topmerken met hun klantencentra
willen creëren. Op weg naar en terug van musea in Zuid-Duitsland worden rustpauzes bij de
Audi Forums in Ingolstadt en Neckarsulm een belevenis.
Audi Forum
Ingolstadt
Het eten is er heerlijk. De
aankleding sfeervol. Restaurant Avus probeert het de gasten naar de zin te
maken. Avus is onderdeel van het Audi Forum, het relatiecentrum bij het
hoofdkantoor in Ingolstadt. Alles moet kwaliteit en gastvrijheid uitstralen,
passend bij de eigenschappen die de Volkswagendochter aan zijn auto’s meegeeft.
Over elk detail is nagedacht zonder dat het opvalt. De naam van het restaurant
is afgeleid van het voormalige racecircuit van Berlijn waar Auto Union in de
jaren dertig furore maakte met zijn moderne racewagens, geconstrueerd door de
befaamde ontwerper Ferdinand Porsche. Bij de ingang staat een studiemodel, de
Avus uit 1991. Het is inmiddels twintig jaar oud, maar ziet er nog altijd
futuristisch uit. Let verder ook eens op de verlichting van het restaurant. Heel
subtiel is hierin het beeldmerk van Audi verwerkt, de vier in elkaar vervlochten
ringen. Als je van de eerste verdieping naar beneden kijkt, blijkt ook de
barverlichting in stijl.
 |
 |
Restaurant Avus in het Audi Forum
met een toepasselijke auto bij de deur.
In de verlichtingsarmaturen komen
de vier ringen van Audi terug.
Gebouw Markt und Kunde met glazen
gevel en dak; 's avonds sfeervol verlicht.
De restaurants vormen al tien
jaar een belangrijk onderdeel van het Audi Forum.
Onvolkomenheid
Gasten kijken uit over een groot plein. Aan de overzijde ligt gebouw Markt
und Kunde met geheel glazen gevel en dak. Er zijn kantoren en een grote
showroom. Als de avond valt, wordt het licht gedempt, maar blijft de
dagrijverlichting van de auto’s branden. Het idee is simpel, het effect
verrassend. Perfectie lijkt hier in het Forum de maatstaf. Toch is er een
opvallende en onvermijdelijke onvolkomenheid. Af en toe trilt de vloer, zoals in
grote steden als je boven een metrolijn zit. Hier rijdt echter geen
ondergrondse. De trillingen komen van de overkant, van het Presswerk. Machines
persen er met een kracht van vele tonnen auto-onderdelen. Dat gaat ook ’s avonds
door. Zonder onderdelen geen nieuwe auto’s, geen inkomsten en geen
relatiecentrum met culinaire uitgaansmogelijkheden. Het trillen hoort bij het
eten als de vier ringen bij Audi.
Het aflevercentrum waar rijders
hun nieuwe auto komen ophalen.
De showroom op de begane grond
van het imposante Markt und Kunde.
Veel ruimte voor weinig auto's,
maar wel de meest luxe topmodellen.
Audi presenteert het hele gamma,
van de kleine A1 tot en met de nieuwste versie van de luxe A8.
De R8 Spyder met een 5,2 liter
motor is een zuivere blikvanger.
Latijn
Het diner bij Avus is een mooie afronding van een kort maar interessant bezoek.
Reden om nogmaals Ingolstadt aan te doen, is een tijdelijke tentoonstelling in
het fabrieksmuseum Museum mobile (met de klemtoon op de o en een dubbele ee-klank
aan het eind, alsof het Latijns is. Per slot van rekening is Audi ook Latijns).
Deze maand staat Lamborghini in de schijnwerper, het Italiaanse sportwagenmerk
dat binnen het Volkswagenconcern onderdeel uitmaakt van de Audi-tak. Vanuit
verschillende collecties zijn twee handen vol unieke auto’s bij elkaar gebracht.
Het zijn conceptcars en prototypen. Stuk voor stuk hebben ze een nog
grotere wow-factor dan de seriemodellen. Topontwerpers hebben zich hierop
uitgeleefd, dat is wel duidelijk. De auto’s staan in halve cirkels op een
verlichte vloer, kunstig beschenen om het mystieke karakter te accentueren.
Beeldschermen presenteren bijbehorende achtergrondinformatie. Zo leren we dat
het klassieke model aan het begin de 400GT uit 1966 is, ontworpen als racewagen
om het Ferrari moeilijk te maken op het circuit van Le Mans. Tot een tweestrijd
is het echter nooit gekomen. Een Spanjaard kocht de auto om er gewoon mee te
rijden. In 1996 werd de auto herontdekt en in de originele staat teruggebracht.
De voorkant heeft Ferrari-trekjes, de achterkant is tamelijk anoniem.
 |
Het Museum mobile is Audi's
driedimensionale geschiedenisboek.
In april 2011 is er een
tijdelijke expositie van conceptcars en prototypen van Lamborghini.
Lamborghini 400GT uit 1966,
ontworpen als racewagen maar nooit op het circuit terechtgekomen.
Bij de Concept S loopt de
carrosserie tussen de twee zitplaatsen door.
Gescheiden
Uit 2005 stamt de Concept S, een Lamborghini met stijlelementen zoals we die van
de laatste jaren kennen. De stoelopstelling is nogal afwijkend. Chauffeur en
bijrijder zijn van elkaar gescheiden doordat de carrosserie tussen hen
doorloopt. In plaats van een voorruit over de volle breedte zijn er twee kleine
raampjes. Lamborghini’s eigen ontwerpstudio creëerde dit showmodel. Leuk, maar
niet voor de verkoop.
Tien jaar eerder presenteerde Italdesign, het huis van meesterstilist Giugiaro,
de Calà. Onder de motorkap zitten tien cilinders. De 400 pk zijn goed voor een
top van 291 km/u. Bedoeld als opvolger van de Jalpa kwam het niet verder dan dit
ene prototype. Lamborghini maakte moeilijke tijden door, wisselde een paar maal
van eigenaar en verving daardoor de Jalpa eenvoudigweg niet. Ook ontwerper
Marcello Gandini moest een teleurstelling verwerken. Zijn voorstel voor de
vervanger van de Countach haalde het evenmin.
Giugiaro ontwierp in 1995 de Calà. Het
bleef bij een prototype.
Links de P147 Acosta van 1997,
rechts Gandini's afgewezen Countach-opvolger P132 uit 1986.
De Lamborghini P147 van Zagato
(1997)
werd ook afgekeurd voor de productie.
Streep
Nog meer treurnis rondom de glanzende bolides: Zagato mocht zijn gedachten laten
gaan over een vervanger van de Diablo en kwam met de Canto. Eigenheid,
agressiviteit en sportiviteit kan het ontwerp niet worden ontzegd. Toch bleef
het bij dit proefmodel. Audi’s topman Ferdinand Piëch zette een streep door het
project. Hij stelde hogere eisen en wilde wat anders.
De expositie toont ook exclusieve versies van de beroemde Miura en Diablo. De
laatste staat hier als cabriolet, wederom een prototype.
Het minst bijzonder van alle modellen is nog de door Versace aangeklede
Murcièlago, een variant van het seriemodel. De hand van de meester is herkenbaar
aan zijn motiefje op de deuren en in de bekleding.
Een aantal ontwerpen in schaal 1 op 5 maakt de tentoonstelling compleet.
Links de Miura (1969) en rechts de
Countach LP400 (1974), twee van de bekendste Lamborghini's.
De open variant van de Diablo
(1992)
werd niet in serieproductie genomen.
Versace kleedde deze Murcièlago
aan; verder is het een 'gewone' Lamborghini.
Schaalmodellen 1:5 vulden de
tentoonstelling verder aan.
Zo dachten gerenommeerde
ontwerpers dat een Lamborghini er ook uit zou kunnen zien.
Rechts een voorstel voor de
herintroductie van de vierpersoons Espada.
Roest
Een verdieping hoger worden de begrippen uniek en exclusief op geheel andere
wijze ingevuld. Geen glimmende lak, geen perfectie, geen meesterwerk van
stilisten en al helemaal geen adrenalineverhogende aantrekkingskracht. In plaats
daarvan roest, ontbrekende onderdelen en een aangevreten interieur. Toch is het
een museumstuk: de allerlaatste Horch. In 1953 bouwden medewerkers van de
testafdeling van DKW voor Auto Union-chef dr. Richard Bruhn een nieuwe auto.
Basis was een vooroorlogse Horch 830BL Pullman (V8, 3823cc, 92 pk, 125 km/u).
Alle carrosseriedelen werden met de hand gemaakt. Ondanks het unieke karakter
werd de wagen na drie jaar aan een Amerikaanse militair verkocht. Hij nam hem
mee naar huis. Met een kapotte versnellingsbak was het ding spoedig rijp voor de
sloop. Verzamelaar Al Wilson verhinderde de vernietiging. Iets zei hem dat het
een bijzonderheid was, zonder zich er verder veel om te bekommeren. Veertig jaar
lang was een Texaanse woestijn zijn parkeerplaats. Wilsons zonen zochten
uiteindelijk contact met de historische afdeling van Audi. Die had interesse en
kocht de ‘sloopwagen’. In 2008 kwam hij terug in de moederschoot. Er zijn
plannen de auto te restaureren. Eigenlijk jammer, want dat wist de sporen van
deze bizarre geschiedenis voor altijd weg. Juist de lelijkheid maakt ‘m zo mooi.
In de museumwinkel is voor 49 euro een schaalmodel te koop, inclusief
nagebootste roestplekken.
 |
 |
De laatste Horch, althans wat er
van over is gebleven.
►grotere foto's
Veertig jaar woestijn hebben het
uiterlijk behoorlijk aangetast.
Op weg naar Ingolstadt.
(Foto's uit de film Der Letzte Horch).
De Horch in Texas (links) en een
foto zoals de auto er vroeger uitzag (foto's Audi).
Links de overhandiging van de
wagen aan de directeur van Auto Union voor zijn 67e verjaardag (foto's Audi).
Links het schaalmodel 1:43 van de
Horch in de huidige toestand (rechts).
Pareltjes
Wie toch in het Museum mobile is, laat de andere auto’s natuurlijk niet links
liggen. We kennen de collectie van eerdere bezoeken, maar het is altijd een
feest hier te zijn. Audi’s fabrieksmuseum is niet overdreven groot, maar tot in
de puntjes verzorgd. Het is een ontmoeting met de pareltjes uit de historie van
de vijf merken – DKW, Audi, Horch, Wanderer en NSU – met als kroonjuwelen de
modellen van Horch met acht en twaalf cilinders. Op de bovenste verdieping
draait het om de vooroorlogse periode. De etage eronder gaat over het tijdvak na
de wederopstanding van Auto Union in West-Duitsland in 1949. Grote banieren
geven sfeerbeelden uit die tijd kunstzinnig vorm. In speciale kastjes ligt de
bijbehorende documentatie. Spectaculair blijft het immer bewegende paternoster
met veertien prototypen. Met dit alles als voorgerecht smaakt het eten in Avus
extra lekker.
Grote verschillen binnen Auto
Union: een luxe Horch 8 uit 1927 naast een eenvoudige DKW F1 van 1932.
Een vroege Audi-motor, uit
Zwickau: geen twijfel mogelijk.
Links een Wanderer 10 uit 1928,
rechts een W40 uit 1936.
Links de gestroomlijnde DKW
Schwebeklasse uit 1936, rechts de traditionelere F5 uit 1937.
Vergelijk de koetswerken van de Audi UW
uit 1933...
...en de veel gestroomlijnder 920 uit 1939.
Luxe Horch achtcilinders staan in
vitrines als waren het de kroonjuwelen van de collectie.
Horch maakte ook enkele twaalfcilinder-modellen.
Autosport is sinds jaar en dag
met Auto Union en Audi verbonden.
Een na-oorlogse DKW in exclusieve
cabriolet-uitvoering.
In kastjes liggen originele
brochures van destijds.
Het immer bewegende paternoster
met prototypen.
Conceptcar Pikes Peak quattro.
►meer foto's van de collectie van het Museum mobile in de
andere reisverslagen
Audi Forum
Neckarsulm
 |
Twee dagen later bekijken we opnieuw historische modellen uit de
fabriekscollectie. Het zijn dit keer allemaal NSU’s. Ze staan in het andere Audi
Forum, in Neckarsulm. Het is een mooie tussenstop op de route tussen twee musea.
Geen diner deze keer, maar een kopje koffie en een broodje. Het is begin van de
middag. De NSU’s verwijzen naar de tijd dat ze hier werden gemaakt. Dat was
voordat Audi in 1969 als fusiepartner in beeld kwam. Na het samengaan was het
voor de meeste modellen snel afgelopen. De laatste NSU kwam in 1977 van de band.
De fabrieken en NSU’s befaamde slagzin Vorsprung durch Technik waren vanaf dat
moment volledig verbonden met de merknaam Audi. Zeker hier in Neckarsulm –
waarvan de naam NSU is afgeleid – houdt men de voorvaderen in ere. NSU bouwde
auto’s van 1906 tot aan de jaren dertig en daarna weer vanaf eind jaren vijftig.
Uit de beginjaren zijn niet veel auto’s overgebleven. De kleine expositie op de
tweede verdieping van het Forum geeft een aardig inzicht in de diversiteit.
Behalve auto’s staan er klassieke fietsen, bromfietsen, scooters en
motorfietsen. Met de rare sigaarvormige tweewieler werd in 1954 de
recordsnelheid van 217 km/u gereden. Ga er maar aanstaan. Of beter: ga er maar
bij liggen.
 |
 |
NSU werd groot met al dan niet
gemotoriseerde tweewielers...
...van kleine racers tot
alledaagse brommers en scooters.
In 1906 begon NSU ook met het
maken van auto's. Dat duurde tot eind jaren twintig.
De NSU 5/15 PS van 1914 haalde
een
topsnelheid van 60 km/u.
Zoals veel auto's in die tijd
zijn radiator en koplampen van messing.
Echt elegant kan je de wagen niet
noemen.
De NSU 5/40 PS met Kompressor.
De auto haalde een top van 125 km/u, in 1924!
NSU 5/25 PS uit 1927. Het
rempedaal zat rechts, het gas in het midden!
NSU 6/30 PS uit 1928.
Dit is één van de
laatste vooroorlogse NSU's.
Links: met een motor van 125cc
haalde deze tweewieler in 1955 217 km/u.
De eerste in serie gemaakte auto
met Wankelmotor, de NSU Spider.
Het eenvoudige dashboard past bij
het tijdsbeeld.
Audi nam de slagzin van NSU maar
wat graag over en gebruikt deze nog steeds.
De NSU TT had zeker sportieve
aspiraties. De motorkap werd open gezet voor extra koeling.
De eerste
naoorlogse NSU-personenwagen: de Prinz.
De allerlaatste NSU, de Ro 80 met
het logo van de Wankelmotor op de deur.
Exclusive
Intussen halen op de begane grond klanten hun nieuwe Audi op. Op zaterdagmiddag
is het opvallend rustig. In de showroom bekijken geïnteresseerden de nieuwste
modellen. Ze staan ruim opgesteld. De afdeling Audi exclusive op de
eerste verdieping toont het aanbod van buitensporige uitvoeringen in opvallende
kleuren. Hier kun je een auto bestellen die precies past bij al je wensen. Niets
lijkt te gek. De auto’s zakken figuurlijk gesproken bijna door de wielen vanwege
de vele accessoires. Prijslijsten geven fijntjes aan wat extravagantie kost.
Voor de Audi A8, verkrijgbaar vanaf 90.900 euro, betaal je in de getoonde
uitvoering 161.655 euro. Dan heb je wel dubbel glas, een versnellingshandel in
pianolak, een automatische deuropener voor je garage, een B&O-geluidsinstallatie
en de mogelijkheid achterin televisie te kijken.
Voor wie een echte toch net iets te begrotelijk is, biedt de cadeauwinkel een
alternatief in klein formaat. Liefhebbers van de historie kopen een boek om
thuis hun hart nog eens op te halen. Of een DVD. Één ervan bevat een film van
nauwelijks acht minuten. Het is toch een interessante aanbieding. De film gaat
niet over glanzende bolides of snelle racewagens. Het onderwerp is een wrak.
De titel: Der letzte Horch. Verkocht!
■
 |
Op drie niveaus presenteert Audi
heden en verleden.
Een verchroomde Audi R8 is
onderdeel van een kunstobject.
De R8 is op zichzelf al bijna een
kunstwerk.
Bij Audi krijg je de hartkloppingen
erbij, volgens de advertentietekst.
Nieuwe modellen op de begane
grond en de afdeling exclusive op de eerste etage.
De showroom van exclusieve
uitvoeringen.
Een A7 in een opvallende kleur.
Links een R8 Spyder, rechts een
A8 beladen met extra's.
Het jongste snelheidsmonster, de
RS3. Deze versies worden in Neckarsulm gemaakt.
Der letzte Horch?
Audi spreekt in alle uitingen wel over 'Der letzte Horch', de allerlaatste
Horch, maar is die bewering wel echt helemaal hard te maken? De in 1953 op basis
van de vooroorlogse 830BL voor Doktor Bruhn gemaakte Horch is inderdaad de
laatste als je ervan uitgaat dat Auto Union in West-Duitsland de rechtsopvolger
was van het vooroorlogse bedrijf. Maar de Duitse werkelijkheid na de capitulatie
was ingewikkelder. De fabrieken van Auto Union lagen in de Oostzone, de latere
Deutsche Demokratische Republik. Al snel na het afkondigen van de vrede
werd onder communistische regie de autoproductie hervat. Het bedrijf wordt
meestal aangeduid met AWZ, Automobil Werk Zwickau. Dat gebruikte echter
aanvankelijk de naam Horch voor vrachtwagens. In 1954 (een jaar na de auto van
Bruhn dus) presenteerde het staatsbedrijf een luxe wagen voor de partijelite, de
P240. Een jaar later ging de auto in productie. Er werden slechts kleine series
gemaakt. De auto was voorzien van het Horch-logo en de radiatormascotte die we
kennen van de vooroorlogse modellen. In het EFA-museum staat een mooi bewaard
exemplaar hiervan (zie foto's). In 1958 werden de voormalige fabrieken van Audi
en Horch in de DDR samengevoegd en werd de merknaam Sachsenring ingevoerd. De
P240 kreeg het beeldmerk daarvan, zoals te zien is in het August Horch Museum in
Zwickau.
Het is onduidelijk of de Oost-Duitsers juridisch gesproken recht hadden om de
naam Horch te gebruiken. Ze deden het echter wel. Daarmee is in elk geval de
aanduiding 'laatste Horch' discutabel.
 |
 |
Voor de P240 gebruikten de
Oost-Duitsers beeldmerk en mascotte van Horch.
De auto werd in 1954
gepresenteerd en vanaf 1955 in kleine aantallen geproduceerd.
De P240 in Zwickau heeft duidelijk
het Sachsenring-beeldmerk op de neus.
 |
Erleben
Sie Audi
Bezoek aan het Audi Forum bij de fabriek
in Ingolstadt, met inbegrip
van een fabrieks-
rondleiding en bezichtiging van het Museummobile.
november 2003 |
 |
 |
Eeuwfeest met vier ringen
Bezoek aan het Audi Forum Neckarsulm
en
bezichtiging van de fabriek
(vroeger NSU),
met
aansluitend een
rondgang door het NSU-museum.
oktober 2006 |
 |
 |
Oude NSU's als boodschappers van een missie
Bezoek aan een bijzonder automuseum
in Altlußheim,
waar de oprichter en eigenaar een
missie heeft die
hij met
NSU's en andere auto's invult.
november 2008 - aanvulling november 2011 |
 |
 |
De magie duurt voort
Een hernieuwd treffen in Ingolstadt als hart
van
de Audi-wereld,
met bezoek aan
klantencentrum,
museum en fabriek.
november 2008
|
 |
 |
In weerwil van de crisis
Een bezoek aan Audi en
Mercedes-Benz
om te peilen in hoeverre de
economische
crisis
zijn weerslag vindt in de autowereld.
oktober 2009
- laatste aanvulling maart 2011
|
 |
|