Audi
Forum en
MuseumMobile
Ingolstadt (D)
●
Geschiedenis van Horch en Audi
●
Het Forum als relatiecentrum van Audi
●
Afleveren van nieuwe auto's
●
Automuseum Museum mobile
●
Fabrieksbezoek
november 2003
Erleben Sie Audi
Om de uitstraling als topmerk te versterken en het merkgevoel te vergroten,
heeft Audi naast de fabriek in het Zuid-Duitse Ingolstadt een multifunctioneel
centrum ingericht, het Audi Forum. Klanten kunnen er hun nieuwe auto ophalen,
geïnteresseerden de fabriek bezoeken en voor liefhebbers is er het Museum mobile
dat je terugvoert naar de voorvaderen van de hedendaagse modellen.
Compleet met
een restaurant neemt het Forum de bezoeker figuurlijk aan de hand
om binnen te
treden in de wereld van Audi en het gevoel met anderen te delen.
 |
Wie Turijn zegt, zegt Fiat en omgekeerd. Wolfsburg zou als stad letterlijk niet
hebben bestaan zonder Volkswagen. Mladá Boleslav in Tsjechië is onlosmakelijk
verbonden met Škoda zoals Sochaux dat met Peugeot is. De universiteitsplaats Ingolstadt in Beieren, noordelijk van München, is wat de
industrie betreft bovenal Audi-stad. Toch is er historisch gezien een groot
verschil. De andere genoemde steden speelden een vooraanstaande rol bij de
opkomst en groei van de automerken. Bij Fiat is de geboorteplaats Turijn zelfs
vereeuwigd in de naam (Fiat is een afkorting van Fabbrica Italiana di Automobili
Torino). De wortels van Audi liggen echter helemaal niet in Ingolstadt maar in
Zwickau in de deelstaat Saksen. Ingolstadt kwam als fabrieksstad pas in beeld
ruim vijftig jaar nadat de grondlegger van het merk zijn eerste auto maakte.
Bovendien herrees Audi pas in 1965 uit het vooroorlogse graf. Om het nog
ingewikkelder te maken: het Museum mobile gaat eigenlijk over de historie van
vijf automerken, waarvan Audi er één is. Een klein stukje geschiedenis.
1. Geschiedenis van Audi
In 1899 begint machinebouw-ingenieur August Horch (1868-1951) in Keulen auto’s
te maken die zijn naam dragen. Vijf jaar later verhuist de onderneming naar
Zwickau. Zoals vaker in de autogeschiedenis ontstaan binnen de directie
verschillen van inzicht over de te volgen strategie. De autobouwer en zijn
financiers denken anders over de toekomst. Technici en commerciëlen hebben het
vaak moeilijk met elkaar. (Een bekend voorbeeld is Henry Ford, die de directies
van de Detroit Automobile Company en de Henry Ford Company versleet voordat hij
in 1903 zijn eigen Ford Motor Company oprichtte.) Horch slaat in 1909 de deur van het bedrijf met een klap achter zich dicht en
begint een nieuwe autofabriek. De modellen mogen echter niet zijn naam dragen.
Hij vertaalt die daarom in het Latijn en zo ontstaat ‘Audi’. Dan gaat hij de
strijd aan met zijn vroegere compagnons, niet wetend dat de ondernemingen jaren
later weer in elkaars armen worden gedreven.
 |
 |
Links August Horch, rechts zijn eerste voertuig.
Auto Union In het door de zware economische crisis geteisterde Duitsland besluiten in 1932
vier autofabrieken hun krachten te bundelen. DKW, Audi en Horch fuseren, nemen
de autodivisie van het bedrijf Wanderer over en gaan onder de nieuwe paraplunaam
Auto Union verder. Vier met elkaar verbonden ringen symboliseren de
samenwerking. Ze zijn vandaag de dag nog terug te vinden in het beeldmerk van
Audi. Elk merk legt zich toe op een deel van de markt. DKW maakt de eenvoudigste
modellen, Horch de duurste. De Tweede Wereldoorlog gooit Europa overhoop. De bevrijdingsmachten verdelen in
1945 het overwonnen Duitsland. Het Westerse deel kan zich ontwikkelen tot een
vrije democratie en markteconomie. De Sovjets houden de macht in het Oosten – op
afstand – in handen. Duitsland wordt opgedeeld in twee landen, de Bundesrepublik
en de DDR. De productiefaciliteiten van Auto Union liggen in de Sovjetzone. Als onderdeel
van het strakke regime van de centraal geleide economie wordt de autoproductie
relatief snel opgepakt na herstel van de verwoeste fabrieken. Als overal in
Europa, begint men met het maken van vooroorlogse modellen. Waar eerst DKW’s
ontstonden, rollen nu IFA’s uit de fabriek.
Ingolstadt In het Westen pakt Auto Union vier jaar na de oorlog de draad voorzichtig weer
op. De basis voor de nieuwe bedrijvigheid is het onderdelenmagazijn in
Ingolstadt. In deze plaats komt de hoofdzetel van de nieuwe firma, fabrikant van
DKW’s. Horch, Wanderer en Audi zijn met het uitbreken van de oorlog een stille
dood gestorven. Alleen de merknaam DKW resteert, al krijgen de luxere modellen
de aanduiding Auto Union. Net als in het Oostblok wordt de ontwikkeling
voortgezet van het prototype dat in 1940 voortijdig aan zijn einde kwam. De DKW
F89 en IFA F9 van begin jaren vijftig lijken dan ook sprekend op
elkaar (zie hieronder). De productie vindt de eerste jaren plaats in Düsseldorf. Pas in 1958
bouwt men in Ingolstadt een nieuwe fabriek voor het maken van de DKW Junior. In
datzelfde jaar lijft Daimler-Benz het bedrijf in om het in 1964 aan Volkswagen
door te verkopen.
 |
 |
Uit het vooroorlogse prototype voor een nieuwe DKW ontstaat in Oost-Duitsland de
IFA F9.
In West-Duitsland ontwikkelt men de
DKW F89 Meisterklasse. Rechts de verbeterde versie, de Sonderklasse.
Viertakt DKW is ten tijde van het Duitse Wirtschafswunder synoniem voor pruttelende en
walmende tweetakten, eerst in combinatie met twee cilinders, later met eentje
méér. Als dit concept medio jaren zestig verouderd blijkt, besluit men over te
stappen op viertakt motoren. (Op ongeveer hetzelfde moment gebeurt dat ook in
Zweden bij Saab. In de DDR houdt men echter nog jaren vast aan de tweetakt in de
Wartburg en Trabant.) Deze technische ingreep wordt gemarkeerd met het afscheid van DKW en de
herintroductie van het merk Audi. August Horchs geesteskind is na een kwart eeuw
opnieuw tot leven gewekt. (Peugeot herhaalde deze ‘truc’ later met Talbot,
zonder succes overigens, en DaimlerChrysler blies onlangs het stof van de
historische naam Maybach.) Het koetswerk van de eerste nieuwe Audi, nog zonder verdere typeaanduiding,
lijkt sterk op dat van de laatste DKW, de F102. Alleen hebben de ronde koplampen
plaats gemaakt voor rechthoekige en zijn de richtingaanwijzers boven op het
spatbord naar een plaats boven de bumper verhuisd.
►
Alle naoorlogse DKW's, productiejaren en -aantallen
Rechts:
Brochure uit 1965
waarin het
'nieuwe merk'
werd
aangekondigd. |
 |
Audi-NSU
In 1969 koopt Volkswagen de autofabriek van NSU op en laat die samensmelten met
Audi. Nog drie jaar lang blijven de kleine NSU’s, met de motor achterin, in
productie. De technisch geavanceerde maar kwalitatief slechte Ro-80 met
zogeheten Wankelmotor houdt het tot 1977 uit. Dan ondergaat het merk hetzelfde
lot als DKW en verdwijnt. De door NSU ontwikkelde K70 heeft als Volkswagen in de
showroom gestaan. Audi krijgt binnen het concern stapje voor stapje meer ruimte om zich als een
merk met een eigen identiteit te ontwikkelen. De latere VW-concernchef Ferdinand
Piëch voert daartoe als Audi-baas een harde interne strijd. De leiding van
Volkswagen is bang dat Audi het moedermerk zal overvleugelen. Met een aantal
vindingen uit de eigen ontwikkelafdeling in Ingolstadt mag Audi pas pronken als
ze eerst in een Volkswagen zijn toegepast. Dat beleid verandert in de jaren
tachtig. Met technische hoogstandjes, moderne modellen en superieure kwaliteit
verwerft de erfgenaam van Auto Union zich een eigen plaats op de (wereld)markt.
 |
 |
De fabriek in Ingolstadt met aan de
rand het Forum met onder meer het ronde Museum mobile.
2.
Audi-Forum
Terug naar 2003. Om de positionering als topmerk te versterken, investeerde Audi
enkele jaren geleden 170 miljoen Mark (85 miljoen euro) in het Audi Forum,
onderdeel van het historische fabriekscomplex. Aan een groot plein liggen
hoofdkantoor, een dienstencentrum met bank en reisbureau, het klantencentrum,
een restaurant en het automuseum. Zakenrelaties, medewerkers, berijders,
bezoekers en liefhebbers zijn er van harte welkom om het Audi-gevoel te
ondergaan. Erleben Sie Audi staat er boven het eerste hoofdstukje in de speciale
brochure. Dit is niet zomaar een automerk, schreeuwt het Forum de bezoeker
geluidloos toe. Alles is in stijl. De ‘hangar’-vormgeving van het klantencentrum
met halfronde dak en glazen pui is onderdeel van de huisstijl. Showrooms van het
merk moeten er hetzelfde uitzien zodat ze direct herkend kunnen worden. Bij het klantencentrum kunnen kopers hun nieuwe auto zelf bij de fabriek komen
ophalen. Ook als dat symbolisch is, zoals bij de A6 en A8 die elders worden
gemaakt. Het begrip ophalen is te platvloers. In ontvangst nemen is al beter,
maar raakt de kern evenmin. Het gaat om de markering van het begin van een
duurzame relatie die een belangrijk deel van je leven uitmaakt. Een
vooraanstaand moment. Dat gevoel wil de Fahrzeugauslieferung althans
bewerkstelligen.
 |
 |
Het klantencentrum is modern van
ontwerp met van binnen een imposante ruime centrale hal.
De taxi brengt de klanten naar het
centrum waar ze hun nieuwe auto kunnen ophalen.
De hal van de Fahrzeugauslieferung
is gebouwd volgend het hangarmodel, net als de showrooms van het merk.
Taxi’s De gelukkigen komen aan met speciale Audi-taxi’s in de bekende fletsgele Duitse
taxikleur. Op grote schermen in het complex is te zien wie wanneer aan de beurt
is. Spoorwegen en luchtvaartmaatschappijen moeten wel jaloers zijn op de
punctualiteit van het schema. Op de speciale, geluidwerende gitzwarte vloer
wordt je mobiele levensgezel voorgereden waarna de persoonlijke instructie
volgt. Een serie nieuwe autolevens op een rij. Ieder kwartier weer. Elke werkdag
in totaal zo’n 250. In de donkere maanden als de avond vroeg valt, is men de
nieuwe eigenaar uiteraard behulpzaam met het loodsen van het zojuist verworven
bezit naar de openbare weg. De route over het grote plein is met schijnwerpers
in de grond aangegeven. Tussen de lampjes blijven rijden en het komt goed. Nuchter geredeneerd is het knap ongemakkelijk om je auto bij de fabriek in
plaats van bij de plaatselijke dealer op te halen. Maar nuchterheid geldt hier
niet. Aan de afgeleverde auto’s is het te zien. Gewone standaarduitvoeringen
zonder lichtmetalen velgen zijn er niet of nauwelijks. In de showroom op de
eerste etage staat een A8 die dit nog eens illustreert. De basisprijs van 75.000
euro is al niet mis, maar de wagen is behangen met extra’s voor nog eens
datzelfde bedrag. De speciale lederen binnenkant staat voor vijftien mille op de
specificatielijst.
 |
 |
Speciaal aangeklede Audi's, precies
zoals de klant dat wil.
Anderhalve ton kost deze A8, waarvan de helft voor alle accessoires.
3.
Museum mobile
Het markantste bouwwerk van het Forum is het
Museum mobile, het huis van de
historische collectie die de familiegeschiedenis weerspiegelt. Het in december
2000 geopende ronde gebouw is opgetrokken uit staal en glas, 23 meter hoog en
beslaat vier etages. Architectuur en materiaalkeus laten er geen misverstand
over bestaan: dit mocht wat kosten. Voor twee euro mag je de autotempel
betreden. In het eerste jaar na opening deden al een kwart miljoen mensen dat.
Het museum toont modellen van de vier merken van
Auto Union en NSU. Dat zijn vooral auto’s, maar ook motorfietsen. Voor de oorlog
is DKW immers een tijd lang ’s wereld grootste motorfietsenfabrikant. Een
chronologische rondleiding begint op de bovenste etage, die de periode tot en
met de Tweede Wereldoorlog bestrijkt. De auto’s illustreren zowel de eenvoud als
de overdadige rijkdom die de jaren dertig karakteriseren. Naast de eenvoudige
DKW staan de topmodellen van Horch. Ze staan veilig en uitdagend achter glas, de
kroonjuwelen van de Horch-dynastie, het chroom glinsterend in het licht van de
schijnwerpers. In strak gelijnde houten kastjes, op verschillende plaatsen in het museum,
liggen originele folders uit de betrokken periode. Wie meer wil weten, kan
gratis ansichtkaarten met achtergrondinformatie meenemen.
 |
 |
Het museum werd in 2000 geopend en
is het markantste gebouw van het Forum.
Eén van de eerste modellen van Horch
uit 1903 (links), daarnaast een Audi Alpensieger 1912.
Horch Zwickau Pullman 1930 en DKW F1
1932: twee uitersten van de jaren dertig.
Luxe acht- en twaalfcilinders achter
glas: de kroonjuwelen van de collectie.
Auto Union kent een rijke
racehistorie: het type C uit 1939 en de stroomlijnwagen van twee jaar eerder.
Tweetakten
Eén verdieping afdalend komt de bezoeker in het tijdvak vanaf 1949. Bij het zien
van de ronde DKW’s herinneren mensen van boven de veertig zich uit hun
jeugdjaren het geluid van de tweetaktmotoren. Toch is al weer bijna vier
decennia viertakt de norm in Ingolstadt. Alle modellen verkeren in perfecte
staat. De eerste naoorlogse Audi staat er. En het model dat het ‘nieuwe’ merk
definitief op de kaart zette, de 100. In het geheim, tegen de zin van
Volkswagen, werd dit model ontwikkeld. Naast de auto klinkt uit de luidsprekers
een hoorspel terwijl op de wanden silhouetten van twee mannen worden
geprojecteerd. Audi-baas Leiding ontmoet VW-topman Nordhoff en toont hem
onverwacht het werk van de ontwikkelafdeling, onder het mom dat hij wat
wijzigingen aan het bestaande model wil laten zien. De spanning is voelbaar. Dit
is een onaangename verrassing. Dit is het inslaan van een hele nieuwe weg. Dan
klinkt het verlossende woord: “U mag de auto verder ontwikkelen en in productie
nemen”. Juist vanwege de grote zorg – zeg maar gerust de perfectie – waarmee het museum
is ingericht, is het merkwaardig dat de DKW Munga ontbreekt. Deze terreinwagen
heeft toch een duidelijke plaats in de naoorlogse Duitse geschiedenis ingenomen,
zou je zo zeggen.
 |
 |
Ook de bestelwagen F89L en de Auto Union 1000SP pruttelden er met hun tweetakt
rustig op los.
Audi maakt een snelle ontwikkeling
door: slechts negen jaar zitten er tussen de eerste 100 van 1971 en de 200 T5.
Paternoster Een spectaculair onderdeel van de permanente tentoonstelling is een paternoster,
een toren met veertien doorlopend bewegende platforms waarop prototypen uit de
Audi-geschiedenis staan. Je komt oog in oog met het eerste zeepkistje met een
DKW-motor, een schitterend gestroomlijnde Horch met een wasbakje achter het
carrosserieluikje aan de zijkant, een eenmalig gemaakte NSU Ro-80 met een haute
couture gewaad van meesterstilist Pininfarina, een prototype van een Audi 80 met
een onwaarschijnlijk lage Cw-waarde van 0,198, een Audi V8 Avant en nog een
handvol dynamisch gelijnde conceptcars als de Avus en Spyder. Het geheel is zo
gemaakt dat de modellen op iedere etage én van buiten goed te bekijken zijn.
Het verticale, immer bewegende
paternoster heeft veertien plateaus met studiemodellen en prototypen.
De ontwikkeling van de luxe
gestroomlijnde Horch 930S werd door het uitbreken van de oorlog verstoord.
Een DKW
studiemodel met kunststof koetswerk uit 1956.
Audi experimenteerde veel met lage
luchtweerstand. Uit de studies ontstonden de Audi's 80 en 100.
Op basis van de NSU Ro-80 schiep
stilist Pinifarina in 1973 deze bijzondere limousine.
Lamborghini
De begane grond van het museum is ingericht voor tijdelijke exposities. Dit keer
staan modellen uit de historie van Lamborghini in de schijnwerper. De Italiaanse
sportwagenfabrikant hoort sinds enige tijd tot het Volkswagenconcern en is
daarbinnen gelieerd aan Audi. De eerste coupé heeft nog de bekende Italiaanse
lijnen van een echte GT, gaandeweg de jaren krijgt het merk gezicht door de
scherpe wigvorm, waarbij de naar boven scharnierende deuren een stijlkenmerk is.
Natuurlijk is de zojuist gepresenteerde Gallardo ook van de partij. Een vreemde
eend in dit gezelschap is de LM 002. Zo'n "terreinwagen" associëren velen niet
met het merk van het stierenlogo, maar het is wel degelijk een Lamborghini. De
website fourtitude.com publiceerde enkele foto's van deze expositie.
De eerste Lamborghini coupé, de
350GT van 1964 en daarnaast de Espada van 1968.
De beroemde Miura stamt uit 1966, de
Silhouette is van tien jaar later. De stijl is totaal veranderd.
De LM 002 van 1985 is een vreemde
eend in de bijt. Rechts de zojuist geïntroduceerde Gallardo.
►
Meer
foto's in het verslag van het bezoek in 2008
4. Rondleiding door de fabriek
Audi is trots op zijn producten. Niet alleen die uit het verleden, maar juist
die van vandaag. Tenslotte draait het daar allemaal om. Die trots geldt ook voor
de manier waarop de auto’s worden gemaakt. Men laat graag in de keuken kijken.
Ettelijke keren per dag verzorgt de PR-afdeling een anderhalf uur durend
fabrieksbezoek. Jaarlijks komen 100.000 mensen op deze wijze in aanraking met
het bedrijf. Voor vier euro maken ze mee hoe stukken staal (bij Audi al jaren
volledig verzinkt!) langzaam maar overduidelijk evolueren tot een kant en klare
auto. In Ingolstadt worden op drie gescheiden banden de volumemodellen A3, A4 en
A4 Avant geproduceerd. De exclusievere A6, Allroad en A8 vinden hun
geboorteplaats in het vroegere NSU-complex in Neckarsulm, net als de kleine A2.
De bouwwijze daarvan met zijn aluminium koetswerk vertoont veel overeenkomsten
met die van de A8, vandaar. De TT leidt een ingewikkelder leven. De sportwagen
wordt in Ingolstadt geboren, maar het ruwe koetswerk gaat dan per trein naar de
fabriek in de belastingvrije zone van het Hongaarse Györ om verder aangekleed te
worden. Na 36 uur is hij dan weer terug op Duitse bodem. Voor de productie van
de A4 Cabrio heeft Audi gekozen voor het principe ‘de was de deur uit’; deze is
geheel uitbesteed aan specialist Karmann. In totaal werken bij Audi in Ingolstad zo’n 30.000 mensen. Met het ritme van een
drie ploegendienst maakt men 2000 auto’s per dag.
 |
 |
Robots Het maken van een auto is een uitgekiende combinatie van robots en mensenwerk.
In het begin van het productieproces ligt de nadruk op de robots. Zij fabriceren
het koetswerk door de onderdelen aan elkaar te lassen, te lijmen, te nieten of
via laserstralen tot één geheel te maken. Precisie en betrouwbaarheid zijn
kernbegrippen. Voordat de dakbalken linker- en rechterkant tot onlosmakelijk
geheel samensmeden, wordt het geheel nog eens nauwkeurig gesteld. De toleranties
zijn gering. Het gaat niet om millimeters maar om honderdsten daarvan. Zonder in
reclamepraat te vervallen beklemtoont de gids door de woordkeus dat zware
kwaliteitscontrole integraal onderdeel van het bedrijfsproces is. Nadat de ruwe
carrosserieën in elkaar zijn gezet, verlaat één op de dertig stuks de lopende
band voor een extra meetcontrole. Mocht blijken dat er wat mis is, kan direct
worden ingegrepen.
 |
 |
Mensenhand Robots zijn nooit ziek en hebben geen ochtendhumeur of collega’s met wie het
niet goed botert. Toch hebben ze de mensenhand (nog) niet verdrongen bij de
verdere afwerking. Kleine teams van werknemers, onder leiding van de door rode
bretels herkenbare voorlieden, laten de auto’s groeien van metalen karkassen
naar kant en klare producten. Just in time arriveren de benodigde onderdelen aan
de band. Even buiten het Audi-complex zijn de vestigingen van de
toeleveranciers, die veelal geen onderdelen maar complete elementen leveren. Het
dashboard met het complete instrumentarium en de 3 kilometer (!) lange
bekabeling komt als één geheel binnen. In enkele seconden zit het op de juiste
plek. Doelmatigheid en kostenbeheersing tellen ook in het hogere marktsegment
mee. Na het spuiten worden de deuren weer verwijderd. Dat geeft de werknemers
meer bewegingsruimte, verkleint de kans op beschadiging en vermindert het
ruimtegebruik in de fabriek. Om ervoor te zorgen dat de auto exact wordt afgeleverd volgens de wensen van de
klant, hangen grote witte vellen papier met alle specificaties als blauwdrukken
aan de motorkappen. Een tijdelijk op de auto’s gemonteerd grijs kastje ter
grootte van een pakje sigaretten slaat alle handelingen elektronisch op, zodat
later de gang door de fabriek nauwkeurig is na te gaan.
 |
 |
 |
 |
Arbeidsomstandigheden
Bij ‘lopende band’ ontstaat gauw het beeld van mensen die dag in dag uit onder
slechte omstandigheden eentonig werk moeten doen. Dat beeld is in zoverre
achterhaald dat een goed werkklimaat binnen de moderne industrie veel aandacht
krijgt. Door aanpassingen aan de band wordt onnodig bukken of zwaar tillen
tegengegaan. Werkhouding is een permanent punt van aandacht. Maar het gaat
verder. Op sommige plaatsen ligt een parketvloer voor een aangenamer
werkomgeving. Overal in de fabriek zijn kleine kantine-eilandjes compleet met
kookplaten. Brood meenemen van huis is niet nodig. Daarvoor kun je in de
supermarkten op de fabrieksvloer terecht. Het gebruik van alcohol is toegestaan
tot één flesje bier per dag. Ook al is het echte zware werk verdwenen, de
auto-industrie blijft – althans bij Audi – een mannenwereld. In de productie
werkt slechts een handjevol vrouwen.
 |
 |
Public relations De rondleiding als public relations instrument heeft als basisfilosofie ‘laat de
feiten spreken’. De door de koptelefoons door de gids aangereikte informatie is
zakelijk van aard. Geen gezwollen taal of overdreven positieve bijvoeglijke
naamwoorden. Vooral uitleg. Zoals over de blauwe en gele koorden boven de band.
Als een werknemer denkt een probleem niet zelf te kunnen oplossen, trekt hij aan
de ene. Lukt het toch, trekt hij weer aan de andere. De bezoeker mag overal met de neus bovenop staan. Het fototoestel moet echter
thuis blijven en de paar jaar geleden geheel herziene, stofvrije spuitinrichting
is voor bezoekers verboden gebied. De ontwikkelings- en ontwerpafdelingen
vanzelfsprekend ook. Hoewel niet opgenomen in het bezoek, is de elders op het
terrein gelegen windtunnel niet geheim. Deze is gewoon te huur. Kosten: 2700
euro per uur. Natuurlijk probeert men de mening van de bezoeker in positieve zin te
beïnvloeden. Temidden van de persen en robots staan keurig verzorgde
opstellingen: over de geschiedenis van de fabriek in Ingolstadt, alle DKW- en
Audi-modellen die er ontstonden (inclusief de VW Kever gedurende een aantal
jaren), de inspanningen op het gebied van milieubescherming en waterrecycling,
het lakprocédé met de verschillende laklagen en een doorgesneden A4 die laat
zien hoe alles er van binnen uitziet. Aan het eind van de rondleiding bedankt
een kartonnen directielid voor alle aandacht.
 |
 |
Boeken, modellen, kleding: genoeg om
het Audi-gevoel mee naar huis te nemen.
Onderdompeling Een dagje Audi Forum is een onderdompeling in de Audi-wereld: een wereld van
historie, uitstraling, kwaliteit en luxe. In de fabriekswinkel staan spullen
genoeg om dat gevoel mee naar huis te nemen in de vorm van boeken,
schaalmodellen, snuisterijen of kledingstukken. Het Mövenpick-restaurant moet de
inwendige mens vertroetelen en doet dat ook. En dat allemaal in dienst van de
commerciële doelstelling om bij de keuze van de nieuwe auto uiteindelijk niet
bij Mercedes, BMW of één van de tientallen andere merken uit te komen, maar bij
het product waarvoor August Horch aan het begin van de twintigste eeuw de basis
legde. Hoe kun je eigenlijk weldenkend tot een andere keus komen? Met dat idee
moet je huiswaarts keren. Maar omdat ook de andere fabrikanten eenzelfde effect
willen bereiken, bouwt Mercedes momenteel in Stuttgart een nieuw
ontvangstcentrum annex museum, creëerde Volkswagen in Wolfsburg de Autostadt met
wereldtentoonstellingsachtige paviljoens en heeft BMW plannen om het
hoofdkwartier in München grondig onder handen te nemen. Auto’s zijn emotie. Wie
durft dat nu nog tegen te spreken?
■
Zie ook:
►
Audi-stamboom
 |
De magie duurt voort
Een hernieuwd treffen in Ingolstadt als hart
van
de Audi-wereld,
met bezoek aan
klantencentrum,
museum en fabriek.
november 2008
|
 |
 |
Eeuwfeest met vier ringen
Bezoek aan het Audi Forum Neckarsulm
en
bezichtiging van de fabriek
(vroeger NSU),
met
aansluitend een
rondgang door het NSU-museum.
oktober 2006 |
 |
|