Auto's
in Zeppelin-museum
Friedrichshafen (D)
●
2 bijzondere auto's
●
Maybach Zeppelin
●
Unieke Gaylord Gladiator
●
Achtergronden en historie
september 2021
Buitenbeentje in een luchtvaartomgeving
In het Zeppelin-museum in Friedrichshafen staan in de expositieruimte op de
begane grond twee auto’s en een rollend chassis. Een van de twee modellen is allesbehalve
alledaags en heeft een uitgesproken vorm. Waarom staan er auto's in een museum dat gewijd is aan de luchtvaart?
Er blijkt wel degelijk een relatie te zijn.
 |
Op verschillende plekken in Friedrichshafen wordt stilgestaan bij graaf Ferdinand von Zeppelin
(1838-1917). Hij is een geëerde beroemdheid. Zo is het plaatselijke
congrescentrum bij de jachthaven naar hem genoemd. Voor het gebouw staat zijn
standbeeld. Op de promenade langs de haven staat in een plantsoen een monument
met een uitspraak van de luchtvaartpionier. Vrij vertaald: je hoeft alleen maar
te willen, ergens in te geloven en dan lukt het. In de avond is het verlicht. Aan
de andere kant van de haven is het Zeppelin-museum. Dat vertelt met verhalen, foto’s en schaalmodellen de geschiedenis
van het naar zijn schepper genoemde luchtschip. Pronkstuk is de gedeeltelijk
nagebouwde LZ 129 Hindenburg die in 1937 bij New York tragisch verongelukte. De
dood van 36 personen was feitelijk het einde van de zeppelin als vervoermiddel.
De reconstructie toont de verblijven voor de passagiers. Het was goed
toeven aan boord van de Titanic van de luchtvaartgeschiedenis. Een vlucht over
de oceaan van Europa naar Amerika duurde 61 uur. Er is veel aandacht voor de
constructie van de zeppelin. Het sigaarvormige luchtschip bestond uit een
lichtmetalen frame dat met versterkt katoen werd omspannen. Binnenin zaten
verschillende compartimenten met waterstofgas. Dat is extreem brandbaar. De
Hindenburg was ontwikkeld om gebruik te maken van het niet-brandbare helium,
maar het verhaal gaat dat de Verenigde Staten geen helium aan nazi-Duitsland
wilde verkopen. Voor het regime van Hitler was de zeppelin namelijk één van de
prestigeprojecten.
 |
 |
Von Zeppelin kreeg een
standbeeld voor het congrescentrum met zijn naam en een eigen museum.
Willen, geloven en
slagen liggen in elkaars verlengde, meende de graaf.
Zelfs de flesjes wijn
op de hotelkamer staan in het teken van graaf Von Zeppelin.
Model van de
Hindenburg in het Zeppelin-museum.
Passagiersruimte in de
zeppelin.
De passagiers van de
Hindenburg hadden grote ramen om naar buiten te kijken.
Het passagiersgedeelte
bestond uit twee dekken.
Eén- en tweepersoons
slaapvertrekken. De reis duurde immers 61 uur.
Constructie van de
zeppelin.
Maybach
Wat doen twee auto’s en een chassis in deze omgeving? Ze staan er vast niet
toevallig, maar opmerkelijk is het wel. Bij de oudste auto hoef je voor een
verklaring niet lang te zoeken. Op de sierstrip voor de radiator staat in
sierlijke letters de
typenaam: Zeppelin. Het is het topmodel van fabrikant Maybach. Wilhelm Maybach
en zijn zoon Karl waren nauw betrokken bij de motorisering van de Zeppelin.
Jarenlang was Wilhelm de rechterhand van Gottlieb Daimler geweest. Samen
ontwikkelden ze de verbrandingsmotor als geschikte krachtbron voor aandrijving
van auto’s, schepen en vliegtuigen. Na de dood van Daimler bleef de begenadigde
technicus Maybach in dienst bij de Daimler Motoren Gesellschaft. Hij kreeg
echter onenigheid met de bedrijfsleiding, stapte op en begon in 1909 zijn eigen
bedrijf. Door de contacten met Ferdinand von Zeppelin vestigde hij zij bedrijf
in Friedrichshafen. Maybach werd de belangrijkste toeleverancier voor de motoren
die de zeppelins aandreven. Omdat de luchtschepen in de Eerste Wereldoorlog
waren ingezet voor het bombarderen van Engeland, mocht Duitsland na 1918
jarenlang geen luchtvaartindustrie opbouwen. Maybach legde zich toe op zijn oude
vakgebied: automotoren. De bedoeling was motoren te leveren aan andere
fabrikanten. Alleen het kleine Nederlandse Spyker had belangstelling. Daarom
besloot Maybach auto’s onder eigen naam te gaan bouwen. Dat wil zeggen: chassis
en motoren. Het maken van koetswerken was een zaak van gespecialiseerde
ondernemingen, wat bij dure auto’s heel gewoon was. Het twaalfcilinder topmodel,
gemaakt tussen 1929 en 1939, kreeg de typenaam Zeppelin als eerbetoon en
verwijzing naar het verleden.
 |
De Maybach Zeppelin,
topmodel van het merk.
Onder de motorkap lag
een twaalfcilinder motor.
Maybach maakte auto's
tussen 1921 en 1939.
 |
Gaylord
De Maybach in de museumhal is dus snel verklaard. Maar die coupé ernaast dan, zo
te zien van veel latere datum? En wat is het eigenlijk? Het gaat om een Gaylord
Gladiator, geesteskind van de Amerikaanse broers James en Edward Gaylord. Zij
wilden medio jaren vijftig een supersportwagen bouwen, de beste van de wereld.
Aan ambitie geen gebrek. Ontwerper Brooks Stevens kreeg de opdracht een coupé te
ontwerpen. Het prototype was in 1955 klaar. Opvallend waren de grote ronde
koplampen en de vormgeving van de voorspatborden. Het publiek van de Parijse
autoshow reageerde kritisch op deze ontwerpideeën. De auto werd aangepast. Het
was de bedoeling tot een kleine serieproductie te komen. Met 25 stuks per jaar
waren de ontwikkelkosten eruit. De broers Gaylord zochten contact met het Duitse
constructiebedrijf Zeppelin. Dat had ervaring met het maken van auto’s. Volgens
het informatiebord bij de auto maakte de onderneming ook het koetswerk, hoewel
andere bronnen beweren dat hiervoor carrosseriebedrijf Spohn uit Ravensburg werd
ingeschakeld. Dat had veel ervaring met de bouw van Maybach-automobielen. Als
motor diende een Cadillac-krachtbron. Die kwam in de plaats van een
Chrysler-motor van het prototype. In 1957 waren drie chassis klaar. Eén ervan,
leert opnieuw het informatiebord, kreeg een carrosserie. De broers waren niet
erg tevreden over het afgeleverde werk. Vele juridische acties volgden. Aan
ambitie geen gebrek, zoals gezegd. Aan klanten echter wel. De Gaylord kostte het
dubbele van een Mercedes-Benz 300SL met vleugeldeuren. Het begin van de
productie viel vrijwel samen met het einde.
 |
 |
Het eerste model van
de Gaylord met grote lampen en opvallende spatborden.
De auto is een
opvallende verschijning, naar een ontwerp van Brooks Stevens.
De grote ronde
koplampen hebben plaatsgemaakt voor dubbele lampen.
Staartvinnen waren in
de mode in de jaren vijftig. De Gaylord deed eraan mee.
Een luxe dashboard met
vele klokken.
Het chassis van de
Gladiator, naar het ontwerp van de initiatiefnemers.
Met een druk op de
knop wordt de coupé een cabriolet.
Uniek
Sommige bronnen stellen dat er twee complete auto’s zijn gemaakt. De ene staat
hier in het Zeppelin-museum, de andere zou bij een Amerikaanse verzamelaar te
vinden zijn. Een eerder persbericht van het museum meldt evenwel dat er maar één
met een carrosserie bestaat. De auto hier is daarmee letterlijk uniek. In 2017
kreeg het nog altijd bestaande bedrijf Zeppelin de kans de auto te kopen van een
Amerikaan. Die kans werd gegrepen. In het kader van een tentoonstelling over
innovatie, kwam de Gaylord in mei 2018 naar het museum. Sindsdien staat hij
hier. Een buitenbeentje in een luchtvaartomgeving. De Gaylord Gladiator ziet er
niet alleen spectaculair uit, de auto is in verschillende opzichten bijzonder.
Zo kan het complete dak in de kofferbak verdwijnen. Pas een paar jaar later zou
Ford deze optie aanbieden. Verder heeft de auto elektrisch verstelbare stoelen,
elektrische ramen, rem- en stuurbekrachtiging en airco. In 1957 allemaal
bijzonder. Hiermee vergeleken is de exclusieve Maybach Zeppelin maar gewoontjes.
Nou ja, gewoon… Een zeppelin is ook geen gewoon vliegtuig. ■
 |
Het Zeppelinmuseum is
gehuisvest in een voormalig stationsgebouw. Jaarlijks komen er bijna een
kwart miljoen bezoekers,
 |
De mythe leeft voort in een oude
fabriek
Een klein maar
goed verzorgd
museum
in Neumarkt geeft een mooi beeld
van de
prestaties van vader en zoon Maybach.
april
2011 - laatste aanvulling november 2011
|
 |
|