VW-museum
De Wolfsburcht
Wijk en Aalburg (NL)
●
Particuliere collectie
●
Van eerste Kever tot eigen museum
●
Luchtgekoelde Volkswagens
●
Oude Kever uit Zweden
●
Onderdelenverkoop
december 2012,
foto-aanvulling november 2013
Een leven beheerst door koeien en Kevers
In Wijk en Aalburg staat de
Wolfsburcht, een klein particulier automuseum met als centraal thema
luchtgekoelde Volkswagens. Het is het levenswerk van het agrarisch
ondernemersechtpaar André en Antoinette van Wijlen. Hun leven wordt volledig in
beslag genomen door 65 koeien en een kleine twintig auto’s.
Het virus van melkveehouder André van Wijlen bleek besmettelijk. Zijn vrouw
kreeg er ook last van. Het is niet toevallig dat juist zij alle gasten
verwelkomt bij de Wolfsburcht, één van de meest zichtbare symptomen van het
virus. Dit is haar domein geworden. Ze heeft er zichtbaar plezier in. Met groot
enthousiasme onthaalt ze de bezoekers en vertelt over het museum, de
ontstaansgeschiedenis, de auto’s en alle bijkomende zaken. De besmetting is niet
schadelijk voor de gezondheid. Bovendien zijn de meeste bezoekers ook in meer of
mindere mate bevangen geraakt. Besmet door het Kevervirus. Als je het eenmaal
krijgt, kom je er niet meer van af.
Een zogeheten ovaaltje met eendelige
achterruit. Bouwjaar 1955.
Opknappen
“Het begon met het opknappen van een Kevertje voor onszelf, zo’n vijfentwintig
jaar terug”, legt Antoinette van Wijlen uit. “André had onderdelen nodig en
kocht er daarom een tweede Kever bij”. Delen daarvan gebruikte hij zelf, andere
werden verkocht. Het bleef niet bij één extra Kever. De voorraad groeide en ook
de kennis van de luchtgekoelde Volkswagens. Het restaureren en handelen in
onderdelen werd meer dan een eenvoudige hobby. De voedingsbodem voor het
Kevervirus was gelegd.
In het begin konden de auto’s nog wel ergens bij huis staan, in een hoekje van
één van de gebouwen. “Een boerenbedrijf heeft altijd wel ergens ruimte”, aldus
Van Wijlen. Maar ze stonden wel te verstoffen. De gerestaureerde Kevers
verdienden beter. Op het industrieterrein van Wijk en Aalburg werd een loods
gevonden. Van daaruit regelde André van Wijlen ook de onderdelenverkoop. De
hobby was inmiddels uitgegroeid tot een tweede onderneming naast de
melkveehouderij. Sluipenderwijs was Andre’s vrouw bij zijn liefhebberij
betrokken geraakt. Ze ging mee naar liefhebbersbeurzen om in de stand te staan
en op te letten of er niets werd gestolen. De vragen van bezoekers dwongen haar
om zich meer in de Kevers te verdiepen. Ze raakte geïnteresseerd in die
bijzondere auto’s en hun historische achtergrond.
 |
 |
De Wolfsburcht: een uit de hand
gelopen hobby noemen de eigenaren het zelf.
Rechts het beeldmerk op de neus van
oude Kevers, links de gestileerde versie daarvan.
Kasteel
Al die jaren koesterde André de wens nog eens een kasteel te laten bouwen. “Het
werd niet ons woonhuis, maar het onderkomen voor de Volkswagens”, zegt
Antoinette. Er klinkt geen verbitterdheid in door. Integendeel. Het kasteel werd
een gemeenschappelijk project. Ze kochten een stuk grond, pakweg honderd meter
naast de loods. De gemeente ging akkoord met de bestemming. Er werden een
architect en aannemer gezocht. De afbeelding op de voorkant van vroege Kevers
was de inspiratiebron voor de vormgeving van het pand. Dat beeldmerk verwees
naar de burcht bij Volkswagens geboorteplaats Wolfsburg. Zo ontstond “het
kasteel” van de Van Wijlens: de Wolfsburcht. In samenspraak met het echtpaar
zorgde de architect voor karakteristieke elementen, zoals de donkerrode
toegangspoort en een kleine binnenplaats daarachter. De muurverlichting is in de
vorm van oude fakkels, het stucwerk is onregelmatig, zoals in oude burchten. Op
27 maart 2010 was het zo ver: de officiële opening. Volkswagen-importeur Pon
stuurde gelukwensen en bloemen. Belangstellenden kunnen in de zomermaanden
enkele middagen in de week komen kijken. In de wintermaanden is het museum
alleen op zaterdagmiddag open.
 |
 |
Kevers door de jaren heen: steeds
een beetje anders, met behoud van het basisontwerp.
Alle auto's zijn piekfijn
onderhouden en/of opgeknapt.
Een Kever in de nagebouwde
werkplaats.
Er staat niet alleen Kevers zoals ze
uit de fabriek kwamen.
Een motorblok van de Kever met de
kenmerkende dubbele uitlaatpijpen.
Er kunnen zo'n twintig auto's in het
museum.
De Transporter mag in de collectie
niet ontbreken. De techniek is immers op de Kever gebaseerd.
Heftruck
Bij de bouw en inrichting is over veel dingen nagedacht. Het museum op de eerste
verdieping en de onderdelenverkoop beneden bleek het handigst. Maar hoe krijg je
de auto’s boven? Een autolift is duur en neemt veel ruimte in. De oplossing is
even ingenieus als eenvoudig. De binnenplaats is net groot genoeg voor een
heftruck die de auto’s simpelweg omhoog tilt. Antoinette vertelt bezoekers graag
over dergelijke spitsvondigheden. Met eenzelfde enthousiasme weidt ze uit over
de auto’s en andere onderdelen van de tentoonstelling. Aan de wand hangt
ingelijst een vooroorlogse spaarkaart voor een Kever. Er was wat speurwerk voor
nodig. “Het viel niet mee een originele volgeplakte kaart te pakken te krijgen”,
legt ze uit, om daarna meer over de achtergronden te vertellen. “Als je gescreend was om met het spaarplan mee te
mogen doen, moest je elke week een zegel van vijf Mark kopen. Je mocht geen week
overslaan, ook niet als je een week later twee zegels kocht”. Ordnung muss sein,
zeker in Hitler-Duitsland. De Duitsers zagen door het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog niets terug van hun gespaarde geld. In 1961 gaf het nieuwe,
naoorlogse Volkswagen bij wijze van ereschuld een tegemoetkoming. Formeel was
het bedrijf daartoe niet verplicht, maar de maatschappelijke druk was groot.
 |
Een originele, volgeplakte
spaarkaart met daarbij een niet minder zeldzame authentieke brochure en
inschrijfformulier.
Vitrines geven een beschrijving van
de historie, met foto's en onderdelen uit de verschillende tijdvakken.
Stuurwielen met op de achtergrond
kranten uit die tijd.
De ontwikkeling van de Kever
weerspiegeld in hun sturen.
Naast grote Volkswagens staan er ook
vele schaalmodellen: van verzamelaarsauto's tot puur speelgoed.
Kleine monteurs werken aan een
kleine Kever met als ondergrond originele beschrijvingen.
In vitrines liggen achterlichten die
de ontwikkeling laten zien, alsmede series type-aanduidingen.
Bij Karmann werd de coupé gemaakt
die Ghia had ontworpen. De techniek is van de Kever.
Nog een prachtexemplaar: een
Karmann-Ghia cabriolet.
De Karmann-Ghia bleef jarenlang in
productie. Dit is een ouder exemplaar, nog met kleine achterlichten.
Een latere Karmann-Ghia coupé. Dit
nieuwe model kwam naast het oude en was beduidend minder succesvol.
Liefhebbers weten elkaar altijd te
vinden. Links het karakteristieke typeplaatje op de motorkap.
Pronkstuk
De museumcollectie bestaat uit een kleine twintig luchtgekoelde Volkswagens, met
nadruk op de Kever. Een aantal is eigendom van het echtpaar, andere zijn van
liefhebbers die het leuk vinden hun auto een aantal maanden in het museum te
stallen. Pronkstuk van de verzameling is de auto die er op het eerste gezicht
niet zo uitziet. Het is een bril-Kever, zo genoemd naar de kleine dubbele
achterruitjes. Vijftig jaar lang stond de auto in Zweden in een oude schuur,
destijds geïmporteerd door Scania-Vabis. De wagen is geheel origineel. Zelfs de
ronde armsteun bij de achterbank zit er nog in. Ook na zestig jaar loopt de
motor nog probleemloos. De lak is totaal verweerd, maar de carrosserie zelf is
nog puntgaaf. De aanschaf was bepaald geen koopje, maar de nieuwe eigenaar is er
trots op. Hoewel Van Wijlen heel wat Kevers heeft gerestaureerd, blijft deze
zoals-ie nu is.
Het pronkstuk van de collectie: een
bril-Kever uit 1950, 50 jaar verwaarloosd opgeborgen in een schuur.
Compleet met extra bagagerek
achterop.
GSR
Een ander pronkstuk is de zogenaamde Gelb Schwarzer Renner, een Kever
1303 van 1973 met zwarte voor- en achterklep en de rest in Saturngelb.
Bij Kever-liefhebbers is de GSR een geliefde uitvoering. Verder staat er een 181 als legervoertuig
en een nagebouwde Herbie, van de beroemde Disney-film. Een Schwimmwagen
maakt slechts tijdelijk deel uit van de collectie en zal na enige tijd weer
verdwijnen. Met de gele buggy heeft
Olympisch kampioene Marianne Vos destijds een eretoer door haar woonplaats
gemaakt, waar ook de Van Wijlens wonen. Een ietwat vreemde eend in de bijt is een
FT Bonito, een kitcar met een geïmiteerd Ford GT40-koetswerk op basis van
een Volkswagen-onderstel. De motor komt van een Subaru.
Voor liefhebbers zeggen de letters
GSR genoeg: de geel-zwarte race-uitvoering.
De Schwimmwagen uit de oorlogsjaren
staat slechts tijdelijk in het museum.
Links nogmaals de amfibie, rechts de
Buggy waarmee Marianne Vos door haar dorp werd rondgereden.
Een nagebouwde Herbie en een
kleintje als trapauto.
Kleine Herbies in één van de
vitrines.
En nog meer Kevers van verschillende
formaten.
Volkswagen 181 in legerkleuren.
De 181 heeft natuurlijk ook de
luchtgekoelde motor achterin.
Onderstel Volkswagen, motor Subaru
en ontwerp naar de Ford GT40.
 |
 |
Albert Heijn
De Wolfsburcht huisvest naast het museum ook het onderdelenmagazijn. Net als
boven is de benedenverdieping tot in de puntjes verzorgd. Alle onderdelen liggen
netjes in de schappen. Een supermarkt van Albert Heijn is er bij wijze van
spreken een onverzorgde bende bij. Van Wijlen geeft advies aan sleutelaars en is
zelf specialist op het vlak van versnellingsbakrevisie. Een andere specialiteit
zijn stoelen. Hij levert nieuwe stoelen en knapt oude op. Dat gebeurt thuis, op
de boerderij, in verloren uurtjes, als het eten achter de kiezen is en de koeien
zijn gemolken.
Het valt niet mee twee bedrijven te combineren. Aan vakanties komt het echtpaar
nauwelijks toe. Af en toe een weekend weg is het maximaal haalbare. Een bezoek
aan Wolfsburg is er tot nog toe bij ingeschoten. “Het staat boven aan ons
verlanglijstje”, aldus Antoinette. Als de koeien het toelaten, komt het er
binnenkort van. Het Kevervirus zullen ze in Wolfsburg niet oplopen. Dat hebben
ze al. Het gaat nooit meer weg.
■
 |
 |
Het leveren van onderdelen voor oude
Kevers is uitgegroeid tot het tweede bedrijf van Van Wijlen.
Alles ligt keurig in het schap. Rechts
een voorraad nieuwe stoelen, een specialiteit van de Wolfsburcht.
Een prent die het ontstaan van de
Kever illustreert: prototypen bij de werkplaats van Ferdinand Porsche.
|