Kijkdag online veiling

Druten (NL)




●  Groot aanbod auto's
●  Soorten en maten 
●  Interessante bedrijfswagens
●  Overschatte opbrengst
●  Curiosa en alledaags
 

juni 2021

  


Kijken, bieden, winnen... of besparen


Bij een internetveiling bepaalt niet de klap met de hamer van de veilingmeester maar de aflopende klok de uitkomst van de veiling. Wie het meest biedt, is de winnaar. Tenzij de verkopende partij een bod niet hoog genoeg vindt. Gedurende een bepaalde periode krijgen belangstellenden de tijd hun bod uit te brengen. Om dat goed te kunnen doen, zijn er kijkdagen om de kavels aan een inspectie te onderwerpen. Ook als je niet wilt kopen, kan het interessant zijn eens rond te neuzen. 
 


Verschillende bedrijven in ons land leggen zich toe op internetveilingen van auto’s. Anders dan bij de spectaculaire fysieke veilingen zoals Wayne Carini ze ons voorschotelt in zijn televisieprogramma Chasing Classic Cars, gaat het doorgaans niet om hele exclusieve modellen. De prijzen beperken zich tot vijf en soms zelfs vier cijfers voor de komma. De auto’s tijdens de kijkdag op 12 juni 2021 behoorden tot die categorie. Geen aanbiedingen waar de topcollectioneurs op af komen, maar niettemin voor de doorsnee-liefhebber best aardige en soms ook uitzonderlijke modellen. Plaats van handeling was het complex van Metropole in Druten. De online veiling was een samenwerkingsproject van Classic Car Auctions en BVA-Auctions, maar daarnaast stonden in de grote expositieruimte ook auto’s van Metropole en Potomac cars. Wie wat aanbood, was lang niet altijd duidelijk. Voor alleen-maar-kijkers was dat natuurlijk geen enkel bezwaar. In combinatie met de tentoonstelling op de eerste verdieping en de presentatie van kleine werkpaarden (zie afzonderlijke verslagen), werd het een alleraardigste autodag. Al was het maar omdat er door de versoepelingen van de coronamaatregelen weer een gelegenheid was om er even op uit te gaan.
 


Taalcursus

Wie de beschrijvingen bij het aanbod leest, moet concluderen dat veilingorganisatoren dezelfde taalcursus hebben gevolgd als makelaars. Het is ander Nederlands dan de man en vrouw in de straat spreken. ‘Het is geen showwinnaar’ en ‘de auto is jaren geleden overgespoten’ beloven niet veel goeds. ‘Nog de originele bekleding’ betekent mogelijk dat je behalve de auto ook een mottenfamilie in huis haalt. Een waarschuwing dat alleen de voorremmen nog werken, moet je wel serieus nemen. Dat de carrosserie wat plekjes heeft, maar dat de onderkant nog goed is, vraagt ook om een eigen oordeel. Soms zijn de omschrijvingen ook waarschuwend van aard: de motor draait wel, maar controleer de rest voor je de weg op gaat.
Ongetwijfeld zijn mensen die vaker op deze manier zaken doen, bedreven in het lezen van dergelijke aanduidingen. Als je voldoende genoegen schept in louter kijken, is het geen enkele belemmering. Hooguit kun je af en doe denken: stel dat ik er wél belangstelling voor zou hebben, wat zou ik dan doen? Een leuk gedachtespelletje. 
 


Oldtimer
Stel dat ik geïnteresseerd zou zijn geweest in een echte oldtimer. (Met de nadruk op stel, want ik kwam alleen maar kijken). Dan zou de reis naar Druten teleurstellend zijn geweest. Het aanbod was beperkt. De veiling presenteerde onder meer een Rolland & Pilain uit 1922. Rijden kun je er niet mee en niet alleen vanwege de lekker achterband. Een restauratieobject derhalve. Voor de hoogste bieder toch 10.750 euro waard. Een Vauxhall uit 1930 is wel in rijdbare conditie. Daarvoor is uiteindelijk 31.000 euro neergeteld, heel wat minder dan de 110.000 tot 120.000 die de organisatoren als marktwaarde tevoren hadden aangegeven. De verkopende partij ging in beide gevallen dan ook niet akkoord. Het basisbedrag werd niet gehaald; dan vindt er geen verkoop plaats. Een Peugeot 301 was niet meer waard dan 5500 euro. Daar was de staat van de auto dan ook naar. Een beetje patina aan de buitenkant, aldus de aanbieder. Maar niet doorgeroest. Een fraaie Lincoln Zephyr uit 1937 en een Ford Eiffel van twee jaar later stonden er beter bij.
Als ik ooit in de verleiding zou zijn gekomen, was de Plymouth Special DeLuxe uit 1941 de aanleiding daartoe. Deze zescilinder stationcar met zijn houten opbouw maakt als Woody echt indruk. Een grondige inspectie heb ik achterwege gelaten. Dat is toch het verschil tussen alleen maar kijken en kijken om te bieden. Laat ik eerlijk zijn, als het om indrukken gaat, speelt ook de Renault CB uit 1912 eerste viool. Een echte, grande limousine. De carrosserie werd gebouwd door het Parijse bedrijf Kellner et Fils. De auto wordt niet als veilingkavel aangeboden maar staat ‘gewoon’ te koop. Vraagprijs 98.000 euro.
 

Een duidelijk restauratieproject. Je bent er niet met het oppompen van de banden.

De Rolland Pilain is goed voor bijna elf mille.

Vauxhall T80 uit 1930, 6 cilinders, 3317 cc.

De Vauxhall heeft aan heel wat toertochten en rally's meegedaan. 

 

Patina aan de buitenkant, staat in de omschrijving: een Peugeot 301 uit 1933.

De Ford Eiffel en BMW zien er daarentegen uitstekend uit. Vraagprijs voor de BMW 74.000 euro.

De fraaie stroomlijn kenmerkt de Lincoln Zephyr; een 4,4 liter met 12 cilinders.

Zo'n Woody laat je niet onberoerd. Praktisch is het niet (veel onderhoud!), maar mooi wel.

Toen de klok stopte, stond de teller van biedingen voor deze zescilinder op 18.250 euro. Te weinig, vond de verkoper.

'Une grande limousine', deze Renault uit 1912.

Flaneren
Stel dat ik geïnteresseerd zou zijn geweest in een leuk, kek wagentje om mee te flaneren langs de boulevards, hetzij aan de vaderlandse kust, hetzij in doorgaans warmere oorden. (Stel, want ik kwam alleen maar kijken en het strand is niet mijn favoriete recreatiebestemming). Het hart zou wat sneller zijn gaan kloppen. Onduidelijk is of de Fiat Multipla Jolly met zijn drie rieten banken te koop is. Ik veronderstel van wel, anders zou de auto hier niet staan. Maar via de online veiling had ik geen bod kunnen uitbrengen, evenmin op dat vrolijke oranje wagentje met bijbehorende aanhanger. De Fiat 600 Jungla uit 1970 daarentegen was wel opbodwaardig. Ik had dan meer dan 19.000 euro moeten bieden om ‘m mee naar huis te mogen nemen. Het vrolijke autootje is een creatie van de Italiaanse carrosseriebouwers Antonio en Guiseppe Savio. Speciale koetswerken op Fiat-basis was hun specialiteit. Van de Jungla zijn er zo’n 3200 gemaakt. Een beperkt aantal als strandwagentje.
 

Een blikvanger eerste klas, deze strandwagen op Fiat Multipla-basis.

De auto heeft drie zitrijen, maar de middelste passagiers rijden achteruit.

Met zo'n combinatie en zeker in deze kleur val je wel op.

66.000 euro wil de aanbieder ervoor hebben.

De Savio Fiat Jungla werd tussen 1965 en 1974 gebouwd.

Van de 3200 exemplaren is een beperkt aantal afgeleverd in deze vorm.

Volkswagen
Het aardige van deze creaties is hun exclusieve uiterlijk, terwijl de techniek bekend en vertrouwd is. Dat gaat ook op voor bijvoorbeeld de Volkswagen 181. De veiling bood keus tussen een vrolijke wit met blauwe versie met baldakijn of een reguliere oranje versie. Als kijker is het interessant te kijken naar de verschillen aan de achterkant: de achterlichten zijn niet alleen anders, maar hebben ook een andere plaats en om de luchtkoeling naar behoren te laten werken, is de aanvoer aan de zijkant verschillend. Er is ook een prijsverschil: De bieders hadden er 23.000 tegenover 10.500 euro voor over.
Weer twee heel andere modellen op Volkswagen-basis zijn een Puma en JEG, beide uit Zuid-Amerika. De Puma zag ik eerder in musea, de JEG is nieuw voor me. Zelfs bij de vier bezoeken aan het Volkswagen-museum in Wolfsburg ben ik er nooit een tegengekomen. De fabrikant was in dit geval niet Volkswagen zelf, maar Dacunha uit Sao Marco do Campo in Brazilië. De motor is een 1600 cc’er, de techniek stamt van een VW Transporter. In dit geval is sprake van een versie met vierwielaandrijving. De laatste Jeg werd in 1981 gemaakt.
 

Twee zeer verschillende versies van de Volkswagen 181.

Een vrolijke aangeklede VW, in Amerika beter bekend als 'The Thing'.

Vergelijk de achterkanten van beide modellen: andere lichten en andere luchttoevoer.

Een Braziliaanse sportwagen op basis van VW-techniek: de Puma 1600GT Targa uit 1979.

De motor zat, net als bij Volkswagens, achterin. Hoogste bod: 10.750 euro.

De JEG is gebaseerd op de techniek van Volkswagen.

Het terreinwagentje werd gebouwd in Brazilië.

De hoogste bieder wilde 'm hebben voor 9500 euro.


Italiaans

Stel dat ik geïnteresseerd zou zijn geweest in een auto met een Italiaanse achtergrond. (Stel, want ik kwam alleen maar kijken en zo’n oude Italiaan vergt doorgaans twee rechter handen, terwijl ik er op techniekvlak niet één bezit). Er zou ruim keus zijn geweest. Van Alfa via Fiat tot Lancia. Zo'n Fiat 1500 Familiare uit 1966 kom je zelden tegen. De auto werd destijds gemaakt door carrosseriebedrijf OSI, dat ook de productie van de 2300S Coupé voor zijn rekening nam. Opmerkelijk genoeg is gekozen voor het behoud van de horizontale achterlichten, waardoor de opening van de achterklep relatief smal is. De liefhebber met het hoogste bod kwam uiteindelijk op 5750 euro. Dat was onder het minimumbedrag dat de auto had moeten opbrengen. De Fiat was er ook als gewone vierdeurs, maar in heel wat minder goede conditie. Toen de veilingklok stil kwam te staan, was het hoogste bod 2600 euro. Niet veel misschien, maar je kunt er ook niet meteen mee wegrijden. De motor loopt, maar daarmee is alles gezegd. De verkoper adviseert een grondige controle voordat je de weg op gaat.
 

Een vroege Fiat 600: richtingaanwijzers op de spatborden, schuiframen en achter scharnierende deuren.

Carrosseriebedrijf OSI produceerde voor Fiat de stationcarversie van de 1500.

De motor loopt, maar de veilingmeesters adviseren er niet meteen de weg mee op te gaan.

Deze Lancia Fulvia Coupé van 1969 bracht 12.260 op.

Een Alfa Romeo Giulietta 1,6 uit 1983. Hoogste bod: 4250 euro. De koop ging niet door.

Klusobject
Als ik een mooi klusobject zou willen hebben, zou de keus kunnen vallen op een Alfa Romeo Giulietta Spider (1963) of een Fiat Topolino stationcar. Als het alleen om het klussen zou gaan, was de tweede een betere keus. De veilingprijzen waren respectievelijk 19.250 en 2600 euro na 37 en 9 biedingen. Niet genoeg voor een overdracht. Los daarvan, is de Fiat vermoedelijk de betere keus omdat nieuwe onderdelen gemakkelijker te verkrijgen zijn. Denk ik. Maar aangezien ik geen ervaring heb op dit vlak, is dit niet meer dan een ongefundeerde aanname. In beide gevallen heb je trouwens nog wel wat nodig aan nieuwe onderdelen, want rijden kunnen ze geen van beide. Dat kan de mooi opgepoetste Lancia Beta HPE wel. Hoewel het model samen met de Reliant Scimitar GTE en Volvo 1800ES als combinatie van coupé en stationcar toch een klasse apart vormt, beroert hij maar weinig harten. Het hoogste bod bleef steken op 5500 euro, twee tot drieduizend minder dan de schatting van de verkopers.
 

Een mooi uitgangspunt voor een grondige restauratie die weel eens meer kan kosten dan de auto zelf.

Voordat deze Fiat Topolino weer rijdt, ben je ook wat uren en euro's verder.

Het schuurwerk is al gedaan bij deze Simca Cinq bestelwagen, gebaseerd op de Topolino van Fiat.

Lancia Beta HPE, High Performance Estate.

Met de Reliant Scimitar en Volvo 1800ES hét voorbeeld van de combi coupé en stationcar.

Cabriolet
Stel dat ik geïnteresseerd zou zijn geweest in een auto met open kap. (Stel, want een cabriolet is het laatste waaraan ik moet denken en ik kwam alleen maar om te kijken.) Dan was een Opel Rekord cabriolet waarschijnlijk mijn favoriet geweest. Niet omdat het de mooiste is. Integendeel misschien wel. De lijn van de auto leent zich feitelijk veel minder voor het afzagen van de bovenkant. Maar dit is destijds wel gedaan door het gespecialiseerde bedrijf Deutsch. Niet alleen het dak ging eraf, maar ook de onderzijde werd extra verstevigd. Naar verluidt zijn er nooit meer dan 30 gemaakt. Samen met de zescilinder motor zorgt dit voor een bijzonder aanbod. De vraagprijs is navenant: 76.500 euro. De auto is geen onderdeel van de veiling maar neergezet door Potomac Classics. .
Op een BMW 1600 cabriolet kon je wel bieden. Het Duitse merk is geliefd en bleek 28.000 euro waard. De open versie behoorde destijds tot het leveringsprogramma van het merk. Dat is niet het geval met de Goggomobil. De versie met open kap bestaat alleen als prototype en cabrio’s zijn dus later aangepaste coupés. Dat is in verreweg de meeste gevallen ook zo bij een Borgward Isabella cabriolet. De officiële ombouwversies zijn uiterst zeldzaam.
 

Misschien niet de meest elegante cabriolet, maar wel bijzonder en piekfijn in orde.

Deze Rekord is voorzien van een zescilinder motor.

Een Goggomobil cabriolet is nooit door de fabriek geleverd. Dit is een aanpassing van latere datum.

BMW 1600 cabriolet en een Borgward Isabella cabrio.

Een originele cabriolet van destijds is uiterst zeldzaam. Deze is later omgebouwd.

Peugeot 304S cabriolet van 1970, afgeklokt op 11.500 euro.

Platgeslagen
Stel dat ik geïnteresseerd zou zijn geweest in een klassieker. (Stel, want mijn belangstelling houdt op als ze groter dan 1 op 43 zijn). Dan zou ik wel een auto willen die zoveel mogelijk lijkt op de wagen die destijds nieuw uit de fabriek kwam. Tijdens het rondlopen dacht ik een paar keer ‘hier klopt iets niet’. Bij een Volkswagen Transporter is dat ‘iets’ niet zo ingewikkeld te definiëren. De wagen is ingekort en platgeslagen. Mooi gedaan, dat wel. Vakwerk, zeker. Maar o zo zonde. Wie doet dat nou? Toegegeven, je hebt wat bijzonders en steelt de show. Maar welke show? Het zou mijn keuze nooit en te nimmer zijn. Evenmin is de actie geslaagd om een T2 op een T1 te laten lijken door het veel te grote VW-logo, de puntige richtingaanwijzers en de uitvoering van de twee kleuren op de neus.
Een DKW 3=6 coupé (en niet zoals in het veilingboekje staat 6=3) met aangepaste daklijn en ingebouwd derde remlicht is ook bepaald niet mijn smaak. Een Vincent van Gogh met led-lampjes als zonnebloemen. Ook hier geldt: keurig gedaan, knap restauratiewerk, maar toch… Kennelijk heeft ook dit soort afwijkingen een liefhebbersgroep, want er werd behoorlijk geboden, 40.000, 19.750 en 18.500 euro.

 

Hier klopt iets niet, in allebei de gevallen.

Vakwerk, dat wel, maar is dit niet zonde van zo'n befaamde klassieker?

Bij de verbouwing is de achterklep komen te vervallen.

Tijdens de volledige restauratie is besloten de vorm van het dak grondig te veranderen.

Een auto uit de jaren vijftig met ingebouwd derde remlicht...?

Bijnaam
Stel dat ik geïnteresseerd zou zijn geweest in een mooie Mercedes. (Stel, want hoewel ik wel wat heb met de historische modellen van het merk, ben ik al heel tevreden met kijken.) In dat geval zou ik wel uit de voeten kunnen met het gecombineerde aanbod van de online veiling en de andere aanbieders die hier in Druten hun waar aanprijzen. De keus zou zijn tussen een vierdeurs of juist een coupé of cabriolet, tussen een vijftiger, zestiger of wat jonger model. Bij het bekijken gaat het door mijn hoofd dat veel modellen van het merk met de ster een bijnaam hebben. Een beetje liefhebber weet meteen waar je het over hebt bij een Adenauer, Heckflosse, Strich 8, Pagode, Ponton of Vleugeldeur. Dat wordt nog lastig kiezen. Gelukkig hoef ik dat niet te doen.
 

Mercedessen te kust en te keur.

Een Mercedes-Benz 220, een lange versie van de Ponton.

Deze Mercedes kennen velen het beste als Adenauer, naar de Duitse bondskanselier. 

Van vrijwel alle personenmodellen bouwde Mercedes-Benz een coupé.

Twee cabriolets van Mercedes-Benz, van uiteenlopende generaties.

Het topmodel van de Heckflossen-serie, de 300 SE, met extra veel chroom, zelfs bij de typeaanduiding.

Brits
Mocht het merk met de ster nog onvoldoende uitstraling hebben, dan is een Rolls-Royce mogelijk een betere optie. De veiling biedt twee mogelijkheden: een gesloten Phantom V met een koetswerk van James Young of Phantom V State Landaulette van het huis Park Ward. Allebei zijn ze ongeveer zestig jaar oud, de een in statig zwart, de ander in niet minder chic donkerblauw. Wie hiervoor kiest, moet niet zeuren over een litertje benzine meer of minder of de prijs van een beurt of van onderdelen. Status kost wat.
Bij het sluiten van de markt bleek de gesloten versie 56.500 euro waard te zijn, de landaulette 78.000. Dan heb je ook echt een volwaardige Brit, met het stuur aan de rechterkant. De verwachtingen waren echter dat er meer voor geboden zou worden.
Merkwaardigerwijs heeft de aangeboden Londense taxi juist het stuur links. Voor het verkeer in Nederland natuurlijk wel zo handig. Onvervalst Engels zijn verder een Triumph TR7, een Rover 3 Litre en een Scannel Scarab. Deze driewielige trekker werd in verschillende versies gemaakt tussen 1948 en 1967. Van de in totaal 30.000 stuks zijn er minder dan 100 overgebleven. Dat heeft niet geleid tot hoge prijzen. Hier bleef het bij 4750 euro. Daar staat een bedrag van 122.500 euro tegenover voor de duurste auto van deze online veiling, ook echt Brits: een Jaguar XK140.
 
 

Het bedrijf James Young maakte deze Rolls-Royce Phantom V.

Links het model van Park Ward (zie ook onder), rechts de James Young.

Het landaulette-koetswerk was een product van Park Ward.

Een Londense taxi met het stuur links!

Tussen het andere aanbod, een Triumph TR7 convertible. Niet eens erg oud.

Een statige Britse Rover 3 Litre MK3.  

30.000 van gemaakt, 100 over, maar toch niet erg waardevol.

Klein
Stel dat ik helemaal niet geïnteresseerd zou zijn in iets groots, maar juist het kleine, minimale zou koesteren. (Stel, want klein is lang niet altijd fijn.) Ook in dat geval zou een tripje naar Druten de moeite waard geweest zijn. Bij het rondkijken zag ik kleintjes uit de Duitse Wirtschaftswunderzeit zoals de Zündapp of Messerschmitt en de Zweedse variant van de Fuldamobil.
Dat het nog veel kleiner kan, bewees de Franse fabrikant Lawil met de Willam. Rondom de motor van een Lambretta scooter werd een doosje op wielen gebouwd. Destijds behoefde je er in Frankrijk geen rijbewijs voor te hebben. Bij de City biedt het doorlopende bankje ruimte aan twee, niet al te forse volwassenen. Bij de nog kleinere Acoma Mini Comtesse met drie wielen lukt dat zeker niet. Dat is een eenzitter, maar wel met twee deuren. 
We kennen Zagato van de bijzonder gevormde carrosserieën van dure sportwagens, maar ook de Zele uit 1976 komt uit het Italiaanse huis. Ongeveer vijfhonderd zijn er tussen 1974 en 1976 gemaakt, met elektrische aandrijving, een kunststof koetswerk en enkele technische componenten van Fiat. De actieradius is beperkt tot 80 kilometer. Voor stadsverkeer hoeft dat geen belemmering te zijn.
De Ferves Ranger is juist bedoeld voor buiten de stad. Het lichtgewicht wagentje is gebaseerd op de Fiat 500. Circa 600 zijn er gebouwd tussen 1965 en 1970. Verkoper Potomac Classics wil er wel afstand van doen, maar vraagt daarvoor 32.500 euro.

 

De Zündapp Janus heeft een deur aan de voor- en achterkant.

Wie had in de jaren vijftig bedacht dat zo'n Messerschmitt anno 2021 zo'n 30.000 euro moet opbrengen?

De Duitse Fuldamobil werd in 1957 in Zweden in licentie gemaakt door Fram. Het wagentje heeft 1 cilinder.

Klein, kleiner, kleinst. Met twee deuren of helemaal geen deuren. De Acoma is van 1976, de Lawil van 1969.

Zagato produceerde deze elektrische stadsauto medio jaren zeventig.

Een Fiat 500 in vermomming, zou je kunnen zeggen. Exclusief maar prijzig, deze Ranger.

Water
Stel dat ik geïnteresseerd zou zijn in een auto waarmee ik ook het water in kan. (Stel, want waarom zou ik een auto laten zwemmen als ik me met de schoolslag prima red?) De Oekraïense LuAZ 967M zou dan mogelijk een goede koop zijn. De spartaanse wagen in passend legergroen is volgens de gegevens van 1983. Dat is opmerkelijk, want andere bronnen melden dat het model maar tot 1975 is gemaakt. Wie het weet, mag het zeggen.
Er zijn meer amfibieën, dus er is keus. Natuurlijk is er de welbekende Amphicar. Exclusiever is de Gibbs Aquada, geschikt voor weg en water. Met hoge topsnelheden van 160 en 50 km/u. Een leuk weetje: ondernemer Richard Branson stak in 2004 het Kanaal over met zo'n ding in een recordtijd van 1 uur en 40 minuten. De Quadski van Gibbs kan nog sneller in het water: 70 km/u. De vraag is hier echter of het nog een auto is. Voor de aandrijving zorgt overigens een BMW-motorfietsblok.   
 

Een amfibie uit de Oekraïne.

9.000 euro hadden de bieders ervoor over.

Met 50 of zelfs 70 km/u over het water. Gibbs maakt het mogelijk.

Potomac Classics in Terborg is gelieerd aan de show en specialist in Amphicar.

Exotisch
Stel dat ik geïnteresseerd zou zijn geweest in een dure, exotische sportwagen. (Stel, want zo’n auto zonder achterklep waar geen Ikea-kastje in kan, is buitengewoon onhandig.) Dan zou de veiling me niet veel meer hebben kunnen bieden dan een Maserarti Merak. Andere aanbieders hebben nog wel wat meer in de aanbieding. Zo zag ik enkele Ferrari’s en Maserati’s, maar ook een Bizzarrini en – misschien nog wel exotischer – een Ascari FBT Ecosse. Ik zeg het eerlijk: ik heb Google moeten gebruiken om er wat meer te weten van te komen. Het gaat om een in Engeland gemaakte auto van een Nederlandse ondernemer, genoemd naar de Italiaanse coureur Alberto Ascari uit de jaren vijftig. In totaal zijn er zeventien gemaakt. Een BMW V8 zorgt voor de aandrijving. Opmerkelijk is de ultralange wielbasis. De vormgever heeft destijds goed naar andere supercars gekeken.
 

Dure klassieke sportwagens op een rij. 

Ook een gebruikte Ferrari is nog wel eens op de kop te tikken.

Een van de 1300 gebouwde Maserati Ghibli's (links) en een van de 1800 gemaakte Meraks.

Tussen 1964 en 1969 bouwde Bizzarrini supersportwagens die hij zijn eigen naam meegaf.

Dergelijke auto's worden door specialisten zeer gewaardeerd.

Een sportwagen met een Nederlandse achtergrond, hoewel in het Verenigd Koninkrijk gebouwd.

Opmerkelijk is de lange wielbasis. Let ook op de grote voorruit.

Iets anders
Stel dat ik niet geïnteresseerd zou zijn in een opzichtige sportwagen, maar toch iets anders dan anders zou willen. (Stel, want ik denk dan meteen praktisch: hoe zit het met eventuele onderdelen als je er wat aan krijgt?) Dan had ik vast gekeken naar dat leuke coupeetje met de naam NSU-Fiat Jagst 770 Riviera, met techniek op Fiat 600-basis, ontworpen door Michelotti en geproduceerd bij Vignale in Italië. Of naar een Renault 5, niet zo'n gewoon model, maar een Turbo 2 met een halve racewagenmotor achterin en van die uitgeklopte wielkasten. Hoewel... 161.000 is natuurlijk wel héél veel geld. Laten staan is veel geld besparen!
Dan is een Citroën SM minder prijzig, maar zo'n Amerikaanse uitvoering doet toch wel pijn aan je ogen. Tel bij de aankoopprijs dus maar meteen de prijs van Europese verlichting op, als die nog te verkrijgen is. 
Misschien zou ik puur voor de show gaan. Een auto waarmee je niets kunt, behalve op een mooie plek zetten om ernaar te kijken. Een rijdend kunstwerk als het ware, met de naam van de artiest - Giugiaro - op de flanken. De Lotus Etna bijvoorbeeld. Of een Lotus M200 concept car, gebaseerd op de Elan en voor het eerst gepresenteerd op de autosalon van Frankfurt in 1991. Ook zeker bezienswaardig om aan je vrienden te laten zien. De prijzen van beide modellen zijn 'op aanvraag'. Dat wil doorgaans zeggen: een heel stevig bedrag.

 

NSU-Fiat (Neckar) Jagst 770 Riviera, gebouwd bij Vignale in Italië.

Michelotti was verantwoordelijk voor de vormgeving.

Een Turbo 2 lijkt op een Renault 5 maar heeft een heel ander karakter. En prijskaartje.

Lelijker dan de voorkant van de Amerikaanse versie van de Citroën SM is nauwelijks mogelijk.

Lotus Etna, een studiemodel waarmee Giugiaro zijn visitekaartje afgaf.

Lotus M200 concept car, gebaseerd op de Lotus Elan. 

Bedrijfswagen
Stel tot slot dat ik een heel andere kant op zou willen met een historische bedrijfswagen. (Opnieuw stel, want waarom zou ik?) Dan had ik vast een bod gedaan op één van de verschillende auto’s in Druten. Misschien wel op de servicewagen van het voormalige Autotron, hoewel de helft van de remmen het maar doet. Met een bedrag van boven de 5750 euro was ik kanshebber geweest. Of zo’n Fiat vrachtwagen van 1967, hoewel ik dan meer dan 7000 had moeten bieden. Voor een 850 Familiare van 1970 was zelfs 8600 nog niet genoeg geweest.
Echt fraai is natuurlijk de Ford uit 1939, met een voorkant die is afgeleid van die van de gestroomlijnde V8 Lincoln. Schoonheid heeft zijn prijs, in dit geval ruim 24 mille.
Als het gaat om waarschijnlijk de meest bizarre aanbieding is het wel een begrafenisauto op basis van de Fiat Multipla. Je vraagt je alleen af of een kist van een stevige Hollander er ook in had gekund. Relevant is de vraag natuurlijk niet. Ik was er om te kijken, niet om af te wegen of ik in een klassieker zou gaan investeren. Dat doen anderen. Door de verleiding te weerstaan, heb ik weer heel wat bespaard. Behalve op plezier.
 
 

Een Austin J4 bestelwagen van het Autotron. Let op: alleen de voorremmen werken.

Een Fiat 616N vrachtwagen uit 1967 en 850 Familiare van 1970.

Tussen de veilingauto's stond deze Bean van 1930. Er zijn er maar 140 van gemaakt.

Waarom zou een pick-up niet net zo'n mooi front mogen hebben als een Lincoln, dachten ze bij Ford in 1939.

Deze Renault Goelette uit 1959 is volledig origineel.

De typisch Franse pick-up is jarenlang gebruikt als leswagen!

Een brandweerauto als kindervermaak voor een pretpark, gebaseerd op een Crosley.

Een begrafenisauto op basis van een Fiat 600.

Allemano in Turijn was de carrosseriebouwer.

Let op de grote koelsleuven, nodig voor de koeling van de achterin liggende motor.

Een Zweedse Kalmar, met techniek van DAF en dus ook met de Variomatic.

Voor net geen 25 mille kun je eigenaar worden van deze Ford Transit kampeerwagen.

Deze Land-Rover Defender pick-up moet nog even wachten voordat het een echte klassieker is.

 

 

  Bekijk ook: 

 

 

Werkpaarden van de wederopbouw
 
Kennismaking met een kleine, maar bijzondere
collectie bedrijfswagentjes uit de naoorlogse
periode met enkele unieke exemplaren.

juni 2021

 

Auto's kijken in de Betuwe
 
In Druten in de Betuwe staat een imposante
collectie auto's, onder meer bijeengebracht door
een succesvolle plaatselijke ondernemer.

juni 2021