Deutsches
Toyota Museum
Hartkirchen (D)
●
Modellen uit de jaren '70 en '80
●
Japanse voorkeur voor
tierlantijntjes
●
Bonte kleuren in de
mode
●
Meer verzameling dan museum
●
Enkele exclusieve typen
april 2011 - laatste aanvulling
november 2017
Museum bestaat inmiddels niet meer
|
Het is niet
altijd wat er op staat
Hoewel Toyota het grootste autobedrijf ter
wereld is, zul je de naam niet zo snel verbinden met klassieke auto’s. Dat is
niet zo vreemd. De opmars van het merk is pas van de laatste decennia. In Europa
startte de verkoop in de jaren zestig. Van de bescheiden vooroorlogse productie
is maar één exemplaar behouden gebleven. Dat staat, zwaar gehavend, in het
automuseum in Den Haag. Bovendien stond Toyota lange tijd niet bekend als
fabrikant van spraakmakende en grensverleggende modellen. Geen museumstukken
dus. De auto’s werden gebruikt waarvoor ze waren gemaakt en daarna afgedankt.
Een verzameling van tientallen modellen uit de beginperiode in Europa is alleen
daarom al bijzonder. Ze staan ver weg in Duitsland, in het 1. Deutsches Toyota
Museum. We gaan een kijkje nemen en stellen vast dat museum een ruim begrip is.
Een grote verzameling Toyota's
uit vooral de jaren '70 en '80.
Het EERSTE Duitse Toyota Museum
nog wel. Een tweede is er niet!
Je bent het dorpje Hartkirchen al
weer uit als het navigatiesysteem aangeeft dat de bestemming is bereikt. Even
denk je dat het systeem zich heeft vergist en je te ver liet doorrijden. Nog
twee kilometer en je bent in Oostenrijk. Dit is het uiterste puntje van
Duitsland en zo voelt het ook. Grote letters Toyota Museum op een loods geven
aan dat de elektronische wegwijzer gelijk had. Ze zijn niet bepaald met precieze
of artistieke hand geschilderd. De parkeerplaats is leeg. Op de deur hangt een
papier: ingang via de Stube, het bruine café ernaast. De woorden
gezelligheid en vrolijkheid zijn aan de horecagelegenheid voorbij gegaan. Het
voelt bijna unheimisch. De eerste indruk vertekent. Een man laat ons binnen,
zegt dat we pas achteraf hoeven te betalen en wijst op een zelfgemaakte deur.
Eingang Museum staat erop. Achter die deur staan meer dan honderd Toyota’s,
vooral uit de jaren zeventig en tachtig. Stuk voor stuk staan ze strak in de
lak, keurig naast elkaar in onberispelijke staat. Aan de muur hangen oude foto’s
en krantenknipsels. In het midden staat een bankstel opgetrokken uit autostoelen
en velgen.
 |
Rijen auto's, allemaal in
onberispelijke staat.
De ruimte staat tjokvol.
Links: Pichert geloofde - terecht
- in het merk Toyota. Rechts een bankstel geheel in sfeer.
Hier begon het allemaal mee: een
Toyota Corolla coupé uit 1971.
Latere modellen van de Corolla.
Let bij het rechtermodel op de buitenspiegels op de spatborden.
Nieuw automerk
Een museum? Niet echt. Het is meer een hal als opslagplaats voor een bijzondere
verzameling. Dat maakt het geheel niet minder exclusief. Benzinepomphouder Peter
Pichert begint in de jaren zeventig met de verkoop van een nieuw automerk uit
Japan. In autoland Duitsland is dat een gewaagde onderneming. Waarom zou je
zoiets onbekends aanschaffen als je ook een Volkswagen, Opel of Ford van eigen
bodem kunt kopen? Er is toch belangstelling. De eerste auto die hij verkoopt is
een donkergroene Corolla. De wagen staat als nummer 1 prominent bij de ingang.
Met oude bougies is een erevermelding gemaakt. De garagehouder slaagt erin zijn
klantengroep uit te breiden. Er ontstaat een band met dat onbekende merk uit het
verre Oosten. Hij gaat ervan houden. In 1979 gaat hij ze verzamelen. Oude
exemplaren worden ingeruild, opgeknapt en bewaard. Eerst in de buurt van huis en
garage, maar al gauw is er gebrek aan ruimte. Een grotere stalling is
noodzakelijk. Een plek buiten het dorp blijkt geschikt om een nieuwe hal neer te
zetten. Er komt ook nog een uitkijktoren bij. Belangstellenden zijn van harte
welkom om mee te genieten van de hobby. Het autobedrijf groeide intussen jaar na
jaar. Nog altijd staat de naam Pichert op de gevel van de Toyota-dealer in
Pocking. Tegenwoordig leidt zijn zoon het bedrijf. Hij heet ook Peter.
 |
 |
Voor de verzameling werd een
speciale hal gebouwd. Hier de afdeling Crown.
De grote Toyota's zijn altijd een
bijzonderheid gebleven. Ze werden nauwelijks verkocht.
De Toyota-dealer moest het niet
hebben van dergelijke modellen.
Een hele serie Celica's van
uiteenlopende bouwjaren.
Links een Carina, rechts een
Tercel in kleuren die je tegenwoordig niet meer ziet.
Links de Toyota 1000 in modekleur
bruin, rechts de opvolger, de Starlet.
Inrichting
Het is duidelijk dat Pichert weet wat verkopen is. En ook verzamelen heeft hij
in de vingers. Opknappen van oude auto’s is een vak dat hij beheerst. Van
presentatie heeft hij evenwel minder kaas gegeten. Dat is jammer. De verzameling
komt in deze ruimte onvoldoende tot zijn recht. Het woord inrichting is niet van
toepassing. Van sfeervolle verlichting is geen sprake. Het belangrijkste euvel:
er is te weinig plaats. De foto’s op de museumwebsite geven een verkeerd beeld. Daarop
is sprake van veel ruimte om de auto’s heen. Die is er juist niet. De ruimte is
gewoon te klein. Of de verzameling te groot, net hoe je het bekijkt. Het valt
niet mee de auto’s goed te bekijken, zeker niet de binnenkant. Wil je werkelijk
inhoud geven aan de kwalificatie museum, dan moet er op dit vlak nog wel wat
gebeuren. Een bibliotheek is immers ook geen letterkundig museum. Het is niet
altijd wat er op staat. Dat mag de pret verder niet al te zeer drukken. De
verzameling blijft uniek. Echte liefhebbers van het merk zullen er hun vingers
bij aflikken. Nergens zie je zoveel versies en varianten van een Corolla,
Corona, Carina, Celica of Crown bij elkaar. Voor het grootste deel zijn ze
bekend. Ze werden ook bij ons verkocht. De bonte kleurschakering roept
nostalgische gevoelens op. Okergeel, oranje en groen: destijds modern, nu
hopeloos ouderwets. Opvallend is het ontbreken van het eerste model Corolla. Die
stamt nog uit de tijd voordat Pichert zich met het merk inliet. In een hoekje
van de garage staat wel een heel oude Corona, de gangmaker van de Europese
verovering. We zien trouwens ook een Tsjechische Velorex, volstrekt ongepast in
deze omgeving, als een acteur die in het verkeerde toneelstuk terecht is
gekomen.
 |
 |
De eerste Toyota in Europa, de
Corona en rechts een Velorex die hier helemaal niet hoort.
De werkplaats met rechts nog een
aantal modellen.
Ook de Landcruiser is uiteraard
aanwezig, hier als exclusieve brandweerwagen.
Typisch Japanse frontjes, met
veel tierlantijnen.
De voorkanten van de kleine
Corolla en de grote Crown. In Europa zouden ze er heel anders uitzien.
Tierlantijntjes
Wereldbestormend zijn de modellen van Toyota nooit geweest. Dat wordt hier nog
eens duidelijk bevestigd. De vormgeving is gemiddeld en traditioneel, afgestemd
op de smaak in het moederland zelf, waarbij met een schuin oog naar Amerika werd
gekeken. De strakheid van de Europese merken is ver te zoeken. Wieldoppen,
grillen, sierlijsten: ze hebben allemaal on-Europese tierlantijntjes. De klanten
kon het niet schelen. De Japanners waren rijkelijk voorzien van accessoires
waarvoor je bij andere merken moest bijbetalen. Bovendien bleken de auto’s
deksels goed in elkaar gezet. Toyota werd een synoniem voor kwaliteit en
betrouwbaarheid. Het in de jaren zestig in Europa nog onbeduidende merk groeide
langzaam maar zeker naar de nummer één positie in de wereld. In managementboeken
werd Toyota hét voorbeeld van efficiënt produceren. TPS (Toyota production
system) is een begrip en werd door alle autofabrikanten in de wereld
ingevoerd. Just in time en lean production zijn
vanzelfsprekendheden geworden. Met de hybride Prius hebben de Japanners laten
zien ook nog eens innovatief te kunnen denken. Het luxemerk Lexus heeft in
Amerika met succes een bres geslagen in de overheersing van de West-Duitse
topmerken. Vriend en vijand moeten de benzinepomphouder gelijk geven. Zijn keuze
in de jaren zeventig was zo gek nog niet.
 |
De Toyota's 1000 en Starlet in
stationcar-uitvoering zijn regelrechte zeldzaamheden.
De Sera met vlinderdeuren.
Dit type is in
Europa nooit te koop geweest.
Speciaal voor Europa en Amerika:
cabrio-versies van de Celica.
Alleen dankzij een echte
enthousiaste verzamelaar bestaan deze autoi's nog.
Zeldzaamheid
Lopend door de smalle gangpaden komen de herinneringen boven. We kennen de
auto’s nog van vroeger, op straat. Een enkel model is minder bekend. De Toyota
1000 Stationcar bijvoorbeeld kennen we uit de brochures, maar was en is absoluut
een zeldzaamheid. Datzelfde geldt voor de grote Crown Wagon, met twee
ruitenwissers op de achterruit. De cabrioletversies van de Celica zijn eveneens
bijzonder, zelfs voor Japanners. Ze zijn zo nooit uit de fabriek gekomen.
Speciaal voor klanten in Amerika en Europa zetten gespecialiseerde
koetswerkbedrijven de zaag in het dak. De verkopen bleven altijd beperkt. In
Nederland zijn ze niet of nauwelijks verkocht.
In een hoek van de hal staat een opmerkelijk groene coupé met vleugeldeuren.
Behalve op autoshows heeft de Cera Europa nooit bereikt. Gelukkig heeft deze
auto wat meer ruimte gekregen zodat één van de deuren open kan en er zicht is op
het interieur.
Een collectioneur, liefhebber en knutselaar heeft gevoel voor soortgenoten. Elk
jaar organiseert Pichert een ontmoetingsbijeenkomst. Eigenaren met een oude
Toyota uit verschillende landen komen dan naar Hartkirchen. De garagehouder kan
ze waar nodig ook nog helpen met onderdelen. Op de bovenverdieping liggen
complete motoren, cilinderblokken en versnellingsbakken, maar ook deuren,
motorkappen en onderdelen als lampen en richtingaanwijzers. Je kunt het de
museumwinkel noemen, al zullen de meeste mensen daar wat anders onder verstaan.
 |
 |
Van knipperlichtjes tot deuren:
Pichert heeft veel op voorraad.
Complete of gedeeltelijke
motorblokken kunnen de knutselaar goed van pas komen.
Ondoorgrondelijk
Foto’s maken blijkt niet eenvoudig. Door de beperkte ruimte kun je overal slecht
bij en het invallend licht vraagt meer fotografisch vakmanschap dan we in huis
hebben. Voor de herinnering en een indruk volstaan de plaatjes. We verlaten de
koude hal om via de Stube weer naar buiten te gaan. Je moet een andere
deur nemen dan die van de ingang, al zitten ze naast elkaar en komen ze in
hetzelfde halletje uit. Sommige zaken zijn ondoorgrondelijk. Zin in een kopje
koffie hebben we wel, maar we geven de voorkeur aan een gezelliger locatie.
s’Wirtshaus am Turm - urig, gemütlich, gut staat op het foldertje dat we
meekrijgen. Het prijst de goede keuken en gemoedelijke uitstraling aan.
Misschien klopt het wel. Maar dan op andere momenten. In elk geval niet op
vrijdagmiddag vier uur. Als we vertrekken is de parkeerplaats weer leeg. De
toevallige passant die tussendoor ook nog even kwam kijken, had het al snel
gezien. Het was vast geen liefhebber.
■
 |
 |
Plaatjes van bekende typenamen
uit het verleden.
NOVEMBER 2017
Na het overlijden van Peter Pichert, eerder dit jaar, besloten zijn kinderen
afstand te doen van de
verzameling. De Duitse Toyota-importeur nam de auto's over en
heeft in een verbouwde sporthal bij Keulen een permanente expositie ingericht.
Eind november werd deze geopend. (foto: Toyota Duitsland).
|