Spyker toen en nu
Amsterdam / Zeewolde (NL)
●
Het werk van de gebroeders Spijker
●
Teloorgang van het klassieke merk
●
Wederopstanding
●
De droom van Victor Muller
●
Twijfels over het succes
oktober 2007, aanvullingen t/m
januari 2015
|
 |
Spyker als spraakmakend merk
Al kent ons land geen grote
auto-industrie, de naam Spyker is tot over de landsgrenzen bekend. Daarbij gaat
het niet zozeer om de klassieke modellen, waarvan er nog een handjevol bewaard
is gebleven, maar om het nieuwe sportwagenmerk waar veel om te doen is.
Spraakmakend zijn Spykers altijd geweest: nu en lang geleden.
Van Peking naar Parijs in 1907
met een Spyker.
Het is augustus 1907. In Parijs arriveren vier auto’s en een driewielige
motorfiets na een tocht van ruim 16.000 kilometer door gebergten, moerassen en
woestijngebieden. Twee maanden eerder zijn ze vertrokken uit Peking. Het is in
veel opzichten een indrukwekkende prestatie. Verharde wegen zijn er nauwelijks
en de auto bestaat pas twintig jaar. In 1886 immers maken de Duitsers Karl Benz
en Gottlieb Daimler hun eerste auto met een benzinemotor. Niemand kan in 1907
nog voorzien hoezeer de auto de wereld zal gaan veranderen. De pioniersfase is
nog maar net achter de rug en van massaproductie is nog geen sprake. Het nieuwe
verschijnsel is iets voor rijken, aristocraten en avonturiers. In autoraces
wordt getoond hoe hard je kunt gaan. Met duurzaamheidsritten willen de jonge
fabrikanten bewijzen hoe betrouwbaar hun nieuwe product is. Alles wat met de
auto te maken heeft, trekt veel publiciteit. Tegen die achtergrond daagt de
Franse krant Le Matin fabrikanten en rijders uit van Peking naar Parijs te
rijden. Het is allesbehalve een plezierreis. Met name de tocht door de
Gobi-woestijn blijkt letterlijk levensgevaarlijk. De weersomstandigheden tarten
de deelnemers, terwijl er ook op technisch vlak de nodige tegenslagen te
overwinnen zijn. Kou, hitte, zandstormen, watergebrek, verdwalen, pech: er
blijft de rijders weinig bespaard.
 |
 |
Het beroemdste voertuig van de
gebroeders Spijker is de Gouden Koets uit 1898.
Spyker
Eén van de vier auto’s die de monsterrit volbrengen, is een Spyker. Een
Nederlandse auto, in Amsterdam gemaakt door de Industriële Maatschappij
Trompenburg. De fabriek is opgericht door de gebroeders Hendrik Jan en Jacobus
Spijker. Ze staan bekend als bekwame koetsenbouwers. Hun beroemdste product is
de Gouden Koets, opgeleverd in 1898, een cadeau van de Amsterdamse bevolking aan
de jonge Koningin Wilhelmina. Met bijdragen van voornamelijk kwartjes werd de
benodigde 120.000 gulden bijeengebracht. (Aanvankelijk wees Wilhelmina het
cadeau van de hand, maar later accepteerde ze de koets en gebruikte hem voor het
eerst bij haar huwelijk in 1901.)
Gegrepen door het nieuwe fenomeen auto, verleggen
de broers hun activiteiten. Nog voor de eeuwwisseling verschijnt hun eerste
model, gebaseerd op een Benz. Ze zijn echter niet tevreden en gaan zelf aan de
slag. Kwaliteit, maar zeker ook vindingrijkheid zijn hun handelsmerken. In 1903
presenteren ze de eerste auto ter wereld met vierwielaandrijving. Het is
tegelijkertijd één van de eerste zescilinders. De auto heeft nog een
bijzonderheid: remmen op alle vier de wielen! Het model is bewaard gebleven en
behoort tot de collectie van Evert Louwman.
 |
 |
De vierwielaangedreven
zescilinder destijds is bewaard gebleven en behoort tot de collectie van
Louwman.
Ypsilon
De producten van de gebroeders Spijker krijgen internationale bekendheid. Ze
dwingen bewondering af en brengen succes. Nederlands-Indië en Engeland zijn
belangrijke afzetgebieden. Omdat de letter ij in het buitenland voor verwarring
zorgt en bijna niet is uit te spreken, heten de auto’s Spyker, met een ypsilon. Goedkoop zijn ze
bepaald niet: de prijslijst van 1905 vermeldt bedragen tussen de vijf- en
tienduizend gulden, dat zijn tien jaarsalarissen van een ambachtsman. De
jaarproductie is dan ook beperkt; in topjaren komen 250 auto’s tot stand. Een
dergelijk aantal is trouwens voor veel autofabrieken in die tijd niet ongewoon.
Tourer 14/18pk uit 1906,
jarenlang eigendom geweest van automobielclub KNAC.
 |
 |
Rampjaar
Ondanks het succes in de rit Peking-Parijs, is 1907 voor de onderneming een
rampjaar. Hendrik Jan komt op 21 februari om het leven als het schip ‘Berlin’
bij Hoek van Holland op een pier slaat en breekt. Hij was één van de passagiers
en kwam op verzoek van zijn broer voortijdig naar huis van een wereldreis. Het
bedrijf zit namelijk financieel aan de grond en hij moet uitkomst bieden. De
kosten van allerlei experimenten staan niet in verhouding tot de opbrengsten uit
de verkoop. Zeker na de dood van Hendrik Jan is een faillissement onontkoombaar.
Einde van Spyker? Nee. Nieuwe geldschieters zien toch kansen en maken een
herstart mogelijk. Het aanzien blijft onverminderd groot. Er is een groot aanbod
van modellen, tot en met zieken- en begrafeniswagens. Een hoogtepunt voor de
onderneming is een bestelling door koningin Wilhelmina in 1911. Voor de tweede
keer is men hofleverancier. De donkerblauwe auto is van alle luxe voorzien,
zelfs voetverwarming! Kennelijk bevalt het voertuig, want er komen spoedig negen
Spykers in de garage van Paleis Het Loo te staan.
 |
 |
Het beeldmerk combineert wiel en
propeller, de slagzin luidt: "Voor de aanhouder is geen weg
onbegaanbaar".
Luchtruim
In 1915 fuseert Trompenburg met de NV Nederlandse Vliegtuigfabriek. Spyker kiest
het luchtruim. Een nieuw beeldmerk symboliseert de nieuwe koers: een
vliegtuigpropeller gecombineerd met een wiel. Het Latijnse onderschrift geeft de
ambitie aan: “Nulla tenaci invia est via”, voor de aanhouder is geen weg
onbegaanbaar. Helaas is de werkelijkheid anders. Na de Eerste Wereldoorlog gaat
het bergafwaarts met Spyker. In 1922 volgt weer een bankroet, maar weer is er
leven na de dood. Er komt een nieuw model, een luxe auto die al snel de bijnaam
‘de Rolls-Royce van het continent’ krijgt. De internationale concurrentie is
echter groot. Vijftienduizend gulden voor een auto is begin jaren twintig héél
veel geld. In 1926 valt het doek wederom. Dit keer is het einde definitief. Na
1500 auto’s komt Spyker op de lange lijst van automerken die niet hebben kunnen
overleven. Van de duizenden (!) fabrieken die in de begintijd van de auto zijn
opgericht, blijven er maar weinig over. Een handjevol auto’s als museumstuk
herinnert aan de bewogen historie. Tot pakweg tien jaar geleden zegt de naam
Spyker alleen heel oude mensen en autoliefhebbers iets. Daar komt echter
plotseling verandering in.
 |
 |
De Koninklijke Spijker uit 1911
en de C4 uit de jaren twintig, het laatste model van het merk.
Herrezen
In 1999 lijkt het oude Nederlandse automerk uit de as te herrijzen. De zakenman
Victor Muller verwerft de rechten op het gebruik van de merknaam, met inbegrip
van het historische vignet en de eerdergenoemde Latijnse spreuk. Samen met zijn
compagnon, ingenieur Maarten de Bruijn, wil hij sportwagenfabrikant worden. De
Bruijn heeft ideeën over hoe zo’n auto er uit moet komen te zien. In oktober
2000 staat op een Britse autotentoonstelling de eerste Spyker van de nieuwe
generatie. Een gat van driekwart eeuw is overbrugd. Het lijkt wel of de
geschiedenis zich herhaalt: twee ambitieuze mannen met een jongensdroom, dure
auto’s van hoge kwaliteit, bijzondere ontwerpen, enthousiaste verhalen, maar ook
kritische geluiden over de financiële haalbaarheid. Het spraakmakende model van
aluminium en de historische naam zorgen voor veel publiciteit. Het Nederlands
initiatief wekt sympathie, al is meteen duidelijk dat de gemiddelde Nederlander
niet tot de doelgroep behoort. De prijzen liggen tussen de ruim twee- en een
kleine driehonderdduizend euro. Het gaat om handwerk en kleine series.
Technische perfectie, rijplezier, snelheid, uitstraling en exclusiviteit zijn de
karaktertrekken. De makers willen tot de top van de wereld behoren. Hun auto’s
kunnen 300 kilometer per uur halen. Enkele maanden later presenteert Spyker zich
in eigen land op de nationale autoshow, de Auto-RAI. Opnieuw is er veel
aandacht.
 |
 |
Ambachtelijk handwerk van hoge
kwaliteit in de fabriek van het moderne Spyker in Zeewolde.
Karakteristieke deuren die naar
boven toe scharnieren.
 |
 |
Voorpaginanieuws
Een nieuw Nederlands automerk is voorpaginanieuws. Critici menen dat het nooit
wat kan worden. Jongensdromen zijn er genoeg. Is er wel genoeg realiteitszin?
Het is de tijd dat de internetluchtbel uit elkaar spat. Veel (kleine) beleggers
verliezen soms heel veel geld als blijkt dat prachige vooruitzichten in de
praktijk toch anders uitpakken. De plannen van Muller zijn reaistischer dan veel
mensen aanvankelijk denken. In Zeewolde verrijst een fabriek. Spyker gaat door
met het ontwikkelen en presenteren van nieuwe modellen. Geen autoshow gaat
voorbij of het nieuwe merk laat van zich horen. Sportwagens met en zonder open
dak staan te stralen in de schijnwerpers. In mei 2004 gaat het bedrijf naar de
beurs. Winst wordt er voorlopig niet gemaakt, maar de vooruitzichten lijken
goed. De fabriek krijgt toestemming om de auto’s in Amerika te verkopen. Ze
voldoen aan de strenge Amerikaanse eisen op het vlak van veiligheid en milieu.
Inmiddels zijn er zestien dealers in dat land. Ook China lijkt, hoe gek het ook
klinkt, een aantrekkelijke afzetmarkt. De vestiging van een verkooppunt in
Beijing (Peking) is veelzeggend. De Chinese economische groei is overweldigend.
Het aantal rijken is beperkt, maar neemt snel toe. Als in 2005 een aantal
antieke auto’s opnieuw een tocht maakt van Peking naar Parijs, staat bij de
start een moderne Spyker naast zijn voorvader.
 |
 |
Victor Muller presenteerde steeds
nieuwe modellen, zoals de bijzondere Zagato (rechts).
Naamsbekendheid
In ongekend korte tijd weet het exclusieve automerk grote bekendheid te
verwerven. Iedere ontwikkeling zorgt voor stukken in de krant. Daar hoort ook
het minder goede nieuws bij. In 2005 scheiden de wegen van de twee oprichters
zich. De Bruijn trekt zich terug. Intussen groeit het aantal modellen en
uitvoeringen. Spyker presenteert in 2006 een bijzondere vierdeurs met
vierwielaandrijving. Voor de auto met een prijs van 230.000 euro zijn al snel
meer dan 180 orders geplaatst. Onder de motorkap huist een motor met twaalf
cilinders en een inhoud van zes liter. Net als bij de andere modellen komt die
motor van het Duitse merk Audi. Op de autosalon 2007 in Genève is er wéér een
nieuw model.
Ondanks alle activiteiten, is Spyker wat aantallen betreft een kleine fabrikant.
In 2006 zijn 94 auto’s gemaakt. Dat is weliswaar een verdubbeling ten opzichte
van het jaar ervoor, maar nog altijd heel weinig vergeleken met bijvoorbeeld
5671 Ferrari’s in dezelfde periode. De directie heeft het hoopvol over goede
toekomstverwachtingen. Begin 2007 wordt zelfs gesproken over de eerste winst.
Het aantal arbeidsplaatsen in Zeewolde is gestegen tot 180.
In de loop van 2007 veranderen de vooruitzichten snel. Keer op keer komt Spyker
negatief in het nieuws. Er zijn twijfels over het aantal geproduceerde en
verkochte auto’s, er zijn financiële problemen en topman Muller legt zijn
functie neer. Een reorganisatieplan moet leiden naar een stabiele toekomst. Hoe
het ook verder gaat, nooit hebben Hendrik Jan en Jacobus kunnen vermoeden dat
hun naam een eeuw later nog zo vaak genoemd zou worden. ■

►Alle nog bestaande klassieke Spykers
►Klassieke Spykers in de Louwman Collection
JULI 2008
Anders dan begin 2007 nog werd verwacht, is het jaar dramatisch verlopen.
Het opzetten van een Formule 1-racestal is uitgelopen op een debacle. Dit
onderdeel is met veel verlies verkocht. Alleen door een kapitaalinjectie van
Snoras Bank uit Vilnius (Litouwen) kon Spyker blijven bestaan. Op 28 maart 2008
maakt Spyker bekend over 2007 een verlies van € 72 miljoen te hebben geleden. De
productie daalde van 94 auto's in 2006 tot 26 in 2007. In het laatste kwartaal
van het jaar zijn slechts twee auto's gemaakt. Het eerste kwartaal van 2008
toont een productie van 12 auto's en de verkoop van nog eens 16 exemplaren.
De nieuwe strategie van het bedrijf houdt in dat het aantal modellen beperkt zal
worden tot twee modelseries: de C- en D-lijn. Met het oog daarop presenteerde
Spyker op de Salon van Genève van maart 2007 een nieuwe versie van de C8 met
lange wielbasis: de C8 Aileron. Daarnaast verwacht het bedrijf de al eerder
gepresenteerde 4-deurs SUV Peking-to-Paris in 2009 in productie te kunnen nemen.
Het aantal arbeidsplaatsen van Spyker bedroeg in 2007 gemiddeld 166.
OKTOBER
2008
Nog
altijd is de berichtengeving vanuit Spyker vooral gericht op de toekomst. In het
derde kwartaal van 2008 zijn slechts acht auto's gebouwd, meldt het bedrijf op
24 oktober. Spyker heeft aanpassingen doorgevoerd in de productielijn. Dit heeft
volgens het bedrijf de productie vertraagd, maar moet in de toekomst leiden tot
een hoger niveau.
JANUARI 2009
Afgelopen jaar, meldt het bedrijf, is de productie verdubbeld, van 22 auto's in
2007 tot 43 in 2008. De wereldwijde economische crisis heeft vooralsnog geen
gevolgen gehad. In het vierde kwartaal van 2008 produceerde en leverde Spyker 14
auto’s. Volgens de Autotelegraaf zegt het bedrijf op middellange termijn
voldoende financiële middelen te hebben in de vorm van leningen van
grootaandeelhouder Snoras Bank. Snoras verschafte Spyker eerder al 10 miljoen
euro.
In het eerste kwartaal van 2008 zal Spyker zich richten op de productie van de
Spyker C8 Laviolette, in het tweede kwartaal start de productie van de C8
Aileron.
NOVEMBER 2009
Spyker heeft aangekondigd de productie in Nederland stop te zetten en de
assemblagewerkzaamheden te verplaatsen naar Coventry. De productie wordt eind
2009 overgeheveld Coventry Prototype Panels (CPP), één van de toeleveranciers
van Spyker. Het bedrijf maakte al verschillende prototypes en bepaalde
carrosseriedelen. Minstens 45 werknemers verliezen hun baan in Zeewolde.
Directie, verkoop en marketing blijven in Nederland. De stap is ingegeven door
de verwachting dat Spyker hierdoor eindelijk winstgevend zou kunnen worden.
JANUARI
2010
Na
weken van onderhandelingen en speculaties hebben General Motors en Spyker op 26
januari 2010 overeenstemming bereikt over de verkoop van Saab aan Spyker. Er
komt een nieuwe onderneming waarin het Zweedse merk wordt ondergebracht.
►meer
informatie in het artikel over Saab
MAART 2010
De resultaten van Spyker in 2009 zijn onverminderd zorgwekkend. Er werd een
verlies geleden van 22,9 miljoen euro. Een jaar eerder was dat 23,8 miljoen
euro. De omzet bedroeg 6,6 miljoen tegenover 7,8 miljoen een jaar eerder. Sinds
de oprichting van de onderneming is nog geen winst gemaakt. De totale productie
bleef steken op 31 auto's. Er werden er evenwel 36 verkocht. CEO Victor Muller
blijft - als vanouds - optimisme uitstralen. Hij verwacht voor 2010 een beter
resultaat, mede door de komst van het nieuwe model C8 Aileron.
FEBRUARI 2011
Opeens komt een opmerkelijk bericht: Spyker wil van Spyker af. Het bedrijf
kondigt aan de sportwagentak te willen verkopen aan de Russische investeerder
Vladimir Antonov. De twee partijen zijn in onderhandeling. Als de deal doorgaat,
betaalt Antonov een bedrag van 15 miljoen euro. Spyker krijgt komende vijf jaar
bovendien een deel van de winst. Dat laatste is pikant, want tot op dit moment
heeft Spyker nooit winst gemaakt. Het geld zal door Spyker worden gebruikt om
een deel van de schulden aan investeringsfonds Tenaci af te lossen. Tenaci is in
handen van Victor Muller, de bestuursvoorzitter en oprichter van Spyker. Volgens
een verklaring van het bedrijf maakt de verkoop het mogelijk om alle aandacht te
richten op de andere tak van Spyker Cars, het veel grotere Zweedse Saab. Het is
te verwachten dat de naam van Spyker Cars NV spoedig zal veranderen.
APRIL 2012
Inmiddels is de productie terug in Nederland, maar afgelopen jaar zijn er
slechts 12 auto's gebouwd, weten de media te melden. Muller is weer helemaal
terug na zijn avonturen met Saab en kondigt aan de productie fors te gaan
opschroeven. De geloofwaardigheid van zijn uitlatingen heeft wel forse deuken
opgelopen.
MAART 2013
Alsof er niets gebeurd is afgelopen jaren kondigt Muller een nieuwe start van
zijn bedrijf aan en presenteert op de autosalon van Genève een nieuwe, kleinere
en goedkopere Spyker, de B6 Venator. Verder gelooft hij nog altijd in de
levensvatbaarheid van zijn SUV, die tot dusverre niet verder is gekomen dan een
prototype. In de tussentijd zijn er grote verdenkingen tegen zijn belangrijkste
geldschieter, de Rus Vladimir Antonov.
►meer
informatie over Muller en Antonov
 |
De Spyker B6 Venator,
gepresenteerd tijdens de autoshow van Genève van 2013 (foto: Spyker).
JULI
2014
De boedel van Spyker wordt geveild, meldt een veilinghuis. De Belastingdienst
heeft nog geld van het bedrijf tegoed. Victor Muller spreekt van een
misverstand. Op het allerlaatste moment wordt een regeling met de fiscus
getroffen. De openstaande schuld wordt betaald en de veiling gaat niet door.
NOVEMBER/DECEMBER 2014
Opnieuw is Spyker in het nieuws en weer zijn het weinig positieve berichten.
Vanwege huurachterstand zegt de eigenaar van de fabriek de huur op. Op het
allerlaatste moment – wie verwacht anders – weet Muller te voorkomen dat zijn
bedrijf werkelijk het pand wordt uitgezet. Korte tijd later kondigt het bedrijf
aan uitstel van betaling te hebben gevraagd om zo een faillissement te
voorkomen. Spyker komt daarna met het bericht te gaan fuseren met een
Amerikaanse fabrikant van elektrische vliegtuigjes.
18 DECEMBER 2014
Spyker is failliet. Dit keer heeft Victor Muller een bankroet niet kunnen
afwenden. Het verhaal van de sportwagenfabrikant is uit. Spyker zal uit de as
herrijzen als fabrikant van elektrische auto's, laat Muller de wereld weten.
Zijn geloofwaardigheid is echter niet groot meer na de aaneenschakeling van
mislukkingen.

Het Financieele Dagblad van 19
december 2014.
29 JANUARI 2015
Ruim een maand na het vorige bericht opnieuw aandacht voor Spyker in de krant.
Een wel zeer opmerkelijk bericht: het bedrijf is toch niet failliet.
Het verhaal van Spyker blijkt er wederom eentje te zijn van opmerkelijke
wendingen en onverwachte gebeurtenissen. De rechter heeft het eerder
uitgesproken faillissement teruggedraaid. Er is nu weer sprake van een situatie
van ‘uitstel van betaling’. De uitspraak is het resultaat van het hoger beroep
dat Victor Muller had aangevraagd nadat het faillissement was uitgesproken.
Optimistisch als altijd, denkt Muller dat in de toekomst in Zeewolde weer
sportwagens worden gemaakt. Realistisch? De vraag stellen is ‘m beantwoorden. |