PS.Speicher
Einbeck (D)
●
Vervolgbezoek
●
Benz no. 99
●
Maikäfer van Ganz
●
De val van de Muur
►
lees hier verslag van vorig bezoek
oktober 2019
Een geslaagd vervolg
Vorig najaar bezochten
we PS.Speicher in Einbeck, een permanente expositie over de historie van het
gemotoriseerd vervoer, toegespitst op Duitsland. Het reisschema bood beperkt tijd om alles
grondig te bekijken, terwijl de fraaie opzet beslist aandacht verdient. Bij vertrek
was het besluit dan ook snel genomen: de volgende jaarlijkse herfstreis naar musea en
fabrieken begint in Einbeck. Half oktober was het zover: tijd voor een
hernieuwde kennismaking.
 |
Op weg naar onze bestemming valt opnieuw op hoe ver Einbeck van de autosnelwegen
af ligt. We maken een hele tocht over het Duitse platteland en doorkruisen
dorpjes die op het eerste gezicht uitgestorven lijken te zijn. Het is overal
stil op straat. Waarom ook zouden mensen hier op donderdagochtend buiten zijn?
Ze zijn aan het werk of met pensioen. Vertier is er niet of nauwelijks en zeker
niet op straat. Op verschillende plaatsen lijkt de tijd stil te hebben gestaan.
De vakwerkhuisjes zijn nog dezelfde als een paar eeuwen terug. Denk de auto’s
weg en je hebt een perfect decor voor een televisieserie over vroeger. Onze
gemiddelde snelheid is niet hoog; dat kan gewoon niet. Reken voor de laatste
tachtig kilometer, als je de snelweg hebt verlaten, maar gerust bijna anderhalf
uur.
We arriveren rond half elf. Het is behoorlijk druk op de parkeerplaats, wat ons
verbaast. Er blijkt een zakelijke manifestatie te zijn. Dergelijke bijeenkomsten zijn noodzakelijk voor een
verantwoorde exploitatie van een dergelijk museum. Wat bezoekers betreft is het
rustig, afgezien van een schoolklas en enkele motorfietsfanaten. De buitenkassa
is gesloten. Toegangskaartjes zijn verkrijgbaar in de centrale hal. Wie bij
aankomst zin heeft in een lekker kopje koffie, moet geduld hebben. Pas om twaalf
uur gaat het naastgelegen restaurant open. Als pleister op de wonde is er een
automaat met warme dranken. Het is meteen duidelijk: het hoogseizoen is voor de
attractie duidelijk voorbij.
 |
 |
De opgestapelde containers vormen
nog altijd een baken in het landschap.
Creatief en vakkundig laswerk!
Colani
De verrassing is er na vorig jaar natuurlijk af. De opgestapelde containers met
motorfietsen en auto’s zijn onveranderd. Het blijft niettemin een leuk gezicht. Als
blikvanger is er aan de straatkant een merkwaardige Mercedes bij gekomen: een
staaltje knutselwerk van vakmensen. In de hal herkennen we de twee Hansa’s en de
opengewerkte Renault Dauphine. Vorig jaar liepen we er snel langs, nu is er alle
tijd om ook details te bekijken. De staande Hansa laat mooi zien hoe in vroeger
tijden auto’s waren opgebouwd, met een houten geraamte en metalen carrosserie.
De Dauphine toont alles wat normaal gesproken verborgen blijft. Nieuw is een
laag, blauw, open sportwagentje dat duidelijk om aandacht schreeuwt. Het is een
Colani, gebaseerd op de techniek van de Volkswagen Kever. Vorig jaar zagen we
er ook eentje in museum Zylinderhaus. Tussen 1964 en 1968 bouwde ontwerper Luigi
Colani er zo’n 360. Bij de vormgeving liet hij zich inspireren door de natuur.
Dankzij het lage gewicht van 550 kilo ligt de topsnelheid 20 kilometer per uur
hoger dan van een reguliere Kever.
Het en der staan en hangen bijzondere motorfietsen, de grote hobby van de eigenaar
en oprichter van PS.Speicher. Een vitrinekast aan de wand showt tal van
schaalmodellen. Eentje valt direct op: de Duesenberg SJ met bijnaam Twenty Grand
die we in 2018 in Amerika in het echt zagen bij het bezoek aan de Nethercutt Collection.
In de hoek staat een Citroën DS. Daar kijk je als liefhebber op zoek naar
bijzonderheden nauwelijks naar om. We hebben meer aandacht voor de cabriolet,
één van de eerste, nog met luchtroosters boven op de spatborden. Het is één van
vier stijliconen, stijlvol neergezet in een
donkere zijzaal. De andere drie zijn een schitterende Horch, een Mercedes-Benz
300S cabrio en de legendarische Tatra T87.
 |
In de hal staan en hangen een aantal
motorfietsen.
Op de gedraaide foto zie je pas goed
de opmerkelijke vormgeving: een motorfiets met een soort carrosserie.
De Colani-sportwagen uit de jaren
zestig.
De ontwerper-kunstenaar zocht
inspiratie in de natuur: alleen maar organische, ronde vormen.
De technische basis voor de
kunststof sportwagen is een Volkswagen Kever.
Het Hansa-duo is een blikvanger
eerste klas.
De bezoeker krijgt een goed beeld
van de carrosseriebouw in vroeger tijden.
Het schaalmodel van de Duesenberg SJ
roept herinneringen op aan een museumbezoek in Amerika.
De Renault Dauphine geeft zijn
geheimen prijs.
Aan alle kanten is de opzet goed te
bestuderen.
Een gewone Citroën DS en de
cabrioversie.
De Tatra T87 had - heel bijzonder in
die tijd - in de carrosserie opgenomen achterlichten.
De Horch 853 uit 1937
behoort tot de zeer waardevolle klassiekers uit de Duitse autohistorie.
Datzelfde geldt voor de naoorlogse Mercedes-Benz 300S
Cabriolet A.
Maikäfer
Onze alles-in-één-entreekaart van € 17,50 geeft toegang tot de permanente
tentoonstelling en de deelexposities. Vorig jaar hebben we de presentatie over
elektrische auto’s overgeslagen, maar helaas zit een herkansing er niet in. De
tijdelijke tentoonstelling is inmiddels afgelopen. Die over de wereld van de
kleine auto’s is er nog steeds. Altijd leuk, ook al zijn we er al geweest en stond
een aantal dwergauto’s van de PS.Speicher-collectie deze zomer in Den Haag.
Er
wacht ons een verrassing. Direct bij de ingang zien we een autootje dat
er vorig jaar beslist nog niet was. Het is een historisch buitengewoon
interessant model: de Maikäfer van Josef Ganz uit 1931. Het wagentje heeft een
ruggengraatchassis, onafhankelijke wielophanging en de motor achterin. Die
technische karakteristieken zien we terug in de latere Volkswagen Kever. Ganz
was autojournalist en technicus en pleitte in zijn eigen blad Motor Kritik voor
een betaalbare auto voor de gewone man. Zijn kritiek op de gevestigde
fabrikanten was niet mals. Hun auto’s waren technisch achterhaald, protserig,
bestemd voor de elite en ook nog eens gevaarlijk, beweerde hij. Pikant detail:
Ganz was bij diezelfde fabrikanten extern adviseur. Zijn publicaties maakten hem
niet populair. Zijn ideeën voor een kleine auto werden later uitgewerkt door
fabrikant Gutbrod met het model Superior, aangeprezen als een
‘volkswagen’, lang voordat het een merknaam werd. Vanwege zijn joodse afkomst
moest Ganz in de nazitijd vluchten en kreeg nooit erkenning voor zijn technische
ideeën. De Nederlander Paul Schilperoord heeft een boek over deze geschiedenis
geschreven, waarin hij concludeert dat Ferdinand Porsche er met de
ideeën van Ganz vandoor is gegaan en ten onrechte alle eer heeft gekregen voor
het succes van de Kever. Dat beeld is nogal eenzijdig. Ganz was namelijk niet de enige die over een lichte,
gestroomlijnde en betaalbare auto nadacht. Ook ideeën van Hans Ledwinka en Béla
Barényi zijn terug te vinden in de Kever. Hoe het ook zij: de Maikäfer aan
te treffen maakt het hernieuwde bezoek aan Einbeck al geslaagd. Zelfs al zouden we
verder niets nieuws zien. Het wagentje is trouwens geen eigendom van het museum,
maar in bruikleen gegeven door een Duitse collectioneur.
 |
De Maikäfer van Josef Ganz.
Technische kenmerken van het
wagentje zijn terug te vinden in de Kever.
De auto is van een verzamelaar en in
bruikleen aan PS.Speicher gegeven.
Kleine auto’s
Natuurlijk lopen we op ons gemak langs de verschillende dwergauto’s die ook nu
weer imponeren. Niet door hun omvang, maar juist door hun kleinheid. Minimaler
gemotoriseerd vervoer is nauwelijks mogelijk. Een jaar geleden was er net
voldoende tijd om de meeste op de foto te zetten. Nu is er volop gelegenheid ze rustig te bestuderen.
Bovendien bekijken we dit keer ook de jongere generatie kleine auto’s. Het zijn
geen dwergjes meer en
al aardig op weg klassieker te worden: de Fiat 600, Mini, Renault 4, Fiat Panda
en Peugeot 205. De getoonde Mini is de Italiaanse licentie-versie, gemaakt door Innocenti.
De Renault is de exclusieve, luxere 4Super, destijds slechts korte tijd geproduceerd. De
meest opmerkelijke afwijking ten opzichte van het basismodel is de naar beneden
klappende achterklep waarin de achterruit is verzonken. De spullen in de
bagageruimte en achter de auto passen bij het beeld van de jaren zestig. Zoals
overal bij deze tentoonstelling is goed nagedacht over de aankleding en
bijbehorende details, waarbij de auto onderdeel is van de tijdgeest.
(Meer foto's van de dwergauto's in het
►verslag van
het vorig bezoek)
 |
DKW F1 met voorwielaandrijving,
bouwjaar 1931.
Beroemde goedkope auto's uit de
vooroorlogse tijd: Hanomag Komissbrot en Dixi.
Bestelwagenversie van de Fiat 500
Topolino.
Van na de oorlog is de Franse Rovin
D4 uit 1953.
De geniale Fiat Multipla bood ruimte
aan zes passagiers.
Aan de voorkant is de Renault 4
Super alleen wat luxer dan de 4L.
Het grote verschil zien we aan de
achterkant, met de merkwaardige achterklep.
De spullen geven een mooi beeld van
de tijd.
Sfeervolle decors maken de
tentoonstelling extra aantrekkelijk.
De Italiaanse naoorlogse volksauto:
Fiat 600.
De Mini in de Italiaanse
uitvoering van fabrikant Innocenti. Grille en kofferklep verschillen van de
Britse versie.
Op basis van de NSU Prinz ontwierp
Bertone de Sportprinz.
Twee uiterst succesvolle kleine auto's:
de Renault 5 en Fiat Panda.
Er is veel achtergrondinformatie. Op
het paneel bij de Peugeot 205 zien we een foto van de presentatie van het
prototype.
Het aluminium karkas van de Audi A2
en de afgewerkte, complete auto.
 |
Benz 99
Na de kleintjes gaan we met de lift naar boven. Wie voor het eerst komt, staat
raar te kijken als de deuren open gaan. Wij herkennen de inrichting direct: twee
fauteuils en een bromfiets. De projectie op de wanden, met veranderende wielen
door de jaren heen, roept opnieuw een glimlach op. De reis gaat naar de zesde
verdieping, naar 1812, het begin van het wegverkeer met de eerste fiets.
Het
viel vorig jaar al op: de tentoonstelling is gebaseerd op een boeiend mengsel
van verhalen, beelden en objecten rondom motorfietsen en auto’s. De geshowde Benz uit 1893
verhaalt aan de hand van een film over de eerste jaren van het automobilisme.
In juli 1894 koopt Max Gütermann van de gelijknamige naaigarenfabriek in Gutach
im Breisgau op aandringen van zijn 36-jarige zoon Alexander Gütermann deze Benz Victoria met chassisnummer 99.
Hij betaalt er 4075 Mark voor. Het
enthousiasme voor het nieuwe verschijnsel automobiel wordt niet door iedereen in
het bedrijf gedeeld; voor alle zekerheid bestelt men ook een traditionele door
een paard getrokken wagen. De Benz wordt onder begeleiding van Richard Benz naar
de Gütermann-fabriek gereden, 120 kilometer verderop. Dat is nog een hele toer.
Zo’n auto is ingewikkelder dan het lijkt, maar gaandeweg krijgt de chauffeur het
rijden onder de knie. In de eerste maand wordt al meer dan 1700 kilometer met de
wagen gereden. In 1901 krijgt de Benz een nieuwe motor. Kennelijk bevalt
het gebruik van een auto goed, want in 1905 koopt de familie als vervanging een
Mercedes Simplex. De Benz blijft evenwel in de familie. Alexander Gütermann en
chauffeur Gottlieb Hepp nemen in 1933 deel aan een concours met hun inmiddels
klassiek geworden auto. Pas in 2009 doet de familie afstand van de Benz;
liefhebber Karl-Heinz Rehkopf is de nieuwe eigenaar. Hij neemt met startnummer
001 in 1910 en 1912 deel aan de London to Brighton Run en is in 2011 aanwezig op Pebble
Beach. Sinds 2014 is PS.Speicher de voorlopig laatste rustplaats. Naast de Benz
staat de koets die gelijktijdig werd aangeschaft.
(Meer foto's van de expositie in het
►verslag van
het vorig bezoek)
De verbrandingsmotor doet zijn
intrede bij een brandspuit en bij de eerste auto van Benz.
In 1894 kocht de firma Gütermann de
Benz Victoria die tot 2009 in de familie blijft.
Een beroemde naam uit de pioniertijd:
Panhard-Levassor.
In 2012 nemen de Benz en de Panhard
deel aan London-Brighton (bron: film over deze rit).
Nog zo'n befaamde naam: De
Dion-Bouton, met personen-aanhanger.
Duitse samenleving
We lopen rustig door de expositie, steeds een verdieping lager. Er is veel te
zien en te lezen, ook al is het
aantal vierkante meters niet zo groot. De hoeveelheid
auto’s is beperkt. Door de boeiende wijze van presentatie stoort het allerminst. Het is de kwaliteit die telt.
Opnieuw is het interessant om te zien hoe de motorfiets en de auto hun stempel
hebben gedrukt op de ontwikkeling van de Duitse industrie en samenleving. De export
profiteerde van de kracht van de nieuwe bedrijfstak. Het is allemaal mooi
in beeld gebracht. Dit is dé manier om in de moderne tijd een tentoonstelling in te
richten over het verleden. De jaren dertig, veertig en vijftig komen opnieuw
voorbij. Er staan ook hierboven nog een paar dwergauto’s. In de melkbar drukken we op de
toetsen van de jukebox om bijpassende muziek te laten klinken. Dan is er weer
een verrassing. Op de weg naar beneden komen we in een zaal die sinds vorig jaar
helemaal nieuw is ingericht.
 |
 |
Een gemotoriseerde step van Krupp
(1919) en een echte motorfiets van NSU (1915).
De 8-cilinder Horch is nog net zo
imposant als vorig jaar.
De motorfiets was er voor militair en
civiel gebruik.
Voertuigen uit de Tweede
Wereldoorlog.
Deze DKW-motorfiets overleefde de oorlog
doordat de eigenaar 'm had ingemetseld.
Een Tempo pick-up: eenvoudig vrachtvervoer op drie
wielen.
Een creatieve presentatie. Boven een
bromfiets "Made in GDR" (Oost-Duitsland), onder "Made in Germany".
Auto's uit West en Oost: DKW en IFA.
In de melkbar staat een bont
gezelschap aan scooters tentoongesteld.
De Lloyd Alexander is een kleine
familiewagen uit de jaren '50.
Toerisme in West-Duitsland, op pad
met de luxe
Volkswagen Samba-bus of met de scooter.
Op land en in het water met de Amphicar.
Val van de Muur
Dit jaar is het dertig jaar geleden dat de Muur viel. Het was de opmaat naar de
Duitse hereniging. Terecht is besloten dat bij een expositie over de Duitse
historie dit moment niet mag ontbreken, temeer daar de auto het beeld van
de vreedzame revolutie werd. De Trabants die de grens overstaken en burgers naar
de vrije wereld in het Westen brachten, staan symbool voor het verdwijnen van
het IJzeren Gordijn. Een wereld waarnaar de DDR-burgers verlangden maar die
onbereikbaar leek te zijn, is opeens een reële bestemming. Aan de Westkant van
de Muur staan mensen in vrolijk gekleurde kleding hun buren enthousiast te
verwelkomen. Met een Trabant, Wartburg en een foto van een lange rij
Oost-Europese auto’s is dit in scène gezet. Presentatie en muurschildering gaan
naadloos in elkaar over. De militairen van de grensbewaking in hun groene leger-Trabant
kunnen toekijken zonder in actie te hoeven komen.
Er is nog meer gewijzigd. De Borgward Isabella Cabriolet van begin jaren zestig
heeft plaatsgemaakt voor twee typisch Duitse modellen van twee decennia later,
een oranje Opel Manta en witte Volkswagen Golf cabriolet, aangevuld met een
buggy die de sfeer van jaren zestig weergeeft.
 |
De Trabant symboliseert de val van
de Muur in 1989.
De echte Wartburg en de auto's op de
tekening op de wand lopen in elkaar over.
De Oost-Duitse grenspolitie maakte
gebruik van een Trabant.
Het dashboard is van een
verbluffende eenvoud.
De wilde jaren zestig, uitgebeeld
door een buggy.
Opel Manta van de tweede generatie
met het toen modieuze vinyldak.
Links het dashboard van de Manta,
rechts een luxe onderdeel: koplampwissers.
De Volkswagen Golf cabriolet was een
waardige opvolger van de Kever cabrio.
Gaat de motorfiets van de toekomst
er zo uitzien?
Back to the Future met de De Lorean.
Voorbeeldig
Via een replica van de Back to the Future De Lorean en een overzicht van motorfietsen die laten zien hoe de toekomst eruit kan
zien, bereiken we de begane grond. Anders dan vorig jaar hebben we de reis door
de tijd in alle rust afgelegd. De positieve indruk is niet veranderd. De opzet
van de permanente expositie is voorbeeldig. De toevoeging van de val van de Muur
is waardevol. Het verhaal over de oudste Benz is te mooi om snel aan voorbij te
gaan. De Maikäfer van Ganz met eigen ogen zien, is een mooie
aanvulling op het verhaal van Schilperoord en de Standard Superior in het Haagse
Louwman Museum.
We blikken terug op een geslaagd vervolgbezoek als we het terrein weer afrijden
langs de opgestapelde containers en toerend langs de Duitse dorpjes op weg gaan
naar onze volgende bestemming.
■
Een promotiewagentje voor de deur,
de in Italië populaire Piaggio Ape.
Overzicht van het complex. Foto:
PS.Speicher.
 |
Een creatieve beleving van
de historie
PS-Speicher in Einbeck
neemt je mee naar de
historie van gemotoriseerde vervoer met motorfietsen
en
auto's en showt bijzondere dwergauto's.
november 2018
|
 |
|