Auto's Portugese presidenten

Porto (P) 




●  Beperkte expositie
●  Auto's van presidenten door de jaren heen
●  De mooiste ontbreken


mei 2017
 

  


Een half uurtje aandacht voor presidentieel vervoer 

Het Museu dos Transportes e Comunicações in de Portugese havenstad Porto heeft een expositie ingericht over presidentiële voertuigen door de jaren heen. De beschrijving op de website is uitgebreid en uitnodigend. Reden om er tijd voor uit te trekken. De virtuele wereld is echter mooier dan de werkelijke, is de conclusie na een kort bezoek. De presidentiële geschiedenis wordt uitgebreid uit de doeken gedaan, maar de auto's zijn weinig bijzonder.
 

We zijn net te laat voor de tentoonstelling over de geschiedenis van de auto, meldt de man aan de kassa. De expositie staat nog wel vermeld op de plattegrond achter hem, maar is eerder dit voorjaar opgeheven. De auto's van een groot aantal Portugese presidenten staan er nog wel, op de eerste verdieping. Voor verschillende deeltentoonstellingen gelden uiteenlopende toegangsprijzen. Voor louter de auto's mag je voor drie euro naar binnen. Dat willen we wel. Je verwacht dan een kaartje te krijgen. In plaats daarvan haalt de man een ouderwets rekeningenboekje tevoorschijn, legt het carbonblaadje op de juiste pagina en schrijft ons toegangsbewijs uit. Een curieuze gewaarwording. Het is de tweede dag in dit land, maar dit past toch niet bij het beeld dat we ons tot nu toe hebben gevormd. Er rijden weliswaar hele oude trams door het centrum van Porto, maar als toeristische attractie. Waarbij je je ogen uitkijkt, trouwens. Een bestuurder die bij het eindpunt de stroomverbinding van de ene kant van de tram naar de andere moet brengen (de tram keert niet om; de voorkant wordt achterkant en andersom) en het houten bestuurdersstoeltje moet meenemen omdat er maar één is, is ook hier een bezienswaardigheid. Voor gewoon vervoer zijn er hypermoderne wagenstellen. Maar laten we teruggaan naar de auto's.

 

Een handgeschreven nota als toegangsbewijs.

Oude trams worden in ere gehouden, juist ook voor de toeristen.

De bestuurder (m/v) moet het stoeltje meenemen bij het eindpunt als de tram de andere kant op gaat rijden.

In Porto kijkt niemand van zo'n trammetje op (foto: Mark Stuart Jobling - wikipedia).

Foto's verboden
Met het handgeschreven toegangsbewijs op zak gaan we naar binnen, de trap op. Via een lange, hoge, nauwelijks verlichte en ongezellige gang komen we uit bij een zaal. Met houten schotten is getracht van een wat sfeervoller expositieruimte te creëren. Het is matig gelukt. Er staat een oud houten tafeltje, waarachter een man zit die de orde moet bewaken en de kaartjes controleert. Hij vraagt waar we vandaan komen en overhandigt vier geplastificeerde Engelstalige informatiebladen. De teksten van de expositie zijn namelijk in het Portugees. Hij verontschuldigt zich meteen. De lettertjes zijn zo klein dat zelfs een malafide verzekeringsmaatschappij ze niet zou durven gebruiken. Het is een beschrijving van de Portugese politieke historie, alle objecten in de vitrines en de voertuigen. Foto's maken is verboden, wordt ons te verstaan gegeven. Omdat er overal bewakingscamera's hangen, houden we ons daar aan. Met tegenzin. Kennelijk wil men het presidentiële erfgoed niet via het wereldwijde web laten rondslingeren. De reden ontgaat ons. Een auto geeft toch geen staatsgeheimen prijs? Hoewel... in Amerika komen de auto's van de president tegenwoordig niet eens meer in een museum. Als ze zijn afgeschreven, worden ze verschroot. De geheime dienst wil niet dat iemand ze van dichtbij kan bekijken. Alleen de oudere modellen zijn te bewonderen, zoals in het Henry Ford Museum in Dearborn (
zie foto's).
De bijgaande plaatjes zijn van de website van het museum zelf.
 

Via lange, ongezellige gangen kom je bij de tentoonstelling (foto's: website Museu dos Transportes e Comunicaçõe).

De serie vervoermiddelen begint met een aantal koetsen (foto's: website Museu dos Transportes e Comunicaçõe).
 

Packard
De opstelling is sober, de expositie beperkt. Er staat een auto of tien. De historie begint met drie koetsen om daarna over te springen naar een Packard van de jaren veertig. In de keuze voor dit merk stond de Portugese president niet alleen. De Amerikaanse president Roosevelt had er ook één. De Sovjet-dictator Stalin liet zijn Russische staatslimousine naar het Amerikaanse voorbeeld namaken.
Dat het om een presidentieel voertuig gaat, is te zien aan het nummerbord (PR met daartussen het monogram van de president) en de vlag midden op de neus als een soort radiatormascotte. Later verhuisde de vlag naar de zijkanten. De Packard is zwart, net als de meeste andere auto's. De inrichters van de tentoonstelling hebben spotlights naast de auto's gezet, zodat het interieur goed te bekijken is. Dat is mooi gedaan. De schijnwerpers laten tegelijkertijd ook zien dat op alle auto's een flinke laag stof ligt. Daardoor lijkt het geheel wat onverzorgd, terwijl er toch veel werk is gemaakt van de verschillende vitrines. Voor geïnteresseerden in de Portugese politieke geschiedenis die de taal kunnen lezen, is het vast boeiend studiemateriaal.

 

De Packard van Roosevelt in het Toyota-museum in Japan en een Russische kopie in het technisch museum van Praag.
 

Rolls-Royce
Naast de Packard staat een Rolls-Royce Phantom V, de statigste auto in de zaal. De bij het merk passende luxe houten afwerking geeft het interieur de uitstraling die je mag verwachten, hoewel het naar huidige maatstaven nog best sober is. Om de privacy van de inzittenden te beschermen, zijn er gordijntjes bij de achterruit. Achterin staan de borrelglaasjes klaar, hun pootjes ingeklemd tussen twee lagen 'vloerbedekking' zodat ze stevig staan en tijdens het rijden niet kunnen omvallen. Onwillekeurig denk je: zou onze koning zoiets ook aan boord hebben in zijn Audi? En wat zou er dan in zitten: whisky, sherry of jenever? Waarschijnlijk gewoon water.
De ruimte achterin de Rolls Royce lijkt riant, maar het beeld vertekent. De strapontins zijn opgeklapt. Met vier personen achterin wordt het toch minder ruim dan het lijkt. Aanvankelijk was de Phantom er voor dagelijks gebruik. Later kwam hij alleen bij bijzondere gelegenheden uit de garage. Tot midden jaren negentig bleef de auto in gebruik.

.

Overzicht van de expositie en rechts de Rolls-Royce Phantom V (foto's: website Museu dos Transportes e Comunicaçõe).
 

Mercedes en Austin
Enkele jaren na de Phantom verscheen de Duitse tegenhanger in de hoogste Portugese regeringskringen, de Mercedes-Benz 600. Het is de verlengde Pullman in de uitvoering met zes deuren. Alleen al vanwege de lengte maakt de wagen indruk. Het is een typische staatsieauto. Op foto's en filmbeelden is te zien welke gasten de eer hadden een ritje te mogen maken. De auto staat er niet helemaal jofel bij; hij is aan de rechterkant door de luchtvering gezakt. Ook hier opklapbare zitjes voor de meerijders en natuurlijk een scheidingsruit tussen chauffeur en passagiers.
Hoewel de Britse Austin Vanden Plas Princess jonger is dan de Mercedes, ziet ze er ouder uit. De lijnvoering stamt nog uit een vorig tijdperk, met de typerende voorspatborden en koplampen. Opvallend is het dashboard met de centrale snelheidsmeter. Je ziet het vaker bij Britse auto's omdat dan versies met links en rechts stuur gebouwd kunnen worden zonder het dashboard aan te passen. Bij een Mini of Morris Minor kun je daar nog begrip voor opbrengen, maar bij een wagen in deze klasse staat het potsierlijk en goedkoop, ondanks het luxe hout dat de meter omgeeft.
 

Uit het archief: publiciteitsfoto van de Austin A135 Vanden Plas Princess.

Citroën CX
De extreme en dure auto's werden in de loop der jaren vervangen door luxe versies van 'gewone' modellen, waarbij de S-klasse van Mercedes - in verlengde versie - veelal de voorkeur had. We zien een 450 SEL en S600 met V12-motor. Tijdens de regeerperiode van president Eanes, tweede helft jaren zeventig, werd de relatief eenvoudige Citroën CX Prestige aangeschaft, naar het voorbeeld van de Franse president. De tijdgeest vroeg om een zekere mate van soberheid. De naam doet anders vermoeden, maar te midden van de andere voertuigen heeft deze Prestige het minste aanzien. Eigenlijk zijn alle auto's na de Princess tamelijk gewoon. Dat maakt de expositie als geheel voor de autoliefhebber maar matig interessant. Dat geldt des te meer omdat een aantal wél spraakmakende presidentsvoertuigen ontbreken. Die staan in het automuseum van Caramulo: een Chrysler, open Rolls-Royce Phantom III, naoorlogse Cadillac en Mercedes-Benz 770 (
zie verslag). Met hun aanwezigheid was deze tentoonstelling een stuk boeiender geweest. Al binnen een half uur staan we weer buiten. Een topexpositie is het niet. Gelukkig heeft Porto nog zoveel ander boeiends te bieden.
 

De Rolls-Royce en Cadilllac in het museum van Caramulo zouden eigenlijk in Porto moeten staan. 

De Groẞer Mercedes-Benz 770, ook in het museum van Caramulo. 

Porto heeft nog meer bezienswaardigheden, zoals de bijzondere brug die op twee verdiepingen de oevers verbindt.

Zicht op de stad vanaf de brug.