Porsches
van de politie
Baas van de Snelweg, Politie Porsches '62-'96
Olof van Joolen en Lex Goumare
●
Van 356 tot en met 911
●
Speciale eenheid bij de politie
●
Opgezet ter opvoeding
weggebruikers
●
Vele anekodes
●
Nieuwe aanwinst Louwman Museum
december 2014
|
Niet meer van deze tijd
Het is
een boek vol met anekdotes, beginnend in de tijd dat snelwegen nog een nieuw
fenomeen in Nederland waren, er nog geen maximumsnelheid bestond, mensen langs
de kant van de weg gingen picknicken en doorlopend tot enkele jaren voor de
eeuwwisseling. Een blik in de achteruitkijkspiegel, naar een tijd die nooit meer
terugkomt.
Maandagavond 15 december 2014.
Eigenaar Evert Louwman van het naar hem genoemde automuseum en directeur Ronald
Kooyman onthullen hun nieuwste aanwinst. Het is een Porsche 356B 1600 Cabriolet, één van de
twaalf die de Rijkspolitie in 1962 aankocht en waarmee een tijdperk begon. Het
is bekend dat Louwman niet veel met het merk heeft – en dat is nog voorzichtig
uitgedrukt – maar als politieauto past de legendarische sportwagen goed in zijn
collectie. Veel museumbezoekers en de directeur hadden al lange tijd
aangedrongen op de aanschaf van een Porsche.
Onthulling van de nieuwste aanwinst door Evert Louwman en museum-directeur
Ronald Kooyman.
Als altijd weet Louwman (links)
een mooie anekdote op te diepen.
Getrouwd
Tijdens de onthulling vertelt Louwman het verhaal dat in die eerste jaren alleen
getrouwde politiemannen van minimaal 25 jaar, en dan het liefst ook nog met
kinderen, in aanmerking kwamen voor een plaats bij de Porsche-brigade. Zij
zouden zich, zo was de redenering van de politieleiding, verantwoordelijker
gedragen achter het stuur van een sportwagen dan jonge, ongehuwde dienders.
Rijden in een Porsche was in 1962 voor velen een droom. Het merk, gebaseerd op
de Kever-techniek, had in een kleine vijftien jaar een grote reputatie
opgebouwd.
De bron van Louwman is een boek over de politie-Porsches in Nederland.
De anekdote over de eisen aan de chauffeur is één van de vele die Van Joolen en
Goumare hebben opgetekend uit de monden van betrokkenen van weleer. In hun boek
vertellen ze hoe de Porsches in het geheim naar Nederland werden gebracht omdat
de inzet van de sportwagens bij de politie niet onomstreden was. Door een goede
deal met de fabriek kon de aanschafprijs relatief laag blijven door de jaren
heen. Maar uiteindelijk vonden de rekenmeesters van de staat de wagens toch te
duur. Medio jaren negentig verdwenen ze om plaats te maken voor BMW's, Mercedessen en
Volvo’s. Een tijdperk kwam ten einde. Politiemannen van destijds kijken er met
weemoed op terug.
Het boek verscheen al in 2013 en stond op het verlanglijstje. De onthulling in het Louwman Museum was
een mooie
aanleiding het nu maar eens aan te schaffen en door uitgeverij De Telegraaf/Autovisie
thuis te laten bezorgen. Een mooie combinatie: lezen over de achtergronden en
historie en tegelijkertijd de echte auto in het museum bewonderen. Veel foto’s
uit het archief larderen de kostelijke verhalen, van zowel de 356 als de latere
modellen.
 |
De Porsche in het museum.
In het begin hadden de Porsches nog
niet de opvallende oranje vlakken.
Verkeersdoden
Het doel om een speciale snelwegbrigade bij de politie op te richten was de
schrikbarende groei van het aantal verkeersdoden op snelwegen. Begin jaren
zestig lieten
ieder jaar zo’n 1500 mensen het leven in het verkeer. In de jaren zeventig nam
dat aantal verder toe tot 3500. Ter vergelijking: vandaag de dag zijn het er een
kleine 600. En dat terwijl het verkeer veel intensiever is geworden en er
veertig keer zoveel auto's zijn. Er waren verschillende
oorzaken van dat hoge aantal. Auto’s hadden nog geen veiligheidsriemen, wegen nog geen vangrails,
vluchtstroken of waarschuwende matrixborden, een maximum snelheid kwam pas in
1974 bij de oliecrisis en tijdens de rijopleiding was rijden op de snelweg geen
vanzelfsprekendheid. In die tijd kon je een rijbewijs halen zonder een kilometer
op de snelweg te hebben gereden. Het opvoeden van de automobilist was de
belangrijkste taak. Alleen als het hoogstnoodzakelijk was, kwam bekeuren in
beeld. Om het contact met de andere weggebruikers zo makkelijk mogelijk te
maken, wilde de politie een open auto. Later kwam daar het argument bij dat de
politieagent staand in de auto het verkeer kon waarschuwen voor aankomende
files. De zwaaiende arm
werd het symbool van de snelwegpolitie. Weer later begon de politie vanuit Driebergen ook verkeersinformatie op de radio te geven, in het begin overigens
alleen op dinsdag en donderdag. Op die dagen zond de Avro uit, waarmee de
verkeersdienst afspraken had gemaakt.
 |
Megafoon en oplichtend stopbord
onder de nummerplaat: onmisbare elementen bij een politie-Porsche.
Het zwaailicht was aan de
voorruitstijl geschroefd.
 |
Keurkorps
De Porsche-groep vond zichzelf een keurkorps binnen de politie. Veel
gemeentelijke politiekorpsen en hun dienders keken met jaloezie naar de mannen
in de witte pakken en met de witte bolhelmen. Die uitmonstering maakte deel uit
van de reputatie. De snelwegpolitie moest er als opvoeders onberispelijk
uitzien. Omdat de auto’s ook in de winter open werden gereden, kregen de
politiemannen lange witleren jassen met bijpassende exclusieve handschoenen.
Voor de zomer waren er dure merkzonnebrillen die een politiecommissaris zich
niet kon veroorloven. Het beste was niet goed genoeg, passend bij de uitstraling
van de auto’s.
Voor Porsche werd gekozen omdat de auto door zijn luchtkoeling ook met grote
vaart achteruit kon rijden. De Duitse politie had er bovendien goede ervaringen
mee opgedaan. Evert Louwman wist te vertellen dat zijn bedrijf als Alfa
Romeo-importeur mocht meedingen, maar dat de Alfa’s bij een test op het circuit
van Zandvoort al heel snel oververhit raakten. De keus van de politie voor de
Porsche leverde in politiek-Den Haag wel een probleem op. Op importeur Pon
rustte een smetje vanwege vermeende samenwerking met de bezetter tijdens de
oorlogsjaren. Daarom werden de auto’s direct van de fabriek betrokken en
afgeleverd via de Haagse dealer Wittebrug. Aanvankelijk zetelde de dienst
namelijk in de Alexanderkazerne in de hofstad. Pas later werd intrek genomen in
een villa in Driebergen, in het midden van het land. De aankoop daarvan gebeurde
buiten de Rijksgebouwendienst om, tot grote woede van betrokkenen. Het tekent de
eigengereidheid van de eenheid en de ruimte die men kreeg om zelfstandig te
opereren.
 |
De museum-Porsche heeft al de
extra apparatuur van destijds.
Lange reeks
De 356 was de eerste politie-Porsche van een lange reeks. De fabriek was zo
trots op het feit dat de Nederlandse politie voor haar product had gekozen, dat
ze nog op speciaal verzoek een serie maakte nadat de 356 eigenlijk al uit
productie was. Na de 356 kwam de 912, de langzamer en goedkoper variant van de
in 1963 geïntroduceerde iconische 911. Het was een teleurstelling voor de
politiemannen. Ze hadden gehoopt op de snelle zescilinder. Die kwam enkele jaren
later alsnog. Uiteindelijk zijn er tussen 1962 en 1997 honderden Porsches
geleverd, het merendeel van het type 911. Tussentijds werden proeven genomen met een Fiat en Alfa Romeo, maar
die bleken minder te voldoen. Ook voor de VW-Porsche 914 konden de mannen in
Driebergen weinig waardering opbrengen. De ruimte in het interieur was te klein.
De 924, met motor voorin, was evenmin een succes. De coupé was speciaal voor de
politie in de fabriek voorzien van een targa-dak (meerprijs 10.000 gulden!).
Ondanks de groeiende kritiek op de uitgaven – de Porsches werden ook steeds
duurder naarmate ze meer sportwagen werden – kwam de 911 steeds als favoriet uit
de bus. Tot het niet meer te verantwoorden was.
Van de eerste 356'ers zijn er maar een paar overgebleven. Veilingprijs: rond
200.000 euro. Destijds kostte de auto een kleine 18.000 gulden. De 911 is
iets minder exclusief. Niet schrikken als de kofferklep een beetje bol staat. De
mannen propten er zoveel in dat het soms duwen werd om 'm dicht te krijgen, met
alle gevolgen van dien.
 |
 |
Van 356 tot 911: ze staan allemaal
in het boek.
De Duitse politie maakte ook gebruik
van Porsches. Links een 356, rechts een 911.
Een Porsche 911SC uit 1976 van de
Belgische politie.
Nostalgie
Wie alles wil weten over de techniek van de Politie-Porsches, de onderlinge
verschillen, de exacte uitvoeringen en dat soort zaken, moet het boek niet
aanschaffen. Het zou een teleurstelling opleveren. Voor wie met gevoel voor
nostalgie oude verhalen en beelden weer naar boven wil halen, is het daarentegen
een kostelijke uitgave die je door de goede schrijfstijl in een avond uitleest.
De titel is meesterlijk gekozen: “De baas van de snelweg”. Eigenlijk gaat
dit boek niet over auto’s, maar over mensen. Over de leiding van de keurtroepen,
over het gedrag, over de onderlinge rivaliteit tussen politie-eenheden en over
de handige manier om de jongensdroom van vele dienders decennia lang te kunnen
verwezenlijken. De Porsches en de mannen in witte jassen zijn niet meer van deze tijd. Dat is
niet erg. Nostalgie heeft ook z'n bekoring. ■

 |
Baas van de Snelweg
Politie Porsches '62-'96
Olof van Joolen en Lex Goumare
De Telegraaf/Autovisie
september 2013
|
|