Rijkspolitie-Porsches
Den Haag (NL)
●
Tijdelijke expositie in Louwman Museum
●
13 historische politie-Porsches
●
Altijd met open kap
●
Ingezet tussen 1962 en 1996
●
Ontwikkeling van de 911 in beeld
juli 2016
Wit leer in dienst van de veiligheid
Dertien
Porsches vullen deze zomer de grote hal
van het Louwman Museum, aangevuld met een Range Rover en twee motorfietsen.
De Rijkspolitie van vroeger presenteert zich. Nooit eerder waren deze auto's bij elkaar te zien, van
de eerste 356 tot de laatste 911. Volop
anekdotes doen de ronde over de mannen in de witleren jassen die vooral tot doel
hadden de verkeersveiligheid te verbeteren.
 |
Nostalgie, een wereld van stoere mannen en een roemrucht automerk. De
combinatie van die drie elementen maakt de zomertentoonstelling in het Haagse
automuseum tot een trekpleister. Niet alleen de historie van de speciale
politiedienst, maar ook die van de Duitse sportwagen is mooi in beeld gebracht.
Met dank aan het Politiemuseum en een aantal particuliere collectioneurs. Meer dan
dertig jaar konden de snelwegdienders gebruik maken van het beroemde
automerk, totdat de politiek vond dat het ook wel met wat minder kon.
De Porsche-eenheid van de Rijkspolitie is omgeven met talrijke anekdotes. Vele zijn
opgenomen in het boek Baas van de snelweg van
Olof van Joolen en Lex Goumare dat in 2013 verscheen. In het museum komen de verhalen
en beelden terug via de auto's, de getoonde kleding, tekstborden,
videoschermen én de politiemensen die bezoekers graag te woord staan. Zo mochten
in de beginjaren alleen getrouwde politiemannen van minimaal 25 jaar, en dan het
liefst ook nog met kinderen, achter het stuur kruipen. Zij zouden zich, zo was
de redenering van de politieleiding, verantwoordelijker gedragen dan jonge,
ongehuwde dienders. Rijden in een Porsche was in 1962 voor velen een droom. Het
merk, gebaseerd op de Kever-techniek, had in een kleine vijftien jaar een grote
reputatie opgebouwd.
 |
Verkeersdoden
De eerste politie-Porsches waren van het type 356. De auto's werden in het
geheim naar Nederland gebracht omdat de inzet van de sportwagens bij de politie
niet onomstreden was. Ook in de jaren zestig was een Porsche geen goedkope auto.
Door een goede deal met de fabriek kon de aanschafprijs relatief laag blijven.
Het verhaal werd goed verkocht en echt negatieve publiciteit bleef uit.
Het doel om een speciale snelwegbrigade bij de politie op te richten was de
schrikbarende groei van het aantal verkeersdoden op snelwegen. Begin jaren
zestig lieten ieder jaar zo’n 1500 mensen het leven in het verkeer. In de jaren
zeventig nam dat aantal verder toe tot 3500. Ter vergelijking: vandaag de dag
zijn het er een kleine 600. En dat terwijl het verkeer veel intensiever is
geworden en er veertig keer zoveel auto's zijn. Er waren verschillende oorzaken
van dat hoge aantal. Auto’s hadden nog geen veiligheidsriemen, wegen nog geen
vangrails, vluchtstroken of waarschuwende matrixborden, een maximum snelheid
kwam pas in 1974 bij de oliecrisis en tijdens de rijopleiding was rijden op de
snelweg geen vanzelfsprekendheid. In die tijd kon je een rijbewijs halen zonder
een kilometer op de snelweg te hebben gereden. Het opvoeden van de automobilist
was de belangrijkste taak. Alleen als het hoogstnoodzakelijk was, kwam bekeuren
in beeld. Om het contact met de andere weggebruikers zo makkelijk mogelijk te
maken, wilde de politie een open auto. Later kwam daar het argument bij dat de
politieagent staand in de auto het verkeer kon waarschuwen voor aankomende
files. De zwaaiende arm werd het symbool van de snelwegpolitie. Weer later begon
de politie vanuit Driebergen ook verkeersinformatie op de radio te geven, in het
begin overigens alleen op dinsdag en donderdag. Op die dagen zond de Avro uit,
waarmee de verkeersdienst afspraken had gemaakt.
 |
Keurkorps
De Porsche-groep vond zichzelf een keurkorps binnen de politie. Veel
gemeentelijke politiekorpsen en hun dienders keken met jaloezie naar de mannen
in de witte pakken en met de witte (later oranje) bolhelmen. Die uitmonstering maakte deel uit
van de reputatie. De snelwegpolitie moest er als opvoeders onberispelijk
uitzien. Omdat de auto’s ook in de winter open werden gereden, kregen de
politiemannen lange witleren jassen met bijpassende exclusieve handschoenen.
Voor de zomer waren er dure merkzonnebrillen die een politiecommissaris zich
niet kon veroorloven. Het beste was niet goed genoeg, passend bij de uitstraling
van de auto’s.
Voor Porsche werd gekozen omdat de auto door zijn luchtkoeling ook met grote
vaart achteruit kon rijden. De Duitse politie had er bovendien goede ervaringen
mee opgedaan. De keus van de politie voor de Porsche leverde in politiek Den
Haag wel een probleem op. Op importeur Pon rustte een smetje vanwege vermeende
samenwerking met de bezetter tijdens de oorlogsjaren. Daarom werden de auto’s
direct van de fabriek betrokken en afgeleverd via de Haagse dealer Wittebrug.
Aanvankelijk zetelde de dienst namelijk in de Alexanderkazerne in de hofstad.
Pas later werd intrek genomen in een villa in Driebergen, in het midden van het
land. De aankoop daarvan gebeurde trouwens buiten de Rijksgebouwendienst om, tot grote
woede van betrokkenen. Het tekent de eigengereidheid van de eenheid en de ruimte
die men kreeg om zelfstandig te opereren.
 |
Lange reeks
De 356 was de eerste politie-Porsche van een lange reeks. De fabriek was zo
trots op het feit dat de Nederlandse politie voor haar product had gekozen, dat
ze nog op speciaal verzoek een serie maakte nadat de 356 eigenlijk al uit
productie was. Na de 356 kwam de 912, de langzamer en goedkoper variant van de
in 1963 geïntroduceerde iconische 911. Het was een teleurstelling voor de
politiemannen. Ze hadden gehoopt op de snelle zescilinder. Die kwam enkele jaren
later alsnog. Uiteindelijk zijn er tussen 1962 en 1997 honderden Porsches
geleverd, het merendeel van het type 911. Tussentijds werden proeven genomen met
een Fiat en Alfa Romeo, maar die bleken minder te voldoen. Ook voor de
VW-Porsche 914 konden de mannen in Driebergen weinig waardering opbrengen. De
ruimte in het interieur was te klein. De 924, met motor voorin, was evenmin een
succes. De coupé was speciaal voor de politie in de fabriek voorzien van een
targa-dak (meerprijs 10.000 gulden!). Ondanks de groeiende kritiek op de
uitgaven – de Porsches werden ook steeds duurder naarmate ze meer sportwagen
werden – kwam de 911 steeds als favoriet uit de bus. Tot het niet meer te
verantwoorden was. Zelfs in Duitsland werden ze afgeschaft. De politie moest overschakelen op Volvo en BMW. Politie-Porsches kregen verzamelaarswaarde en werden museumstukken.
■
 |
De oudste van de collectie is van
het Louwman Museum zelf, een 356B Cabriolet uit 1962, één van de eerste serie
van twaalf.
Interieur van de 356B, het model van
het Louwman Museum.
UIt 1966 is deze 356C Cabriolet - 1600 cc - 4 cilinders - 75 pk - 175
km/u.
Als de letters STOP onder de
kentekenplaat gingen branden, moest je naar de kant van de weg.
Een van de laatste 356 Cabiolets.
De oranje-rode vlakken maakten de
auto duidelijker herkenbaar als politiewagen.
Na de 356 kwam de 912, tot teleurstelling van de dienst. Ze hoopten op de 911.
912: 1600 cc - 4 cilinders - 90
pk - 190 km/u. De eerste types van de Targa hadden een uitritsbare achterruit.
911T 2.4 Targa - 2400 cc - 6
cilinders - 130 pk - 205 km/u - bouwjaar 1973.
Staand in de auto waarschuwden de wachtmeesters het verkeer voor filevorming.
De 1975'er 911 Targa Sportomatic - 2200 cc - 6 cilinders - 150
pk- 205 km/u.
De Targa had inmiddels al vele jaren
een vaste achterruit, mét ruitenwisser om goed zicht te houden.
Bouwjaar 1977: 911 Carrera Targa - 2700 cc - 6 cilinders - 165 pk - 220 km/u.
Uiterlijk vrijwel hetzelfde (met andere velgen): 911 Carrera 3.2 Targa uit 1989 - 3200 cc - 231 pk - 245
km/u.
Het noodnummer 1-1-2 bestond nog niet. Het was toen 06-11.
1990'er 911 (model 964) Targa - 3600 cc - 6 cilinders - 250 pk - 260 km/u.
De nieuwe 911 (type 964), rechts,
vergeleken met zijn voorganger links.
Links de oude, rechts de nieuwe 911.
Door de totaal andere bumpers zijn ze gemakkelijk uit elkaar te houden.
Met de nieuwe striping: 911 Targa
uit 1992 - 3600 cc - 6 cilinders - 250 pk - 260 km/u.
Zie het verschil tussen de Targa
hierboven en de Cabriolet hieronder. De rijders gaven de voorkeur aan de Targa.
De laatste van de serie was weer een volledige cabriolet: de Carrera van 1993.
In 1972 werd de VW-Porsche 914/6 uitgeprobeerd. Het was geen succes.
De 914/6 had een motor van 2 liter -
6 cilinders - 110 pk - 205 km/u.
Een alternatief voor de 911 was de 924, maar het niet-standaard open dak kostte
alleen al 10.000 gulden extra.
De 924 (uit 1981) had vier cilinders - 2000 cc - 125 pk en kon 204 km/u.
In 1975 kreeg de politie ook Range Rovers: 3500 cc - 8 cilinders - 135 pk - 175
km/u. Rechts een BMW-motorfiets.
De Range Rover was een sterk en snel werkpaard, met veel ruimte om spullen mee
te nemen.
|