Zoektocht
in Parijs
Parijs (F)
●
Verdwenen musea
●
Historie van de Marne-taxi
●
De eerste auto: Cugnot
●
Showroom van Peugeot
●
Nieuwe showroom van Citroën
oktober 2003, aanvulling
zomer 2008
Parijs houdt niet van oude auto’s
In 1984 claimden de Fransen als eersten
het eeuwfeest van de auto.
Een replica van wat de eerste rijdende auto met
verbrandingsmotor zou zijn geweest,
eiste een prominente plaats op bij de
festiviteiten. Duitsland had met zijn grootheden
Daimler en Benz het nakijken,
al wordt de claim van Frankrijk nog altijd niet erkend.
De geschiedenis van de
auto is kennelijk in cultureel opzicht van belang.
Automerken dragen steeds
vaker hun historie uit, de Franse merken niet in de laatste plaats.
Toch is van
dat alles in de hoofdstad weinig te merken, terwijl juist Parijse taxi's een
grote rol hebben gespeeld bij de verdediging van de stad in de Eerste
Wereldoorlog.
 |
Aan de Champs Elysées in het hart van de Franse
hoofdstad was jarenlang op nummer 49-51 de Pub Renault gevestigd, een ouderwets
met auto-onderdelen ingericht eet- en drinketablissement annex automuseum.
Twintig auto’s gaven een bescheiden maar aardige impressie van de rijke
achtergrond van het Franse merk. De eerste Renault stond er en even verder de
4CV waarmee de genationaliseerde fabriek na de oorlog Frankrijk weer op wielen
zette. Het meest in het oog sprong een met Franse vlaggen getooide taxi waarmee
de geschiedenissen van Parijs en Renault voor altijd met elkaar verbonden zouden
worden. Dat gebeurde in de nacht van 6 op 7 september 1914. Een maand lag
Frankrijk toen al letterlijk onder vuur van de Duitsers. Het vijandige leger
rukte op en dreigde Parijs binnen te vallen. Op 5 september kondigde generaal
Joffre een offensief bij de rivier de Marne af. Daarvoor had hij echter
troepenversterking vanuit de hoofdstad nodig. Hoe krijg je zoveel man in korte
tijd verplaatst? Met de taxi!
 |
 |
Foto's van de vroegere Pub-Renault
in het hartje van de stad.
Stoet taxi's
In één dag tijd gingen
4000 tot 6000 manschappen (verschillende bronnen noemen andere getallen) van
Parijs naar Nanteuil-le-Haudroin in een schier eindeloze stoet van taxi's.
Renault taxi's, van het type AG. Sinds dien staat dit model als Taxi de la
Marne bekend. Toen de auto's na het soldatentransport terugkeerden in
Parijs, stond er in totaal 70.000 Francs op de teller. De Staat voldeed de
rekening.
Dat deze unieke grootscheepse troepenverplaatsing met één merk is verbonden,
vindt zijn oorsprong aan het begin van de eeuw. Langzamerhand gaan in de mondaine
Franse hoofdstad de automobielen paard en wagen vervangen. In 1905 wordt het
taxibedrijf Compagnie Française des Automobiles de Place opgericht. Uit
een competitie komt de Renault als aantrekkelijkste vervoermiddel naar voren. De
Compagnie plaatst een order van 250 voertuigen in 1905. Ook in de praktijk
blijken de tweecilinders te bevallen. Een jaar later volgt een order voor nog
eens 1000 stuks. Weer drie jaar later kwamen er nog eens 1500 bij. Ook andere
maatschappijen lieten de keus op de Renault vallen. In 1907 gingen er zelfs 1100
naar de Britse hoofdstad Londen. In 1914 was het overgrote deel van de
tienduizend Parijse taxi's van het merk Renault. Slechts 3000 daarvan bleven
overigens in het eerste oorlogsjaar rijden. De rest moest in de garage blijven
omdat de chauffeurs door de mobilisatie hun krachten moesten inzetten bij
oorlogshandelingen.
 |
 |
Renault AG 1911 in rustige omstandigheden
en in het vroegere Renault-museum in Parijs.
Wortels
De Pub Renault en het museum zijn verdwenen*.
Wie nu op zoek gaat naar de historische wortels van de Twingo, Mégane en Laguna,
begint aan een vergeefse tocht. In de showroom aan de beroemdste straat van
Parijs staan nu alleen de nieuwste modellen en is een avantgardistisch café
ingericht. Geheel conform de Parijse maatstaven, kost een klein kopje koffie er zes euro. Zelfs geen fotootje aan de muur
herinnert aan de tijden van weleer. (► foto's
van de vroegere Renault-collectie)
Al even triest is het voor de autoliefhebber gesteld met het Musée Automobile in
het zakencentrum La Défense, naast het IMAX-theater voor filmvoorstellingen waar
je letterlijk midden in de film zit. Het gebouw ligt op een flinke steenworp van
de indrukwekkende Grand Arche. Als één van de grootste kantorencentra van Europa
mag dit stuk Parijs succesvol zijn, het vermaakcentrum is dat kennelijk niet. Er
komen nog toeristen genoeg voor een reisje met de glazen lift naar het dak van
de Grand Arche, maar daar houdt het zo ongeveer mee op. Het filmtheater met de
grote ronde koepel ligt er verlaten bij en het automuseum sloot in 2001 de
deuren. De ingang is met metalen panelen afgesloten, de glazen deuren zijn vuil
en gebarsten. In de wind wappert nog het bord dat aangeeft waar men in de rij
moet gaan staan voor de ingang. Bij de sluiting is men het vergeten weg te halen
en wie zou dat nu nog moeten doen? De eerste tekenen van verloedering zijn
duidelijk zichtbaar bij dit deel van het prestigieuze zakencomplex. De plannen
op papier pakken in de harde economische werkelijkheid vaak anders uit.
 |
 |
Twee beroemde Citroëns in
miniatuur voor een passende achtergrond.
Pantin
Dan maar naar het CIA, het Centre International de l’Automobile in de
noordelijke voorstad Pantin. Het CIA heeft een bijzondere formule. Het modern
tentoonstellingscomplex herbergt vooral een collectie oude auto’s van
particuliere eigenaren. Omdat die ook verhandeld worden, wisselt de
samenstelling voortdurend. Samen met een vaste collectie krijgt de bezoeker zo
een beeld van vooral de Franse autohistorie, met schitterende vooroorlogse
modellen als die van inmiddels bijna vergeten namen als Delage, Delahaye, Voisin,
Talbot enzovoorts. Afgelopen jaren zijn er spraakmakende wisseltentoonstellingen
geweest, zoals van de DS-modellen van Chapron en allerlei variaties op het thema
2CV.
De taalkundig tegenwoordige tijd in de vorige alinea is te vinden in
informatiebrochures en op internet, maar sluit niet aan bij de realiteit. CIA
Pantin is niet meer. De formule bleek niet levensvatbaar. Bespaar je de reis met
auto of métro. Parijs houdt niet van oude auto’s. Waar in iedere gerespecteerde
Duitse boekhandel een aardige collectie autoboeken te vinden is, laat de Franse
metropool de liefhebber op dit vlak nogmaals in de kou staan. De gigantische
winkel van FNAC op de 3e verdieping onder de grond in de vroegere Hallen, vlak
bij het onlangs opgeknapte Centre Pompidou, vormt daarop geen uitzondering.

We zullen het
moeten doen met oude brochures of met een miniatuur, zoals deze R4 Parisienne!
Lichtpuntje
Toch brengt in het najaar van 2003 Peugeot nog een lichtpuntje aan deze grauwe
autohemel. In de showroom aan de eerder genoemde Champs Elysées schreeuwt van
achter het glas een schitterend opgeknapte, witte 402 Darl’mat om de aandacht
van de voorbijganger. Eenmaal over de drempel blijkt deze sportwagen te worden
geëscorteerd door een 402 Eclipse, de verre voorloper van de 206 en 307 CC, met
een in de ‘kofferbak’ weg te klappen metalen cabrioletdak. Om de liefhebber
verder te bekoren heeft men er een stijlstudie van een moderne stationcar
neergezet. Natuurlijk – bij Peugeot moet de kassa ook rinkelen – staat er
daarnaast het nieuwste model, de 307CC.
Gelukkig is er in de Franse lichtstad nog zoveel ander moois te zien dat het
gemis aan automobiele bezienswaardigheden maar een relatief ongemak is. En toch
is het frappant dat deze stad, getuige de niet aflatende verkeersstroom en de
met blik volgepropte straten, ogenschijnlijk alleen van hedendaagse auto’s
houdt. Of is het juist de afschuw van dit noodzakelijke kwaad die het technisch
erfgoed naar de schaduw verdringt?
■
* In Parijs is nog wel een
Marne-Taxi te zien: in het Musée de l’Armée, onderdeel van het Hôtel des
Invalides.
Helemaal eerlijk is het bovenstaande niet. Parijs herbergt tenminste één heel
bijzondere klassieker: de allereerste 'automobiel', zelfbeweger, het door stoom
aangedreven voertuig van Joseph Cugnot. Het gevaarte uit 1770/1771 was bedoeld
voor het trekken van zwaar transport voor het leger. Succesvol was de wagen
niet. De grote stoomketel voorop maakte het ding vrijwel onbestuurbaar. Cugnots wagen staat
in het Musée des Arts en Métiers in Parijs.
C42 Citroën showroom (in 2017 gesloten) |
Onlangs opende Citroën aan de Champs Elysées op nummer 42 een spectaculaire
showroom waar boven elkaar zes auto's tentoongesteld staan: historische typen,
actuele modellen en conceptcars. De samenstelling wisselt. Ten tijde van de
opening (foto's hieronder) stonden er onder meer een Traction Avant, DS en 2CV.
 |
Oog in oog met het prille
begin
Een bezoek aan enkele plaatsen in
Parijs
waar de autohistorie zichtbaar aanwezig is.
250 jaar geschiedenis trekken aan je voorbij.
november 2021
|
 |
|