Volkswagen-fabriek
en Automobilsammlung
Osnabrück (D)
●
Rondgang door de fabriek
● Productie
VW en Porsche
●
Korte historie van Karmann
● Museum met
Karmann-producten
oktober 2017
Het fundament is gebleven, de naam verdwenen
In het Duitse Osnabrück
worden al meer dan een eeuw auto's gebouwd. Eerst door het zelfstandige bedrijf
van de familie Karmann, na het faillissement daarvan in 2009 door Volkswagen. In
het museum op het fabrieksterrein komt nog een klein stukje geschiedenis terug.
Alle aandacht gaat echter uit naar de moderne productiewijzen in dit centrum
voor specialistische autobouw. Verslag van een boeiend bezoek.
Het huwelijk wordt voltrokken door
drie mannen en een vrouw. Ze drukken gelijktijdig op een knop om de levenslange
verbintenis te laten plaatsvinden. Zo’n twintig getuigen kijken toe. Het is
donderdag 19 oktober 2017, zo rond de klok van elven in Osnabrück. Plaats van
handeling is niet het plaatselijke stadhuis, maar de fabriek van Volkswagen,
waar techniek en carrosserie van de Porsche 718 Cayman tot één geheel worden
geschroefd. Sinds jaar en dag heet dat binnen de muren van een autofabriek ‘het
huwelijk’. De groep getuigen bestaat uit een klas middelbare scholieren, hun
leraar en nog wat individuele geïnteresseerden. Een man van rond de zestig was
jaren geleden zakenrelatie van het bedrijf en wil wel eens zien wat er sindsdien
is veranderd. Een meisje van pakweg twintig is helemaal niet geïnteresseerd in
auto’s, maar des te meer in de logistieke processen. Daar ligt haar toekomst,
verwacht ze. Ik ben de enige gast uit Nederland, juist wél geïnteresseerd in de
autoproductie. Het is zeker niet de eerste autofabriek die ik bezoek, maar elke
keer is anders. Dat blijkt ook vandaag weer.
 |
De Volkswagenfabriek in Osnabrück.
Karmann
Vanaf kwart over negen deze ochtend zijn we op sleeptouw genomen door Gustav
Schenke van de Besucherdienst. Hij doet dergelijke rondleidingen één keer
per week. De onderneming kent hij als zijn broekzak, want tussen 1974 en zijn
vervroegde pensionering in 2013 werkte hij hier. Vanaf 2009 bij Volkswagen, de
jaren ervoor bij Karmann. Hij heeft de bloei en ondergang van de onafhankelijke
koetswerkbouwer van nabij meegemaakt. In Osnabrück is Karmann nog altijd een
begrip, hoewel uit een voorbije tijd. Symbolisch is de Karmannstraβe, vroeger
een lange en belangrijke straat, nu een onbeduidende verbindingsweg van slechts
tweehonderd meter lang. Het grootste deel ligt tegenwoordig naamloos op het
fabrieksterrein van Volkswagen.
Hoewel het fundament voor deze Volkswagenfabriek door Karmann is gelegd, is elke
verwijzing naar het verleden verdwenen. Zo heet de autocollectie die bekend
stond als de Karmann Sammlung nu neutraal Automobilsammlung. In het museum op
het fabrieksterrein staan alleen nog de modellen die een relatie hebben met de
huidige eigenaar, met inbegrip van DKW, Audi en Porsche. Dat Karmann jarenlang
in opdracht van Ford, Opel, Mercedes-Benz, BMW, Renault, Kia, American Motors en
Chrysler auto’s bouwde, de cabriodaken voor Jaguar maakte, de Triumph TR6
ontwierp, de productie-installatie van de Alfa Romeo Giulia Sprint leverde en
prototypen ontwikkelde voor verschillende merken, lees je alleen in de
geschiedenisboeken. Volkswagen was door de jaren heen wel de belangrijkste
klant. Van de drie miljoen auto’s die tot nu toe de fabriekspoorten hebben
verlaten, droeg meer dan 80% het VW-embleem. Het bekendst zijn de cabrioversies
van de Kever en de Golf en daarnaast natuurlijk de iconische Karmann-Ghia.
 |
De Karmannstraẞe is tegenwoordig
een korte onbeduidende straat.
De Volkswagen Karmann-Ghia zette
het koetswerkbedrijf op de wereldautokaart.
Uit een brochure van 1966: twee
doorsnedes van de beide Karmann-Ghia's.
In 1972 werd het eerste model van
de Karmann-Ghia nog steeds verkocht.
Productieaantallen
(afgerond)
|
|
Volkswagen Kever Cabriolet |
330.000 |
|
|
Volkswagen Karmann-Ghia
coupé |
386.000 |
|
|
Volkswagen Karmann-Ghia
cabriolet |
81.000 |
|
|
Volkswagen Karmann-Ghia 1600 |
42.500 |
|
|
Volkswagen Golf I cabriolet |
389.000 |
|
|
Volkswagen Golf III/IV
cabriolet |
164.000 |
|
|
Volkswagen Golf VI Cabriolet |
82.000 |
|
|
Volkswagen Scirocco I |
504.000 |
|
|
Volkswagen Scirocco II |
291.000 |
|
|
Volkswagen Corrado |
97.500 |
|
|
Volkswagen Golf Variant |
81.000 |
|
 |
Zonder franje
Volgens de toegestuurde instructie moeten bezoekers zich om kwart over negen
melden bij Tor 1. De poort is echter dicht. Er is geen receptie. Het kantoortje
van de portier lijkt al jaren buiten gebruik. Er zijn geen voorzieningen voor
gasten. Bezoekers moeten hun auto maar ergens in de wijk parkeren. Dit is een
werkbedrijf zonder franje. Dat is meteen duidelijk en die indruk zal in de loop
van de dag niet veranderen. Schenke laat persoonlijk iedereen binnen nadat hij
de lijst van aanwezigen buiten de poort heeft doorgenomen. De ontvangst begint
met een kennismakingspresentatie. Geen flitsende presentatie of film, maar
powerpointplaatjes met een toelichting. De ontvangstruimte is netjes maar
eenvoudig.
Wat horen we zoal? Volkswagen Osnabrück GmbH is een honderd procent dochter van
Volkswagen AG maar functioneert als een zelfstandig bedrijf. Dat heeft alles in
huis, van conceptontwikkeling tot aflevering van kant-en-klare auto’s. Een
complete fabriek dus. Binnen de groep is dit het Kompetenzzentrum voor cabrio’s,
roadsters en kleine series. Alle groepsleden kunnen gebruik maken van de kennis
en kunde. De onderneming is in december 2009 ontstaan, toen Volkswagen de boedel
opkocht van het in april van dat jaar failliet gegane Karmann. Alle medewerkers
werden overgenomen, zij het tegen andere – minder gunstige – arbeidsvoorwaarden.
Na een herinrichting werden in 2011 de persen weer aangezet, de robots tot leven
gewekt en kregen blankmetalen koetswerken weer kleur in de lakstraat. De Golf VI
Cabriolet was de eerste auto onder het nieuwe regiem.
 |
Na de overname eind 2009 werd de
fabriek opnieuw ingericht voor de productie van de Golf Cabriolet (foto:
Volkswagen).
Modellen
Vergeleken met de grote fabrieken binnen het concern is Osnabrück een kleine
speler, 330 auto’s per dag. Het gaat om drie modellen: het oude model (!)
Volkswagen Tiguan, de Porsche 718 Cayman en de Porsche Cayenne. De Tiguans zijn
bestemd voor Amerika. Het orderboek was nog niet afgewerkt. “Allemaal met een
benzinemotor”, aldus Schenke, schampere opmerkingen voorkomend. De werkzaamheden
aan de drie autotypen zijn verschillend. Bij de Tiguan gaat het om lakken en
eindmontage. De carrosserieën zijn al in Wolfsburg gemaakt. De bijdrage aan de
Cayenne is het aanbrengen van de technische componenten; de gelakte
carrosserieën komen compleet met interieur aan. Voor de Cayman wordt al het werk
gedaan, van persen tot eindmontage. Verder maakt het bedrijf in opdracht van
Bentley een aantal carrosseriedelen. Niet zonder trots meldt Schenke dat zijn
vroegere collega’s in 2014/15 ook verantwoordelijk zijn geweest voor de 200
exemplaren van de XL1, Volkswagens futuristische zuinigheidsmodel.
 |
De futuristische, ultra-zuinige
XL 1 werd 200 keer gemaakt, hier in Osnabrück.
 |
 |
Arbeidsplaatsen
Een volgend plaatje verschijnt op het scherm, een grafiek met het aantal
medewerkers sinds 2009. Nu zijn het er 2300, inclusief 130 leerlingen, waarvan
31% vrouw is. Schenke weet te vertellen dat er in de toptijd van Karmann 7500
arbeidsplaatsen waren. Toen was er veel meer handwerk. Meer dan 100 robots
hebben een belangrijk deel daarvan overgenomen. De oppervlakte van het bedrijf
is 426.000 m2, in de Karmann-tijd 330.000 m2. Niemand kan zich bij dergelijke
getallen een voorstelling maken, maar het klinkt altijd goed in een presentatie. Schenke voegt er graag nog een paar aan toe. Per dag is 200 ton staal nodig, in
dikte variërend van 0,6 tot 2,8 millimeter. Na het persen van de onderdelen
blijft 50% als afval over. Dat gaat terug naar de staalfabrikant om opnieuw te
worden gebruikt. Plichtmatig komen ook de foto’s van de bedrijfsleiding voorbij.
Niemand lijkt er belangstelling voor te hebben, zelfs niet dat de technisch
directeur adellijk bloed heeft.
 |
Werktuigbouw gebeurt binnen de
onderneming (foto: Volkswagen).
Werktuigbouw
Het wordt tijd de plaatjes en praatjes te laten voor wat ze zijn. We gaan op
stap, een wandeling van zo’n 3,5 kilometer voor de boeg. Ook een kleine fabriek
kan uitgestrekt zijn. Fotograferen is ten strengste verboden, net als dichter
dan een meter bij de auto’s komen. Schenke vertrouwt zijn gasten. Ze zullen hem
niet teleurstellen. Zelfs de mobiele telefoons van de scholieren blijven in de broekzak, behalve om af
en toe een berichtje te bekijken. (De fabrieksillustraties bij dit verhaal zijn
afkomstig van het bedrijf.)
De eerste afdeling is de werktuigbouw. Direct bij binnenkomst is er de
herkenbare fabrieksgeur van staal en olie. Aan de gebruikssporen zie je dat de
gebouwen er al een poosje staan. Functionaliteit gaat boven luxe. Er wordt
gewerkt aan de stempels en matrijzen voor de persfabriek. Het is precisiewerk.
Door een kleine ongerechtigheid past een onderdeel niet goed of is het plaatwerk
oneffen. Dat mag niet gebeuren. Bij proefpersingen krijgt het staal een blauwe
kleurlaag zodat meteen te zien is waar een correctie nodig is. Pas als de
kwaliteit honderd procent is, verlaten ze de afdeling voor gebruik in de
pershal. De gangpaden zijn van staal, de persen staan op een houten vloer. Dat
dempt de klappen enigszins. In beginsel zijn alle machinegereedschappen bedoeld
voor deze fabriek. Een enkele keer gaan ze naar een van de andere bedrijven van
de groep.
 |
Stempels en matrijzen vragen om
opperste precisie (foto: Volkswagen).
Persstraat
Van de persgereedschappen lopen we naar de pershal. Hoewel het principe al heel
oud is, blijft innovatie mogelijk. Die zit in digitalisering, snelheid,
nauwkeurigheid en grootte. De nieuwste persen zijn in staat om vier deuren
tegelijkertijd af te leveren, hoewel er momenteel geen vierdeursmodellen worden
gemaakt. De persstraat laat zien hoe uit een stuk staal in vijf of zes
bewerkingen onderdelen ontstaan. Hoe vaak je het ook ziet, het blijft
indrukwekkend. Toen Schenke bij Karmann begon, werd het staal door mensenhanden
in de persen gelegd en er weer uitgehaald. Nu doen robots dat; volautomatisch en
vele malen sneller. Wat overblijft aan afvalmateriaal verdwijnt meteen in de
grond om onder de vloer via lopende banden te worden verzameld. Bij de laatste
pers controleren de medewerkers of de machines goed werk hebben geleverd. Het
mensenoog is nog altijd onmisbaar. Ziet iemand een foutje, dan stoppen de persen
meteen. Eerst het probleem opsporen en dan pas verdergaan. Afhankelijk van het
type pers worden de stempels en matrijzen vernieuwd na een bepaald aantal
producten of na verloop van tijd.
 |
In vijf of zes stappen worden in de
persstraat van plaatstaal complete onderdelen gemaakt (foto: Volkswagen).
Robots
De rondleiding gaat verder, naar de carrosseriebouw. Schenke houdt goed in de
gaten of niemand achterblijft. We lopen langs de swingende robots die de
karkassen van de auto’s in elkaar zetten. Het aantal mensen is gering, hun werk
vooral controle. Steeds meer wordt lassen gecombineerd met lijmen. Zo krijg je
een nog steviger verbinding. Stijfheid is bij een sportwagen als de Cayman
buitengewoon belangrijk. Bovendien gaat de lijm corrosievorming tegen. Eén en
dezelfde robot kan zowel lassen als lijmen. Hij wisselt zelf van ‘hand’, zoals
Schenke het plastisch uitdrukt. De robots komen van buiten, de ‘handen’ zijn in
eigen beheer ontwikkeld. Er klinkt trots in zijn stem. Bij de ruwbouw van de
carrosserie gaat het om tienden van millimeters of nog nauwkeuriger. Omdat zelfs
een stofje een verstorende factor kan zijn, gebeurt de montage van het dak in
een afgesloten cabine. Op een monitor controleert een medewerker het proces.
Controle is trouwens een doorlopende bezigheid. Her en der in de fabriek zijn er
ruimtes waar koetswerken worden gemeten nadat ze van de band zijn gehaald. Onze
gastheer brengt het bijna terloops ter sprake, zo vanzelfsprekend vindt hij het.
Hij zwaait naar de mensen op de afdeling en geeft af en toe een vriendelijk
schouderklopje. Hij komt graag in de fabriek, dat voel je.
 |
De carrosseriebouw is het werk van
robots. Lassen en lijmen gaan steeds vaker samen (foto: Volkswagen).
Veilig
Onderweg lopen we langs een bord vol groene magneetjes. Per maand en dag is te
zien hoeveel ongevallen er in de fabriek hebben plaatsgevonden. Het is hier
veilig werken. Al 1531 dagen is er niets gebeurt. Schenke vindt het niet eens
iets om lang bij stil te staan. Zo hoort het gewoon.
Intussen staan we bij de montage van de deuren. Ook dit is een precisieklus. Als
deuren niet goed in de scharnieren hangen, sluit het voorscherm niet mooi aan.
Het lassen gebeurt met de hand door mannen met grote zwarte helmen. Dit vakwerk
is niet voor iedereen weggelegd.
Tijdens de wandeling hebben we stukje bij beetje de Cayman zien ontstaan. Het
wordt tijd voor een kleurtje. De lakstraat was één van de laatste grote
investeringen van Karmann. Schenke legt uit wat we niet te zien krijgen: het
proces van ontvetten van het staal door onderdompeling in verschillende baden,
het aanbrengen van de primer en de laklagen. Ik ken het verhaal van andere
fabrieken. Toch zijn er altijd nieuwe details. Het benzineklepje wordt
afzonderlijk gespoten en zit op een soort stokje bij de deur. Het staat niet
verticaal, maar een beetje scheef. Dat is geen slordigheid, maar bewust gedaan.
De hoek is dezelfde als die in het spatbord. Anders zou de kleurzweem van de lak
kunnen afwijken. Je moet er maar aan denken.
 |
De lakstraat is verboden terrein
voor bezoekers en medewerkers (foto: Volkswagen).
Montage
Na het lakken en drogen is er de eindmontage. De deuren zijn verwijderd om pas
aan het eind weer met de rest van de auto te worden verenigd. Montage is
mensenwerk. Anders dan in veel andere fabrieken, is geen sprake van roterende
teams. Iedereen heeft zijn of haar eigen specialiteit. Grote modules zoals de
voor- en achterzijde komen van toeleveranciers. Bij de Cayman is een groot deel
van de zijkant ook zo’n module. Het is een curieus gezicht, een nieuwe auto
waarvan de helft tot bijna op het eind nog ontbreekt. Op de band staan versies
met links en rechts stuur. Vrijwel iedere auto is anders, precies zoals de klant
‘m heeft besteld. Ik verbaas me er altijd over hoe snel alle onderdelen worden
vastgezet. De portierrubbers zitten er bijvoorbeeld in enkele seconden in. Een
compleet dashboard duurt niet veel langer. Vergeleken met andere fabrieken kost
het al genoemde huwelijk niettemin relatief veel tijd. De verbinding tussen
onderstel en koetswerk komt bij een Porsche toch net wat nauwer dan bij een
doorsnee familiewagen.
 |
Voor de Amerikaanse markt wordt
nog de oude Tiguan gemaakt (foto: Volkswagen).
Kwaliteitscontroleur
Dan is het testtijd. De auto’s worden voor het eerst gestart. Ze gaan de
Rüttelband op, een rollenband met ongelijke rollen om te kijken of er geen
ongewenste kraakjes of rateltjes zijn. Zijn die er niet, dan volgt de tweede
rollenband. Nu gaat het gaspedaal dieper naar beneden. De kwaliteitscontroleur
beoordeelt of de Cayman geschikt is voor de klant. Zijn oordeel is nog niet
definitief. Een kwaliteitsproduct moet bestand zijn tegen storm en regen. Beide
worden nagebootst in een cabine. Doorstaat de auto ook deze proef, dan komt de
eindcontrole in zicht. Bij akkoord, is het tijd om afscheid te nemen van de
geboortegrond. Auto’s voor bestemmingen buiten Europa worden helemaal ingepakt.
Klaar voor verscheping via Emden of Bremerhaven. Binnen Europa gaat het
transport per vrachtwagen. Dan volstaat gedeeltelijke beschermfolie.
Het is intussen twaalf uur geworden. De band stopt, de lichten gaan gedeeltelijk
uit. Tijd voor de lunch. De werknemers krijgen er 24 minuten voor. Een aantal
gaat even naar buiten; de zon schijnt. Anderen kiezen voor de kantine, keurig
maar zonder enige opsmuk. Witte tafels en blauwe stoelen, in de
huisstijlkleuren, net als de werkkleding. Om half één gaat het weer verder. Na
twee uur is er dan weer tien minuten pauze. De fabrieksklok loopt als een
Zwitsers horloge. Op dit moment wordt in twee ploegen gewerkt. Als het nodig is,
kan de fabriek overschakelen op drie ploegen.
Over de arbeidsvoorwaarden onderhandelt de onderneming zelf met de vakbonden. De
dochter in Osnabrück lift niet mee met de moeder in Wolfsburg.
 |
De Porsche Cayman, product van
Volkswagen Osnabrück (foto: Porsche).
Fabrieksmuseum
We wandelen met Gustav Schenke terug richting ontvangsthal. Er staat ons nog één
onderdeel te wachten: een kort bezoek aan het fabrieksmuseum. Hier staan
ongeveer veertig van de 140 voertuigen van de voormalige Karmann-collectie. Er
staan drie soorten auto’s: de gewone productiemodellen, prototypen die niet in
productie zijn gegaan (zoals de Karmann-Ghia 1600 cabriolet en Audi 100
cabriolet) en eenmalige conceptcars. Allemaal zijn ze in Osnabrück gemaakt. Bij
de ingang staat een oude koets. Daarmee is het immers allemaal begonnen. Het is
een replica van een model uit 1909, precies honderd jaar voordat de naam Karmann
van het pand werd gehaald. Hoog boven het gebouw prijkt nu het
Volkswagen-beeldmerk alsof het er altijd heeft gezeten.
De scholieren hebben niet veel met de historie. Die oude auto’s zijn van lang
voor hun tijd. Ze protesteren dan ook niet als Schenke het einde van de
bijeenkomst aankondigt. Ik had er graag nog een uurtje langer gebleven. Het
blijft nu bij wat vluchtige blikken. Als allerlaatste ga ik naar buiten. De deur
van het museum gaat weer op slot en die van Tor 1 heel even open. Het zit erop
voor Schenke. Hij heeft zijn gasten een boeiende ochtend bezorgd. De man van
zestig weet hoe het nu is, zoveel jaar nadien en het meisje van twintig kan
nadenken of haar toekomst misschien in een autofabriek ligt.
Via de Karmannstraβe rijd ik weg. Even verderop zie ik een autotransporter met
Porsche Cayennes. Gemaakt door Volkswagen Osnabrück GmbH. Beide Wilhelms Karmann
hadden het waarschijnlijk liever anders gezien. Eén troost: in kringen van
autoliefhebbers gaat hun naam niet verloren.
■
 |
Auto's voor Europa worden
gedeeltelijk afgeplakt en gaan per vrachtwagen naar de dealer.
|
Karmann: van koetsenbouw tot autoproductie
In 1901 start Wilhelm Karmann op 30-jarige leeftijd zijn eigen bedrijf door
de koetsenfabriek van Christian Klages – opgericht in 1874 – over te nemen. De
onderneming legt zich toe op reparatie en nieuwbouw. Al een jaar na de start
levert Karmann de eerste carrosserie voor een auto, in opdracht van de Duitse
fabrikant Dürkopp. Tijdens de Eerste Wereldoorlog begint het bedrijf met
serieproductie. Ziekenwagens in dit geval. Na 1918 komt de nadruk te liggen op
koetswerkbouw voor verschillende merken zoals NAG, Protos, AGA, Mercedes, Opel
en Ford. Met Adler sluit Karmann in 1925 een lucratief contract voor de levering
van verschillende modellen. Het bedrijf groeit dan uit zijn jas. In 1936 wordt
de grond aangekocht waarop nu de Volkswagenfabriek staat.

Kever Cabriolet
Na de Tweede Wereldoorlog specialiseert Karmann zich in de serieproductie van
relatief kleine hoeveelheden. Onder meer Ford, Auto Union, Hanomag en Büssing
zijn klant. Karmann groeit uit tot het belangrijkste onafhankelijke
carrosseriebedrijf van Duitsland. Op eigen initiatief ontstaat in 1949 de Kever
Cabriolet. Volkswagen-baas Nordhoff ziet er wel wat in en geeft opdracht voor
een serie van 1000 stuks. De auto slaat aan. Karmann heeft bovendien profijt van
het feit dat concurrent Hebmüller, dat een chiquere open tweezits Kever maakt,
na een brand stopt met de productie. De Kever Cabrio van Karmann krijgt een
vaste plaats in het leveringsprogramma van Volkswagen. Het model volgt jaar na
jaar de
modelwijzigingen van Wolfsburg. De laatste open Kever is de 1303 met bolle
voorruit. In 1980 komt de laatste van de band. Er is een hechte band tussen beide bedrijven
ontstaan. Karmann maakt in
een halve eeuw 2,5 miljoen Volkswagens.

Karmann-Ghia
Als Wilhelm senior in 1952 op 81-jarige leeftijd overlijdt, gaat de leiding over
in handen van zijn zoon Wilhelm jr. Op basis van de Kever laat hij bij Ghia in
Italië een sportcoupé ontwerpen. Een icoon is geboren: de Karmann-Ghia. Nordhoff
is enthousiast en geeft opdracht de auto te gaan maken. Het model blijft
ongekend lang in productie, van 1955 tot 1974. Het bedrijf groeit intussen en
vestigt in 1960 een fabriek in Brazilië. Vijf jaar later komt er een tweede
vestiging in Duitsland, in Rheine. Cabriolets en kleine series zijn de
specialiteit. Zo worden voor Porsche de 356B Hardtop, 912 en viercilinder 914
geproduceerd, bestelt BMW er zijn 2000 CS en laat Opel de exclusieve
achtcilinder Diplomat Coupé maken. Jaren erna levert Karmann de coupé- en
cabriovarianten van populaire Mercedes-modellen. Karmann is een naam in de
autowereld geworden en blijft groeien. In 1992 wordt geïnvesteerd in Portugal en
het familiebedrijf koopt ook andersoortige ondernemingen op.

Faillissement
Tegen het einde van de eeuw opent Karmann een compleet nieuwe lakstraat in
Osnabrück. Kosten: 100 miljoen Mark. In 2000 bedraagt de omzet nog 2,4 miljard
Mark. Het eeuwfeest in 2001 is groots. Karmann ontwikkelt twee studiemodellen.
Ze krijgen een ereplaats in het jubileumboek over de honderdjarige. Anders dan
destijds bij de Kever Cabriolet en Karmann-Ghia zien fabrikanten er echter geen
brood in. Het klimaat in de autowereld slaat om. De opdrachtenstroom van
Volkswagen slinkt. De Golf Cabrio gaat uit productie en krijgt vooralsnog geen
opvolger. Door de mogelijkheden van robotisering gaan de andere opdrachtgevers
kleinere series in hun eigen fabriek maken. De familie denkt aan het afstoten
van de productie en concentratie op louter cabriodaken. Tot een beslissing komt
het niet. Door opeenvolgende directiewisselingen is de koers van de onderneming
onduidelijk. Na 2007 gaat het snel bergafwaarts. Bestaande modelseries lopen op
hun eind en er zijn geen nieuwe klanten. De schuldlast is zwaar. In april 2009
moet uitstel van betaling worden aangevraagd.
Op 23 juni 2009 loopt de laatste auto van de band, een Mercedes-Benz CLK
Cabriolet. Het Karmann-verhaal is uit. De eens glorieuze koetswerkbouwer gaat
failliet. De curator verkoopt de verschillende onderdelen aan geïnteresseerden.
Voor de hoofdvestiging in Osnabrück meldt Volkswagen zich. Boze tongen in de
stad beweren dat de Wolfsburgers het erop aan hebben laten komen. In elk geval
zetten ze de traditie van autofabricage voort. Vanaf 2011 komen er weer auto’s
van de band. Op de gevel staat voortaan Volkswagen.
|
|
 |
Op de toren van de lakstraat
staat tegenwoordig het VW-beeldmerk.
Buiten de poort staat een Golf
Cabriolet, vermoedelijk van een medewerker.
Ooit is de auto op een steenworp
afstand van zijn huidige parkeerplaats gemaakt.
In het automuseum van Melle staat
deze DKW 3=6 van 1955, eigendom geweest van Wilhelm Karmann zelf.
De Golf Cabriolet
uit 1980 in het ZeitHaus, het museum van Volkswagens Autostadt in Wolfsburg.
Automobilsammlung
Hieronder en foto-impressie van het
museum op het fabrieksterrein, waar ten tijde van het bezoek louter modellen
stonden die een relatie hebben met het Volkswagenconcern en de daarmee verbonden
merken. Niet verbazingwekkend stonden er relatief veel uitvoeringen van de
Karmann-Ghia.
Met koetsen begon het in 1901.
Deze is van 1909 (een replica overigens).
Prototype van de Karmann-Ghia,
door het bedrijf zelf ontwikkeld.
Het productiemodel wijkt
nauwelijks af van het eerste ontwerp.
Ongekend lang bleef de
Karmann-Ghia in productie. Links het eerste type, daarna een later bouwjaar.
De
productie van de cabrioletversie van de 'grote' Karmann-Ghia werd om economische
redenen afgeblazen.
Een klein aantal werd gemaakt en
resteert als museumstuk.
Ook een fastback-versie bracht
het niet verder dan het stadium van prototype.
Bij dit prototype waren de
dubbele koplampen dicht naast elkaar geplaatst.
Een Karmann-Ghia TC145 uit de
Braziliaanse fabriek.
In Europa is dit model nooit geleverd.
De Volkswagens Scirocco en
Corrado werden bij Karmann in grote aantallen gemaakt.
Een voorstel voor een Audi 100
Cabriolet. Tot productie kwam het niet.
Een vroege en veel latere versie
van de Kever Cabriolet.
Karmann stelde voor ook van de
Golf een cabriolet te maken.
Het prototype heeft nog niet de
later zo herkenbare rolbeugel en een minder fraaie kofferdeksel.
Van de latere Golfs werden
ook open versies gemaakt.
Het laatste model van de Golf Cabriolet.
Een speciaal project: de Golf GTI Cabrio
Austria in de kleuren van de Oostenrijkse vlag.
Karmann bracht zelf deze buggy op
de markt. De techniek was - uiteraard - van de Kever.
Karmann bouwde twee- en vierzits
cabrio's voor Auto Union. Hier de DKW F91 Sonderklasse
Luxus-Cabriolet uit 1953.
De vierpesoons DKW F89
Meisterklasse uit 1952.
Porsche was ook opdrachtgever van
Karmann, voor de productie van de 356B, 912 en 911.
Een wel heel erg dik gemaakte
Porsche Cayman.
Voordat ze in de eigen fabriek
werden gemaakt, liet Audi zijn cabrio's in Osnabrück fabriceren.
Een voorstel uit 1962 voor
modernisering van de Karmann-Ghia. Het werd verworpen.
Opvallend stijlkenmerk: de
C-stijl die alleen bestaat uit een heel dunne metalen verbinding.
Een conceptcar om de meningen te
peilen, gemaakt in 1965. Ontworpen door Ghia in Turijn.
De naam is opgenomen in de
sierstrip. Rechts het interieur.
De voorruit ligt erg plat, de
zijruiten zijn erg groot. De luchtinlaten zijn fraai in het ontwerp opgenomen.
De Cheetah is duidelijk een
ontwerp van Giugiaro, met scherpe lijnen.
Het idee was met een opvolger van
de Karmann-Ghia te komen.
De auto had, net als de andere
Volkswagens in die jaren, de motor nog achterin.
Op basis van een Audi tekende
Giugiaro deze stijlstudie Pik As.
Tussen een Corrado en Golf
Cabriolet staat de XL1.
|