Opel
Forum en -fabriek
Rüsselsheim (D)
●
Bezoek klantencentrum
●
Achtergronden van het merk
●
Bezichtiging Insignia-productie
●
Klassieke modellen in werkplaats
●
Bezoek aan Stadtmuseum
oktober 2009, laatste aanvulling
maart 2017
De blik vooruit,
gesteund door het verleden
Terwijl Opel voor het eerst sinds vele jaren
met het nieuwe model Insignia de eretitel Auto van het Jaar in de acht sleept,
is het bedrijf verwikkeld in een strijd om het voortbestaan. Op het moment dat
arbeiders protesteren tegen de mogelijke sluiting van de Opelfabriek in
Antwerpen en de Spaanse overheid bezwaar maakt tegen de voorgenomen overname, is
men in Rüsselsheim druk bezig met een automuseum van het merk. De autowereld van
2009 is bizar. Trots en roem liggen dicht bij mislukking en ondergang. Tegen
deze achtergrond bezoeken we de bakermat van Opel, geïnteresseerd in verleden,
heden en toekomst.
(NB. Op 3 november 2009, enkele weken na ons bezoek, besluit General Motors
onverwacht om Opel niet te verkopen.)
 |
 |
’s Avonds op weg naar Rüsselsheim is
het noodweer. De regen komt met bakken uit de lucht. Elders in Duitsland zijn
Autobahnen tijdelijk afgesloten en lopen kelders onder water. De volgende dag
klaart het voorzichtig op. Lange tijd is het nog druilerig, dan alleen nog
bewolkt. De zon laat zich nog niet zien, laat staan dat sprake is van een
stralend blauwe lucht. Wat een symboliek! Het weer als thermometer van de
economie. De bestemming is het hoofdkwartier van Opel. Na jaren sukkelen lijkt
het bedrijf in 2008 de weg naar boven te hebben hervonden. De saaiheid van het
productprogramma met dalende verkopen als gevolg is overwonnen. De Insignia wint
de begerenswaardige titel Auto van het Jaar en doet zijn weinig aansprekende
voorganger Vectra snel vergeten. De in ontwikkeling zijnde nieuwe Astra heeft
als taak de Volkswagen Golf als dé Duitse middenklasser van de troon te stoten.
De kans daarop is groter dan ooit. Toch zijn er grote zorgen. Moederbedrijf
General Motors in Amerika maakt zware tijden door. De kredietcrisis van eind
2008 verergert de situatie. Wat weinigen voor mogelijk hadden gehouden, gebeurt.
Het bedrijf gaat failliet. Dankzij grote financiële steun van de Amerikaanse
overheid komt er een doorstart in afgeslankte vorm. De nieuwe president Obama
stelt daarmee een groot aantal banen in Amerika veilig.
 |
 |
Het standbeeld van Adam Opel voor de
fabriekspoort die dateert van 1912.
Nieuwe eigenaren
Voor binnen- en buitenlandse onderdelen van het concern worden nieuwe eigenaren
gezocht. Zo ook voor GM-Europa, met Opel als belangrijkste onderdeel. Vanwege
het grote economische belang van de sector en omdat de auto-industrie op dit
moment niet kan overleven zonder staatssteun, bemoeien regeringsleiders zich
ermee. Er zijn vier serieuze overnamekandidaten. Fiat en het Chinese BIAC vallen
al snel af. De in België gevestigde investeringsmaatschappij RHJ International
is voor de Amerikanen de aantrekkelijkste partner. Bondskanselier Merkel heeft
echter een voorkeur voor de Canadees-Oostenrijkse onderdelenleverancier Magna.
Ze verwacht dat deze kandidaat het beste is voor de Duitse werkgelegenheid. Het
is verkiezingsjaar. De Duitse vakbonden en Opels ondernemingsraad steunen haar.
Magna werkt bij de overnamepoging samen met de Russische staatsbank Sberbank en
is van plan samen met autofabrikant Gaz auto's te gaan maken in Rusland. De
positie van Opel in Duitsland zal worden versterkt, terwijl RHJ heeft aangegeven
op de saneringstoer te gaan. Magna wint de strijd. Op de valreep komt de Spaanse
regering met bezwaren. Ze vreest dat de fabriek in Zaragosa dicht gaat. Voor
Antwerpen is ook al weinig hoop meer. In Engeland melden de vakbonden op 13
oktober dat ze overeenstemming hebben bereikt met Magna. Bij Vauxhall, de Britse
poot van GM-Europa, vallen geen gedwongen ontslagen. De 4700 werknemers in de
fabrieken in Luton en Ellesmere Port behouden hun baan. Tot 2013 is er werk. Als
productiviteit en loonkosten in de pas blijven lopen, wordt ook na 2016 het
volgende model van de Astra in Engeland geproduceerd. De bonden hebben toegezegd
mee te werken aan kostenreductie en efficiencyverbeteringen.
 |
De fabrieksingang ligt naast het
station van Rüsselsheim. Het gebouw is cultureel erfgoed.
Forum
Van dit alles is in het Opel Forum, in het hartje van Rüsselsheim, weinig te
merken op donderdagmorgen 8 oktober. De schijnwerpers zijn gericht op de
Insignia. Het PR- en klantencentrum is sinds 2006 ondergebracht in het
toegangsgebouw van het fabriekscomplex dat hier sinds 1912 staat, nadat een
brand de oude fabriek in de as had gelegd. Opel is dan al meer dan tien jaar
autofabrikant, al moest stamvader Adam Opel (1837-1895) als oprichter van het
bedrijf niets van auto’s hebben. Hij vestigde in 1862 in zijn geboorteplaats
Rüsselsheim een kleine fabriek voor naaimachines. De precieze plek is gemarkeerd
met een monument op een troosteloos pleintje, niet ver van het Forum. Aan
onderhoud besteedt de gemeente weinig geld, zo te zien.
Het monument op de plaats waar de
eerste fabriek stond, ligt er onverzorgd bij.
Lutzmann
In 1886 begint Opel met het maken van fietsen. Het bedrijf groeit jaar na jaar.
In 1900 zijn er bijna duizend mensen in dienst en is Opel veruit het
belangrijkste bedrijf in de omgeving. Na de dood van Adam Opel – als gevolg van
de tyfus – zetten zijn vrouw en vijf zonen het bedrijf voort. De broers zien wél wat
in auto’s. Ze nemen de fabriek van Lutzmann in Dessau over, inclusief de
octrooirechten voor het maken hun auto. In 1899 presenteert Opel de Patent
Motorwagen System Lutzmann. 65 worden er gemaakt. Een groot succes is het niet.
Daarna maakt men de Franse Darracq in licentie om in 1902 met een eigen ontwerp
te komen. Een belangrijk model uit die eerste jaren is de Doktorwagen uit 1909,
een tweepersoons auto die – de naam zegt het al – wordt aangeprezen als het
ideale vervoermiddel voor artsen op het platteland. De auto laat zich
gemakkelijk bedienen, waardoor de dokter geen chauffeur hoeft in te huren. Dat
scheelt weer in de kosten. In deze jaren blijven de fietsen en naaimachines een
belangrijke bron van inkomsten. Dat belang wordt snel minder. Na de brand van
1911 stopt men met de naaimachines. Er zijn er dan ruim éénmiljoen gemaakt. De
fietsenfabricage gaat nog door tot 1937. Ruim 2,6 miljoen tweewielers hebben de
naam van Opel bekendheid gegeven.
 |
 |
Het plaatselijk museum eert Adam
Opel met een borstbeeld. De industriële activiteiten startten met naaimachines.
Tot 1937 is Opel een vooraanstaande
fietsenfabikant.
Opel maakte als belangrijkste
fabrikant van de stad ook motorfietsen.
Begin van de twintigste eeuw
ontwikkelde Opel zich tot vooraanstaande autofabrikant.
De Opel Villen hebben tegenwoordig
een culturele functie.
Museum
De geschiedenis van het bedrijf wordt inzichtelijk gemaakt in het plaatselijke
museum, ondergebracht in een oude vesting aan de oever van de Main. Een mooie
plek ook om te wonen, trouwens. Geen wonder dat de familie Opel hier een villa
betrok. De Opel Villen hebben tegenwoordig een culturele functie.
Het stadsmuseum geeft veel achtergrondinformatie over de ontwikkeling van de
stad en de rol van Opel daarbij. Voor de Eerste Wereldoorlog groeit de
onderneming uit tot de grootste autofabrikant van Duitsland. De opmars gaat
verder als de vrede is getekend. Met het invoeren van de lopende band in 1924
start de massafabricage. Opel is daarmee koploper in het land. Het favoriete
model is de Laubfrosch (boomkikker, zo genoemd vanwege zijn groene kleur), een
regelrechte kopie van de Citroën 5CV. Uit Frankrijk komen juridische
aanklachten, maar uiteindelijk leiden die tot niets.
Tijdens en na de oorlog maakte Opel
de succesvolle Blitz-vrachtwagen.
Nazi's
In 1929 krijgt General Motors de zeggenschap door overname van het merendeel van
de aandelen. Vanaf 1931 is het een volle dochter. De twee nog overgebleven
broers Wilhelm von Opel en Fritz Opel (de eerste was in 1917 in de
adelstand verheven waardoor hij het voorvoegsel von mag gebruiken)
besluiten tot verkoop om de toekomst van de onderneming zeker te stellen.
Ondanks de Amerikaanse moeder blijft het bedrijf
Duits, mede onder druk van de nazi’s die ijveren voor een Duitse
bedrijfsleiding. Dat zorgt geregeld voor een moeizame relatie met de Amerikaanse
directie, zeker als Opel een belangrijke leverancier van het Duitse leger wordt.
In Brandenburg is een fabriek neergezet voor het maken van de Blitz-vrachtwagen.
Dat gebeurt op uiterst efficiënte wijze, onder leiding van Heinz Nordhoff, de
man die vanaf 1948 twintig jaar lang leiding geeft aan Volkswagen en de Kever
wereldroem bezorgt.
De productie van personenwagens kwam
langzamerhand weer op gang. (Foto's Opel)
Motorenbouw aan de lopende band.
Nieuwe modellen
op autotentoonstellingen, links de Olympia in 1953, rechts de Rekord in 1957.
(Foto's Opel)
De Opel Rekord P1 symboliseert de
naoorlogse groei. De stilering is duidelijk Amerikaans.
Wonder
Bij Opel begint de naoorlogse bloei in 1947. Na het herstel van de getroffen
fabrieken wordt de productie van de Blitz hervat. Niet in Brandenburg, dat nu in
de Sovjetzone ligt, maar in Rüsselsheim. Een personenwagen volgt pas later. De
Russen hebben de complete productielijn van de vooroorlogse Kadett als
tegemoetkoming voor geleden oorlogsschade ontmanteld en naar het eigen land
getransporteerd. De auto krijgt daar als Moskvich 400 een tweede leven.
Duitsland komt er snel weer bovenop. Het economisch wonder gaat aan Opel niet
voorbij. Er komt een nieuwe fabriek om de productie tot duizend auto’s per dag
te kunnen laten groeien. Ook elders in het land wordt geïnvesteerd. In Bochum
gaat in 1962 de productie van de naoorlogse Opel Kadett van start. Rüsselsheim
blijft echter de hoofdvestiging. In de jaren tachtig werken er 40.000 mensen. Nu
is dat minder dan de helft, vooral door de toegenomen automatisering en
robotisering.
Het museum besteedt in een afzonderlijke ruimte veel aandacht aan de naoorlogse
tijd. Welvaartsontwikkeling, werkgelegenheidsgroei, gastarbeiders, de machtige
positie van het bedrijf en de rol van de vakbeweging: ze komen allemaal aan de
orde. De verandering in het huishouden wordt symbolisch geïllustreerd door de
Frigidaire-koelkast die tussen 1946 en 1959 bij Opel wordt gemaakt.
 |
 |
Opel bracht ook de
Frigidaire-koelkasten van General Motors op de markt.
Productierecords werden gevierd: de
tweemiljoenste was een Kapitän, de tienmiljoenste een Rekord. (Foto's Opel)
Protestacties voor korter werken. GM
heeft toch geld genoeg. Tijden veranderen...
Herinrichting
Anders dan de andere Duitse automerken, heeft Opel geen eigen museum. Dat gaat
veranderen. In het tweede kwartaal van 2009 start de grootschalige herinrichting
van het oude fabrieksterrein. Het karakteristieke gebouw van rode baksteen
blijft bestaan maar krijgt een nieuwe bestemming. Er komt een beleveniscentrum,
een werkplaats voor klassiekers en een museum. In de loop van 2011 gaan de
deuren open. Althans, als de huidige crisis geen roet in het eten gooit. De
ideeën van Opels nieuwe eigenaar zijn nog niet bekend. Voorlopig is de planning
nog ongewijzigd, laat een medewerkster van het informatiecentrum weten. De blik
is gericht op de toekomst met de rug naar het verleden. Precies zoals Adam Opel
voor de historische fabriekspoort staat.
De entree van het Opel Forum is
eenvoudig, onderdeel van de oude fabrieksgebouwen.
Wisseltentoonstellingen
In afwachting van het museum zet Opel enkele exemplaren uit zijn historische
collectie bij toerbeurt in het Forum. Daarnaast zijn er thematische
wisseltentoonstellingen, zoals nu over het zestigjarig bestaan van het
personeelsblad Opel Post. Bij de auto’s is gekozen voor enkele recordmodellen:
de éénmiljoenste Opel Rekord II en de twintig- en vijftigmiljoenste auto van het
merk. Een oude Opel Olympia en Rekord Coupé vertegenwoordigen het verleden, de
Insignia het heden en de toekomst. Met een moderne computergestuurde
informatiezuil kun je op een groot scherm je gewenste auto samenstellen. Met een
paar drukken op de knop verandert de kleur, zijn er andere velgen of extra
accessoires. Een kogelknop laat de auto van alle kanten zien. Historie is mooi,
maar geld verdienen doe je met de modellen van vandaag.
Het Opel Forum biedt ruimte voor een
paar klassieke auto's en een wisseltentoonstelling.
Een Opel Rekord A Coupé met een
zescilindermotor.
De éénmiljoenste Opel Rekord II liep
op 7 september 1976 van de band.
De twintigmiljoenste auto van het
merk, een Senator uit 1983.
Deze Omega is de vijftigmiljoenste
Opel. Op 2 december 1999 was het zover.
Veel aandacht in het Opel Forum voor
de Insignia.
Met het informatiepaneel stel je zelf de gewenste auto samen.
Rondleiding
Zoals iedere werkdag heeft een groep geïnteresseerden zich gemeld voor de
fabrieksrondleiding. De Werkstouren trekken veel belangstelling. Het is
in Duitsland een bekend PR-middel om merkbeleving te versterken en de merkwaarde
te vergroten. Zowat alle merken bieden het aan, vaak in combinatie met de
mogelijkheid je nieuwe auto bij de fabriek op te halen. Zo ver gaat Opel nog
niet. Maar graag gunt men de fans een kijkje achter de muren van de fabriek
onder leiding van een welbespraakte gids.
Aanvankelijk had Opel veel grootsere plannen. In 1999 introduceert men het
concept Opel Live. Dat behelst een dag lang vermaak rond het thema auto,
zoals Disneyland draait om de ontmoeting met Mickey Mouse en zijn vrienden. Als
directeur wordt de Nederlander Jan Reuvers aangetrokken. Hij verdiende zijn
sporen bij Disney in Parijs. Bezoekers betalen 24 Mark voor een dagje
onderdompeling in het Opelgevoel, met driedimensionale presentaties, een
overzicht van de geschiedenis en een uitgebreid fabrieksbezoek. De formule
mislukt echter faliekant. Bezoekers blijven weg. Twee jaar later volgt een forse
reorganisatie. De entreeprijs gaat omlaag naar 15 Mark. Het beoogde succes
blijft weer uit. Opel is toch wat anders dan Disney.
 |
 |
Pijnlijk voor Opel: Volkswagens
Autostadt in Wolfsburg is wel een doorslaand succes.
Bezuinigingen
Alle aandacht
van de bedrijfsleiding is intussen nodig voor het primaire proces: het winstgevend ontwikkelen
en op de markt brengen van nieuwe modellen. Het merk beleeft moeilijke tijden.
Omzet en winst staan zwaar onder druk. Bezuinigen is het trefwoord. Opel
verliest marktaandeel en een beleveniswereld maakt dat niet ongedaan. De
investering van 60 miljoen euro rendeert niet. Van de 120 werknemers moeten er
honderd uitzien naar een andere baan. Het moet pijnlijk voor hen zijn dat het
aartsrivaal Volkswagen wel lukt een succesvolle formule te ontwikkelen. In 2000
opent Autostadt in Wolfsburg, goed voor twee miljoen bezoekers per jaar.
Het begrip Opel Live bestaat nog altijd, maar de invulling is veel beperkter:
een videopresentatie, wat uitleg bij enkele historische modellen, een
fabrieksrondleiding en een blik in de werkplaats van de klassiekers. Toch
interessant genoeg om een keer mee te maken.
 |
 |
De gids deelt de oortelefoontjes uit
voordat het gezelschap naar de bus gaat voor de rondleiding.

De fabrieksrondleiding begint in de
Kino met enkele klassiekers als decor; hier de eerste Opel, System Lutzmann.
Experimentele motorfiets met
raketaandrijving.
Informatiepanelen en echte auto's
schetsen de historie.
Auto's voor alle marktsegmenten: de
middenklasser Olympia en luxe Kapitän, beide vooroorlogs.
 |
Fabrieksterrein
Aangevoerd door een hoogblonde medewerkster van de PR-afdeling vertrekt de groep
om elf uur per bus naar de verschillende plaatsen op het immense
fabrieksterrein. De fabriek is één van de modernste van Europa, in 2002 door de
toenmalige bondskanselier Schröder geopend. In de geheel nieuwe opzet werd meer
dan 750 miljoen euro gestoken. Nog voordat één bouwvakker aan de slag ging,
bestond de fabriek al virtueel. Alle productiestadia waren met behulp van
computersimulaties uitgedacht en letterlijk in beeld gebracht. Op deze manier
kregen ook de optimale arbeidsomstandigheden vorm.
“Recht herzlich willkommen”, klinkt het door de oortelefoontjes. Er volgt
een korte uitleg met natuurlijk een opsomming van indrukwekkende feiten en
cijfers. Dit is de op één na grootste autofabriek van Europa. Volkswagen in
Wolfsburg is koploper. Alleen al de bedrijfsbrandweer telt 160 medewerkers en de
medische dienst 50. Tussen 700 en 1000 nieuwe auto’s lopen dagelijks van de
band. Er wordt continu geïnvesteerd, gebouwd en verbeterd. De volgende stap is
een zodanige aanpassing van de fabriek dat er zes tot negen verschillende
modellen door elkaar heen kunnen worden gemaakt. Flexibilisering en
kostenreductie zijn de kernwoorden voor een gezonde toekomst.
 |
 |
Als contrast op wat we zo meteen
zullen zien: het maken van een auto begin vorige eeuw. (Foto's Opel)
Productie begin en eind jaren
vijftig met nog opvallend veel mensen aan het werk. (Foto's Opel)
Voor de bouw van de huidige fabriek begon,
is het gehele productieproces virtueel uitgedacht. (Bron: DVD Opel)
Filmzaal
De bus stopt voor de eerste keer bij de halte Kino. Om in de sfeer te
komen is er een film over het productieproces. De filmzaal is ingericht met
stoelen van de Opel Omega. Ze zitten prima. De beelden zijn deels nog van de
Opel Vectra, maar het commentaar is geactualiseerd. Rondom de zaal staan in het
halfdonker enkele klassiekers. Met zwart doek en uitgekiende belichting is van
een oude fabriekshal nog een aardige presentatieruimte te maken. In het kort
vertelt de gids de hoofdlijnen van de historie van het merk. Panelen aan de wand
geven extra uitleg. Uitgebreid bestuderen is er niet bij. Het schema is strak.
De Reiseführerin houdt de touwtjes strak in handen. Vijf minuten om even rond te
kijken en wat foto’s te maken. En dan de bus weer in, “meine sehr verehrte
Damen und Herren“. Ordnung muss sein!
Paradepaardje
De fabrieksrondgang begint bij de persfabriek, Opels paradepaardje. Er worden
onderdelen gemaakt voor de verschillende Opelvestigingen in Europa. Volgens de gids is
dit de modernste fabriek in zijn soort in Europa. We kunnen het niet
controleren. Feit is dat de huizenhoge persen van Weingarten en Schuler
indrukwekkend zijn. Maar wat belangrijker is: het wisselen van de
persgereedschappen duurt acht tot tien minuten. Dat maakt de fabricage heel
flexibel. Vroeger kostte dat tien tot twaalf uur! Opel maakt zelf meer dan de
helft van de persgereedschappen, ook hier in Rüsselsheim.
De fabriekshal is schoon en opvallend licht. Dat is prettig voor de medewerkers,
al zijn ze maar met weinigen. Slechts 750 in totaal, werkend in een
drieploegendienst. De persstraten zijn volautomatisch. In zes stappen verandert
een plat stuk staal in een ingenieus vormgegeven onderdeel. De persen werken met
een druk van 6500 ton en zijn verankerd aan een fundament van 6,5 meter diepte.
Per minuut ontstaan twintig onderdelen. Ieder etmaal verwerken de machines
100.000 ton staal. Elk kwartier is er aanvoer van ruw materiaal; op één rol zit
drie kilometer staal.
Aardgas
Op weg naar de volgende stopplaats passeren we een bakstenen gebouw waar
speciale modellen worden gemaakt, zoals politie- en brandweerauto’s. Ook de
Zafira op aardgas heeft hier een eigen productielijn. Op een parkeerplaats staan
nieuwe Astra’s en de nog niet geïntroduceerde nieuwe Meriva in zwart-wit
camouflagetenue.
Vervolgens is er de kennismaking met de ruwbouw. Uit de vele losse onderdelen
ontstaat een compleet koetswerk. Dat gebeurt voor het grootste deel door middel
van puntlassen, zo’n 4500 per auto. Daarnaast wordt lasertechniek ingezet,
bijvoorbeeld om het dak vast te zetten. Zevenhonderd robots doen hier het werk,
met inbegrip van de controle. Met elkaar maken ze zo’n zestig auto’s per uur.
Naast de bekende oranje Kuka’s die je in elke autofabriek tegenkomt, zijn er
speciale Fanuc-robots uit Japan.
Trots
Er wordt op ééntiende millimeter nauwkeurig
gewerkt, beklemtoont de gids met trots. Dat lijkt indrukwekkend en is het
natuurlijk ook, maar bijvoorbeeld bij Mini in Oxford ligt de grens op 0,05
millimeter. Een ruwe carrosserie weegt ongeveer 400 kilo. Reken voor de lak acht
kilo; de rest van het totaalgewicht van rond 1500 kilo komt voor rekening van de
motor, het onderstel en de aankleding.
Uit veiligheidsoverwegingen houden de robots er automatisch mee op als er iemand
in de buurt komt. De rood afgebakende gebieden zijn dus voor iedereen verboden
gebied. Toch gaat het nog wel eens fout. Bij de personeelsruimte hangen
rapportages van ongevallen en bijna-ongevallen als waarschuwing aan alle
medewerkers.
Montage
Bus in, bus uit. De volgende halteplaats is de montage, waar koetswerk en motor
bij elkaar komen. De auto krijgt meer en meer gestalte. Vanaf een
overzichtplatform op de eerste verdieping is uitzicht op het compleet maken van
de motoren. De ontbrekende delen komen deels uit fabrieken op dit complex, deels
van elders. Als we binnenkomen is het stil. Het is pauze. Letterlijk voor
iedereen. Met gemeenschappelijke pauzes wil de bedrijfsleiding het onderlinge
contact tussen de medewerkers bevorderen, aldus de gids.
Aan iedere motor hangt een groot papier. Als iemand een bepaalde taak heeft
gedaan, tekent hij of zij af met een stempeltje. Het formulier gaat het archief
in. Zo is jaren later nog te traceren wie welk onderdeel heeft aangebracht. De
takttijd is 56 seconden. Dat is de tijd die de medewerker krijgt om het werk te
doen. Als er problemen zijn, is een ruk aan een koord genoeg om hulp in te
roepen. Die komt dan meteen. Het systeem komt uit Japan en voorkomt onaf werk,
onnodige vertragingen en reparaties aan het eind van de lopende band. Elke
moderne autofabriek past het tegenwoordig toe.
“Het huwelijk” is bij Opel een weinig sociale aangelegenheid. Waren bij de Opel
Omega van enkele jaren terug nog vijf mensen nodig voor het samenvoegen van
koetswerk en onderstel, nu komt er geen mensenhand meer aan te pas.
Aankleden
De laatste fase is de eindmontage: het aankleden van de auto naar de wensen van
de klant. Natuurlijk geldt ook hier het just-in-time principe. Onderdelen
komen aan op het moment dat ze nodig zijn. Per dag zijn er dat bij elkaar 3,2
miljoen! Elke auto bestaat uit meer dan vijfduizend stukjes. Via zeventig grote
toegangsdeuren brengen de vrachtwagens van de toeleveranciers hun lading vlak
bij de band. Er is geen voorraad in de fabriek. Het fabricageproces duurt in
totaal zeventien tot twintig uur, waarvan acht voor het drogen van de lak.
Aan het plafond hangen grote zwarte matrixborden met verschillende letters en
getallen. Ze geven de stand van zaken weer. Ist wordt afgezet tegen Soll. De
huidige ploeg heeft tot taak 380 auto’s af te leveren. De teller staat nu op
306. Het gaat goed. Als de werktijd om is, is dat aantal zeker gehaald,
verzekert de gids.
Chevrolet
Op de band staan alle variaties van de Insignia, inclusief de
modellen die niet als Opel worden verkocht. In Engeland heten de modellen
traditiegetrouw Vauxhall en voor de Latijns-Amerikaanse landen is de merknaam
Chevrolet weggelegd, waarbij de typenaam Vectra is behouden. Volgens de gids wordt
het palet aangevuld met een Holden voor Australië, hoewel dat nog nergens is
bevestigd. Als Buick is de auto in China op de markt; in 2010 volgen de
Verenigde Staten.
De Britse modellen zijn
natuurlijk direct herkenbaar aan het rechtse stuur. Langs de kant liggen
complete modules van de voorkant, met de bumpers, grille en eventuele mistlampen
als één geheel. Ook het complete dashboard wordt met stuur en instrumentarium
integraal aangeleverd. Op het laatst komen de deuren terug die meteen na het
lakken zijn verwijderd. Dan is er de laatste controle: met de
diagnoseapparatuur, op de rollenbank, in de douchecel en over een stukje
hobbelige weg buiten. De auto is klaar voor de klant. Drie van de tien verlaten
het terrein per trein, de andere zeven per vrachtwagen.
Werkplaats
De rondleiding is nog niet ten einde. Er volgt een laatste stop bij de
werkplaats van klassiekers. Een museum mag dan toekomstmuziek zijn, de modellen
uit het verleden zijn nu al te bewonderen. Opel zet zijn historische collectie
in voor de aankleding van de Forums in Rüsselsheim en Berlijn en bij
manifestaties. Een aantal modellen komt dan ook bekend voor. In de tussentijd
worden ze opgeslagen en onderhouden in een oude fabriekshal. De omgeving is niet
erg uitnodigend. Het deert de bezoekers niet. De gids heeft moeite de groep bij
elkaar te houden. Terwijl ze het toch zó duidelijk heeft uitgelegd: eerst met
elkaar luisteren naar enkele anekdotes en dan pas tien minuten zelf rondkijken.
Ze staat stil bij een enkele auto. Een zwart, vooroorlogs model valt op door de
matige staat van de carrosserie. Een klusje voor de werkplaats? Nee, deze auto
blijft zo. Hij is generatie na generatie binnen één familie gebruikt Opel mocht
‘m hebben op voorwaarde dat hij niet zou worden gerestaureerd en in dezelfde
staat zou blijven als bij zijn pensionering. Zo gebeurt het dus ook.
De collectie is veelzijdig, met seriemodellen, prototypen, conceptcars,
omgebouwde modellen en jubileumuitgaven. Van de Opel GT zien we de open
Aero-uitvoering die het niet tot seriemodel wist te brengen. Een
carrosseriebedrijf bouwde de Opel Rekord om tot een weinig elegante cabriolet.
Opvallend is een Opel Kapitän met vergulde in plaats van verchroomde onderdelen.
Het is de tweemiljoenste Opel. Raar eigenlijk dat deze niet in het Forum staat
bij de andere jubileummodellen.
 |
Een oude fabriekshal
vol waardevolle klassiekers.
Links enkele Opel Rekords uit de
jaren zestig en zeventig, rechts Ascona's in wedstrijdtenue.
De werkplaats met vooraan een Opel
Admiral 1938 en daarachter de Kadett die na de oorlog als Moskvitch in Rusland
verscheen.
Tot de collectie behoren natuurlijk
ook oude fietsen en motorfietsen.
De afdeling renwagens is nog
enigszins aangekleed met informatiepanelen.
Een racer uit de beginjaren.
De nagebouwde Raket-auto. Het
origineel ging verloren.
Zonder raketten maar met een
"gewone" dieselmotor kun je ook heel hard!
De Opel Darracq, het tweede model
van het merk, met daarnaast opvolgende typen.
Opels uit het begin van de vorige
eeuw.
De beroemde Opel Doktorwagen, zo
genoemd omdat het model veel door artsen werd gebruikt.
De Laubfrosch: de eerste Opel
die in massaproductie werd genomen.
Belofte aan de schenkers: deze auto
zal niet worden gerestaureerd maar in oorspronkelijke staat blijven.
Opel Olympia Cabrio-Limousine van
begin jaren vijftig.
De tweemiljoenste Opel met vergulde
elementen.
Belangstelling voor bestelwagens op
basis van de Olympia en Rekord.
Bestelwagen van de Rekord P2.
De Opel Aero GT ging niet in
productie; de Rekord Cabriolet is omgebouwd door een carrosseriebedrijf.
Verschillende generatie van de Opel
Rekord behoren tot de fabriekscollectie.
Snoepjes
Meine sehr geehrte Damen und Herren, wir sind am Ende der Führung. Een zakje snoepjes
en een bijna overdreven dank voor de belangstelling rondt de twee-en-een-half
uur af. Voor veel deelnemers een unieke, eenmalige belevenis. Voor de gids
routinewerk. Na de pauze is er weer een groep. Het werk gaat gewoon door, ook in
tijden van onzekerheid en crisis. Auto’s verkopen is emotie en
reputatieversterking een belangrijk element daarbij. Opel heeft een nieuwe
eigenaar. Het is nu Magna in plaats van GM. Maar in Rüsselsheim is Opel gewoon
Opel. Een Duits bedrijf dat dit stadje hart en ziel heeft gegeven. Met
vertrouwen kijkt men naar de toekomst, in de rug gesteund door een roemrijk
verleden. Adam Opel mag dan niet van auto’s hebben gehouden, zijn naam wordt
hier nog altijd met respect uitgesproken.
■
Jaren geleden maakte Opel deze
studiofoto's van zijn oudste modellen: de Lutzmann en Darracq.
Tegenwoordig presenteert met de oude
modellen op een geheel andere wijze.
De Opel-shop
verkoopt de foto's in de vorm van ansichtkaarten, ook van enkele conceptcars,
zoals de Maxx.
►
Productiejaren, -aantallen
en modellen alle naoorlogse typen Opel Kadett
►
Productiejaren, -aantallen
en modellen alle typen Opel Rekord
►
Verslag van het bezoek aan het
Opel Museum in Tijnje
►
Foto's modellen Opel in Berlin
3 NOVEMBER 2009
General Motors
maakt bekend Opel toch niet te willen verkopen. De mededeling komt als donderslag bij
heldere hemel. Politici, vakbonden en medewerkers in Duitsland reageren furieus.
De toekomst van de fabrieken is opnieuw uiterst onzeker, al heeft GM
aangekondigd het aantal ontslagen te willen "beperken" tot 10.000. Maar anders
dan bij de overeenkomst met Magna is het voortbestaan van de vier Opel-fabrieken
in Duitsland uiterst discutabel. Sommige sombere analisten zien de stap van
General Motors als het begin van het definitieve einde van Opel, omdat het
bedrijf niet in staat zal blijken te zijn vanuit Amerika voldoende aansturing te
kunnen bieden.
 |
25 NOVEMBER 2009
Bij monde van de nieuwe topman van
GM-Europe, Nick Reilly, is bekend gemaakt dat General Motors de vier fabrieken
van Opel in Duitsland open zal houden. Wel zullen in Duitsland zo'n 5000
arbeidsplaatsen verdwijnen. Eerder werd gevreesd voor sluiting van de
vestigingen in Bochum of Eisenach. De vraag is of de fabriek in Antwerpen zal
blijven bestaan. Uitgewerkte plannen voor Opel zal het moederbedrijf in Amerika
in december bekend maken, is aangekondigd.
21 JANUARI 2010
Nick Reilly heeft vandaag bekend
gemaakt dat de Opel-fabriek in Antwerpen gesloten gaat worden. Dat zal nog voor
de zomer van 2010 gebeuren. Ruim 2500 arbeidsplaatsen gaan hierdoor verloren. In
heel Europa gaan 8300 banen verloren, waarvan 4000 in Duitsland.
5 DECEMBER 2014
De sanering gaat verder. Opel heeft de fabriek in Bochum definitief op slot
gedaan, 52 jaar geleden neergezet om het toen nieuwe model Kadett te gaan
produceren. Ruim 3000 werknemers verliezen hun baan. In de hoogtijdagen waren
dat er 10.000.
6 MAART 2017
Ruim zeven jaar na ons bezoek ziet de wereld er heel anders uit. General Motors
verkoopt Opel alsnog. Maar niet aan Magna of Fiat, maar aan PSA (Peugeot-Citroën).
Daarmee wordt een nieuw bedrijf geschapen dat de tweede plaats op de Europese
ranglijst gaat innemen, na Volkswagen en voor Renault-Nissan. Na vele decennia
onder de hoede van Amerikanen, krijgen de Duitsers nu een Franse moeder. Van het
in het artikel genoemde Opel-museum is nooit meer wat vernomen.
Bijlage: de ontwikkeling van stad, werkgelegenheidm productie en winst
|
De ontwikkeling van de stad,
werkgelegenheid, productie en winst in één grafiek geplaatst.
|