
NedCar-fabriek
Born, Limburg (NL)
●
Rondleiding door de fabriek
●
Achtergronden van de onderneming
●
Enige Nederlandse massafabrikant
●
25 jaar turbulente historie
●
Onzekere toekomst
juni 2010, aanvullingen
t/m oktober 2015
De turbulente
historie van een volhouder
In het Limburgse Born, langs de snelweg van
Eindhoven naar Maastricht, staat de enige Nederlandse autofabriek voor
grootschalige productie. Ruim veertig jaar geleden werd de fabriek neergezet om
er personenwagens van DAF te gaan maken. Als personenautomerk bestaat DAF al
lang niet meer. De fabriek heet tegenwoordig NedCar en is eigendom van het Japanse
Mitsubishi. Vandaag de dag rollen er de modellen Colt en Outlander van de band.
De afgelopen kwart eeuw heeft het bedrijf roerige tijden doorgemaakt. Ook de
toekomst is allerminst zeker. Zal de onderneming over vijf jaar nog bestaan? En
zo ja, is het dan een volwaardige fabriek of slechts een assemblagebedrijf? In
afwachting van een beslissing wordt er met passie efficiënt gewerkt aan het
afleveren van
kwaliteitsproducten.
We reizen af naar Limburg om het zelf te ervaren.
 |
 |
Toeval bestaat niet. Op weg
naar NedCar, vlak bij de afslag op de A2, verschijnt een Volvo 480 in de
achteruitkijkspiegel. Het
is een jonge klassieker, zoals dat heet. Het is één van de ruim 1300
480's die in Nederland zijn
overgebleven van de 80.000 die er zijn gemaakt. Toen we de vorige keer op weg
waren naar de fabriek was die 480 net geïntroduceerd. Dat is inmiddels vijfentwintig jaar
geleden. Op de grote reclamezuil bij de fabriek prijkte trots de naam van Volvo.
De sportieve coupé was het paradepaardje van een nieuwe generatie Nederlandse Volvo’s. Het
bedrijf keek als voormalige parel in de kroon van het Nederlandse DAF met
vertrouwen naar de toekomst. Vanuit Born zou de Amerikaanse markt worden
veroverd. Het liep anders. De erop volgende kwart eeuw bleek allesbehalve
gemakkelijk. Eigenaren kwamen en gingen. Besluiten over de fabriek werden veelal
in buitenlandse vergaderzalen genomen. Het personeel en de vakbonden konden
weinig méér doen dan zich inzetten, van zich laten horen en afwachten. Dat alles
tegen de achtergrond van een mondiale overcapaciteit aan productiefaciliteiten.
Veel veranderde, maar de afwisseling van goede en slechte tijden, soms met een
ongekende snelheid en heftigheid, vormde een constante.
1. Historie met veel turbulentie
Afgelopen jaar rolden in Born 50.000
auto’s van de band. Tien jaar geleden was dat nog het vijfvoudige. Het huidige
aantal is feitelijk veel te weinig voor een moderne autofabriek. Mitsubishi
heeft beloofd de productie van het huidige model Colt niet te verplaatsen. De vraag is
echter wat er gebeurt als het model in 2012 wordt vervangen. Letterlijk daags na
ons bezoek komt dagblad De Limburger met een onheilstijding. Commissaris van de
Koningin Frisse zou in een persoonlijke brief aan burgemeester Cox van
Sittard-Geleen hebben geschreven dat NedCar dan een assemblagebedrijf wordt. Van
ontwikkeling en echte productie is in dat geval geen sprake meer. Bij assemblage
gaat het om het in elkaar zetten van onderdelen die van elders komen. Bron van
de mededeling is een gesprek van minister-president Balkenende en minister Van
der Hoeven van Economische Zaken op het hoofdkantoor van Mitsubishi, enkele
maanden eerder.
Dit is slecht nieuws voor NedCar en voor de rest van Limburg. Het kan nóg
slechter: volledige sluiting van het bedrijf. Nog dit jaar zal de definitieve
beslissing naar buiten komen. Het klinkt wrang, maar met dergelijke onzekerheden heeft men in
Limburg noodgedwongen leren leven.
Voorspoed, tegenslag en onzekerheid kenmerken de historie van
het bedrijf.
 |
 |
Koningin Juliana opende de nieuwe
fabriek in het Limburgse Born met de gebroeders van Doorne aan haar zijde.
Productie van de nieuwe DAF in
Limburg. De fabriek was met steun van de overheid neergezet.
De carrosserie van de 44 Stationcar
in wording.
Samenwerking
NedCar is ooit ontstaan als vestiging van het in Eindhoven gevestigde DAF, toen
het bedrijf nog volop actief was op de personenwagenmarkt. We hebben het dan
over de tweede helft van de jaren zestig. Voor de productie van haar
nieuwe model 44 zet DAF een fabriek neer in Limburg. De provincie heeft
dringend behoefte aan een economische impuls met de op handen zijnde sluiting
van de kolenmijnen. Er wordt een samenwerking aangegaan met het mijnbedrijf DSM,
dat een belang neemt in DAF.
Op 27 juni 1968 opent koningin Juliana de fabriek in het bijzijn van de
gebroeders Van Doorne, grondleggers en naamgevers van de Van Doorne’s
Automobielfabrieken (DAF). Ruim een half jaar eerder is de productie op gang
gekomen. Born is de geboorteplaats van de DAF 44 en later van de modellen 55, 66
en 46. In 1970 verhuizen de machines om de 33 te maken van Eindhoven naar Born.
Op de internationale automarkt is DAF een te kleine speler om zelfstandig te
kunnen voortbestaan. Met name voor het ontwikkelen van nieuwe modellen is
samenwerking met een andere partij noodzakelijk. DAF wordt opgesplitst in een
truck- en personenwagendivisie. De laatste krijgt de naam DAF Car BV. In december 1972 neemt
het Zweedse Volvo een belang van 33% in de nieuwe onderneming.
De oliecrisis is de eerste ernstige tegenslag. In 1974 worden 30% minder auto’s
gemaakt dan het jaar ervoor. DAF staat te wankelen. Op de laatste januaridag van
1975 komt driekwart van het aandelenpakket in handen van Volvo. De naam van het
bedrijf verandert enkele maanden later in Volvo Car BV. In de zomer van dat jaar
krijgt de DAF 66 een opvolger in de vorm van de Volvo 66, die tot 1981 in
productie blijft. Als de 46 in 1976 uit productie gaat, is de naam DAF niet
langer verbonden met personenwagens.
 |
 |
De Volvo 343 is nog als DAF 77 ontwikkeld,
maar in 1976 houdt het personenwagenmerk DAF op te bestaan.
Na enkele jaren wordt de serie
uitgebreid met de vierdeurs sedan, de 360.
Tegenvaller
Begin 1976 lanceert Volvo de 343. De
auto is hoofdzakelijk een Eindhovens ontwerp, bedoeld om als DAF 77 op de markt
te komen. In de laatste fase van ontwikkeling voeren de Zweden nog enkele
essentiële veranderingen in het ontwerp door. Standaard heeft de auto de voor
DAF zo
kenmerkende automatische versnellingsbak. De naam variomatic is vervangen door
CVT, continu variabele transmissie.
De reacties op de introductie vallen tegen. De
verkopen komen moeizaam op gang. Dat wordt beter als Volvo een zwaardere
eigen motor aanbiedt (naast de bij Renault ingekochte 1400 cc’er) en ook een
handgeschakelde versnellingsbak en vijfdeurs variant aan het leveringsprogramma
toevoegt. Later komt daar nog een vierdeurs sedan bij.
Vanwege de economische betekenis van het bedrijf verstrekt de Nederlandse staat
een lening van 100 miljoen gulden, onder meer voor de ontwikkeling van nieuwe modellen.
Het aandeel van Volvo in de onderneming daalt naar 55%. Begin jaren
tachtig neemt dat verder af en krijgt de Nederlandse overheid het merendeel van
de aandelen in handen. Onderdeel van de overeenkomst is een taakverdeling: uit
Zweden komen de grote Volvo’s, uit Nederland de kleinere middenklassers. Het
hoofdkantoor en ontwikkelcentrum van de Nederlandse onderneming staan in
Helmond.
 |
 |
Tijdens het leven van de 300-serie
deed de robot voorzichtig zijn intrede.
Productie van de 340-360 serie, als
3-deurs, 5-deurs en sedan.
Na een zwakke start werd de Volvo
340-360 in de loop de jaren een succes.
►
grotere foto's van de productie
Bergopwaarts
Met de 340/360-serie gaat het inmiddels bergopwaarts. Bij de meeste automodellen
neemt de vraag na verloop van een paar jaar af. Hier is het andersom. De markt
gaat steeds meer van de Volvo houden, mede door enkele geslaagde facelifts. Per jaar rollen er meer dan
100.000 van de band. Op kwaliteitsgebied hebben de wagens een goede naam.
Vanaf midden jaren tachtig komt er een nieuwe modelreeks
naast, de 440-460-480. Met gebruikmaking van de nieuwste technieken wordt de fabriek grondig gemoderniseerd.
De robot heeft inmiddels zijn intrede gedaan in de autowereld. De Limburgse
autofabriek is koploper. In de hele Nederlandse industrie staan nergens zoveel
robots als hier.
De sportieve
en opmerkelijke 480ES is het vlaggenschip van de reeks. De auto is een
Nederlands ontwerp en heeft ongekend veel elektronische snufjes, die overigens
in de begintijd voor de nodige hoofdbrekens zorgen. De verwachtingen zijn
hoog gespannen. De auto zal ook in Amerika op de markt komen. De snel oplopende dollarkoers
dwarsboomt die plannen echter. Een forse tegenvaller voor Volvo Car. Verder moet
het ontwerpcentrum in Helmond de teleurstelling verwerken dat de geplande
introductie van de 480 Cabriolet niet doorgaat. Het bedrijf dat het model in
opdracht van Volvo in kleine series zou gaan bouwen, is failliet gegaan. Het
blijkt te duur de productie elders onder te brengen. Het blijft bij een kleine
serie van prototypen.
 |
 |
Medio jaren tachtig brengt de
Nederlandse Volvo-tak de 440; hierboven de eerste persfoto's.
Naast de vijfdeurs Volvo 440 komt na
enige tijd ook de 460 als klassiek gelijnde sedan.
Een tegenvaller: de plannen voor
export van de 480ES naar Amerika vinden geen doorgang.
In de fabriek in Born wordt gebruik
gemaakt van de nieuwste technieken. Robots voeren de boventoon.
De fabriek heeft zich altijd laten
voorstaan op kwaliteit en efficiency.
Foto's van de productie van de
480, een icoon in de Volvo-geschiedenis.
De 480 Cabriolet
komt niet verder dan het stadium van prototype.
De auto was in Helmond ontwikkeld op
basis van de coupé, ook een Nederlands ontwerp.
►
grotere foto's van de 480 Cabrio
Mitsubishi
Het succes van de Volvo's 400 betekent geenszins het einde van de zorgen. Voor het voortbestaan van
de fabriek is verdere productiviteitsverhoging noodzakelijk. Er moeten
eenvoudigweg per jaar méér auto's worden gemaakt. Maar zoveel vraag naar
middenklasse Volvo’s is er niet.
De bedrijfsleiding gaat op zoek naar een nieuwe partner die belangstelling heeft om zijn model(len) in Born te laten maken. Mitsubishi blijkt
geïnteresseerd. In navolging van andere Japanse bedrijven wil het een
productiefaciliteit in Europa. De Zweden en
Japanners komen tot een vorm van samenwerking waarbij ze gemeenschappelijk modellen ontwikkelen
en maken. De auto's van beide merken hebben een geheel eigen
karakter en richten zich op verschillende publieksgroepen.
Zo ontstaat in 1991 NedCar, gezamenlijk eigendom van Volvo, Mitsubishi en de
Nederlandse Staat. Iedere partij heeft het voor een derde voor het zeggen. Ze investeren met elkaar 3 miljard gulden in de nieuwe onderneming. Dat
geld is nodig voor verdere modernisering en productontwikkeling. Door de
aanpassingen is voor de helft van het personeel geen werk meer. De fabriek
wordt ingericht volgens Japanse maatstaven, waarbij kwaliteit en doelmatigheid
bovenaan staan.
 |
 |
NedCar maakte voor Mitsubishi de
Carisma en de Space Star.
Koninklijk
Drie jaar later is het
omvormingsproces voltooid. Er zijn nieuwe modellen ontwikkeld. De productie van de Mitsubishi Carisma en Volvo
S40/V40 gaat van start. Het zijn twee totaal verschillende concepten voor
andere delen van de markt, maar met een gemeenschappelijke achtergrond en deels
dezelfde techniek. Ze worden in Born door elkaar heen gemaakt, een tamelijk
unieke situatie.
Weer is er een Koninklijke opening, op 19 december 1995. Het zit echter niet mee. Er zijn meer startproblemen bij de
ingebruikneming van de fabriek dan gehoopt. De productie blijft steken op
145.000, een kleine twintigduizend minder dan de bedoeling was.
Een jaar later loopt alles zoals het hoort. Op 3000 auto’s na bereikt de
onderneming de magische
grens van 200.000. In één jaar tijd daalt de productietijd (de tijd die
nodig is om één auto te bouwen) van 42 naar 26 uur. Naast de Carisma gaat NedCar
de Mitsubishi Space Star maken.
Het gaat goed. Via een aantal van 242.804 auto’s in 1998 is er een record van
262.196 in 1999. Dat aantal is in de jaren erna nooit meer bereikt.
 |
 |
In Born liepen samen met de
Mitsubishi's de Volvo S40 en V40 van de band.
Productieaantallen
De Nederlandse overheid trekt zich terug als aandeelhouder en eigenaar. NedCar
is voortaan van Mitsubishi en Volvo gezamenlijk. Stabiel is de situatie
allerminst, want in 1999 lijft Ford Volvo in en het jaar erop wordt Mitsubishi voor een derde eigendom
van DaimlerChrysler. De eigendomsverhoudingen bij NedCar veranderen opnieuw als
Mitsubishi de aandelen van Volvo overneemt en daarmee volledig eigenaar is.
Het bedrijf blijft de Volvo's nog een paar jaar maken, maar hun opvolgers zullen
elders van de band komen.
De productieaantallen lopen terug tot onder de 200.000. Dat aantal zal weer
toenemen tot een kwart miljoen, is de verwachting, als Born zich gaat toeleggen
op twee nieuwe modellen van Mitsubishi en DaimlerChrysler, de Colt en smart
ForFour. Beide modellen delen de techniek, maar zijn verder onderscheidend van
elkaar. De rationalisatie gaat door. Kosten moeten verder omlaag.
Voorraadvorming is uit den boze. Toeleveranciers buigen zich over delen van de productie. Een aantal
van hen vindt zelfs onderdak in
de fabriek.
 |
 |
Helaas voor NedCar duurde het leven
van de smart ForFour maar heel kort.
Herstructurering
De toekomst lijkt er opnieuw goed uit te zien. De productiviteit van Born is
hoog, net als de kwaliteit. Al snel blijkt het optimisme voorbarig. De
autowereld staat onder druk. Er is een mondiale overcapaciteit. Wordt er bij de
introductie van de nieuwe modellen opgeschakeld van twee naar drie ploegen, al
snel is terugschakelen nodig. De verkoopramingen blijken niet realistisch.
Er zijn voortdurend bijstellingen in neerwaartse richting.
Anders dan aanvankelijk beloofd, neemt DaimlerChrysler geen aandeel in de
fabriek. Sterker nog: in november 2005 verkoopt het bedrijf zijn belang in
Mitsubishi. Als donderslag bij heldere hemel volgt nog geen half jaar later de
mededeling dat DaimlerChrysler de smart ForFour schrapt uit het
leveringsprogramma. Opnieuw is aan een herstructurering
niet te ontkomen. Dat betekent wederom forse afslanking en collectieve ontslagen. De jaarproductie
daalt naar zo'n 70.000 tot 80.000 Colts. Een speciaal team gaat op zoek naar
nieuwe klanten, maar
ze staan niet te dringen. Meer dan 1200 mensen verlaten via een
sociaal plan definitief de poort.
 |
 |
De huidige producten van NedCar: de
Mitsubishi Colt drie- en vijfdeurs.
De Outlander op een promotiefoto
(links) en op een parkeerplaats bij de fabriek (rechts).
Crisis
In 2007 gloort er hoop. NedCar gaat de Mitsubishi Outlanders maken die bestemd
zijn voor de Europese markt. Op die manier krijgt Mitsubishi in Japan wat lucht
en ontstaat nieuwe bedrijvigheid in Nederland. De aanpassing van de fabriek is
nauwelijks gereed als de financiële en economische crisis de wereld hard raakt.
De autoverkopen storten in, zeker de verkoop van duurdere en onzuiniger modellen
als SUV’s. Van twee ploegen gaat het naar een enkele ploeg.
Na een verdere teruggang in 2008, blijft de NedCar-teller in 2009 steken bij 50.000
geproduceerde auto's. De onzekerheid blijft bestaan, ook al worden er in juni
2010 weer 300 extra tijdelijke medewerkers gezocht omdat er opdracht is gekomen
de productie op te schroeven. Voor de bedrijfsleiding en 1500 vaste medewerkers
zijn het wederom spannende tijden. Een turbulente periode van
een kwart eeuw is nog niet afgerond.
Hoogste tijd om zelf eens een kijkje te nemen.
 |
 |
Op bezoek bij Nedcar. Het
straatnaambord herinnert aan de tijden van weleer toen het bedrijf nog banden
had met DAF.
2. Productie anno 2010
Gigantische punten Limburgse vlaai
staan klaar voor de bezoekers van NedCar. De gastvrijheid is
groot, het onthaal hartelijk. Al sinds de opening biedt het bedrijf geïnteresseerden de mogelijkheid
een kijkje achter de fabrieksmuren te nemen. Alleen bij reorganisaties en de
herinrichting van de fabriek blijven de deuren dicht. In de praktijk moest
de afdeling factory visits afgelopen jaren dus geregeld ‘nee’ verkopen. Maar als het ‘ja’ is, gaat
het van harte en met een groot enthousiasme. Van de vele fabrieksbezoeken die we
hebben meegemaakt, staat die van NedCar in de top drie.
Op de warme vrijdagochtend van 25 juni bestaat de bezoekersgroep uit slechts
vier personen. Twee studenten zijn niet op komen dagen. Je mag er de soort niet
op aanspreken…
Al negentien jaar neemt onze gastvrouw de bezoekers mee op sleeptouw door de
fabriek. Ze kent alle details van het productieproces en heeft op iedere
vraag een antwoord. Ze toont zich een ervaren chauffeuse als ze met het ‘treintje’ met gasten
langs alle werkplekken toert. Voor een groep van vier kunnen
de aanhangwagentjes blijven staan. Als ze onderweg opeens toch iets onbekends
ziet, stapt ze uit om een medewerker om opheldering te vragen. Iets veranderen
in de productie zonder dat ze ervan weet? Dat gaat zomaar niet! Haar uitleg is
enthousiast, deskundig en oprecht, zonder een zweem van commercie. Juist
daardoor kan een afdeling PR zich geen betere ambassadeur voorstellen.
 |
 |
Het bedrijf heeft een bescheiden
hoofdingang. Geen overbodige luxe, is duidelijk de filosofie.
In de ontvangstzaal geeft een paneel
de historie beknopt weer. Rechts het gedeelte over de huidige situatie.
Hoofdlijnen
Voordat de rondleiding begint, zijn de bezoekers bijgepraat over de
hoofdlijnen van de historie van het bedrijf en de actuele situatie. De
presentatie loopt een klein beetje achter. De cijfers over het laatste boekjaar zijn nog niet
verwerkt. Er wordt nog gesproken over een jaarproductie van 59.000 in 2008, dat
is 9000 meer dan het afgelopen jaar. Ook het aantal medewerkers is noodgedwongen
verder gekrompen. Interessant is de leeftijdsopbouw van het vaste
personeelsbestand: 49% van de medewerkers is tussen 40 en 50 jaar oud, 29% ouder
dan 50. Slechts 20% behoort tot de groep 31-40 jaar. NedCar heeft dus
veel oudere werknemers. Dat verklaart de onrust over de toekomst. Is er in de
verre omgeving nog wel werk voor ze, mocht het bedrijf sluiten?
Het aantal vrouwen in het bedrijf is extreem laag, zo’n vijf procent. Er zijn
meer dan 20 nationaliteiten binnen de muren, maar dat cijfer vertekent het
beeld. Ruim tachtig procent is Nederlander, twaalf procent is Belg en drie
procent Marokkaan of Italiaan. Bij de rest gaat het om marginale aantallen. Mede
vanwege de Japanse directie is de voertaal in het bedrijf Engels. Met name voor
de Japanse collega’s is dat nog een hele toer, wordt ons toevertrouwd.
Op dit moment werkt NedCar met één ploeg. ’s Ochtends om half zeven start het
werk en om drie uur is het einde werktijd.
 |
 |
Het begin van alles: de aanvoer van
rollen staal en de twee moderne persen.
Veiligheidsbril
Na de inleiding is er een film die inzicht geeft in de opzet van de fabriek
en de vier productiestadia: persen, carrosseriebouw, lakken en eindmontage. Een
mooie start om het geheel met eigen ogen te gaan bekijken, maar wel door
de uitgereikte veiligheidsbril. Het treintje voert langs drie van de vier
stadia. De noodzaak van absolute stofvrijheid maakt de lakstraat tot verboden
gebied.
Vergeleken met de grote fabriekscomplexen van andere merken, is de fabriek
overzichtelijk en compact. In een kleine anderhalf uur heb je een goede
impressie van het geheel.
Het eerste station is de pershal. NedCar maakt hier alle carrosseriedelen van de
Colt en een deel van die van de Outlander. De Colt wordt in deze uitvoering
nergens anders ter wereld gemaakt, de productielijn van de Outlander is een
kopie van die in Japan. Aanvankelijk werden vrijwel alle koetswerkdelen van dat
model in kisten uit het Verre Oosten aangevoerd. Het koetswerk ontstaat nu
grotendeels hier. Alleen de onderkant komt nog kant
en klaar uit Japan. De onderdelen voor de Colt worden hier in de fabriek gemaakt
of komen rechtstreeks van de toeleveranciers. Vele zijn in de buurt gevestigd,
zoals de producent van de stoelen in Sittard.
 |
 |
De jongste opdracht voor NedCar is
de assemblage van de Mitsubishi Outlander.
Mensenhand
In de pershal staan nog persen van het eerste uur, door DAF neergezet.
Natuurlijk zijn ze in de loop der tijd aangepast. Het inleggen en weghalen van
het staal gebeurt tegenwoordig volautomatisch. Er komt geen mensenhand meer aan
te pas. Om de doelmatigheid van het proces te vergroten, is veel geïnvesteerd in
de mogelijkheid de persgereedschappen snel te wisselen. In minder dan een half
uur hebben de persen andere stempels en matrijzen en maken ze andere onderdelen. Naast de zes oude persen staan er twee gigantische transferpersen, die
achter elkaar verschillende bewerkingen kunnen uitvoeren. Het wisselen van
persgereedschappen kost hier maar zeven minuten. Begin jaren negentig zijn ze
uit Japan gehaald, waar ook alle stempels en matrijzen vandaan komen. Dat vergde
destijds een investering van 120 miljoen gulden. Aan de voorkant gaan de platines er in en aan de achterkant komen de complete onderdelen er na
verschillende bewerkingen uit.
 |
 |
Restmateriaal (afval bij het persen) wordt in
de kelder van de fabriek samengeperst tot brokken staal.
Wasbeurt
Platines zijn de in vorm gesneden staalplaten voor het persen van onderdelen.
Het staal komt in rollen aan. Het is aan beide zijden
gegalvaniseerd tegen de roest. Corus
in IJmuiden is één van de leveranciers. Het zogeheten hoogsterkte-staal varieert
in dikte van 0,6 tot 2 millimeter. Voor verschillende doelen zijn er
uiteenlopende soorten staal. Na het snijden
volgt een wasbeurt in olie en water, onder meer om breken van het materiaal te
voorkomen.
Als de onderdelen zijn geperst, worden ze meteen erna gecontroleerd. De
medewerkers nemen geregeld een werkstuk apart voor een extra controle. Door in
te vetten en op een speciale manier te belichten komen alle eventuele
ongerechtigheden direct aan het licht.
Ondanks de activiteiten van de persen die hun werk met een kracht van 1000 tot
1800 ton uitvoeren, is het niet erg lawaaiig in de fabriek. De gids wijst naar het plafond,
waar honderden geluidabsorberende panelen hangen.
Bij het persen ontstaat natuurlijk restmateriaal. Dat verdwijnt via luiken naar
de kelder, waar het wordt verzameld, in pakketten geperst en als recyclebaar
materiaal afgevoerd.
De persen zorgen voor een voorraad onderdelen van zo’n anderhalve dag. De
capaciteit van de persfabriek is zo groot dat NedCar ook voor andere fabrikanten
werkt. Op de lijst van klanten staan onder meer Volvo, Ford, Jaguar en DAF
Trucks.
 |
 |
Zoals in elke moderne autofabriek is
de carrosseriebouw geheel overgelaten aan robots.
NedCar maakt tegenwoordig ook
vrijwel alle koetswerkdelen van de Outlander.
Buffervullingen
Na het persen volgt de carrosseriebouw, zoals in elke moderne autofabriek
het werkterrein van de robots. De fabriek werkt op twee niveaus. Het lassen gebeurt
beneden, alle transport gaat ‘door de lucht’. Er zijn onderscheiden
productiestraten voor de Colt en de Outlander. De rondleiding concentreert zich
op de Colt. Vanwege een pauze is het stil in de fabriek. Onze gids informeert naar
het tijdstip van werkhervatting en legt intussen tot in detail uit hoe het proces
verloopt. Ze attendeert op de matrixborden met daarop letters en een getal. Ze geven de
buffervullingen aan: het aantal onderdelen tussen het ene en andere
bewerkingsproces. FF UB gaat bijvoorbeeld over de Front Floor die zo meteen
onderdeel van de Under Body zal uitmaken. Na een extra rondje door de hal is de pauze
afgelopen en zijn de robots weer tot leven gewekt.
De opbouw begint bij de onderkant, de bodemsectie. Robots lassen de delen aan
elkaar en brengen bouten aan voor het bevestigen van onderdelen in een latere
fase van de productie.
Op hetzelfde tijdstip ontstaan elders complete zijpanelen. Ze bestaan
uit drie lagen om voldoende stevigheid te bieden. Ook hier is aanvoer en montage
geheel geautomatiseerd. Alleen de voorspatborden worden met de hand aangebracht.
De afweging van kosten en noodzaak is hier kennelijk in het voordeel van de mens
uitgevallen.
 |
 |
In totaal zijn honderden robots actief in
de fabriek, onder meer voor de koetswerkbouw.
Aflasstraat
Doelmatigheid is vooral een kwestie van rekenen. Voor het koetswerk van de
Colt zijn 400 robots in de weer, bij de Outlander slechts 144. De aantallen
auto’s en het soort werk maken een grootschaliger inzet van de gemechaniseerde mens niet
verantwoord.
Onderkant, dwarsverbindingen en zijpanelen worden bij elkaar gebracht en tot één
geheel gemaakt. Daarna gaat het koetswerk naar de aflasstraat, waar 3500
puntlassen zorgen voor de noodzakelijke stijfheid. Na de montage van het dak, de
deuren en achterklep is het koetswerk gereed. Bij de Outlander is het proces
vergelijkbaar, behalve bij het dak. Dat is namelijk van
aluminium. Lassen van aluminium op staal gaat niet. Dat vergt een andere montagewijze.
Een fors lawaai trekt de aandacht. Een man staat hardhandig met een hamer op een
verticaal geplaatst onderstel te beuken. Het is niet verontrustend. Steekproefsgewijs haalt
hij een onderdeel
van de band om te controleren of de puntlassen voldoende stevig zijn. (De
methode met de hamer is typisch Japans. Tijdens de rondleiding door de Mini-fabriek in Oxford wist men te vertellen dat deze methode in de tijd van
samenwerking met Honda ook werd gebruikt. Toen BMW de scepter ging zwaaien, werd
de hamer vervangen door meetapparatuur die de sterkte van een las beoordeelt.)
 |
 |
Rechts: robots kitten de naden om
roestvorming tegen te gaan.
Keten
De koetswerken zijn gereed voor de lakstraat. Eerst is er een douche voor
de ontsmetting en een bad voor het aanbrengen van een beschermende coating.
Borstels met emoeharen maken het staal volledig stofvrij. Het lakken van de Colts en Outlanders
gebeurt afzonderlijk van elkaar. Auto’s die dezelfde kleur moeten krijgen,
worden achter elkaar geplaatst om de spuiten minder vaak te hoeven schoonmaken.
Dit is de enige keer dat de volgorde van de auto’s op de band verandert. Tijdens
de rest van het productieproces blijft de keten ononderbroken. Zelfs als er wat
mis zou zijn met een auto, blijft die op de band. Een euvel wordt zo snel
mogelijk ter plekke verholpen. Lukt dat onverhoopt niet, dan gebeurt het
helemaal aan het aan het eind van de band.
Het spuiten van de Colt is volledig gerobotiseerd. Bij de Outlander is het
lakken van de binnenkant nog mensenwerk. Ook hier is weer sprake van een
kostenafweging. Zoals alle moderne autofabrikanten gebruikt NedCar lak op
waterbasis. Dat is veel beter voor het milieu.
Als het koetswerk de lakstraat verlaat, is het 13 kilo zwaarder. Dat is niet
alleen het gewicht van de grond- en afwerklak en het vernis, maar ook van de antiroestbehandeling van de onderkant, het aangebrachte anti-dreun- en dempingsmateriaal en de kit waarmee naden zijn afgewerkt.
 |
 |
Het spuiten van de Colt is voor
honderd procent gerobotiseerd.
Rechts: ook het inzetten van de
ruiten is het werk voor robots.
Mensenwerk
Zoals gezegd, het lakken kun je alleen zien op de film, niet in
werkelijkheid. Een enkel stofje is
funest. De gids chauffeert de bezoekers direct van de carrosseriebouw naar de
eindmontage. Toen de verkopen van nieuwe auto’s naar een dieptepunt waren
gedaald, had NedCar maar één productielijn in bedrijf. Sinds kort zijn er dat
er weer twee. Het maken van de Colt en de Outlander is weer gescheiden. Een
dergelijke flexibele inrichting van een fabriek is noodzakelijk om vandaag de
dag met winst te kunnen blijven draaien.
De eerste handeling is de demontage van de deuren. Ze vervolgen hun weg parallel
aan die van de auto en krijgen in die tijd al hun onderdelen. De eindmontage
werkt volledig op basis van de wensen van de klant, weergegeven op grote vellen
papier die aan de binnenkant van de motorkap hangen.
Ondanks alle vernieuwingen, alle machines en alle elektronica, is de opbouw van
een auto nog altijd hoofdzakelijk mensenwerk. Bij de Outlander is slechts één
robot actief, voor het plaatsen van de (zware) ruiten. Voor het maken van de
Colt zijn er 35, bijvoorbeeld voor de volautomatische montage van de
wielen en de montage van het dashboard. Dat komt als een complete module bij de
band, 75 onderdelen omvattend. In de tijd van Volvo moest er nog het nodige aan
gebeuren en waren slechts 15 onderdelen voorgemonteerd. Nu is het enkel een
kwestie van vastschroeven en klaar is Kees.
 |
 |
De motoren komen van elders; ze
worden niet in Born gemaakt. Wel voegt men componenten toe.
Voorraadvorming
Het opbouwen van de module gebeurt elders in de fabriek. Enkele jaren
geleden was die klus uitbesteed aan een toeleverancier, nu doet NedCar het weer
zelf. Ook besluiten over het al dan niet uitbesteden van werk is onderhevig aan
golfbewegingen.
Een groene of grijze afdekhoes beschermt het geplaatste dashboard. Bij een
groene hoes hebben we te maken met een versie met links stuur; grijs betekent
het stuur rechts. Uiteraard zijn ook relevante onderdelen op dat verschil
aangepast.
Voorraadvorming op de fabrieksvloer bestaat niet meer. De onderdelen die nodig
zijn, liggen precies op volgorde in de trailers die buiten op het parkeerterrein
staan en op het juiste moment naar één van de laaddeuren worden gereden. In de
logistieke keten maken de externe leveranciers integraal onderdeel uit van het
geheel.
Voor de Outlander ligt het wat anders. De onderdelen daarvan komen uit Japan.
NedCar pakt ze uit en slaat ze op in de fabriek. De reis van Japan naar
Nederland vergt tussen de 35 en 40 dagen. Mitsubishi levert zelf de
benzinemotoren voor de Outlander, de dieselaars zijn afkomstig van Peugeot en
Volkswagen. Dat verklaart de dozen op de fabrieksvloer met de logo’s van de
merken van het VAG-concern: Volkswagen, Audi, Seat en Skoda. De krachtbronnen
voor de Colt komen trouwens van DaimlerChrysler. In Born voegt men de verschillende
motorcomponenten toe.
 |
 |
Bij de montage speelt de mens weer
de hoofdrol. Op sommige kisten staat nog Volvo!
Takttijd
Het invallende daglicht bezorgt de hal van de eindmontage een prettige
aanblik. Daglicht op de werkvloer is lang niet bij alle autofabrieken een
vanzelfsprekendheid. Met name niet bij oude fabrieken waar men op verschillende
verdiepingen werkt. Naast het licht zijn er veel meer voorzieningen om de
werkomstandigheden te veraangenamen, zoals het aanpassen van de hoogte van de
auto. Niet zonder trots kan NedCar een ziekteverzuim van minder dan drie procent
noteren.
Door de recente ingebruikstelling van twee productielijnen, is de snelheid van
de lopende band nog niet optimaal. Er zijn vandaag minder mensen beschikbaar dan
gewenst. Dat zorgt voor een forse verhoging van de takttijd, de tijd die nodig
is om bepaalde werkzaamheden te verrichten. Onder normale omstandigheden gaat
het om 99 seconden, vandaag is het 185 seconden. Dat geeft de fabriek een
rustige uitstraling. De twee mannen die het huwelijk moeten voltrekken – het
samenbrengen van koetswerk en motor – doen het rustig aan. De wielophanging
werkt in eerste instantie niet mee, maar met wat duwen zit het geheel op zijn
plaats. De huwelijksvoltrekking is dus (nog) niet volautomatisch, zoals we
eerder dit jaar bij Ford in Keulen zagen.
Bij de Outlander bestaat de lopende band uit zichzelf bewegende en sturende
platforms waarop een auto staat. In de vloer aangebrachte geleiding bepaalt de
route over de fabrieksvloer. Het systeem is geïntroduceerd in de Volvo-tijd en
van het moederbedrijf in Zweden overgenomen.
 |
 |
Montagewerkzaamheden aan de Colt (de
foto toont het oude model).
Links monteren robots de stoelen,
rechts de hermontage van de deuren.
Trots
Als laatste onderdeel is er de eindcontrole op de rollenbank. Een controle
op waterdichtheid onder de douche is sinds enige tijd komen te vervallen. De
auto's bleken zo goed gemaakt dat die test overbodig is geworden. Dat scheelt
weer water, bespaart kosten en is goed voor het milieu.
Bij de eindcontrole hoeft in beginsel niets meer aan de auto te gebeuren. Alleen in
uitzonderingssituaties is er nog wat extra werk, bijvoorbeeld als men
er niet in is geslaagd kleine mankementen tijdens de productie te verhelpen. Als
alles in orde is, komt er een sticker op de ruit: “GOK”, Green OK:
gekeurd en goed bevonden. Na de controle zit het werk voor NedCar er op. Het bedrijf is alleen
verantwoordelijk voor de productie. Mitsubishi neemt het weer over en zorgt voor
transport van de gereedgekomen auto’s naar de verschillende bestemmingen in
binnen- en buitenland.
Het treintje is terug op de parkeerplaats aan de rand van de fabriek, achter de
aankomsthal van het gebouw. De gids wijst nog op de brochures van de beide
Mitsubishi-modellen en beveelt ze haar gasten aan. Hoewel NedCar met de verkoop
niets te maken heeft, zijn hoge verkoopaantallen wel van invloed op het werk
hier in Born. Bovendien blijft ze na al die jaren enthousiast over wat ze zo
vaak kan laten zien: een bedrijf met producten om trots op te zijn.
We vertrekken met een buitengewoon positieve indruk. Op de
personeelsparkeerplaats staan een Volvo 480 en een smart ForFour, inmiddels
liefhebbersauto´s. Ze zijn destijds in de fabriek achter ons met liefde en
vakmanschap in elkaar gezet. Op een heuveltje bij de uitgang staan de producten
van nu, de Colt en Outlander. Welke auto´s staan er na 2012? Of zal het
heuveltje leeg zijn? Laten we voor de werknemers in Born en hun gezinnen hopen
van niet. Afgelopen kwart eeuw was er immers al voldoende turbulentie.
■
 |
 |
Op de parkeerplaats twee modellen
die hier ooit van de band liepen: de smart ForFour en Volvo 480ES.
Het is te hopen dat er na 2012 weer
nieuwe modellen op de heuvels staan.
►Reisverslag van het bezoek aan Volvo Car in 1986
OKTOBER 2010
Mitsubishi heeft aangekondigd in december een besluit te nemen over de toekomst
van NedCar. Aanvankelijk zou al afgelopen zomer een beslissing vallen, maar de
fabriek zegt meer tijd nodig te hebben om een keuze te maken welke
productiecentra in de wereld gehandhaafd blijven en waar welke modellen zullen
worden gemaakt. De mogelijkheid bestaat dat de fabriek in 2012 wordt gesloten.
Oud-minister president Balkenende en oud-minister Van der Hoeven bezochten
eerder dit jaar het hoofdkantoor van Mitsubishi om een goed woord te doen voor
NedCar. Zij pleitten voor de productie van elektrische auto's in Limburg, maar
de Japanners besloten samen te werken met Peugeot/Citroën. De kans voor Limburg
zijn daardoor geslonken.
DECEMBER 2010
De opvolger van de Mitsubishi Colt zal niet in Born worden gemaakt, heeft
Mitsubishi op 16 december bekend gemaakt. In 2012 houdt NedCar als volledige
autofabriek op te bestaan. Onderzocht wordt nog of het bedrijf als
assemblagebedrijf wordt voortgezet. Komende maanden moet daarover duidelijkheid
komen. Het besluit is in elk geval slecht nieuws voor de toeleveranciers en hun
duizenden werknemers in de omgeving van de fabriek. Voor de 1500 eigen
werknemers blijft de toekomst dus onzeker.
De bedrijfsleiding van NedCar moet aan het moederbedrijf bewijzen dat de
onderneming als assemblagebedrijf levensvatbaar is. Het moet goedkoper zijn
modellen in Nederland samen te bouwen dan te transporteren vanuit Japan of
elders.
NedCar heeft de vrijheid te krijgen op zoek te gaan naar andere opdrachtgevers
die de fabriek willen benutten voor fabricage en/of assemblage.
DECEMBER 2011
Mitsubishi heeft een besluit over de toekomst van NedCar wederom uitgesteld, nu
tot 7 februari 2012. De vakbonden zijn boos en hebben een staking voor enkele
uren uitgeroepen. Inmiddels lopen de verkopen van de Colt en de Outlander snel
terug. De Mirage, opvolger van de Colt, zal in India worden gemaakt.
FEBRUARI 2012
Het Financieele Dagblad komt op 1 februari met het verhaal dat het Chinese bedrijf Youngman
een jaar geleden serieuze interesse had om flink te investeren in NedCar. De
bedrijfsleiding hield de boot echter af, waarna de Chinezen zich richtten op de
overname van Saab. Als reden voor de terughoudendheid wordt gemeld dat de
directie van NedCar eigenaar Mitsubishi niet voor het hoofd wilde stoten.
Op 2 februari reageert het bedrijf in dezelfde krant dat de Chinezen zelf
aangaven niet geïnteresseerd te zijn omdat NedCar geen mogelijkheden voor
ontwikkeling kan bieden. De werkelijke gang van zaken blijft duister.
|
6 FEBRUARI 2012
MITSUBISHI WIL NEDCAR SLUITEN
Mitsubishi heeft besloten om de Nedcar-fabriek in Born in 2013 te sluiten. Dat
heeft het bedrijf vandaag bekend gemaakt en aan de 1500 medewerkers meegedeeld.
Onder de huidige economische omstandigheden is het niet rendabel om in Nederland
auto’s te bouwen, heeft het Japanse bedrijf laten weten. Er is gezocht naar
mogelijkheden toekomstige auto’s in Born te laten vervaardigen, maar die optie
bleek niet te realiseren.
Het bedrijf kan nu proberen andere partijen geïnteresseerd te krijgen voor de
fabriek in Limburg. Als een koper het personeel overneemt, wordt de fabriek voor
het symbolisch bedrag van 1 euro van de hand gedaan. De vraag is echter of er
een koper te vinden is die geïnteresseerd is.
De fabriek heeft er altijd om bekend gestaan dat de kwaliteit van het
afgeleverde werk goed is. De capaciteit is 200.000 personenwagens per jaar, maar
in 2011 werden in Born slechts 48.000 auto’s gemaakt. |
|
APRIL 2012
Er wordt naarstig gezocht naar mogelijkheden NedCar open te houden. Eén van de
serieuze belangstellenden zou VDL zijn, het bedrijf van Wim van der Leegte dat
destijds ook de busfabriek van DAF overnam. VDL wil het bedrijf dan gebruiken om
in opdracht van BMW auto's te gaan maken. De fabrikant uit München zoekt
uitbreiding van de productiecapaciteit voor enkele modellen van BMW en Mini. De
Duitsers hebben zich in Limburg georiënteerd, maar kijken ook naar andere
fabrieken in Europa.
JUNI 2012
De geluiden klinken steeds luider
dat BMW inderdaad geïnteresseerd is om in Limburg auto's te gaan bouwen. De
Beierse fabrikant wordt niet de eigenaar, maar klant van VDL.
Op 27 juni verschijnt het hiernaast geplaatste bericht op teletekst.
JULI 2012
VDL, Mitsubishi, de Nederlandse Staat en BMW zijn tot een overeenstemming
gekomen. VDL neemt NedCar van de Japanners over, het bedrijf gaat vanaf eind
2014 auto's maken voor BMW (Mini's), de werknemers worden tijdelijk te werk
gesteld bij andere vestigingen van VDL, gaan zich inwerken bij Mini en/of
krijgen een aanvulling op hun WW-uitkering totdat ze terug kunnen naar Born.
OKTOBER 2012
De handtekeningen zijn gezet: BMW laat definitief auto's bouwen NedCar onder
leiding van de nieuwe eigenaar VDL. Op 1 oktober zijn de contracten met
Mitsubishi getekend, waarmee de overname formeel een feit is. VDL heeft
toegezegd 50 miljoen te gaan investeren in de fabriek. Eind 2012 gaan de poorten
dicht en wordt de fabriek opnieuw ingericht. In 2014 gaan de deuren weer open.
Met BMW is overeengekomen dat er tot 2022 Mini's gemaakt gaan worden. VDL gaat
intussen op zoek naar andere klanten om de productiecapaciteit optimaal te
benutten.
FEBRUARI 2014
Op 18 februari besteden alle Nederlandse kranten aan de manifestatie een dag
eerder: de heropening van de NedCar-fabriek, nu onder de hoede van VDL. De
journaals op radio en televisie brachten het nieuws op de dag zelf. Vanaf de
zomer van 2014 worden in Born Mini's gebouwd. Ruim een jaar is gewerkt aan de
herinrichting van de fabriek. De voorserie is al gemaakt en de robots zijn aan
het proefdraaien. De 1500 medewerkers van NedCar kunnen terugkeren; er is werk
voor nog eens 400 mensen méér. VDL-topman Van der Leegte is als redder van het
bedrijf en de werkgelegenheid de 'held van de dag'.

Alle landelijke dagbladen melden de
herstart van NedCar.
17 JULI
2014
Koning Willem Alexander verricht de officiële heropening van de fabriek. In 2014
zal VDL-Nedcar nog 10.000 MINI's maken, voor volgend jaar is de prognose 50.000.
Het aantal arbeidskrachten zal naar verwachting verder toenemen tot 4000.
Tegenover de negatieve berichtgeving in de afgelopen jaar staat het bedrijf weer
prominent en positief in de krant. Alle lof gaat naar Wim van der Leegte, de
ondernemer die de maakindustrie in Nederland een zeer warm hart toedraagt en
vindt dat de overheid dat ook (veel meer) moet doen.

OKTOBER
2015
MINI introduceert de cabriolet op basis van het nieuwe model. Voor Nederland
heeft de aankondiging nog een extra accent. Deze uitvoering zal uitsluitend bij
VDL-NedCar in Born worden gemaakt. Een mooie prestatie voor het bedrijf om
moederbedrijf BMW ervan te overtuigen dat de Nederlanders deze nieuwe MINI het
best kan gaan produceren.
Productie bij NedCar in de periode
1993-2009. Bron: NedCar.
|