Metropole
Druten (NL)
●
Evenementencomplex en handelshuis
●
Collectie Frans van Haren
●
Van Fiat 500 tot Mercedes 600
●
Historische racers
●
Enkele eenmalige modellen
juni 2021
Auto's kijken in het land van Maas en Waal
Een imposante collectie auto’s op de bovenverdieping van een evenementencomplex
annex handelshuis in klassieke automobielen. Met als kern de auto’s van
liefhebber en ondernemer Frans van Haren, vermogend geworden door het maken en
verkopen van betonnen sierbestrating. Dat is Metropole in het Gelderse Druten,
centrum voor klassieke autobeleving in het land van Maas en Waal. Even binnenlopen is er niet bij. De toegang
is voorbehouden aan groepen genodigden. Af en doe gaan de deuren open voor
individuele bezoekers. Zo’n gelegenheid laat je niet voorbijgaan.
 |
Drie vliegen in één klap. Doe dat maar eens na. Met als resultaat het
bezichtigen van een paar honderd auto’s, waaronder enkele zeldzame en
uitzonderlijke exemplaren. Allemaal onder één dak. Een unieke combinatie van een
kijkdag van een online veiling, de expositie van een bescheiden, maar leuke
collectie naoorlogse lichte bedrijfswagens (‘werkpaarden van de wederopbouw’) en
een kennismaking met de hobby van Frans van Haren. Het evenementencomplex aan
het water is de thuisbasis van Metropole Classic Cars, naar eigen zeggen
‘gespecialiseerd in de in-/verkoop van exclusieve automobielen en een
gedistingeerde handelsplaats voor verzamelaars en beleggers’. Van Haren begon
zijn collectie in 1975 met een Chenard et Walcker, gebruikt in de toenmalige
populaire tv-serie Dagboek van een Herdershond. Er kwamen er steeds bij en op
enig moment zijn er dan wel honderd. Of meer.
Metropole in- en verkoopt klassiekers. Het gebouw was vroeger een
meubeltoonzaal.
De
eerste ontmoeting: foto's van oude racers en een showroom met naoorlogse
bedrijfswagens.
Speurtocht
Als ik aankom is het nog voor de officiële openingstijd van tien uur. De
deuren staan echter al open. Kom gerust binnen, klinkt het uitnodigend. Voor het
bezichtigen van Van Harens bolides krijg je tegen betaling van een tientje een
papieren armbandje. Nog voor de klok van tienen zit dat om mijn pols, hoewel ik
pas voor elf uur heb gereserveerd. Die reservering heeft te maken met de
coronaregels. Het komt in de praktijk niet zo nauw, merk ik al snel. Het is nog
heel rustig. Maar laat ik me maar houden aan mijn plannen. Daarom begint de
speurtocht naar bijzonderheden op de begane grond bij de veilingkavels. Een
strandwagen op basis van de Fiat Multipla is een mooi startpunt. Op internet
staan verschillende auto’s die uitnodigen om van dichtbij te bekijken. De
digitale veilingmeester nodigt daar ook nadrukkelijk toe uit, al behoor ik niet
helemaal tot de doelgroep. Ik weet namelijk zeker straks weer tevreden zonder
neiging tot aankoop naar huis te gaan. Het is mooi zo’n oude auto erbij…. voor
anderen.
 |
 |
Een
blikvanger eerste klas, deze strandwagen op Fiat Multipla-basis.
Kroonluchters
Rond een uur of elf krijgt het polsbandje zijn functie als toegangsbewijs
voor de bovenverdieping. Op basis van wat foto’s heb ik een vaag idee wat er te
zien is. De werkelijkheid overtreft de beelden. Er staan vele rijen auto’s naast
en achter elkaar in een zaal met kroonluchters en spotlights. Ze staan
thematisch bij elkaar en zeer ruim opgesteld. Je kunt alles van dichtbij en van
alle kanten bekijken. Er zijn geen beperkingen, behalve een bordje met het
verzoek niets aan te raken. Logisch. Een snelle scan leert dat hier toch voor
een zeer aanzienlijk bedrag aan vierwielers staat. Tot de verbeelding sprekende
topmerken, bijzondere modellen en ooit alledaagse voertuigen vullen elkaar aan.
Het is geen museum misschien, maar zeker museaal. Een aantal auto’s is te koop.
Geen
museum misschien, maar wel museaal.
Een
fraaie verzameling bijzondere auto's bij elkaar.
Meervoud
Ingetogenheid is niet het eerste woord dat bij je opkomt als je dit ziet. Een bescheiden
presentatie is het allerminst. Er staat niet één Mercedes 300 SL uit de jaren
vijftig, maar een handjevol, waaronder een ‘vleugeldeur’. Er is niet één
Mercedes 600, maar meteen een duo: een ‘normale’ en een Pullman. Van de recente
generaties sportwagens van het merk is een exemplaar of wat aanwezig. Een SLR
McLaren, SLS AMG en AMG GT-R staan gebroederlijk bij elkaar. Coupés en cabrio’s uit de jaren
zestig en zeventig zijn in ruime mate aanwezig. Ook hier praat je over
nadrukkelijk over meervoud. Achterin staan drie superversies van de Mercedes
G-Klasse, waaronder de G650 AMG Maybach Laundaulet V12 Biturbo. Heel aandoenlijk
staat er een oude Unimog uit 1959 naast. Wat mij betreft veel aardiger.
Wie
kent deze auto niet? De Mercedes-Benz 300SL 'vleugeldeur'.
Van de
300SL Roadster staan verschillende uitvoeringen.
En zo
nam de SL-rijder zijn of haar ski's mee op wintersport in de jaren
vijftig.
Vaak
zijn deze auto's meer waard dan een nieuwe Mercedes.
Niet
één Mercedes-Benz 600, maar meteen een duo. De korte is van 1977, de
Pullman van 1969.
Kort
wil in dit geval zeker niet zeggen klein.
De
Pullman is nog een maatje groter dan de gewone 600.
Interieur van de Pullman.
AMG
GT-R, SLR
McLaren en SLS AMG: moderne Mercedes-sportwagens bij elkaar.
De
ultieme uitvoering van de G-Klasse, de Maybach (rechts). 99 zijn ervan
gemaakt.
Deze
opschriften zeggen genoeg over de exclusiviteit en prijs.
Is zo'n
klassieke Unimog eigenlijk niet veel aardiger?
Veel
van dergelijke auto's worden geïmporteerd uit Amerika.
Mercedes-Benz 250SE uit 1966.
Organisch
Het is niet duidelijk wat tot de vaste collectie van Van Haren behoort en wat
niet. Verzameling en verkoop lopen door elkaar heen. Een aantal auto's is zelfs
terug te vinden op de lijst van de online veiling.
Is de term ‘vaste
collectie’ eigenlijk wel van toepassing? De website geeft gedeeltelijk antwoord:
‘Een bijzondere collectie is nooit af, maar ze moet organisch groeien, wisselen
van samenstelling en zich zo blijven ontwikkelen. Daarom verfrist Metropole
Classic Cars regelmatig de collectie door inkoop en verkoop van bijzondere
objecten’.
Voor vandaag is het onderscheid verzamelen of verkopen
onbelangrijk. Het gaat om kijkplezier en dat is er volop. Dat begint al direct
voorbij de deur, bovenaan de trap. Daar staan een paar indrukwekkende GT’s. Er
gaan dagen voorbij dat je geen Pegaso tegenkomt. De Spaanse sportwagen uit 1954
is per definitie exclusief. Tussen 1951 en 1958 zijn er maar 84 gemaakt. Het was
destijds een van de snelste sportwagens met zijn V8 en lichtgewicht koetswerk
van Touring.
 |
De
Spaanse Pegaso was destijds een van de snelste sportwagens.
Dit is
een ontwerp van Touring met lichtgewicht carrosserie.
Nee,
dat zijn geen bumpers, maar de uitlaten.
Kwart miljoen
Direct achter de Spanjaard staat een Italiaans paradepaardje, een V12 Ferrari
212 Inter Coupé uit 1952 waarvoor Vignale de carrosserie maakte. Het bedrijf
heeft destijds mooi werk afgeleverd. Hoewel zo'n auto heel wat kostte, raakte
hij toch in verval.
Een vakkundige en kostbare restauratie was nodig.
Even verderop zijn nog meer Ferrari’s te bewonderen, waaronder de exclusieve 275
GTB uit 1965. Het is er één van de zestig met een lichtgewicht carrosserie.
Uiterlijk niet te onderscheiden van de standaardmodellen, maar voor kenners een
wereld van verschil. Carrozzeria Scaglietti bouwde de auto. Naar verluidt
bedroeg de rekening voor de restauratie zo’n kwart miljoen. In kringen van eigenaren knipper je
daarvan nauwelijks met je ogen. Zo’n auto kost nu eenmaal wat. In de
documentatie van een grijze 250GT is te lezen dat alleen al de lak voor het
overspuiten 18.000 euro heeft gekost. Voor de rest van de restauratie rekende de
Engelse specialist 120.000 pond. Daar moet je toch heel wat tuintegels voor
verkopen. Daarmee vergeleken is de opknapprijs van de AC Ace Bristol met 20.000
euro nog heel bescheiden. In 1960 deed deze auto mee met de 24-uur van Le Mans,
zonder de race te beëindigen overigens. Wie de voorkeur geeft aan een coupé,
hoeft niet ver te zoeken. Die staat ervoor. De AC Aceca uit 1962 is volgens
berichten de allerlaatste van het type dat de fabriek verliet.
 |
Ferrari
212 Inter Coupé, door Vignale van een koetswerk voorzien.
De auto
heeft rechts stuur, wat in die tijd niet ongebruikelijk was in Italië.
De auto
met twaalcilindermotor had eerder een Zwitserse eigenaar.
Je ziet
het niet, maar de carrosserie is lichtgewicht en daarom is dit type
zeldzaam.
Twee
keer een Ferrari 250GT naar een ontwerp van Pininfarina.
Tijdloos
mooie lijnen, geen accent te veel. Waarde zo'n 700.000 euro.
Maserati Sebring, in productie van 1962 tot 1969. Deze is van 1966,
te koop voor 280.000 euro.
Twee
keer een AC, in gesloten en open uitvoering.
Lichaam
Sommige auto’s zijn absoluut museumwaardig, zoals de Alfa Romeo 6C 2500SS uit
1949, vormgegeven door Pininfarina, toen nog als Pinin Farina geschreven. Ze
zijn tegelijkertijd geschikt om mee te doen aan races, tochten of parades. Dat
gaat bijvoorbeeld ook op voor de Amerikaans-Italiaanse Siata-Ford 208S Cabriolet
Speciale van 1953, volgens de site van Metropole ‘vermoedelijk het laatste
voltooide lichaam van Stabilimenti Farina’. Je mag hopen dat de restauratie van
de auto beter is uitgevoerd dan de kwaliteit van het vertaalprogramma. Maar ja,
je kunt niet van iedere programmeur verwachten dat hij weet dat body naast
lichaam ook carrosserie kan betekenen.
Er staat nog meer moois waarvoor je elders in de wereld naar een museum gaat,
bijvoorbeeld Mercedessen uit de jaren dertig, een antieke driewielige Humber uit 1903,
een De Dietrich uit dezelfde periode, een Mercedes Simplex, een Rolls-Royce
Silver Ghost, een fraaie Bentley 3,5 Litre of een Derby uit 1930 die voor
225.000 euro te koop staat. En dat allemaal in een dorp van nog
geen 20.000 inwoners in het land van Maas en Waal. Met dank aan de betonondernemer die volgens
de media ooit begon als heftruckchauffeur.
 |
 |
Mooi
voor een museum, maar ook om ermee te rijden: Alfa Romeo 6C 2500SS.
De
Italiaanse schoonheid van Siata (1953) is gecombineerd met het Amerikaanse hart
van een Ford.
Mercedes-Benz
540K Cabriolet met fabriekskoetswerk uit 1941.
Onder
de motorkap huist een achtcilinder met een inhoud van 5,4 liter en een
vermogen van 180 pk.
Nog een
540K Cabriolet, ooit eigendom van de koning van Jordanië. Deze is van
1939.
Bentley
3,5 Litre, bouwjaar 1934.
Vraagprijs anno 2021: € 160.000.
|
ZO WIL JE NIET IN HET NIEUWS KOMEN
In 2012 verscheen de naam Frans van Haren in het nieuws. Hij was vast
niet blij met die publiciteit. Op de veiling tijdens Pebble Beach 2011
kocht hij een Mercedes-Benz 500K. Voordat die mee naar huis mocht, moest
hij 3,8 miljoen dollar overmaken op de rekening van veilinghuis RM Auctions. Vol
trots presenteerde hij de wagen later op de Techno Classica in Essen.
Daar voltrok zich een drama: de Duitse justitie nam de auto in beslag.
Dat gebeurde op verzoek van de nabestaanden van één van de vorige
eigenaren, de industrieel Hans Friedrich Prym. Zij beweerden dat de auto
in 1945 niet was verkocht, maar door Amerikaanse soldaten was gestolen.
Van Haren was onrechtmatig eigenaar geworden. De Duitse rechter ging mee
in de claim. De Nederlander kreeg ‘zijn’ auto niet terug, al had hij te
goeder trouw gehandeld. Er werd een financiële regeling getroffen. De
erfgenamen hebben de auto in 2016 verkocht. Opbrengst 5,3 miljoen euro,
bijna 6 miljoen dollar.
|
|
 |
Een
fraaie driewieler van het Britse merk Humber, gemaakt in 1903
Uit
1902 komt deze De Dietrich.
De auto
heeft nog aandrijving op de achterwielen via een ketting.
Zo zag
een dashboard er in de eerste jaren uit.
Via een
achterdeur konden passagiers in deze zogeheten Tonneau instappen.
Cyklon
3,5 pk uit 1904 met de motor boven het voorwiel.
Beroemde namen uit het verleden:
Rolls-Royce Silver Ghost (1912) en Mercedes Simplex (1908).
De
tweezits Silver Ghost heeft een lang achterstuk.
Derby
1930.
De
kleine Britse sportwagenfabriek bestond tussen 1926 en 1936.
Hoofdprijs
Hoezeer de beroemde merken tot de verbeelding spreken, minstens zo leuk is de
hele reeks modellen van de Fiat 500. Natuurlijk staat er het model dat iedereen
kent en waarvan er bijna vier miljoen zijn gemaakt. Daarachter allerlei
variaties: de Oostenrijkse Steyr-Puch, een Giardiniera stationcar, een
Autobianchi, een pick-upje en een paar Jollys, al dan niet later nagebouwd.
(Voor een originele Jolly betaal je tegenwoordig de hoofdprijs. Voor een
re-creatie ben je al 50.000 euro kwijt.) Ook van de voorganger, de Topolino,
staan verschillende uitvoeringen, waaronder de stationcar met houten zijkant van
net na de oorlog toen staal erg schaars was. Het zijn geen van alle exoten, maar
wat zijn ze aaibaar. Zo’n Multipla als taxi neemt je in gedachten direct mee
naar het drukke verkeer van de grote Italiaanse steden of de smalle steegjes van
rustieke stadjes.
Een
hele reeks uitvoeringen van de Fiat 500.
Zelfs
voor een reconstructie van de Jolly moet je al behoorlijk in de buidel
tasten.
Tja,
wil je hierin rijden?
De
Oostenrijkse Steyr-Puch had een eigen motor achterin liggen.
De
stationcar werd omgebouwd tot pick-upje.
De
Autobianchi Bianchina cabriolet was technisch gebaseerd op de Fiat.
Passend
in dit gezelschap: de Fiat 600 Multipla.
Voorloper van de Nuova 500, de Fiat Topolino, hier in uitvoering met
houten zijkanten.
Een
Franse Simca als licentieproduct van Fiat.
Racecarrière
Frans van Haren heeft in zijn verzameling ook klassieke racers. De autohobby
gaat verder dan kopen en neerzetten voor de show. Metropole Classic Cars neemt
dit jaar met twee auto’s deel aan de Mille Miglia, de beroemde rit van duizend
mijl voor klassiekers in Italië. Hier in Druten staan verscheidene auto’s die
een indrukwekkende racecarrière achter zich hebben, soms zelfs recent nog zijn
ingezet. De namen van de rijders staan op de flanken geschilderd. Op een Itala
van 1908 staat die van Van Haren zelf. Op de deuren zit de zilvergrijze sticker
als bewijs van deelname aan het befaamde Goodwood Festival of Speed van 2018.
Een Invicta van 1931, enkele Alfa’s, een Bentley en een Mercedes SSK passen mooi
in het gezelschap. Dit zijn geen objecten voor de show, maar om te gebruiken. Om
het onderste uit de kan te halen. Auto’s die je moet afmatten en die
op hun beurt de rijders afmatten.
Met
deze Itala uit 1908 gaat Frans van Haren nog wel eens een blokje om.
De
sticker rechts toont deelname aan het Goodwood Festival of Speed.
Een
kijkraampje onder de voorruit geeft zicht op de techniek.
Dit was
de uitrusting waarmee de rijder het moest doen.
Alfa
Romeo 8C 2300 Lungo Le Mans 1932. Topsnelheid 205 km/u.
In de
jaren '70 kreeg de auto een reconstructie van de oorspronkelijke
carrosserie terug.
De auto
heeft deelgenomen aan de 24 uur van Le Mans.
Een
Alfa Romeo met een Engels koetswerk
zie je niet vaak.
In 1930
kwam deze Alfa Romeo 6C 1750SS voor het eerst op de weg.
De
gegevens van deze auto staan gewoon op de zijkant. Wel zo handig.
Bentley
4.5 Litre Le Mans.
Mercedes-Benz SSK 1929, bijgenaamd de 'Black Bear'.
Niet direct als een Alfa
Romeo herkenbaar, de Corsa 6C 2300 uit 1949.
Eenmalig
Bij exposities en in musea ga ik altijd op zoek naar auto’s die ik niet ken of
nooit eerder in werkelijkheid heb gezien. Het is niet lastig er een paar te
vinden. Het oog valt op een lage, zilvergrijze coupé met een merkwaardige
vormgeving. Padovan staat voor op de neus. Het blijkt een one off, zoals dat
tegenwoordig heet. Slechts één exemplaar is gemaakt, namelijk dit. Het bouwjaar
is 1948. De schepper is Riccardo Padovan. Tot het midden van de jaren vijftig
had hij een carrosseriebedrijf. Hoe speciaal de wagen er ook uitziet, de
techniek is alledaagse en afkomstig van een Fiat 1100TV. Elegant is niet het
eerste woord dat je te binnen schiet. Misschien is het maar goed ook dat er maar
één van is gemaakt.
Een ander eenmalig project is de Jaguar XK150 Hartin-fastback, naar de
koetswerkbouwer die de ombouw voor zijn rekening nam. De eigenaar van destijds
liet de wagen verbouwen toen zijn jonge zoon groeide en achterin te weinig
hoofdruimte had. In 1990 was een grondige restauratie nodig. De vraag was toen:
brengen we ‘m terug in de oorspronkelijk staat (dus als fabriekscoupé) of
behouden we de conversie? Gelukkig werd voor het laatste besloten, want daardoor
is dit een uniek model.
 |
Onderhuids is het gewoon een Fiat 1100.
Het
carrosseriebedrijf van Riccardo Padovan maakte er iets heel bijzonders
van.
De
constructie en afwerking zijn om sommige plaatsen behoorlijk grof en
weinig elegant.
Aan de
voorkant is niets bijzonders te zien, de zijkant oogt al merkwaardiger...
...maar
de achterkant is volledig uniek. Gelukkig is besloten de conversie te
behouden.
Driewielers
Moretti klaarde een klus door van een Fiat Panda een halve cabriolet te maken.
Misschien zou landaulet feitelijk correcter zijn, maar dat past als begrip toch
minder bij zo’n kleine auto. Met de techniek van Steyr-Puch is het er ook nog
eentje met aandrijving op vier wielen. Dat is bij de James Handyvan onmogelijk,
want die heeft er maar drie. De techniek is gebaseerd op die van een motorfiets.
Het is een Brits kind van zijn tijd: gemaakt tussen 1929 en 1939. Concurrent van
de James was Reliant, de fabrikant van de befaamde latere driewielers en
Scimitar-sportwagens. In het museum van Beaulieu zag ik er ooit eentje.
Er staan nog veel meer interessante types. Van altijd al exclusieve modellen als
een Lotus Elan Plus2 met
opzichtig maar origineel zilverkleurig dak (hoe kun je dat nou kiezen?), een
Lotus Europa van de eerste serie met van die hoge zijkanten, Japanse sportcoupés
als de Datsun 240Z en Mazda Cosmo (met Wankelmotor), een Arnolt Bristol (1954)
die een paar jaar geleden voor meer dan 300.000 pond van eigenaar wisselde en
Amerikaanse muscle cars tot ooit alledaagse weggebruikers als een Auto Union
Universal met achterdeur en ‘zelfmoorddeuren’, een Renault Ondine als snellere versie van de Dauphine
of een vaderlands Dafje.
Voor een rally werd destijds een Datsun 160J SSS ingezet; de equipe werd
gesponsord. De naam van de sponsor is VHB. Ofwel: Van Haren Beton. Toch mooi dat
iemand zich een hobby kan veroorloven waaraan anderen ook plezier beleven.
■
 |
Een
niet alledaagse versie van de Fiat Panda.
Steyr-Puch voorzag de auto van vierwielaandrijving.
De
cabriolet/landaulet-ombouw is het werk van Moretti.
Vijf
jaar bleef de James Handyman in productie. Reliant was een van de
concurrenten.
Triumph GT6 (1973). Te koop voor € 35.000. Deze komt uit de VS, aan de
zijmarkeerlichten te zien.
Blauw
met opvallend glinsterend zilverkleurig dak: origineel maar niet ieders
smaak.
Lotus
Europa eerste generatie met de hoge spatborden die het zicht naar
achteren zeer belemmeren.
Aston
Martin V8 1973.
Een Brits-Amerikaans product.
Chicago was de thuisbasis van de Arnolt Bristol (1954).
Een
Japanse icoon: Mazda Cosmo 110S met Wankelmotor, één van de 1176 gebouwd
tussen 1967 en 1972.
De
Datsun 240Z uit 1973 werd in 2015/2017 gerestaureerd en staat te koop
voor € 55.000.
Chevrolet Nova SS 1963, een Amerikaanse compacte middenklasser in die
tijd.
Cadillac Eldorado convertible uit 1955.
Cadillac Eldorado Biarritz 1959, beroemd door de staartvinnen en
daardoor zijn er relatief heel wat bewaard gebleven.
Chrysler Newport 1961.
De
achterkant is in dit geval nog de meest bijzondere kant. In 1961 had GM
de grote staatvinnen al afgezworen.
Shelby
GT350 uit 1969, gebaseerd op de Ford Mustang.
Links
nogmaals de Shelby, rechts Chevrolet Camaro Z/28, ook uit 1969.
Een
serie Alfa Romeo's bij elkaar.
Veruit
de meest bijzondere is de Montreal met V8-motor voor de achteras.
Een
goed verzorgde, goed uitziende Alfa Romeo 33 1.3 Super van de tweede
generatie, gemaakt in 1986.
De Alfa
Romeo Giulia SS werd getekend bij Bertone, de GTV bij Giugiaro.
Fissore
maakte op basis van de Fiat 1100 TV deze fraaie coupé.
Er moet
nog wel wat aan gebeuren om de auto in concoursstaat te krijgen.
De Fiat
1900 Grand Luce ziet er van veraf beter uit dan van dichtbij.
Geen
Dauphine, maar een Renault Ondine.
Deze
versie was wat krachtiger en luxer.
Met een
dergelijke kofferklep kun je de inhoud van de bagageruimte van een 2CV
wat vergroten.
Met
letterlijk een achterdeur: Auto Union 1000 Universal (1961).
Ooit
alledaagse auto's staan er ook. Een Daffodil bijvoorbeeld.
Inmiddels veelgevraagde liefhebbersmodellen: Porsche 356 coupé of
cabriolet.
Een van
de samenwerkingspartners van Metropole is Potomac, dé specialist in
Amphicar.
Volkswagen T1 luxe personenbus en T2 pick-up. Ze staan tijdelijk op de
bovenverdieping, wachtend op een koper.
Datsun
160J SSS, met Van Haren als sponsor.
 |
Werkpaarden van de
wederopbouw
Kennismaking met een
kleine, maar bijzondere
collectie bedrijfswagentjes uit de naoorlogse
periode met enkele unieke exemplaren.
juni 2021
|
 |
|