Jaguar Heritage Centre
Coventry (UK)
●
Historische collectie van Jaguar/Daimler
●
Vestigingsplaats met historie
●
Korte historie van het merk
●
Seriemodellen en prototypen
●
2013: centrum is gesloten
augustus 2009, laatste aanvulling
augustus 2013
|
Het Centrum bestaat inmiddels niet meer |
Eenzaam overblijfsel op een
roemruchte plek
De Jaguar Daimler Heritage Trust beheert de
historie van Jaguar en de automerken die ermee verbonden zijn. De Trust heeft
als thuisbasis een pand dat tot voor kort deel uitmaakte van het uitgebreide
fabrieksterrein in Coventry. Vrijwilligers houden de traditie in ere en de naam
van het merk hoog. De vraag is echter hoe lang ze nog gebruik kunnen maken van
hun expositieruimte.
Waar jarenlang de fabriek stond,
is nu een lege vlakte. Wat gaat ermee gebeuren?
Browns Lane, Coventry. Achter een stevig en verzorgd hek ligt een groot
braakliggend terrein. Als je er geen erg in hebt, rijd je er achteloos aan
voorbij. Vier jaar geleden was hier nog een uitgestrekt fabriekscomplex, in de
jaren dertig neergezet om er vliegtuigmotoren te maken en sinds 1952 de
thuisbasis van Jaguar. Hier ontstonden beroemde auto’s die luxe, elegantie en
sportiviteit bij elkaar brachten. Toen de sloophamer kwam, was het jongste
gedeelte van het complex nog geen twintig jaar oud. Hier zetelde onder meer het
hoofdkantoor. Als herinnering aan vroegere tijden is één gebouw overeind
gebleven, dat van de Jaguar Daimler Heritage Trust. Het werd in 1988 neergezet
om onderdak te bieden aan (een deel van) de historische collectie auto’s van
Jaguar, met inbegrip van de gelieerde merken Daimler en Lanchester. Wie een
bezoek bracht aan de fabriek, kon zo kennismaken met de roemruchte historie. Die
band is doorgesneden. De vraag is dan ook: hoe lang zal de Trust hier nog kunnen
blijven? De medewerkers is verzekerd dat hun onderkomen voor minimaal twee jaar
zeker is gesteld. Hun twijfel is echter groot. Over de tijd daarna durven ze
helemaal niet na te denken.
 |
De historische collectie geeft
inzicht in de historie van het beroemde merk.
Modellen waarmee het ooit begon.
Van een vroege zijspan tot de
peperdure XJ220, de verzameling bevat louter topstukken.
Rijke historie
“It’s a pity”, zucht de vrijwilligster die de winkel
beheert en de administratie verzorgt als we op de kale vlakte wijzen. Dit had
volgens haar niet mogen gebeuren.
Van de rijke historie van de fabriek is niets tastbaars meer over. Niets
herinnert meer aan het kantoor van de legendarische William Lyons, van waaruit
hij over de fabrieksvloer kon kijken en een halve eeuw zijn bedrijf leidde. De muren die het
verhaal konden vertellen over de roerige jaren zeventig zijn naar beneden
gehaald. Het dak waaronder de vakbonden hun acties voerden die leidden tot de
ondergang van de Britse auto-industrie is weg. Alleen de archieven en de auto’s
zijn voor het nageslacht bewaard gebleven. De Trust koestert, bewaart en bewaakt
ze alsof het kroonjuwelen zijn. Nu alweer 26 jaar. Zo’n 140 auto’s telt de
collectie inmiddels. Pakweg dertig ervan kunnen in het huidige gebouw
tentoongesteld worden. Dan staan ze wel dicht op elkaar gepropt. Een mooi en
groter museum staat natuurlijk boven aan het verlanglijstje van de Trust. Maar
in deze moeilijke tijden vast niet aan dat van de nieuwe eigenaar van Jaguar, de
Indiase staalmagnaat Tata.
 |
 |
Met het maken van gestroomlijnde
zijspannen begon William Lyons zijn zegetocht.
Met een gestroomlijnd koetswerk
werd de eenvoudige Austin Seven een kleine, luxe auto.
Een gesloten versie van de Austin
Swallow.
Swallow bouwde het koetswerk van
deze sportieve Wolseley Hornet.
De jonge fabriek ging zich
richten op sportieve koetswerken op bestaande chassis.
Mr Jaguar
De naam is gevallen: William Lyons. De historie van Jaguar is onlosmakelijk met
hem verbonden. Het is niet zomaar dat zijn portret op verschillende plaatsen in
het gebouw hangt. Hij is nog altijd ‘Mr. Jaguar’ en dat zal wel zo blijven, hoe
de toekomst er ook uitziet. In 1922 richt hij samen met zijn compagnon William Walmsley in Blackpool de Swallow Sidecar Company op. Het bedrijf maakt
zijspannen voor motorfietsen. De opvallend elegante vorm onderscheidt ze van wat
andere producenten aanbieden. Vier jaar later betreden de partners de automarkt.
Ze maken bijzondere koetswerken op basis van de kleine Austin Seven, waardoor
het opeens een chique auto wordt. De naam van het bedrijf verandert in
Swallow Sidecar and Coachbuilding Company. Naast Austin worden in de jaren
erna ook andere merken als basis gebruikt, zoals een zescilinder Wolseley
Hornet. In 1928 verhuist de onderneming naar Coventry, waar voldoende
arbeidskrachten zijn en veel toeleveranciers zitten. Het is één van de centra
van de Britse auto-industrie.
 |
 |
Links een Standard Swallow,
rechts wat verstopt tussen de andere modellen, de SS1.
Naast de SS1 komt in 1933 de
compactere SS2.
SS Cars
Met Standard sluit Lyons een overeenkomst en brengt de Standard Swallow als
eigenstandig model/merk op de markt. Hij koopt zijn compagnon uit en sticht
SS Cars Limited. De eerste typen heten eenvoudigweg SS 1 en SS 2. Aan die
simpele combinatie wordt vanaf 1935 een spannende naam toegevoegd: Jaguar. De SS
Jaguar 100 vergaart roem als sportwagen. Lyons’ modellen maken naam door de
geslaagde combinatie van uiterlijk, prestaties en prijs. Tot aan het uitbreken
van de Tweede Wereldoorlog maakt het bedrijf 20.000 auto’s.
Terwijl wordt overgeschakeld op oorlogsproductie, gaat Lyons ook aan de slag met een eigen
motor. Als de vrede is weergekeerd, wil hij doorgroeien tot een grote autofabrikant.
Begrijpelijkerwijs verdwijnt de beladen afkorting SS en gaat na de oorlog
Jaguar Cars Ltd van start. Lyons doet de zijspanfabriek van de hand.
De SS1 Airline Saloon van 1935
had een gestroomlijnde carrosserie met aan beide zijden een reservewiel.
Naar verluidt was William Lyons
zelf niet zo enthousiast over de vorm, maar de klanten konden de lijn wel
waarderen.
Sportwagen
Jaguar wil de nieuwe zescilinder motor in de praktijk uittesten in een kleine modelserie.
Gekozen wordt voor toepassing in de nieuwe sportwagen XK120. De 120 slaat op de
topsnelheid van 120 mijl, in die tijd ongekend hoog voor een productieauto. In 1948 beleeft de
auto z’n
première. De wagen is echter zo populair dat het
niet bij een kleine serie blijft. De Amerikanen lopen ermee weg. Van de 7500
geproduceerde XK's hebben er 6500 een links stuur. De meeste zijn bestemd voor
Amerika. Dat is van veel
betekenis, want Engelse autofabrieken krijgen in die tijd staal toegewezen op
basis van hun exportprestaties. Verdere groei is mogelijk. De opvolger van de XK
is minstens zo spectaculair en succesvol: de E-Type, in Amerika de XK-E. Vele jaren blijft de auto
in productie, op het laatst uitgerust met een twaalfcilinder motor.
Naast de sportwagens oogst Lyons roem met zijn saloons. De Mark II-versie van
de kleine Jaguar wordt een regelrechte hit. Het is tegenwoordig één van de
bekendste klassiekers en niet alleen door de bijrol in de televisieserie
Inspector Morse.
Lyons bemoeit zich persoonlijk met de vormgeving en doet dat op zijn eigen
wijze. Hij laat prototypen van hout in de tuin van zijn landgoed zetten, kijkt
er dagen naar en geeft aanwijzingen wat hij veranderd wil zien. Zo ontstaan de
beroemdste modellen uit de historie van het merk en de Britse auto-industrie.
Door het succes heeft Lyons extra productiecapaciteit nodig. Van Daimler neemt hij een fabriek
over die in de jaren dertig is neergezet om er vliegtuigmotoren te maken. Hij
verhuist zijn hele bedrijf en concentreert al zijn activiteiten op de nieuwe plek:
aan Browns Lane. Op 12 februari 1957 slaat het noodlot toe. Brand legt de
productiehal in de as. Het bedrijf toont veerkracht en komt de ramp snel te
boven.
 |
 |
Modellen van Daimler voordat het
luxe varianten van Jaguar werden. Links een Majestic, rechts de SP250.
De beroemde racewagen D-type, in
de jaren vijftig een succesnummer bij de 24 uur van Le Mans.
De E-type wordt naar buiten
gereden om plaats te maken voor andere auto's. De kap gaat al snel omhoog.
Weinig sportwagens kunnen de
populariteit van de E-type overtreffen. De vormgeving is nog altijd
spannend.

Hofleverancier
In 1960 wordt ook Daimler zelf overgenomen. Deze Britse hofleverancier had
eerder Lanchester opgekocht. Een aantal modellen wordt nog een paar jaar
doorgebouwd. Daarna zullen Daimlers veredelde Jaguars zijn, al blijft men de
oude merknaam gebruiken. Veelal zit het verschil alleen in de aankleding. Vanuit
de traditie krijgen de Daimlers een grille met een geribbelde bovenkant.
Als alle Britse bedrijven ontkomt Jaguar niet aan rationalisatie. De problemen
in de auto-industrie gaan niet aan het merk voorbij. Zelfstandig voortbestaan is
niet langer mogelijk. Jaguar sluit zich in 1966 aan bij de British Motor
Corporation, waarna British Motor Holdings ontstaat. Twee jaar later fuseert BMH
op aandringen van de overheid met Leyland. Dat heeft eerder Rover en
Standard-Triumph ingelijfd. Zo ontstaat British Leyland Motor Corporation, het
in omvang vierde autobedrijf ter wereld. De bundeling is echter geen succes. In
1975 moet de overheid ingrijpen om de ondergang te voorkomen. Het bedrijf met de
staat als grootaandeelhouder gaat als British Leyland verder. Van een
zelfstandig merk met eigen cultuur en achtergrond is Jaguar één van de
onderdelen van een groot concern geworden. Een concern met een lappendeken aan
modellen en merken. Het management slaagt er niet in er een efficiënt geheel van
te maken. De kwaliteit van de producten is bovendien tot een dieptepunt gedaald.
 |
Links de allerlaatste E-type die
is gemaakt naast de eerste versie van de XJ6.
Privatisering
Ten tijde van de regering Thatcher wordt Jaguar in 1984 weer losgeweekt van het
staatsbedrijf. Het merk heeft zoveel kracht dat het op eigen benen kan staan,
oordelen alle betrokkenen. De privatisering is aanvankelijk een succes. Toch is
Jaguar te klein als wereldspeler. In 1989 komt het onder de vleugels van Ford om
daar negentien jaar te blijven. Als dat concern in geldnood komt en moet
reorganiseren doet het Jaguar en Land-Rover van de hand. Tata Motors in India is
de nieuwe eigenaar. Het besluit om de oude fabriek aan Browns Lane te verlaten,
is al eerder gevallen.
Daimler is inmiddels een stille dood gestorven en het is de vraag of het merk
ooit terugkomt. De directie van de Jaguar Daimler Heritage Trust heeft de naam
uit alle uitingen laten verdwijnen. Op het gebouw in Coventry prijkt voortaan
alleen de naam van Jaguar. Opvallend genoeg niet met het beeldmerk van het
springende roofdier, maar met het merklogo van het eerste uur.
 |
Het gebouw van de Trust
met het beeldmerk van lang geleden en uitsluitend de titel "Jaguar Heritage".
Schuldigen
De op deze dinsdagmorgen aanwezige vrijwilligers van de Trust zijn het met de
naamswijziging duidelijk oneens. Ze wijzen naar boven, naar de directiekantoren,
om de schuldigen aan te wijzen. “The decision is incomprehensible”, is
hun oordeel. Ze willen het ook wel minder diplomatiek uitdrukken: “Foolish”!
Daimler verdient het om niet vergeten te worden, leggen ze uit. Het is één van
de vroege Engelse fabrikanten geweest, die het oorspronkelijk Duitse product op
het eiland ging maken en verkopen. Daimler ontpopte zich als de leverancier van
Koninklijke auto’s. Het maakte luxe modellen die in de jaren dertig moeiteloos
konden wedijveren met bijvoorbeeld Rolls-Royce. Waarom moet dat worden
weggewist? Onbegrijpelijk! Maar ach, anderen beslissen. Wij zijn maar eenvoudige
vrijwilligers, klinkt het.
Ze hebben het druk met hun drieën, deze ochtend. Een aantal van de geëxposeerde
auto’s moet verhuizen naar een opslagcentrum. Enkele topmodellen uit de
collectie keren vandaag terug van een expositie in het buitenland. Ze hadden er
al moeten zijn, maar de autotransporter heeft onderweg pech gekregen.
“Everything all right with the cars?”, vragen we belangstellend. “Fine.
Thank goodness”, lacht één van hen, voor hij een XK 120 naar buiten rijdt,
olieplekken op de vloer achterlatend. Het roofdier gromt, maar laat zich
liefdevol temmen.
 |
 |
Een blik op de XK120 voordat hij
uit de showroom verdwijnt.... en een oliespoor achterlaat.
Op weg naar de
opslagruimte.
Toegangsprijs
De collectie van de Trust is tegenwoordig dagelijks te bezichtigen. Tot voor
kort moest je een afspraak maken. Daar staat een kleine toegangsprijs tegenover.
Bij de deur staat een bordje met het vriendelijk verzoek je eerst te melden in
het winkeltje voordat je verder gaat.
Dat enkele topstukken ontbreken, betekent niet dat de reis vergeefs is geweest.
Zeker niet. Er is genoeg te zien om een aardig beeld te krijgen van de historie.
Enkele meters van elkaar staan de zijspan waarmee het begon en de speciale auto
waarmee het honderdjarig bestaan van Daimler werd gevierd.
Naast de seriemodellen omvat de verzameling bijzondere exemplaren, zoals een
ongelakte, aluminium XJ, een XJK die figureerde in een James Bondfilm en een XJS
van de snelwegpolitie. Voor de liefhebber zijn de conceptcars
interessant. Ze laten zien hoe ontwerpafdelingen nadenken over mogelijke
modellen in de toekomst. Zeker de R-D6 van 2003 trekt de aandacht. Het is een
soort hatchback die in niets lijkt op wat Jaguar ooit heeft voortgebracht.
 |
 |
Links de beroemde Mark II,
daarnaast de XJK die een rol speelde in één van de James Bond-films.
Links een schaalmodel 1:5 van de
XJ, rechts een aluminium showcar uit 2002.
Bij ons reed de snelwegpolitie in
Porsches, in Engeland in de snelle Jaguar XJS.
Daimler Corsica Convertible, in
1996 gebouwd om het 100-jarig bestaan van Daimler luister bij te zetten.
De
auto is perfect afgewerkt en ziet er niet uit als een eenmalig model.
Misschien was er best een markt voor
geweest.
Het bleef bij één exemplaar, als
museumstuk behouden voor het nageslacht.
De JDHT-collectie omvat
verschillende studiemodellen, zoals deze R-Coupé uit 2000. Onder de kap een
V8.
In 2003 presenteerde Jaguar de
R-D6 als conceptcar op de autoshow in Frankfurt met een biturbo V6-dieselmotor.
De auto ziet er uit als een
coupé, maar heeft vier deuren. De hatchback-stilering is bijzonder voor Jaguar.
Houten deuren
De Trust bewaart niet alleen auto’s, maar beheert ook de historische archieven
en waardevolle voorwerpen. Vitrinekasten tonen prijzen en trofeeën. De houten
deuren in de expositieruimte waren ooit onderdeel van de fabriek. In de
archiefkasten liggen 100.000 foto's en negatieven. Aan de muur
hangen verschillende portretten van William Lyons en foto’s van de fabriek in
glorievoller tijden. Sommige dateren van nog maar een paar jaar terug. Wie toen
in Browns Lane reed, zag achter de hekken volop bedrijvigheid in plaats van een
kale vlakte. Op deze roemruchte plek staat het gebouw van de Trust als een
eenzaam overblijfsel. Nog even….?
■
Links een oude zijspan-advertentie
(klik op foto voor vergroting), rechts de originele toegangsdeuren van de SS-fabriek.
De collectie omvat meer dan
alleen maar auto's. Vanuit zijn schilderij kijkt William Lyons tevreden toe.
De karaktertrekken die Lyons aan
zijn modellen meegaf, zijn tot de dag van vandaag behouden.
MAART
2012
Het Heritage Centre zal in september van 2012 de deuren sluiten. Er is nog geen
nieuw onderkomen voor de collectie klassieke Jaguars. Moederbedrijf Tata heeft
wel laten weten de historische wortels van het merk te koesteren. Er is een
nieuw museum beloofd. In de tussentijd verhuizen de medewerkers en het archief
naar het nieuwe hoofdkantoor van Land-Rover/Jaguar.
AUGUSTUS
2013
De Jaguar-collectie heeft twee nieuwe onderkomens gevonden. Zeventien
historische voertuigen hebben een vaste plaats gekregen in het Coventry
Transport Museum, terwijl een aantal racewagens zal worden tentoongesteld in het
museum in Gaydon.
|