Erwin Hymer
Museum
Bad Waldsee (D)
●
Historische caravans en kampeerwagens
●
Seriemodellen en eigenbouw
●
Bijpassende historische auto's
●
Ontwikkeling van de Hymermobil
●
Beleving als museumconcept
maart 2015 - aanvulling
februari 2019
Met je eigen huisje op vakantie
Jaarlijks verruilen miljoenen mensen hun dagelijks leven voor een verblijf
elders om tot rust te komen of nieuwe indrukken op te doen. Velen trekken er met
de auto op uit. Een aantal neemt graag het eigen huisje met zich mee. Caravans
en kampeerwagens zijn veelgeziene weggebruikers in de vakantieperioden. Om meer
over de historie daarvan te weten te komen, reizen we naar Bad Waldsee in het
uiterste Zuidwesten van Duitsland. Zonder caravan of camper...
Caravanramen
gaven de architect inspiratie voor het museum.
Je hoeft geen noten te
kunnen lezen om van muziek te genieten. Je hoeft niet te kunnen koken om
een sterrenrestaurant op waarde te schatten. Net zo min hoef je ervaring
te hebben met kamperen om enthousiast te raken van het Erwin Hymer
Museum. Ook de verstokte hotelgast kijkt er met een nostalgische blik de
ogen uit. Het museum is de kroon op het levenswerk van de in 2013
overleden naamgever van de Erwin Hymer Group, een verzameling van acht
ondernemingen op het vlak van caravan- en camperbouw en toebehoren. Tot
de groep behoort sinds 1983 ook Dethleffs, de grondlegger (in 1931) van
de Duitse caravanindustrie. Andere onderdelen zijn de fabrikanten van
Bürstner, Carado, Laika, Niesmann+Bischoff en de groothandel voor
kampeerartikelen Movera. Met een jaaromzet van 1,2 miljard euro,
vierduizend medewerkers, tien productievestigingen in Duitsland en één
in Italië, is het een grote speler op de internationale vrijetijdsmarkt.
Per jaar verkoopt de groep zo’n 25.000 kampeerwagens en 10.000 caravans.
 |
Een
Hymer-camper met op de achtergrond één van de fabrieken van het bedrijf.
Eerste caravan
Als 26-jarige bouwt Erwin Hymer in 1956 zijn eerste caravan. Zijn
handigheid bewees hij al eerder. Toen hij zeventien was, knutselde hij
met
onderdelen en schroot een eigen brommer in elkaar waarmee hij Bad Waldsee
onveilig maakte en de meisjes imponeerde. De eerste caravan
is het startpunt van een succesvolle zakelijke carrière. Het
ondernemerschap en technische vaardigheden heeft hij van huis uit
meegekregen. Zijn vader is de eigenaar van een kleine Karosserie- und
Reparatur Werkstatt in Bad Waldsee. Vijf jaar na die eerste caravan
werpt Hymer junior zich op de kampeerwagen. Hij noemt hem Caravano en
gebruikt als basis een bestelwagen van Borgward. Dat is een miskleun.
Niet omdat de wagen slecht is, maar omdat de onderneming uit Bremen in
1961 faillissement moet aanvragen. Een tegenslag, maar geen ramp. Hymer
zoekt een ander merk en komt uit bij Mercedes-Benz. Hij combineert de
opbouw van een caravan met de cabine van een bedrijfswagen. In 1972
verschijnt de eerste volledig geïntegreerde kampeerwagen, de Hymermobil.
De onderneming is succesvol, groeit en neemt andere bedrijven over. In
1990 gaat de Hymer Group naar de beurs, maar na de eeuwwisseling worden
uitstaande aandelen teruggekocht. Vanaf 2013 is het weer een
familiebedrijf.
 |
Als 17-jarige
maakte Erwin Hymer zijn eigen brommer omdat hij er van zijn vader geen kreeg.
Het leek een
mooie toekomst, de Caravano, maar Borgward ging snel daarna failliet.
De eerste
kampeerwagens combineerden de opbouw van een caravan met de cabine van een
bestaande bestelwagen.
Creatief museum
Voor Erwin Hymer is de wereld van huisjes op wielen meer dan werk. Het
is zijn leven. Als hobby bouwt hij in tientallen jaren een collectie
historische kampeerwagens, caravans en bijbehorende personenwagens op.
Sommige zijn letterlijk uniek omdat het om zelfbouw gaat. Andere zijn
productiemodellen. Ruim drie jaar is de verzameling ondergebracht in
een buitengewoon goed verzorgd, creatief ingericht museum. Op 29 oktober
2011 gingen de deuren voor het publiek open. Architect Joachim Liebel
heeft voor de buitenkant gezocht naar aansluiting bij de kern van het
bedrijf. Het resultaat zijn twee rechthoekige gebouwen met afgeronde
hoeken, een rechtopstaand en liggend caravanraam voorstellend. Het
liggende deel is de entree met winkel en cafetaria, het rechtopstaande
de tentoonstellingsruimte. Dat gebouw is 19 meter hoog, zestig lang en
zestig breed. De gevel is helemaal van glas. Het geheel mocht wat
kosten: 17 miljoen euro.
 |
 |
Zelfs het
hondenhok voor de deur en de bar zijn geheel in sfeer.
De expositie
strekt zich uit over twee verdiepingen. Hier een overzicht van een deel van de
begane grond.
Vrolijk verblijf
Het museum ligt naast de fabrieken en kantoren van Hymer. De
parkeerplaats is berekend op een forse toeloop. In het toeristenseizoen
is het vast drukker dan op deze vrijdagmorgen in maart. We gaan naar
binnen en worden gastvrij ontvangen. Het toegangskaartje vraagt om
uitleg. De streepjescode biedt de mogelijkheid om op vier plaatsen in
het museum een foto te maken tegen een toeristisch decor. In de
verkleedkist ligt bijpassende kleding. De foto’s zijn via internet te
downloaden of ter plekke afgedrukt als ansichtkaart te koop. Voor
kinderen is een museumbezoek op zo’n manier allesbehalve een saaie
aangelegenheid.
De inrichters hebben hun best gedaan er een vrolijk verblijf van te
maken. Zelfs wie niet in vakantiestemming is bij binnenkomst, krijgt al
gauw de sfeer te pakken. Een donkere gang vormt de toegang. Een
kartonnen Erwin Hymer heet je welkom. Achter virtuele openstaande deuren
lopen geprojecteerde mensen heen en weer om hun vakantiespullen bij
elkaar te zoeken. Het is een simpele maar ingenieuze vorm van
beleveniscommunicatie. Beleving is ook het trefwoord voor de paviljoens
in de vorm van een reusachtige theepot, surfplank, wintermuts of
wigwamtent. Binnenin kom je via projectieschermen in de sfeer van de
vakantiebestemming.
 |
Ik ga op
vakantie en neem mee....
Acht werelden
De bezoeker volgt een route over twee verdiepingen die leidt door acht
werelden en driekwart eeuw historie. Twee hellingbanen in de vorm van
een weg verbinden de beide niveaus. Auto’s uit het betreffende tijdvak
trekken de caravans. Op de nagebouwde campings dragen inrichting en
accessoires bij aan het tijdsbeeld.
De tocht start met een reis door de Alpen. We zijn in de jaren dertig.
De auto heeft zich ontworsteld aan de status van een luxe middel voor
uitsluitend de allerrijksten. Met de komst van de auto ontwikkelt zich
het toerisme. In 1931 bouwt Arist Dethleffs de eerste Duitse caravan.
Het origineel is verloren gegaan, maar in 1974 gereconstrueerd. De
Engelsen komt overigens de eer toe in 1932 als eersten een
serieproductie te starten.
Met de auto en
caravan de wijde wereld in.
De eerste
Duitse caravan uit 1931 (nagebouwd in 1974) en een Britse Car Cruiser als
serieproduct uit 1932.
Huwelijkscrisis
De caravan van Dethleffs voorkomt een huwelijkscrisis. De man is vaak op
zakenreis, ver van huis. Zijn vrouw is kunstschilder en houdt van de
natuur. Met hun huisje op wielen kunnen ze vaker bij elkaar zijn en hun
beider bezigheden combineren. Goed voorbeeld doet volgen. Anderen gaan
het idee van Dethleffs kopiëren. In de loop der tijd ontstaan de meest
wilde ideeën die leiden tot bizarre vormen. Misschien wel het meest
extreem is de onderzeebootachtige Land-Yacht L6 van Sportberger.
Met de eerste caravans achter hun Tsjechische Praga of Opel Kadett uit
eigen land, trekken de Duitsers nog voor de oorlog over de Alpen. Van na
de oorlog is een Volkswagen Kever met een kleine aanhanger, door
vertegenwoordigers gebruikt om in te overnachten. In de tijd van
wederopbouw en schaarste scheelde dat weer een pensionovernachting.
Een Opel P4 als vooroorlogse familieauto,
met caravan!
De Praga had
maar één deur, aan de linkerkant.
Links een Opel
Kadett van vóór, rechts een Volkswagen Kever van ná de oorlog.
Met zo'n
aanhanger kon de vertegenwoordiger overnachten zonder pensionkosten.
Een Mercedes en
DKW geven een impressie van het tijdsbeeld.
Een bizarre
verschijning: de Sportberger Land-Yacht L6 uit 1953.
Een
Opel Rekord 1959 bij een Fahti Luxus 600 uit 1967.
Uit
1967 stamt ook deze Goggomobil (met slaapstoelen), de productie liep
toen op zijn eind.
De Dethleffs
Nomad uit 1961 wordt getrokken door een Borgward Isabella Coupé van een jaar
eerder.
Creatieve oplossingen
Via de Alpen komen we in Italië. Reizen over grotere afstanden naar het
buitenland wordt gewoner. Toerisme is er ook voor de kleinere beurs.
Achter een Fiat 500 past uitstekend een Laika-caravan, niet toevallig
ook 500 gedoopt. Om het ding lager te maken en zo de luchtweerstand
tijdens het rijden te verminderen, schuift de bovenkant over de
onderzijde als het deksel van een broodtrommeltje. Aan creatieve
oplossingen geen gebrek. Veel makers zorgen voor stahoogte door het dak
uit te klappen. Maar je kunt natuurlijk ook de vloer laten zakken! Het
museum brengt je van de ene verrassing naar de andere. Naast het Fiatje
staat de imposante Mikafa Reisemobil uit 1959. Luxer was in die tijd
niet mogelijk. De kampeerwagen heeft zelfs een zonneterras met
windscherm op het dak. Een BMW V8-motor zorgt voor de aandrijving. De
nieuwprijs was destijds 42.500 DM. Daar kon je tien Volkswagen Kevers
voor kopen. We hebben geluk dat het lichtgroene gevaarte in huis is.
Geregeld komt de eigenaar hem ophalen om ermee met vakantie te gaan.
Alles functioneert nog naar behoren. Goedkoop reizen is het niet. Met
een verbruik van rond 1 op 5 sta je geregeld bij de pomp af te rekenen.
 |
Als bij een
broodtrommeltje schoof de bovenkant van de caravan over de onderkant heen (zie
inzet).
Een
kampeerwagen die in 1959 net zoveel kostte als tien Volkswagen Kevers.
Een typisch
staaltje van creatieve eigenbouw. Bouwjaar 1961.
Reis door de tijd
De museumroute langs de verschillende bestemmingen is min of meer ook
een reis door de tijd met caravans en campers uit een bepaald tijdvak.
In de beginjaren is hout het overheersende materiaal. Aan de binnenkant
zelfs ongeverfd. Later wordt de buitenkant van aluminium en weer later
van kunststof. Basis van het geheel is een frame van gebogen houten
spanten op een metalen onderstel. Een in 2006 nagebouwde Dethleffs van
1933 laat zien hoe zo’n caravan in wording er onderhuids uitziet.
De burgerlijke jaren vijftig gaan over in de roerige jaren zestig. De
aandacht verlegt zich van brave families naar de tieners en twens die
dromen van vrede, vrijheid en liefde. Grensoverschrijdende ervaringen in
vele betekenissen, daar draait het om. Azië met zijn mystiek en
spiritualiteit lokt. We lopen een levensgrote tulband binnen om de
tijdreis te ervaren. Binnen staat hét symbool van de hippiecultuur: een
oranje, met bloemen en vredestekens versierde Volkswagenbus. De bus is
door de eigenaren zelf omgebouwd. Ze maakten er een reis van 96.000
kilometer mee, van Alaska naar Vuurland. In de tulbandtent vormen
kaarsjes en boeddhabeeldjes het decor. Buiten staat een Eriba-caravan.
De naam is afgeleid van vliegtuigconstructeur Erich Bachem voor wie
Erwin Hymer eind jaren vijftig een caravan bouwt. Het is het begin van
een lange serie.
 |
In de
beginjaren waren caravans - op het onderstel na - geheel van hout. Deze Hirth
Tramp is van 1947.
Ongeverfd hout
aan de binnenkant.
Van een oude
caravan tot de nieuwste kampeerwagen: het museum heeft het in huis.
De
Volkswagenbus was de basis voor menige ombouw tot "kampeerwagen".
Voormalige DDR
De Oostzeeroute brengt ons naar de voormalige DDR, waar de klok lange
tijd stil heeft gestaan. Op autogebied is de Trabant het duidelijkste
bewijs. Met een tent op het dak verandert het gezinswagentje in een
slaapgelegenheid. De evenknie van de Trabant op caravangebied is de
Würdig, met puntvormige achterzijde en zonder achterruit. Midden jaren
vijftig geïntroduceerd, loopt de productie door tot aan de val van de
muur. Aanvankelijk worden er tien per jaar gemaakt, uitgroeiend tot
negentig in de jaren zeventig. Vanwege de lange levertijden bij de
officiële aanbieders, komen er steeds meer zelfgebouwde vakantiehuisjes
op wielen. De futuristische Bogasch met een scherpe vormgeving en veel
platte vlakken kreeg zoveel belangstelling in een vaktijdschrift dat de
maker de bouwplannen aan zo’n honderd andere liefhebbers verkocht.
De Trabant met
een daktent en daarachter de Würdig-caravan.
Vanwege lange
levertijden bouwden veel DDR-burgers hun eigen caravan.
Door een
reportage in een vaktijdschrift kon de bedenker van de Bogash zijn tekeningen
honderd keer verkopen.
Noord-Amerika
Een tweede hellingbaan leidt ons weer terug naar de begane grond. Een
Renault Dauphine en Ford Taunus 12M met hun aanhangers rijden bij wijze
van spreken mee naar beneden. Marokko komt als bestemming in beeld. De
kampeerwagen komt in opmars. In tien jaar tijd verviervoudigt het aantal
in Duitsland tot ruim 230.000 in 1990. Een van de opvallendste
verschijningen is de bruin-gele Schäfer Orion, een geïntegreerde camper.
Noord-Amerika is met geen andere bestemming te verwarren. Dit is het
land van groot-groter-grootst. Het woord slee past niet alleen bij de
auto’s, maar ook wat daar achter hangt. Maar liefst tien meter meet de
gestroomlijnde Airstream met zijn glanzend aluminium buitenkant. Van
binnen is er ruimte in overvloed. Er is een complete huiskamer. Aan luxe
geen gebrek. De caravan heeft onder meer een bad en een bakoven. De
trekauto is een tweede blikvanger, een Edsel Ranger uit 1958, uitgevoerd
in roze met zwart.
Voor bovengemiddeld grote caravans hoef je trouwens niet per se de
oceaan over. Ook Eriba had er eentje in de aanbieding, met twee assen en
een voor- en achterdeur.
 |
 |
Een kijkje in
deze caravan met de deur aan de achterkant. De trekauto is een Renault Dauphine.
Een Bürstner
Delphin 1961 en een Ford Taunus 12M van vier jaar eerder.
De Schäfer
Orion is een geïntegreerde camper op basis van Mercedes-Benz-techniek.
De vorm is op
zijn minst opvallend te noemen.
Amerikaanser
kan niet: een Edsel met daarachter een Airstream.
De reuzen van
de kampeerplaats, van beide zijden van de oceaan.
Scandinavië en Frankrijk
We lopen snel door Scandinavië met een grote witte muts als paviljoen.
Eindeloze witte panorama’s van ijs en sneeuw bepalen het beeld van de
horizon. In de verte kun je misschien een eland ontdekken. Hoe
onwaarschijnlijk het ook klinkt, sommigen zien dit als een mooie
omgeving om te kamperen. Als trekauto voor een geïsoleerde caravan
staat, bijna vanzelfsprekend, een Volvo.
Aan de overzijde van de wandelroute zien we een Dethleffs Globetrotter
uit 1981 met Mercedes-richtingaanwijzers met ribbeltjes en een opvallend
schuine voorzijde. De vorm zorgde voor een relatief lage
luchtweerstandscoëfficiënt van 0,39. Uit hetzelfde jaar is een
Hymermobil met achterop ruimte voor een scooter. Zo ondervang je het
grootste nadeel van een kampeerwagen: het gebrek aan vervoer als je
eenmaal op de camping staat geïnstalleerd.
We sluiten onze reis af in Frankrijk. Kampeerwagens en caravans zijn
verder geëvolueerd. Campinggasten zijn niet langer verstoken van comfort
en luxe. Kamperen is voor wie ervan houdt en niet alleen voor mensen met
een kleine beurs. Het mooiste voorbeeld is een exclusieve Lamborghini
Espada als caravantrekker. Zo goed als zeker is dit de enige auto van
dit type met een trekhaak.
 |
Reizen in het
hoge Noorden met een Volvo en een Schäfer.
Dethleffs
Globetrotter uit 1981. De kleuren zijn nog overgewaaid uit de jaren zeventig.
De caravans en
kampeerwagens zijn ingericht met spullen uit het betreffende tijdvak.
Een Hymermobil
met een Vespa-scooter achterop.
Mitsubishi en
Bedford (in Duitsland met een Opel-vignet op de neus!) als basis voor een
kampeerwagen.
Zo goed als
zeker de enige Lamborghini met een trekhaak.
De Hartmann op
de voorgrond stamt uit 1965.
Dornier Delta
Tijdens onze wandeling door tijd en ruimte zijn we een Zündapp Janus
gepasseerd. Met de mogelijkheid de banken om te bouwen tot een klein
tweepersoons bed, past het wagentje goed in het museum. Vergeleken met
alle andere auto’s van de collectie, is er één groot verschil: de
relatie met de grondlegger van het museum. De Janus staat er niet
zomaar. Hij is namelijk gebaseerd op de Delta, ontwikkeld door de Duitse
vliegtuigfabrikant Dornier. Na de oorlog mocht het bedrijf geen
vliegtuigen meer bouwen en onderzocht de mogelijkheid een kleine auto te
gaan maken. Het concept was opmerkelijk, met omhoog klappende deuren aan
voor- en achterkant. Een grote veer op het dak verbond ze. De passagiers
zaten met de ruggen naar elkaar toe. De Delta had de motor in het
midden. Dornier stelde de jonge Erwin Hymer aan als projectleider om de
zaak tot een goed einde te brengen. Hij slaagde daarin, maar het bleef
bij een prototype. Duitsland mocht midden jaren vijftig weer vliegtuigen
gaan maken. De Koude Oorlog diende zich aan. Dornier pakte de draad weer
op, ging vliegtuigen ontwikkelen en verkocht het idee van de Delta aan
Zündapp. De opzet bleef in grote lijnen gelijk, al scharnieren de deuren
van de Janus aan de zijkant. De enig overgebleven Dornier Delta is
enkele jaren geleden door drie musea gezamenlijk gerestaureerd,
waaronder het Erwin Hymer Museum. Bij toerbeurt staat de Delta in een
van de drie. Kennelijk is Bad Waldsee nu niet aan de beurt en moeten we
het doen met de invaller, het serieproduct.
 |
 |
Erwin Hymer was
als jonge man betrokken bij het Delta-project van vliegtuigbouwer Dornier.
De Janus als
vervanger voor de Delta die in een ander museum staat.
We ronden het bezoek af en gaan op weg naar een volgende bestemming. De
dag is goed begonnen. Het Erwin Hymer Museum is de moeite van een bezoek
meer dan waard. Jammer dat de grondlegger maar zo kort van zijn
levenswerk heeft kunnen genieten. Hij heeft wat moois achtergelaten.
■
Het omslag van
de kleurrijke museumcatalogus laat de voorzijde van het museum mooi zien.
FEBRUARI 2019
Het Amerikaanse bedrijf Thor Industries Inc. heeft de Erwin Hymer Group
(EHG) voor 1,9 miljard euro overgenomen en wordt daarmee 's werelds
grootste fabrikant van caravans en kampeerwagens. De overname was al
voor 2018 voorzien, maar problemen met de Amerikaanse tak van EHG
zorgden voor oponthoud. Dit bedrijfsonderdeel is buiten de overname
gehouden.
In een vraaggesprek vergelijkt CEO Bob Martin de Amerikaanse en Duitse
productiewijzen: de Amerikanen werken veel sneller en voeren innovaties
in een fractie van de tijd door vergeleken met de Duitsers. De kwaliteit
van de Duitse productie is echter vele malen hoger dan die in Amerika.
Beide bedrijven vullen elkaar op deze wijze aan.
|