Hooper
International
Arnhem (NL)
●
Rolls-Royce en Bentley Museum
●
Hobby van ondernemer Toni Bienemann
●
Vooral naoorlogse modellen
●
Hooper International koetswerkbouwers
●
Bezoek aan museum, werkplaats en opslag
april 2022
Een oude naam nieuw leven ingeblazen
Autokenners verbinden aan de naam Hooper het Britse koetswerkbedrijf
dat luxe carrosserieën maakte voor merken uit de hogere klasse. Wie zoekt naar
het huidige adres van Hooper International komt echter in Arnhem uit. Op
hetzelfde adres vind je ook een Rolls-Royce museum. Je verwacht beide ergens in
Engeland en niet in de Gelderse hoofdstad. Hoe zit dat? De nieuwsgierigheid is
gewekt. Op de mogelijkheid eens te gaan kijken en zo antwoord te krijgen op de vragen,
ga je natuurlijk in.
 |
Het is de laatste aprildag van 2022.
Zaterdagmiddag, kwart voor twee. Vrijwilliger Patrick
van het Rolls-Royce Museum heeft per e-mail geadviseerd het bedrijfsterrein op
te rijden en links voorbij de slagboom achter het gebouw te parkeren. Er is
plaats genoeg. Op een doordeweekse
dag staat het hier vast vol auto’s. Het bord aan de straatkant vermeldt de namen van verschillende
bedrijven, met die van PEJA groot bovenaan. Het is een internationaal opererend
familiebedrijf met verschillende activiteiten en actief in 70 landen. De broers
Peter en Jan Bienemann richtten in 1937 samen een bedrijf op en gaven het een
naam door de eerste
letters van hun voornamen aan elkaar te plakken. In de naoorlogse tijd
groeide en bloeide de onderneming door ruilhandel met Oostbloklanden. Machines
gingen naar het oosten en andere goederen kwamen in ruil daarvoor terug. Betalen in dure westerse valuta was geen optie. Na de val van de Muur ging het
bedrijf zich specialiseren in elektromotoren, totdat de huidige eigenaar Toni Bienemann de activiteiten
fors uitbreidde met onder meer huur en verkoop van
vastgoed. Met als achtergrond een studie bedrijfskunde en ervaring bij een
gerenommeerd Amerikaans adviesbureau, ging hij in de familieonderneming aan de
slag. Met succes.
 |
 |
Het
museum en Hooper International zijn onderdeel van Peja.
Hooper
Toni Bienemann houdt van auto’s. Hij bracht hobby en werk bij elkaar. Onderhoud, restauratie
en ombouw van klassiekers werden onderdeel van de activiteiten van de PEJA Group.
Hij heeft een voorliefde
voor naoorlogse modellen van Rolls-Royce en Bentley, maar is niet eenkennig. Hij
breidt zijn verzameling uit met wat hij leuk vindt. Een aantal jaren geleden kreeg
hij de mogelijkheid de rechten op de naam Hooper te verwerven. Zo’n kans laat je niet schieten. Sindsdien
is het een Nederlandse onderneming. Tot 1959 maakte Hooper in Londen bijzondere
koetswerken voor onder meer Rolls-Royce. Anderhalve eeuw ervaring en vakmanschap
vormden het fundament van de onderneming. In 1805 startte de fabricage van luxe
koetsen voor de Engelse notabelen. Hoezeer de Britten ook hechten aan traditie,
de komst van fabrieksklare luxe auto’s in de jaren vijftig van vorige eeuw was
de opmaat naar de liquidatie. De merknaam ging daarna enkele keren in andere
handen over voordat Bienemann zijn bod kon doen. Op de website en in een speciale
brochure gaat PEJA in op de historie van Hooper, maar feitelijk is vooral de
naam het dunne draadje dat heden en verleden verbindt. Met daarnaast het feit dat ook het Arnhemse Hooper zich bezighoudt met het maken van
carrosserieën, met inbegrip van restauratie en revisie. Naar eigen zeggen is de
onderneming gespecialiseerd in het topsegment van de markt en bouwt het bedrijf
de meest luxueuze carrosserieën die mogelijk zijn. De klant bepaalt. Met daarbij
de kanttekening dat vooralsnog Bienemann zelf de grootste opdrachtgever is.
 |
Rolls-Royce Museum Arnhem staat op de ruiten, hoewel er ook andere
auto's staan.
Rolls en Royce
In Hal 1 wacht Patrick zijn bezoekers voor deze middag
gastvrij op en biedt ze koffie aan. Achterin is een ruimte die het midden houdt
tussen kantoor, huiskamer en café. In het donkerhouten wandmeubel staan
serviezen, autoboeken en een schaalmodel van een goudkleurige (!) Silver Spirit.
Het programma van de middag bestaat uit een
rondleiding met toelichting, een bezichtiging van de werkplaats en daarna een
bezoek aan de opslagruimte enkele kilometers verderop. De rondleiding start met
de korte historie van Rolls-Royce. Het verhaal is bekend. Technicus en
perfectionist Henry
Royce - eigenaar van een werkplaats voor elektrische producten - was razend geïnteresseerd in
het nieuwe verschijnsel automobiel, maar was niet tevreden over zijn Franse Decauville.
Dat kon véél beter. In een hoekje van zijn werkplaats maakte hij in 1904 zijn
eerste eigen auto. De
aristocratische autoliefhebber Charles Rolls, importeur van buitenlandse auto's
in Londen, was onder de indruk van de kwaliteit. Hij wilde
dergelijke auto’s wel verkopen. Er werd een ontmoeting tussen beiden in
Manchester gearrangeerd met als resultaat een afspraak over samenwerking. De aan elkaar geknoopte achternamen werden
synoniem voor de beste auto ter wereld.
Voor auto’s uit de beginperiode hoef je
niet naar Arnhem te gaan. Patrick wijst op het oudste model in het museum, een
knalblauwe twaalfcilinder Phantom III uit 1938. De auto is weliswaar
overgespoten, maar de kleurstelling origineel. Het is de op één na oudste auto
van de verzameling. De oudste staat momenteel in de werkplaats. Hij benadrukt
dat vrijwel alle auto’s rijklaar zijn. Met enige regelmaat wordt ermee gereden
en worden auto’s uitgeleend. ‘Toni doet daar niet moeilijk over’.
 |
De op
één na oudste auto van de collectie: een Rolls-Royce Phantom III met 12
cilinders.
De auto
is opnieuw gespoten, maar de opvallende kleur is origineel.
Donkerrood met zwart
De chronologie volgend neemt Patrick ons mee langs de naoorlogse modellen. Een geel-zwarte
Silver Wraith
LWB (Long Wheel Base) uit 1955 is gemaakt door Hooper. De grote koplampen laten
de auto er ouderwets uitzien. Een geel-zwarte van hetzelfde type, iets verderop,
is door Freestone
& Webb van een uiterlijk voorzien. Die is van hetzelfde bouwjaar, maar toont
een stuk moderner. Beide auto’s komen me bekend
voor. Ze stonden tien jaar geleden te koop bij een veiling in Amersfoort. De
witte Silver Wraith met carrosserie van Mulliner stond er toen ook. Of Bienemann ze daar heeft gekocht, is niet
duidelijk.
In een hoek zien we een Phantom VI uit 1977. Hij past niet helemaal in de
tijdlijn, maar is te lang voor een plaatsje elders. De auto is gelakt in de kleuren van het Britse
Koninklijk huis: donkerrood met zwart. Het zou mooi zijn om te vertellen dat
beroemdheden op de achterbank hebben gezeten. Zo’n verhaal zou de werkelijkheid
echter geweld aandoen. Hoewel veel Phantoms hun thuis vonden in de garages van
Koningshuizen, sjeiks en andere rijken, is dit exemplaar ooit besteld door een
autodealer in West-Engeland. Hij vond het wel een chique visitekaartje voor zijn
bedrijf, dat overigens geen Rolls-Royces of Bentleys in de showroom had staan.
 |
 |
Twee keer een Silver Wraith,
beide uit 1955, met koetswerk van Hooper (links) en Freestone & Webb.
De vorm van het derde
zijruitje is typisch voor Hooper.
Koetswerkbouwer Mulliner
tekende en bouwde deze Silver Wraith.
Koninklijk gekleurd, maar slechts het vroegere bezit van een autodealer.
Dubbele koplampen
In de jaren vijftig ging Rolls-Royce complete modellen leveren. Het was niet
langer nodig als klant op zoek te gaan naar een koetswerkbouwer. Voor
verschillende van dergelijke bedrijven kwam het einde snel in zicht. In het
begin koos nog niet iedereen voor het standaardmodel. We staan stil bij een Silver Cloud met een Hooper-carrosserie. De vorm wijkt duidelijk af van wat Rolls-Royce zelf leverde,
laat het fabrieksmodel ernaast duidelijk zien.
De tijdreis gaat verder en we komen bij een Silver Cloud III, herkenbaar aan de dubbele koplampen. Bentley, in 1931 door
Rolls-Royce overgenomen, leverde in die tijd vrijwel identieke modellen. De afgeronde radiator,
enkele carrosseriedelen en de wieldoppen
waren anders. Bij tweekleurige versies was de scheiding verschillend. Bij
Rolls-Royce had de motorkap de kleur van het dak, bij Bentley die van de
onderzijde van de carrosserie. Deze S3 in zilver
en blauw is naar verluidt de allereerste van de serie. Puristen krijgen pijn in
de ogen bij het zien van de vergulde B op de radiator. Ze realiseren zich dat Henry Royce zich in zijn graf zou omdraaien. Dit had hij nooit toegestaan.
Voor traditionele Britten was de Silver Cloud III, alias Bentley S3, de laatste
‘echte’ Rolls-Royce. In 1965 schakelde het Britse edelmerk over op een geheel
nieuwe stijl en opzet: een zelfdragende, rechthoekige carrosserie. Op dat moment
realiseerde niemand zich dat ook de Silver Shadow en de daarvan afgeleide
Corniche coupé en cabriolet minstens zo iconisch zouden worden. Bienemann heeft
er vele in zijn verzameling. Een paar daarvan staan hier in het museum.
 |
Rolls-Royce Silver Cloud met een speciale carrosserie van Hooper.
Met de
komst van complete modellen, nam de belangstelling voor dit soort
creaties snel af.
Rolls-Royce Silver Cloud II met verlengde wielbasis.
Rolls-Royce Silver Cloud III, herkenbaar aan de dubbele
koplampen.
De
Bentley S3 was op de radiator en enkele details na, identiek aan de Silver Cloud
III.
Zo'n
vierkante auto was voor de Rolls-Royce-fanaten even slikken in 1965.
Naast
de vierdeurs kwamen er een coupé en cabriolet op basis van de Silver
Shadow.
Al heel
snel kregen de modellen een eigen naam: Corniche.
Dashboard van de Corniche met zorgvuldig uitgezocht hout, met een mooie
tekening.
Waar de
vierdeurs strak gelijnd was, hadden de tweedeurs modellen een knik in de
flanklijn.
Duurste auto
Onze beknopte reis door de historie wordt afgesloten met de Silver Spirit II uit
1990. Aan de overzijde van het gangpad staan nog twee
rode Bentleys van eind vorige eeuw, een Continental R en Mulsanne Turbo R. Patrick wijst
op de Camargue ernaast, bij de introductie de duurste serieauto ter wereld. Het
ontwerp van Pininfarina is vanaf het begin controversieel geweest. Velen vinden
dit model met zijn strakke lijnen en de licht gekantelde radiator één van de minst geslaagde
van het merk. Dat was geen reden voor liefhebber Bienemann om van
aankoop af te zien. Gelijk heeft hij: een Rolls-Royce museum móet ook dit model
in de collectie hebben. Om zijn collectie te completeren, kocht hij ook de
inrichting met kasten en meubels die dealers gebruikten om hun klanten te
ontvangen en te laten kiezen uit de vele uitvoeringsmogelijkheden.
Als gezegd:
Bienemann is niet eenkennig. In de autoliefde is hij niet monogaam. Zijn
museum toont trots ook verschillende andere merken, vooral van Amerikaanse en Britse
komaf. De oudste is een Essex, nog met essenhouten wielen. De meest bizarre is een tweedeurs Stutz
uit 1977, hoewel de
Lagonda in die categorie zeker aanspraak kan maken op de tweede prijs. Een
eervolle vermelding
voor de hoogste aaibaarheid gaat wat mij betreft naar een schitterende Riley
Pathfinder uit de jaren vijftig. Het verhaal gaat dat Prins Philip met deze auto
zijn zoon Charles naar de kostschool reed. Patrick bouwt direct een voorbehoud
in: hij durft er zijn hand niet voor in het vuur te steken dat het waar is.
 |
Rolls-Royce Silver Spirit (1990), opvolger van de Silver Shadow.
Bentley
Continental R en Mulsanne Turbo R.
Nogmaals de Bentley
Continental R.
Bij de
introductie de duurste productieauto ter wereld: de Camargue.
Bienemann kocht ook het interieur van een vroegere showroom.
Behalve
modellen van Rolls-Royce en Bentley staan er ook andere auto's.
Een
Amerikaanse Essex uit de jaren dertig.
Met de
Chevrolet Master 85, bouwjaar 1939, wordt nog geregeld gereden.
Een
schitterende Buick Eight van net na de Tweede Wereldoorlog.
Een
DeSoto Diplomat van 1959.
Deze
Stutz Blackhawk uit 1977 is de meest bizarre in het museum.
De
Chevrolet Corvette Stingray 1975 is ook een opvallende verschijning.
In de
categorie uitzonderlijke modellen is de Lagonda (1984) goed voor een tweede plek.
De
Riley Pathfinder heeft het hoogste aaibaarheidgehalte.
Heeft
Prins Charles ooit op de linkerstoel gezeten toen zijn vader hem naar
kostschool bracht?
Jaguar
420G, de grootste sedan die het merk ooit maakte.
Chinese Eye
Patrick neemt ons intussen mee naar een tweede autohobby van Toni, zoals hij
Bienemann consequent noemt. En dat is rally-rijden. Hij heeft aan verschillende
evenementen meegedaan. Zo reed hij verschillende keren de Tulpenrallye met zijn rode Rolls-Royce Silver Cloud III coupé (vanwege de
plaatsing van de koplampen bekend als Chinese Eye). Ik kan me herinneren de auto in augustus 2017 gezien te hebben. 'Eigenlijk zonde van zo'n gedenkwaardige klassier',
was toen de gedachte. De eigenaar denkt
daar duidelijk anders over. De zware coupé staat ook in de bergen zijn mannetje
en rijdt moeiteloos de weg omhoog, horen we. Voor de berijder zijn de afdalingen een veel
grotere uitdaging. De remmen worden uitgedaagd en het nemen van haarspeldbochten
is een waar huzarenstukje.
Om publiciteit te genereren voor zijn verworven Chinese activiteiten deed
Bienemann mee aan de rally van Amsterdam naar Beijng. Dat wil zeggen: hij stelde
de auto en hulptroepen ter beschikking. De rit zelf liet hij over aan
professionals.
Het prepareren van de rallyauto’s gebeurt in eigen
huis, bij Hooper International dus. We krijgen de gelegenheid een kijkje in de
werkplaats te nemen. Hal 2A ligt tegenover het museum.
 |
 |
Met de
Jaguar van Bienemann werd van Amsterdam naar Beijing gereden.
Een
Ford Cortina en Porsche 911 in racekleuren.
In 2017
deed de Rolls-Royce mee aan de Tulpenrallye.
Een
Mercedes 'Heckflossen' geprepareerd voor deelname aan rally's.
Nog
twee
andere snelle jongens: de Ferrari 308 GTS en Mondial.
 |
Ontdaan van onderdelen
Het beeld is veelzeggend. Er staat een lichte Silver Shadow op steunen, zonder
radiator, koplampen, wieldoppen en voorbumper. Motorkap en kofferklep staan
open. Ernaast zien we een zwarte Corniche cabriolet (Drophead Coupé zouden
traditioneel ingestelde Engelsen zeggen) die nog veel verder is ontdaan van
onderdelen. Hier gaat een handvol specialisten na het weekend weer hard aan de
slag om auto’s in hun oude glorie te herstellen of aan te passen aan de wensen
van de klant. De oudste auto van de Rolls-Royce-collectie staat hier ook, zonder motorkap. Het is een 40/50 pk uit 1935. Patrick weet te vertellen dat de
auto lekt als een gek. Nee, geen olie, water! Als het regent; het dak
is verre van waterdicht. Dat is toch bijzonder voor een merk dat zichzelf uitroept
tot beste autobouwer op aarde, nietwaar? De verklaring is, dat je in die tijd met zo’n auto
gewoon niet ging rijden als het regende. Of het waar is? Wie zal het zeggen.
De rallywagen met ‘Chinese ogen’ staat verderop op de brug. Een vrachtwagen
heeft juist een nieuwe aanwinst binnengebracht, een Bentley Continental Flying
Spur. Verder zien we een glimmend blauwe Bentley Azure met een autotelefoon van
hetzelfde hout als het dashboard. Een Silver Shadow III laat zien dat een auto zonder wieldoppen als een filmactrice zonder make up
is: aan het karakter is niets veranderd, maar het oogt toch minder
aantrekkelijk.
In een afzonderlijke ruimte ontwaren we een volledig naakt, onvolledig koetswerk en zien een apparaat afkomstig van Hooper & Co., Coachbuilders. De naam is
met de hand geschilderd, passend bij het karakter van het vroegere bedrijf.
Bij het weggaan ontdekken we in de hoek bij de trap nog een bijzondere Jaguar: een
tot cabriolet omgebouwde XJ Coupé.
 |
 |
In Hal
2A is de werkplaats van Hooper International gevestigd.
De oudste Rolls-Royce uit de collectie, een 40/50 pk uit 1935.
Aan de
motor wordt gewerkt. De cilinderkop is verwijderd.
Er
wordt gewerkt aan een Silver Shadow en Corniche.
De
staat van de werkzaamheden verschilt...
Nog wel
een paar uurtjes werk...
Zo'n
Silver Cloud zonder wieldoppen is als een actrice zonder make up.
Oud
gereedschap van Hooper. De naam is met de hand geschilderd.
Een Bentley
Azure, bouwjaar 1996.
De autotelefoon
is in stijl.
Een
bijzonderheid: een tot cabriolet omgebouwde Jaguar XJ-C.
Kathedraal
Een laatste onderdeel van het bezoek aan Hooper International is bezichtiging
van de opslagruimte. Hier staan nog eens tientallen auto’s bij elkaar, klink aan
klink, bumper aan bumper. Het gebouw op een industrieterrein is eerder gebruikt
door Kema als testcentrum. De uitstraling is een mengsel van bunker
en kathedraal. Opnieuw veel naoorlogse Rolls-Royces en Bentleys, in alle
soorten, kleuren en maten, waaronder een verlengde Bentley en nog een Camargue.
Uniek, maar niet in positieve zin, is een Hooper-ontwerp waaraan een latere
eigenaar de dubbele koplampen van de Phantom/Silver Cloud III heeft laten
toevoegen. Ik herken de auto direct van de veiling van tien jaar geleden. Soms
zou je willen dat koetswerkbedrijven niet alles doen wat hun klanten vragen en
een opdracht beleefd maar resoluut afwijzen.
De verzameling onderstreept dat Bienemann koopt wat hij leuk vindt. Kennelijk vindt hij Jaguars, Mercedessen, BMW's, Ferrari’s en Bitters leuk.
En een exclusieve verschijning als een Daimler Majestic van rond 1960. Het ontwerp stamt nog uit de tijd voordat het merk eigendom
werd van Jaguar. Die zou in het museum niet misstaan. Dan moet je eerst wel een paar andere auto’s verplaatsen…
 |
In een
oude hal van Kema staat de verzameling van Bienemann opgeslagen.
Hele
reeksen van bepaalde types bij elkaar.
Links
modellen van andere merken, waaronder Jaguar.
Rechts:
er
staan niet alleen Engelse auto's, ook enkele BMW's.
Rolls-Royce Silver Shadow. Wel de band verwisselen voor je weg kunt...
Een
serie Bentleys.
Rolls-Royce
Silver Wraith met
carrosserie van Park Ward.
Het
ontwerp van Hooper (links) is met de ombouw en vier koplampen geweld aangedaan.
Zomaar
twee van de vele Silver Shadows.
Het
past niet bij een chique uitstraling, zo'n verguld beeldje op de
radiator.
Geen
sproeiers, maar wissers bij de koplampen.
Deze
Corniche werd ooit afgeleverd in de Verenigde Staten.
Bienemann bezit ook een hele serie Silver Spirits en Spurs.
Een
Silver Spirit uit 1985.
De
Silver Spur II is de verlengde versie van de Silver Spirit. Bouwjaar
1991.
Een
extra verlengde Bentley Limousine III.
Het
bedrijf Robert Jankel voerde de ombouw uit.
De
tweede Camargue die we vandaag tegenkomen.
Een
klassieke Britse Daimler Majestic, gemaakt tussen 1958 en 1962.
Zou je
ermee willen rijden, moet er wel eerst ruimte worden gemaakt.
Hetzelfde verhaal gaat op voor deze Jaguar 240G..
Auto's met een kruis op de voorruit zijn
niet rijklaar.
Er
staan ook enkele Amerikanen zoals een Chevrolet en Cadillac.
Bitter
Diplomat CD uit 1977 en Bitter SC van 1985.
Fiat 130 Coupé, een ontwerp van Pininfarina.
Een Ferrari 400 (1979) en een replica van de Ferrari GTO.
De Alfa
Romeo Spider geïmporteerd uit Amerika, de Montreal uit Engeland.
Boven en onder: modellen van Mercedes-Benz van verschillende tijdvakken.
Spirit of Ecstacy
Patrick roept
iedereen weer bij elkaar. Het licht gaat uit, de deur weer op slot. Het
is mooi geweest op deze zaterdagmiddag. Rond vier uur is het bezoek ten
einde. De vragen rondom Hooper en het Arnhemse museum zijn beantwoord.
Het ondernemerschap binnen een familiebedrijf houdt het verhaal van een
ooit befaamd Engels koetswerkhuis levend. De Spirit of Ecstacy,
de geest van verrukking, is niet aan tijd of plaats gebonden. Ze waart
overal rond. Intussen laat Bienemann anderen graag van
zijn liefhebberij meegenieten.
■
Sinds 1911 siert de Spirit of Ecstacy de radiator van iedere Rolls-Royce.
 |
Hoe krijgen we 'm gestart?
Kijkdag aan de vooravond
van een autoveiling,
waarbij niet alle auto's even smetteloos zijn.
Onder het aanbod 16 Rolls-Royces.
februari
2012
|
 |
|