Eendenmuseum
Andijk (NL)
●
Circa 300 Citroën 2CV's
●
Enkele unieke exemplaren
●
Ook andere modellen
●
In zeer uiteenlopende conditie
●
Nagemaakte oude winkeltjes
juli 2019
Niet alle eendjes zwemmen in het water
Een voormalige
meubeltoonzaal in Andijk biedt sinds februari 2017 onderdak
aan het zogenoemde Eendenmuseum. Er staat een zeer uitgebreide collectie Citroën 2CV's, in allerlei uitvoeringen, van uiteenlopende jaargangen en in zeer
wisselende staat. Samen met andere Citroën-typen en modellen van andere merken
staan er meer dan 300 auto’s. Het museum is uitvloeisel van een hobby. Op de
laatste zondag van de maand gaan de deuren open voor geïnteresseerden. Die
ervaren dat een reisje naar een uithoek in Noord-Holland zorgt voor een
verrassende kennismaking met een unieke verzameling.
 |
De één verzamelt postzegels, de ander voetbalplaatjes. Sommigen maken er hun
levenswerk van bijzondere suikerzakjes bij elkaar te zoeken. Van vroeger komen
herinneringen boven van
vriendjes die een hele collectie sigarenbandjes of speldjes hadden. Dat was in
de periode van de ruimtevaartpenningen van Shell, maar vóór de tijd van de
stickers. Verzamelen is van alle tijd.
Soms leidt
een verzamelwoede tot een dusdanige collectie dat de grenzen van een gewone
hobby worden overschreden. Bij Edwin Groen kun je dat gerust zeggen. De eigenaar
van een grote rijwielzaak in Heerhugowaard spaart Eenden. Lelijke Eenden. Citroën
Deux Chevaux's, om het wat chiquer uit te drukken. En niet in Dinky
Toys-formaat, maar echte. Als fanatieke verzamelaar heeft de eind-vijftiger
afgelopen jaren een ongekende collectie opgebouwd. Denk daarbij niet aan
tientallen, maar aan meer dan tweehonderd. Plus nog eens een paar dozijn andere Citroën-typen en wat andere merken. De
auto’s zijn ondergebracht in wat Groen zijn Eendenmuseum noemt.
Verhalen in de pers en van anderen hebben nieuwsgierigheid opgewekt. Genoeg
reden zelf eens een kijkje te nemen. Omdat er maar één keer per maand de
mogelijkheid is
dat te doen, heeft het even geduurd. Op de laatste
julizondag van 2019 komt het ervan. We gaan op weg naar Andijk, in het noordoosten van Noord-Holland,
niet ver van Enkhuizen.
 |
Meer dan 300 Eenden bij elkaar onder
één dak.
De ruimte is feitelijk te klein voor
de omvang van de collectie.
Doorrijden
Navigatiesystemen hebben moeite met het adres, horen we bij binnenkomst. We zijn
niet de enigen bij wie de elektronica niet de graad van perfectie heeft bereikt
die je vandaag de dag verwacht. Wie vanuit het westen komt, moet minstens nog
een paar honderd meter doorrijden als het systeem meldt dat de bestemming is
bereikt. Net als je aan jezelf gaat twijfelen en denkt aan omkeren, komt aan de
linkerkant een groot pand in beeld. Een opvallende, dakloze 2CV staat langs de kant van de weg om
aandacht te trekken. Op de gevel staat ‘Edwin Groen Collection Citroën’. Daar is
het. Nergens ‘Eendenmuseum’, maar dit is zonder twijfel onze bestemming. De
eerste indruk is verrassend. Eerlijk toegegeven: we hadden een soort loods
verwacht. Daar is geen sprake van. Het gaat om een representatief gebouw met een
professionele uitstraling. Aan de voorkant zijn parkeerplaatsen aangelegd,
gescheiden door keurig onderhouden heggen. Pas achteraf komen we erachter dat
hier vroeger een meubelzaak gevestigd was.
Het is nog even zoeken naar een parkeerplaats, want we zijn niet de enige
bezoekers vandaag. Nog voor we binnen zijn, brengen een bijzondere (in België
gebouwde) oude 2CV en een perfect opgeknapte knalgele Ami 6 Service ons in de
sfeer. De entree is even sober als functioneel: een kleine witte balie waar je
kunt betalen. Pinnen is niet mogelijk, waarschuwt de website. Met een briefje
van twintig voor twee personen is het precies gepast.
 |
 |
Collection Citroën staat op het pand
van het Eendenmuseum, met liefhebbers als gasten.
Een fraaie, luxe 2CV wacht de
bezoekers bij de voordeur op.
Eenden
Hoewel bij binnenkomst een gele Moretti de aandacht trekt, vormen Lelijke Eenden
het hart van de Collection Citroën. Groen heeft belangstelling voor alles waar
2CV op staat en zelfs als het er niet (meer) op staat. Zijn doel is van alle
variaties er één te hebben. De verzameling omvat alledaagse modellen door de
jaren heen, maar ook exclusieve uitvoeringen, zoals de Sahara 4x4. Daarvan heeft
hij er zelfs een paar. De conditie van de auto’s varieert van (bijna) wrak tot
nieuw. Een enkele heeft nooit gereden en geen kilometer op de teller. Sommige zijn helemaal origineel,
bij andere is het product van Citroën naar eigen inzicht
aangepast. De meeste Eenden zijn ooit in Frankrijk geboren, maar we zien ook
versies uit de Belgische, Britse, Portugese en Spaanse fabrieken. Je herkent ze
aan afwijkend gevormde spatborden, anders geplaatste achterlichten of andere
details. Zo liepen de Belgische 2CV's een paar jaar voor op de Franse met
aanpassingen zoals het derde zijruitje of de metalen kofferklep. Ze waren ook
wat luxer.
Groen heeft ook een Britse Eend. Aan de overkant van het Kanaal was niet alleen
het stuur naar de andere kant verhuisd. De auto's hadden ook een opvallend
ornament op de motorkap, aan de zijkant van de motorkap gemonteerde
pijl-richtingaanwijzers en opklapbare achterste zijruitjes.
Uit Latijns Amerika komt de opmerkelijke Citroneta, een Eend met een - al dan
niet afgesloten - laadbakje. Het wagentje werd tot in 1973 in Chili en
Argentinië gemaakt. Hier staat de tweedeurs variant, er was ook een vierdeurs.
Daar moet Groen nog naar op zoek.
 |
 |
Op een draaischijf staat een
schitterend gerestaureerde Belgische 2CV.
Anders dan het Franse model heeft de
auto een stalen kofferklep en (Traction-)achterlichten op de achterspatborden.
Een Britse 2CV met motorkap-ornament,
pijl-richtingaanwijzers en opklapbare achterzijruiten.
De opmerkelijke Citroneta werd in
Latijns Amerika gebouwd.
Het reservewiel heeft een plaats
achterop gekregen.
De vierdeurs - waarvan hier een
reclamefoto - ontbreekt nog in Groens collectie.
Verrast
Meer dan veertig jaar is de 2CV geproduceerd. In de basis bleef de auto
onveranderd, maar steeds waren er kleine of grotere verbeteringen en
aanpassingen. De hele historie komt hier voorbij: van de eerste typen met geribbelde
motorkap en een kofferruimte-afdekking van doek tot en met de allerlaatste
actiemodellen. Er zijn Eenden met kleine en grote grille, ronde en rechthoekige
koplampen, kleine en grote achterruit, voorportierscharnieren aan voor- en
achterkant, met en zonder derde zijruitje en een motor van 375, 425 of 602cc.
Een deel staat op soort bij elkaar, soms met niet meer dan een handbreedte
tussenruimte. Een ander deel staat verspreid over de ruimte. Verroest en keurig
in de lak, met weinig of veel kilometers op de teller, seriemodellen en
eigenbouw: waar je in de toonzaal ook bent, je wordt steeds verrast. Bij sommige
auto’s staan tekstbordjes met achtergronden over het type en de historie van het
betreffende model. Het zijn vaak kostelijke verhalen, zoals over een vader die
een Eend voor zijn zoons kocht in de verwachting ze ermee te verrassen. Ze
moesten er echter niets van hebben. De auto is
nooit gebruikt.
Paradepaardje van de collectioneur is de oudste nog rijdende 2CV ter wereld,
waarvoor Groen naar eigen zeggen op een veiling 61.000 euro neertelde. Zijn tegenbieder bleek bandenmaker Michelin
te zijn, in vroeger tijden het moederbedrijf van
Citroën. In BNR's Nationale Autoshow vertelde hij dat de mensen van Michelin tot
zestigduizend mochten gaan. Hij bood duizend meer en werd dus eigenaar. Niet
alle Fransen zijn blij met de belangstelling van deze Hollander voor het Franse
erfgoed, liet hij in het programma weten.
 |
De hele historie van de Eend komt
hier voorbij.
Van alle versies wil de
verzamelaar er één in zijn museum. Vandaar rijen met Eenden.
De grijze Eend is van 1957 en heeft 13600 km gereden.
Niet zelden is er dit overgebleven
van oude Eenden.
De voorkant van de Eend wijzigde
enkele keren. Eerst kreeg het beeldmerk een andere vorm, zonder ovaal.
Met de komst van de nieuwe motorkap
werd de grille kleiner. Het beeldmerk kreeg later een plek op de motorkap.
Links: ronde knipperlichten deden
hun intrede. Rechts: een nieuwe grille waarin het beeldmerk weer was opgenomen.
De laatste plastic grille in
combinatie met ronde en rechthoekige koplampen.
|
CITROËN 2CV
De Citroën 2CV was dé sensatie van de Parijse autoshow van oktober 1948.
Het idee voor een goedkope, zuinige en betrouwbare auto, geschikt voor
het Franse platteland met onverharde wegen, stamde al van voor de Tweede
Wereldoorlog. Onder gezag van Pierre-Jules Boulanger ontwikkelde
Flaminio Bertoni het concept, zoals hij dat eerder deed met de Traction
Avant en zou herhalen met de DS. Alle drie zijn het geliefde
meesterwerken van de autohistorie geworden. Op 11 juli 1949 rolde de
eerste 2CV uit de Franse fabriek, op 27 juli 1990 in Portugal de
laatste. In die periode zijn er 5.144.966 gebouwd. Daarvan 3.898.631
vierdeurs en 1.246.335 bestelwagens. Tel je hierbij de technisch
verwante Dyane, Ami en Méhari op, dan komt het totaal op bijna 9 miljoen
auto’s.
Aanvankelijk had de 2CV een tweecilinder luchtgekoelde boxermotor met
een inhoud van 375 cc en een vermogen van 8 pk. Later werd de inhoud
vergroot tot 425 cc, terwijl er nog later ook een 602 cc motor kwam, met
een vermogen van 29 pk. De typenaam 2CV (2 pk) was afgeleid van het
Franse systeem van fiscale pk’s.
|
|
 |
Deze 2CV uit 1949 is voor zover
bekend de oudste nog
rijdende Eend. Groen betaalde er 61.000 euro voor.
Een vroege 2CV van 1952 met
ribbelmotorkap en ovaal op de grille, nog geheel origineel, met 116773 km op de
teller.
Een AZ van 1954, wel met geribbelde
kap, maar zonder ovaal op de grille en een motor van 425 i.p.v. 375 cc.
De Franse versie miste nog geruime
tijd een metalen kofferklep. Dit is nog een versie met 375 cc uit 1954.
Dashboard kun je het nauwelijks
noemen. Linksboven bij de ruit zit de snelheidsmeter en kilometerteller.
In 1956 werd deze AZL in Nederland
afgeleverd. De L slaat op luxe, als een sierstrip op de neus en wieldoppen.
Gewild bij verzamelaars: de 4x4
Sahara met vierwielaandrijving. Groen heeft er meerdere in zijn museum.
De Spaanse Guardia Civil was een van
de klanten voor een
2CV Sahara. Minder dan 700 werden ervan gemaakt.
De Sahara heeft twee motoren: één
voorin en één achterin.
Een luxe Belgische Eend, de AZL3,
met onder meer een derde ruitje en afwijkende achterspatborden.
Een Eend door een ingenieur gebruikt
als testauto voor een alternatief veersysteem. Citroën bleek niet
geïnteresseerd.
Waarom zou je twee
nummerplaatlichtjes gebruiken als het met één ook kan?
Links de achterklep van de Belgische
Eend, rechts een accessoire: een uitgebouwde klep voor meer kofferruimte.
Weggestopt in een hoekje: een 2CV
waarvan de achterruit mee scharniert, zodat een vijfde deur ontstaat.
Nog geen derde ruitje en
richtingaanwijzers alleen aan de zijkant. Op de achtergrond een luxe versie met
bumperbeugels.
 

Uit eigen archief enkele, doorgaans
eenvoudig uitgevoerde, folders van verschillende uitvoeringen en modeljaren.
Een sprong in de tijd: andere
grille, scharnieren aan voorzijde, ronde richtingaanwijzers.



Dit is een vrolijke 2CV6 van 1976
met motor van 602 cc en roldak in de kleur van de auto.
Ronde koplampen maakten plaats voor
rechthoekige. Veel liefhebbers vonden het maar niets.
Na een rol in een James Bond-film
maakte Citroën 500 stuks van een 007-uitvoering, mét stickers van kogelgaten.
Eind jaren zeventig werd een
eenvoudige versie ingevoerd met onder meer weer ronde koplampen.
De 2CV Special miste ook het derde
zijruitje.
Spiksplinternieuw, nooit gebruikt.
Pa vond de auto leuk, maar zijn zonen wilden er niet mee gezien worden.
De Charleston (1981) was een populaire
uitvoering met een opvallende kleurstelling.

Op het eind van zijn carrière werd
de Eend in vrolijke en opvallende kleuren aangeboden. Rechts de Dolly van 1985.
Besteleend
Tot de populaire Eendenfamilie behoren zeker ook de modellen AU, AZU en AK. Bij
iedereen zijn ze beter bekend als Besteleend. Ook hiervan heeft Groen er heel
wat in zijn Eendenparadijs staan. Net als bij de gewone Eenden loopt de kwaliteit
uiteen van ‘gered van de sloop’ tot minutieus gerestaureerd. Er zijn korte en
lange versies, met verschillende laadvermogens en met kleine en grotere
achterruitjes. De bestelwagens volgden de veranderingen aan de vierdeurs en
kregen dus in de loop der tijd een aangepaste voorkant. De versies van de
laatste bouwjaren zijn te herkennen aan de laadruimte met een hoger dak en
strakker plaatwerk bij de spatborden. Een buitengewoon fraai
exemplaar is een Spaanse postauto.
In details wijkt die af van de modellen uit de Franse fabriek: we zien wel het
nieuwe plaatwerk, maar in combinatie met een laag dak.
Vanzelfsprekend ontbreekt in Andijk een Wegenwachtauto niet, jarenlang het trouwe werkpaard
van de ANWB-hulpbrigade, al is ‘paard’ in dit verband een wat merkwaardige
aanduiding.
Sommige eigenaren vonden een open laadbak gemakkelijker. Als de fabriek zoiets
niet aanbod, was de oplossing eenvoudig: je sloopte gewoon zelf de bovenkant van de laadruimte af.
Minstens zo bijzonder is een legergroene open terreinwagen. We zagen zoiets
nooit eerder; helaas ontbreekt nadere informatie.
 |
 |
Groen heeft een hele serie
Besteleenden, van verschillende bouwjaren en ook weer variërend in staat.
De eerste Besteleenden hadden kleine
ovale ruitjes in de achterdeuren.
Mooi gerestaureerd heeft ook een
bestelwagen uitstraling. Het is een AZU uit 1960.
De lage ruiten bij deze versie zijn
er later ingezet.
Een lange Besteleend (AK) met vlakke
motorkap en aan de voorkant openslaande deuren.
Nog een AK (uit 1965) met deuren die
naar voren openslaan. De richtingaanwijzers zijn later aangebracht.
De Besteleend volgde de
moderniseringen bij de vierdeurs. Richtingaanwijzers zitten nog altijd alleen
aan de zijkant.


De AZU was de korte versie, de AK de
langere met meer laadvermogen.

Later veranderden de aanduidingen en
werd het Citroën 250 en 400.
De beroemdste Nederlandse Besteleend
is die van de Wegenwacht.
Een AK 350, gebouwd in 1964 in de
Spaanse fabriek van Citroën, bestemd voor de Spaanse posterijen.
De Spaanse variant week af van de
Franse: laag dak, minder laadvermogen en sierlijsten bij de wielkasten.
Deze eigenaar had liever een pick-up
dan een dichte bestelwagen en dus ging de zaag erin.
Een Eend als legervoertuig voor in
het terrein. Wij hadden 'm nog nooit eerder gezien.
Opvolger van de Besteleend was de
Acadiane, hier in een personenwagenuitvoering met achterbank.
Deze Acadiane is ingezet geweest als
servicewagen.
DNA
Wandelend door de ruimte waar ooit bankstellen de dressoirs stonden, maken we
hernieuwd kennis met de typen die het DNA van de Eend in zich hebben zonder dat
direct sprake is van uiterlijke gelijkenis. Bij de Dyane is de verwantschap nog
het grootst. We herinneren ons nog de introductie van deze moderne, strakker
getekende broer of zus van de 2CV. Verfijnder en minder spartaans wist die
echter de harten van de echte liefhebbers niet te raken en legde het in
verkoopaantallen en levensduur af tegen het origineel.
De vertegenwoordiger van de deftige tak van de familie is de Ami, met als
commerciële opdracht het gat tussen de Eend en de dure ID/DS te vullen. Echt
gelukt is dat nooit. Het eerste model was de karaktervolle Ami 6, met zijn naar
binnen hellende achterruit en kunststof dak. Later kwam de Ami 8 met de schuine
achterzijde. Van beide types trok de Break (stationcar) de
meeste klanten. Tussen de seriemodellen staat een ziekenauto. Die moet vooral
zijn ingezet voor kleine patiënten… Als het over originaliteit en
tegendraadsheid gaat – van oudsher een familietrekje van de Citroën-dynastie –
kun je niet om de plastic Méhari heen. Vanzelfsprekend heeft Groen er een paar.
In de opvallende kleuren appelgroen en sinaasappeloranje zijn ze niet te missen.
 |
De moderner Dyane lukte het niet de
originele Eend in de schaduw te zetten.
Ook de Citroën Méhari kun je
eigenheid niet ontzeggen.
LInks de eigenzinnige Ami 6, rechts
de iets minder uitgesproken opvolger, de Ami 8.
Het front van de Ami 6 met
rechthoekige koplampen en bumperbeugel straalt luxe uit.
Tweemaal een Ami 6 Break (eind jaren
'60). Rechts een
luxe uitvoering met dubbele koplampen.
Anders dan de 6 had de Ami 8 een
schuine achterzijde.
De daklijn van de Ami 8 van
dichterbij bezien. Helaas is het onmogelijk een foto van de achterkant te maken.
Een klein formaat ambulance. Een
grotere auto zou logischer zijn geweest.
De Ami 8 als Service, een gesloten
bestelwagen met twee deuren.
De Ami Super (1975) heeft een viercilinder motor
van 1015 cc in plaats van de 602 cc tweecilinder.
H-serie
Wat de Eend is als personenwagen, is de H-serie in de wereld van de
bestelwagens: direct herkenbaar, uniek, ingenieus, eenvoudig waar mogelijk en
uitnodigend voor eigen aanpassingen en creaties. Het museum toont mooie
voorbeelden van die laatste eigenschap. Het meest uitgesproken is een
kampeerwagen met dubbele achteras. Kampeerwagens op basis van de H zijn zeker
niet zeldzaam, maar dit exemplaar slaat alles. Citroën bood vele variaties met
zeer uiteenlopende wielbases en hoogten aan, maar altijd met vier wielen. Deze
zeswieler is het resultaat van een knap stukje huisvlijt waarin ongetwijfeld
vele uren zijn gaan zitten. Zo te zien heeft de maker een bestaand model
verlengd door er de helft van een ander model aan vast te lassen. De metalen
zijkanten zijn vervangen door houten kozijnen. Voor de afwerking van de
binnenkant gaf de bouwer ook voorkeur aan hout. De leeftijd en het gebruik zijn
eraan af te zien. Niemand zou er nu nog mee op pad gaan. Hoewel… De wereld van
Eenden- en H-liefhebbers kent bijzondere types.
Het museum doet zelf een duit in het creatieve zakje door de laadruimte van twee
pick-ups om te vormen tot zitplaatsen voor bezoekers aan de bar. Op deze
zondagmiddag wordt van die mogelijkheid dankbaar gebruik gemaakt. Het warme weer
van afgelopen week leidt tot een wat broeierige atmosfeer waarbij de lucht een
verhoogde concentratie benzinedamp lijkt te hebben. Dan is een kop koffie of wat
fris zeer welkom, al dan niet in combinatie met een wit broodje ham of kaas.
 |
De binnenkant van de deur laat zien
hoe eenvoudig de afwerking is.
Een beroemde publiciteitsfoto van de
HY van destijds. De achterspatborden zijn hier nog rond.
Rechts een veewagen, links de rechthoekige achterspatborden
van latere jaargangen.
Een kampeerwagen met dubbele
achteras: resultaat van noeste huisvlijt.
|
CITROËN H-serie
Tussen 1947 en 1981 produceerde Citroën de karakteristieke H / HY / 1600 (de
typenamen veranderden in de loop der tijd) ruim 473.000 keer in
fabrieken in Frankrijk en België. In al die jaren veranderde het
uiterlijk nauwelijks. Het bleef bij zaken als vervanging van twee
voorruiten door één grote, extra luchtinlaten bij de motorkap, grotere
achterruitjes, iets anders gevormde achterspatborden en een kleiner logo
op de grille. Alleen voor de Nederlandse markt verhuisden de scharnieren
van de voordeuren van achter naar voor.
Net als bij de Eend zijn eenvoud en inventiviteit karaktereigenschappen,
tot uiting komend in het geribbelde plaatwerk en de toepassing van een
zelfdragend koetswerk en voorwielaandrijving. Dat leidde tot een zeer
lage laadvloer en stahoogte in de laadruimte. De ribbels zorgden voor
extra stevigheid zonder veel extra gewicht en dergelijk plaatstaal was
eenvoudig te maken.
De motor, versnellingsbak en bepaalde onderdelen werden gedeeld met
andere Citroën-modellen zoals de Traction Avant, DS en 2CV. Er waren
verschillende wielbases en uitvoeringen leverbaar. Carrosseriebedrijven
maakten voor hun klanten aangepaste modellen.
|
|
 |
 |
Van de laadruimte van een HY pick-up
maak je gemakkelijk een tafel met zitbanken voor je gasten.

In de publiciteit legde Citroën de nadruk op de vele uitvoeringen van de H, van
gesloten besteller tot chassis-cabine.

De H werd ook veelvuldig
omgebouwd tot rijdende winkel of reclamewagen.

Ideaal voor het vervoer van (zieke) mens en dier.

De geschiktheid als kampeerwagen
werd ook in de brochure onder de aandacht gebracht.

Later veranderde de naamgeving van H en HY in Citroën 1600, met rechthoekige
achterspatborden.
Hoewel de brochure Nederlandstalig is, toont de foto een niet-Nederlandse
versie, met aan de voorkant opengaande deuren.
Brommers
De verzamelwoede van Edwin Groen blijft niet beperkt tot Eenden en H’s. In die
zin is het opschrift Collection Citroën toepasselijker dan Eendenmuseum. Tot
zijn collectie behoren onder meer ook een aantal vroege modellen, Tractions, een rijtje GS’en en een enkele DS en CX.
Bijzonderheden zijn een DS Ambulance en de exclusieve GS Birotor met Wankelmotor. Van deze auto zijn er in
1974/1975 zo'n 850 gebouwd en 600 verkocht. Het bleek een fiasco. De fabriek heeft destijds
zoveel mogelijk auto's teruggehaald en opgekocht om van serviceverplichtingen af te zijn. Ze
werden vervolgens vernietigd. Volgens ingewijden hebben 270 de destructie
overleefd. Zeven daarvan zouden in handen van Nederlandse liefhebbers zijn.
De naam Collection Citroën dekt de lading niet helemaal. Naast de andere producten
uit het huis Citroën zien we Simca’s 1000 en 1100, een Matra Bagheera, een paar Autobianchi’s, twee oude
Peugeot pick-ups (203 en 404), een Dafje, Renault Dauphine en Panhard 24bt. Een
Volkswagenbus T1 valt hierbij wat uit de toon. Aan de andere kant: als afgeleide
van een Kever past die ook wel weer bij deze heerlijke beestenboel. Om nog een
flauwe woordspeling te gebruiken: een vreemde eend in de bijt is juist geen
Eend, maar een strandwagentje van Moretti.
Naast vierwielers zijn in Andijk een paar dozijn oude brommers te vinden,
tentoongesteld in een nagebouwde winkel. Er is een hele serie van dergelijke
nostalgische pandjes. In de etalages en op de toonbanken staan en liggen
allemaal originele oude spulletjes. Naar verluidt heeft de vrouw van Groen zich
vooral met deze inrichting beziggehouden. In de gangpaden staan twee handenvol
dwergautootjes geparkeerd.
 |
Tussen de nagebouwde winkeltjes
staat een oude Citroën 10HP.
Originaliteit heeft ook zo haar
charme.
Rijwielhandelaar Groen heeft ook een hele
bromfietsverzameling in een van zijn winkeltjes staan.
De etalage van een speelgoedwinkel
heeft heel toepasselijke puzzels.
Een enkele Traction Avant en DS
maken deel uit van de Collection Citroën.
Van de DS Break werd destijds ook
een ziekenwagen-variant aangeboden.
Van de GS Birotor (rechts) met Wankelmotor
zijn 270 van de 850 gemaakte auto's overgebleven; 7 in Nederland.
Half familielid van de Eend: de
Panhard 24bt. Panhard werd in de jaren '50 en '60 door Citroën ingelijfd.
Achterin de ruimte staan enkele Simca's,
waaronder de Rallye 1 en Rallye 2.
Er is ook een Matra Bagheera (tweede
generatie).
Voor Groen is niet alleen een
Citroën interessant.
Een BMW Isetta in Engelse uitvoering met rechts stuur.
Een Vespa 400 en Zündapp Janus.
Een Autobianchi in zeldzame bestel-uitvoering
en achteraan weggestopt een Peugot 404 Pick-up.
Een verdwaalde Italiaan: een Moretti.
Een vreemde eend in de bijt, maar
wel leuk.
Charme
Waarom is dit museum slechts één keer per maand open? Met die onbeantwoorde
vraag vertrekken we. Met een
ruimere openstelling zou je veel mensen een plezier doen. Het is zonder meer een
genot om rond te kijken. Telkens opnieuw doe je ontdekkingen, niet zelden leidend
tot een grote glimlach. De logica achter de opstelling is niet altijd te
ontdekken, maar dat is tegelijkertijd ook de charme van het geheel. Je hoeft
geen uitgesproken Eenden-liefhebber te zijn om je hier kostelijk te vermaken.
Voor kenners is het evenzeer een mooi reisdoel. Een aantal modellen is werkelijk
uniek en is elders met veel moeite of niet te bewonderen. Achter op een van de
auto’s staat het kernachtig verwoord: een Eend is geen vervoermiddel, het is een
manier van leven. En zo is het. Edwin Groen weet er alles van.
■
De plantenbak is uiteraard in stijl.
 |
Het liedje van de Lelijke
Eend
Ter promotie van de 2CV
bracht Citroën Nederland
een kartonnen grammofoonplaatje uit met een
ode aan de Eend, geschreven door Annie M.G. Schmidt.
|
 |
|