Industriemuseum
Chemnitz (D)
●
Chemnitz als oude autostad
●
Herinneringen aan de DDR-tijd
●
Naamsverandering: Karl-Marx Stadt
●
Tentoonstelling 75 jaar Auto Union
●
Prototype Sachsenring-taxi
augustus 2007
|

|
Autobouwers,
verenigt u
Normaal gesproken is er voor de autoliefhebber
weinig reden om naar Chemnitz in de Oost-Duitse deelstaat Saksen te reizen. In
2007 is er echter in het plaatselijke industriemuseum een tijdelijke
tentoonstelling over de oprichting van Auto Union, 75 jaar eerder. Vier Duitse
automerken gaan samen om het hoofd te bieden aan de moeilijke economische
tijden. In een dichterlijke vrijheid op een uitspraak van iemand die zo nauw
verbonden is met deze stad: "Autobouwers, verenigt u".
Aan de rand van het stadscentrum van
Chemnitz staat een meer dan levensgroot monument: het hoofd van Karl Marx. Het
straalt kracht, heldendom en strijdvaardigheid uit, passend bij de ideologie van
de voormalige Duitse Democratische Republiek. Hoewel na de Duitse eenwording op
veel plaatsen herinneringen aan die veertigjarige periode worden weggepoetst, is
het beeld blijven staan. Je kunt de geschiedenis ook niet helemaal negeren.
Zeker hier niet, omdat de historie zich direct heeft vertaald in de naamgeving
van de stad. In de DDR-tijd heette Chemnitz immers Karl-Marx-Stadt. De DDR en
zijn leiders vielen van hun voetstuk, de verering van Marx was op slag
verdwenen, maar zijn beeld heeft de wendingen in de geschiedenis weerstaan.
Het beeld van
Marx in het centrum van de stad en rechts een oud plaatsnaambord in het museum.
Typisch
Oost-Duitsland: gebouwen uit de jaren '30, sommige vervallen, andere opgeknapt.
Planologie
Wie in het tegenoverliggende Mercure-hotel naar het restaurant op de bovenste
etage gaat, kijkt uit over een stad die volgens de ideeën van de socialistische
planologie is ontwikkeld. Karl-Marx-Stadt was het paradepaardje van de DDR, met
veel hoogbouw om na de oorlog snel aan iedereen woonruimte te kunnen bieden. De
flats kunnen hun leeftijd niet verbloemen. Maar anders dan in bijvoorbeeld het
centrum van Leipzig zijn ze nog goed genoeg voor dagelijks gebruik. Na de
Wende is de erfenis vermengd met de dadendrang van nieuwe bestuurders en de
opvattingen van projectontwikkelaars die onder meer het centrum van de stad
onder handen hebben genomen. Chemnitz is een moderne, maar weinig inspirerende
stad.
Karl-Marx-Stadt
werd volgens socialistische principes opgebouwd met veel hoogbouw voor voldoende
woonruimte.
Fabrieksgebouw
Een stukje buiten het
centrum staat een opgeknapt oud fabrieksgebouw. Ooit was het een ijzergieterij,
nu zetelt hier sinds enkele jaren het Industriemuseum Chemnitz. Het
gebouw ademt de industriële sfeer van weleer uit. Zoals gebruikelijk in deze
streek kent de toegangsprijs een opslag als je foto's wilt maken.
De collectie bestaat uit zeer uiteenlopende objecten die verwijzen
naar de industriële geschiedenis van de streek. Dit is een gebied dat binnen
Duitsland eer verdient voor de bijdrage aan de economie, is de boodschap achter
de opstelling. Dat die bijdrage binnen verschillende politieke systemen van
andere orde is geweest, lijkt bijzaak. Aandacht krijgen zowel de
vooroorlogse periode als de tijd van de DDR en daarna. Een protestbord van de
regionale vakbeweging uit het begin van de jaren negentig laat zien dat de
eenwording niet iedereen gelukkig maakt. Het bord geeft een overzicht van de
werkgevers in de streek met daarachter het aantal arbeidsplaatsen van vóór en na
de hervormingen die de Treuhand doorvoerde om de bedrijven economisch
weer gezond te maken. Het aantal werknemers daalde van meer dan 40.000 naar zo'n
7.000. De werkloosheid, een onbekend verschijnsel in de
communistische tijd, slaat hard toe. Nog altijd is Oost-Duitsland minder
welvarend dan de 'oude' Bundesländer.
 |
Een oud
fabrieksgebouw werd prachtig opgeknapt en huisvest het Industriemuseum van de
stad.
Overzicht van
het dagelijks leven in de streek. Links een keuken, rechts een standaard
badkamer uit de jaren zeventig (!).
In de kelder is
het textielmuseum ondergebracht. Veel textielmachines werken nog. Geregeld zijn
er demonstraties.
Textielmuseum
Het mooiste deel van het museum is de kelder, waar het indrukwekkend
textielmuseum is ondergebracht. Enthousiaste vrijwilligers laten de vele oude
machines graag nog eens werken. De stoffen die ze voortbrengen zijn nog altijd
van hoge kwaliteit. Maar toen het socialistische tijdperk ten einde was, kon de
sector de concurrentie met de wereldmarkt niet aan. De machines verhuisden van
de fabrieken naar het museum. Er is interesse in alle textielmachines, ook als
ze niet meer werken. Er is immers niet meer aan reserveonderdelen te komen.
Tot de
huiscollectie van het museum behoort deze klassieke Horch 830BL uit 1935.
Autogeschiedenis
Op de begane grond is aandacht voor de verschillende sectoren, van
elektrotechniek tot de bouw. Bijna onwerkelijk is de standaard badkamer die in
1984 bij renovaties van oude huizen werd geplaatst.
Alsof de jaren vijftig binnen werden gebracht. Het luxe niveau in de DDR liep dertig jaar achter bij het Westen.
De afdeling techniek gaat in op de autogeschiedenis van de streek. Ooit was hier
de fabriek van Wanderer gevestigd, gerenommeerd fabrikant van fietsen en
automobielen. In 1932 werd Chemnitz de vestigingsplaats van het hoofdkantoor van
Auto Union. Dit nieuwe autoconcern ontstond door de bundeling van de
activiteiten van DKW, Audi, Horch en Wanderer. Op deze manier moesten de merken
de moeilijke tijden door zien te komen toen dat op individuele basis niet meer
mogelijk was. De fabrieken van Audi en Horch stonden in Zwickau, terwijl
Zschopau de thuisbasis van DKW was.
De samenvoeging bleek succesvol. De vier merken legden zich toe op
onderscheiden delen van de markt: DKW bouwde kleine volksauto's, Wanderer de
kleine middenklassers, Audi de luxere middenklassers en Horch de topmodellen.
Auto Union werd als merk op de racecircuits een geduchte concurrent van onder
meer Mercedes-Benz. Daarbij kon men zich beroepen op de hulp van het
zelfstandige constructiebureau van Ferdinand Porsche.
 |
 |
Een Horch
brandweerauto en nogmaals de 830 BL.
Vervoer voor de
'gewone man': voor de oorlog een DKW, na de oorlog een Trabant, hier met tent op
het dak.
In een vitrine
voorstellen voor een mogelijke opvolger voor de Trabant; de auto kwam er niet.
Na de Wende
ontwikkelde Trabant-fabrikant Sachsenring deze taxi met hybride-technologie. Het
bleef bij een prototype.
Huiscollectie
Tot de huiscollectie behoren enkele modellen van DKW en Horch, een serie
bedrijfswagens alsmede een paar Trabants. Eén ervan toont een tent op het dak. Op deze manier kon de
Oost-Duitser goedkoop en eenvoudig vakantie vieren. In een vitrine staat
een schaalmodel van wat de opvolger van de Trabant moest worden. De middelen en
politieke wil ontbraken echter om het idee ook te verwerkelijken. Vlak ernaast
zien we een prototype van een taxi uit 1996 van de firma Sachsenring. Het bedrijf was een
doorstart van de voormalige Trabant-fabrikant. De taxi is technisch geavanceerd
met een aluminium spaceframe en carrosserie en met hybride aandrijving.
De auto combineert een Audi-turbodieselmotor met een elektromotor. Soms is de
economische werkelijkheid bizar: het bedrijf dat verbonden was met een hopeloos
verouderd model als de Trabant, kwam met een concept dat zijn tijd té ver
vooruit was. Er was geen belangstelling voor de taxi. Het bleef bij één
prototype. Ontwikkelkosten: 15 miljoen euro, voor 60% opgebracht door de
deelstaat Saksen. Ook met het bedrijf zelf ging het niet goed. In 2002 werd het
faillissement uitgesproken.

Tentoonstelling 75 jaar Auto
Union
Een tijdelijke tentoonstelling in de zomer van 2007 herdenkt het ontstaan van
Auto Union, 75 jaar eerder. Een beperkte, maar goed verzorgde tentoonstelling
brengt de bezoeker terug naar de jaren dertig. Informatieve panelen geven
uitsluitsel over de achtergronden van de fusie en de economische beroerde
situatie in het pre-Hitler tijdperk. Er staan auto's van de vier merken van het
nieuwe concern, voor het merendeel afkomstig van particuliere verzamelaars: twee
Horchs, twee Audi's, twee Wanderers en vier DKW's. Bij de ingang van de speciale
tentoonstellingsruimte staat een Auto Union 1000Sp (door liefhebbers geliefkoosd
als de Duitse Ford Thunderbird) met daarnaast de nieuwe en supersnelle Audi R8
van de plaatselijke dealer. Ze verbinden het verleden met het heden. In Audi
leeft Auto Union voort. Het Volkswagendochter uit Ingolstadt is één van de
sponsors van de tentoonstelling. Bij de kassa ligt het boek Ich baute Autos,
de memoires van August Horch, voor het eerst uitgegeven in de jaren dertig. Het
lijkt wel symbolisch. Chemnitz verbindt de oude en nieuwe tijden en lijkt de 40
jaar Karl-Marx-Stadt als een storende weeffout in de geschiedenis te willen
zien.
■
 |
 |
De goedkoopste
modellen van Auto Union: de DKW.
Audi (links) en
Wanderer (rechts) waren de middenklassers binnen het concern.
Horch maakte
topmodellen met acht (en kortere tijd ook twaalf) cilinders.
►
Meer
over de historie van Auto Union
►
Stamboom van Audi

|