Bristol Cars
Londen (GB)
●
Achtergronden van het merk Bristol
●
Herstart na faillissement in 2011
●
Exclusieve modellen
●
Eén showroom in de hele wereld
●
Bezoek aan showroom
februari 2012 (sommige foto's
van latere datum)
laatste aanvulling zomer 2022
|
Duur, excentriek en mysterieus
Auto’s waaraan je de hoge prijs niet afziet.
Een traditionele, rijke, trouwe maar ook onduidelijke klantenkring. Een sfeer
van mysterie en raadsels. Aristocratisch, excentriek en onnavolgbaar Brits. Dat
zijn enkele karakteristieken van Bristol Cars. In maart 2011 ging het bedrijf
failliet en werden de 22 medewerkers ontslagen. Een maand later was er een
investeerder die het merk reanimeerde. Bristol leeft voort. Een bezoek aan
Londen is een mooie aanleiding voor een nadere kennismaking.
Deze showroom van Bristol is de
enige ter wereld.
Er is maar één showroom in de hele
wereld, onder het Hilton hotel op de hoek van Holland Road en Kensington High
Street aan de westkant van Londen. In de kleine ruimte passen met moeite vier
auto’s. Wie naar binnen gaat, betreedt de vorige eeuw. De jaren
zestig zijn terug. Dit is de tijd van de wederopbouw, tijden waarin timmerlieden
bureaus en vitrines nog met de hand op maat maakten. De vergeelde granieten
vloer zit vol barsten. Afgaande op de prijs van de auto’s verwacht je wollen
tapijten, een luxe zithoek en fauteuils van leer. Niets van dat alles. In de
hoek staat een oud bureau. Hieraan zat jarenlang tot op zijn 87e jaar eigenaar
Tony Crook. Dit was het centrum van zijn unieke autobedrijf. Aan de muur hangen
tekeningen van modellen van minstens een halve eeuw geleden. Bij de opening van
de showroom in 1962 opgehangen en
nooit meer aangeraakt. Op een kastje staan zwart-wit foto’s van vroegere
modellen zoals oma’s het verleden op hun schoorsteenmantel willen laten
voortleven. De klinkloze buitendeur is weinig uitnodigend. Dat is geen bezwaar.
Klanten weten de weg te vinden. Aan een fancy uitstraling hebben ze kennelijk
geen behoefte. Het gaat ze om de auto’s. Bovendien heeft het bedrijf
vermoedelijk geen geld voor een opknapbeurt.
 |
 |
Onder het Hilton Hotel, op de
hoek van Kensington High Street en Holland Road in het stadsdeel Kensington.
Vier auto's passen er net in.
Aan binnen- en buitenkant geen
enkele luxe.
Het bureau waaraan Tony Crook
decennia lang zat als eigenaar. Rechts de kapotte vloer.
Laptop
Achter de showroom is het verkoopkantoortje. De inrichting past bij de rest.
Een laptop op het lichthouten bureau detoneert, maar is in deze tijd ook hier
onmisbaar. De tijd staat niet helemáál stil. In het kantoor zitten twee mannen,
Antony Steevenson en Richard Hackett. Ze heten ons welkom met de gastvrijheid
die past bij de Britse ambiance. Beiden hebben in een eerder leven Ferrari’s aan
de man gebracht. Maar, laat één van hen doorklinken, dat had geen stijl. Die
klantenkring was veel platvloerser. Dat zijn mensen die willen laten zien dat ze veel
geld hebben. Geen echte liefhebbers, zoals hier bij Bristol. Ze beweren tussen
100 en 150 auto’s per jaar te verkopen, nieuw en gebruikt. Te verifiëren is het
niet. Het lijkt erg veel. De klanten wonen over de hele wereld, maar de meeste
zijn Brits. Een van de liefhebbers is Virgin-eigenaar Richard Branson. Kort
geleden is er één auto in Duitsland afgeleverd. Eén; dat is al de moeite van het
vermelden waard. In Nederland zijn er twee Bristol-klanten, wordt ons verteld.
Eén van de laatste transacties vond plaats in Griekenland. Gezien de economische
crisis en de grote druk op de rijken in het land, vond een klant het verstandig
een niet te opzichtige dure auto te nemen. Je moet de belastingkat immers niet
op het elitespek binden.
 |
 |
Zwart-wit foto's van oude
modellen in lijstjes alsof het familieportretjes zijn. Een verdwaald bord met
logo in de hoek.
Tekeningen en schaalmodellen van
vele tientallen jaren geleden. Ooit neergehangen en neergezet.
Gewoontjes
Een nieuwe Bristol kost al gauw tussen de 150.000 en 200.000 pond. (Voor een
Fighter met vleugeldeuren betaal je nog veel meer.) Daar heb je
in Engeland ook een dikke Aston Martin, Bentley Continental GT of een Ferrari voor. Nog even
doorsparen en zelfs een Rolls-Royce komt in beeld. Maar al die auto’s zijn
zó gewoontjes vergeleken bij de modellen van Kensington High Street.
In de showroom
staan trouwens geen nieuwe auto’s, maar vier oudere modellen. Nieuwe auto's
worden alleen op bestelling gemaakt en daarna afgeleverd. Dit zijn tweedehandsjes,
zo te zeggen, maar daarmee beledig je Antony en Richard tot op het bot. Deze
zijn pre-owned, zoals het zo mooi klinkt. Dit zijn
gebruikte volbloeds. De mannen hebben gelijk. De prachtige britsgroene 411 uit
1970 met gitzwarte banden en voorzien van een Webasto vouwdak is met recht een
klassieker. Hij is als nieuw opgeknapt. Voor £ 34.500 verruilt hij de showroom
voor de garage thuis.
 |
 |
Een klassieker uit 1970 zit als
nieuw in de lak. De banden glimmen.
Links het interieur van de 411,
rechts een Brigant uit 1977.
Vloermat
Op nadrukkelijk aandringen van onze gastheren nemen we plaats in een grijze
Blenheim 3S. Onze terughoudendheid wordt afgewezen. Je hoeft er niet overdreven
voorzichtig mee te doen, is de boodschap. “It’s just a car”. Deze is
van 2001, maar verschilt nauwelijks van een nieuwe. Het houten dashboard is
indrukwekkend, met een merkwaardig koordje om het dashboardkastje open te
trekken. De klank van
het dichtslaan van een deur lijkt op die van een oude Rolls-Royce van
decennia terug. Stevig maar ook licht rammelend, niet te vergelijken met het
geluid van kluisdeuren als bij een moderne Mercedes of BMW. Voor het zich nooit voordoende geval dat je mocht vergeten in welk merk
je rijdt: dat staat netjes geborduurd op de vloermat. De twee vorige eigenaren
reden er niet meer dan zo’n 20.000 kilometer mee, vermeldt het informatiebordje.
Een prijs staat er niet bij. Op de website biedt de fabriek een vergelijkbare
auto aan; die moet £ 65.000 opbrengen, met de huidige pondkoers bijna 78.000
euro. Waarschijnlijk is de tammere blauwe Blenheim 3 van 2000 een stuk
voordeliger. Voor de Brigant
uit 1977 aan de andere kant van de showroom wil de verkoper £ 28.500 hebben.
De ruimte is te klein om de auto’s goed op de foto te zetten. We krijgen een
klein foldertje mee met daarin de huidige modellen en het aanbod aan gebruikte
auto’s.
 |
 |
We worden nadrukkelijk
uitgenodigd nader kennis te maken.
Deze Blenheim is tien jaar oud,
maar ook als nieuw nog steeds te koop.
Het interieur met hout, leer en
dik tapijt.
Tussen voorwielen en cabine is
een opbergruimte voor reservewiel en accu. De neus van de auto is extreem lang.
Discussie
Hoeveel auto’s de fabriek per jaar maakt, is een goed bewaard geheim. De laatst
gepubliceerde productiecijfers dateren van 1982! Toen waren het er naar eigen
zeggen 104. De laatste jaren zouden het er niet meer dan 20 zijn, valt af te
leiden uit uitspraken in 2008 van de voormalige productieleider. Maar alle
cijfers staan ter discussie. De website van de Bristol Owners Club (BOC) houdt
het bij “Over the past half century, production has not been huge”. Tony Crook
beweerde enkele jaren terug dat er sinds het begin zo’n 8000 Bristols zijn
gemaakt. De voorzitter van de BOC, Geoffrey Herdman, trok dat aantal toen
ernstig in twijfel. Het blijken er 2800 te zijn. Crook zei ook
honderd mensen in dienst te hebben. Het waren er in de twintig. Zijn wereld was
niet die van anderen. Crook hield niet
van pottenkijkers. Journalisten
waren nooit welkom. Testauto’s werden niet ter beschikking gesteld. Aan
promotie heeft Bristol de laatste decennia nauwelijks iets gedaan. Toen de makers van een James Bond-film voor
hun held een Bristol wilden in plaats van een Aston Martin, was de enige
medewerking de toestemming om er een te kopen.
 |
 |
De ruimte is eigenlijk te klein
voor vier auto's. Je krijgt ze ook niet op de foto.
Optimisme
De heren in de showroom geven geen rechtstreeks antwoord. Wat zou het ook? Wat zijn cijfers? Ze
willen vooral optimisme uitstralen, na de perikelen van vorig jaar. “Bristol
is alive as never before”. Er wordt onder regie van de nieuwe eigenaar zelfs
een nieuwe fabriek gebouwd, weet men te vertellen. De huidige staat in Filton, een wijk in het noorden
van Bristol. Het Duitse blad AutoBild ging er in 2008 kijken. Ze kwamen niet
veel verder dan een afgebladderd blauw en verroest toegangshek. Daarachter een
oude loods en
een stapel schroot. De leiding van de fabriek lag toen in handen van de
87-jarige Sydney Lowesy. Net als de meeste werknemers werkte hij al tientallen
jaren bij het merk.
De Blenheim 3 (foto's: Bristol Cars).
De achterlichten zijn afkomstig van de vroegere Opel Senator.
Blenheim
Het actuele leveringsprogramma bestaat uit vier modellen, allemaal even
bijzonder en allemaal handgebouwd met een aluminium carrosserie. De gewoonste
van het kwartet is de Blenheim 3, een tweedeurs coupé met een koetswerk dat
ouderwets aandoet. Dat kan kloppen. Het model is een doorontwikkeling van het
model 603 dat in 1976 werd geïntroduceerd. (Typisch Engels: de typenaam 603 werd
destijds gekozen omdat het in 1976 603 jaar geleden was dat de City of Bristol
bij Koninklijk besluit tot zelfstandige County werd uitgeroepen.)
Karakteristiek voor de auto is de extreem lange wielbasis. Tussen voorwielen en
cabine is plaats voor een opbergruimte met daarin aan de linkerkant de accu en
rechts het reservewiel.
“Externally, a Bristol's appearance is carefully tailored to achieve quiet
understatement yet maintain an elegant, timeless line”, aldus de fabrikant.
Van binnen overheersen hout en leer. Je verwacht ook niet anders van een échte
Britse auto.
 |
De Blenheim 3 (boven, foto:
Bristol Cars) is duidelijk afgeleid van de in 1976 geïntroduceerde 603 (onder).
Chrysler-motor
Voor de aandrijving van deze Engelsman zorgt sinds jaar en dag een Amerikaan: een V8 met een inhoud van bijna zes
liter, afkomstig van Chrysler. Het is een ongecompliceerde, traditionele motor. Dat maakt het
onderhoud gemakkelijk, ook in het buitenland, waar immers geen dealers zijn. Het
onderhoud is daardoor ook betaalbaar. Voor een kleine beurt, iedere 10.000
kilometer, betaal je zo’n vierhonderd pond. Een grote beurt, bij 20.000
kilometer, kost duizend pond. Het is niet niks, maar vergeleken met een
garagebezoekje met je Ferrari is het absoluut een koopje, wordt ons verzekerd.
En de heren kunnen het weten, gezien hun eerdere werkgever. Een Bristol is
natuurlijk niet zo snel als een Ferrari, maar vergis je niet. In zes seconden
zit je op honderd. Toch heeft de auto meer het karakter van een echte toerwagen.
Bij honderd maakt de motor nog geen 1700 toeren.
De 603 (boven en onder),
voorloper van een lange reeks modellen.
Speedster
Een tweede model is de open Blenheim Speedster met het uiterlijk
van een oude Engelse sportwagen. De auto is gebaseerd op een prototype uit de
jaren vijftig dat na testdoeleinden op het fabrieksterrein onder een laag stof
verdween. Eind jaren negentig werd de auto herontdekt en opgeknapt. Het idee
ontstond voor een kleinschalige serieproductie, waarbij het oude koetswerk op
een nieuw chassis wordt gezet en voorzien van de modernste technieken. Dat wil
zeggen: modern binnen de normen die Bristol daarvoor stelt. De acceleratie is
nog een tel sneller dan die van de Blenheim.
De Blenheim Speedster, gebaseerd
op een verwaarloosd prototype (foto's: Bristol Cars).
Fighter
Totaal anders en daarmee ook heel verrassend is de Bristol Fighter, een hoogst moderne sportwagen
met vleugeldeuren. In niets lijkt deze auto op de andere typen van het merk.
Geen ouderwetse basis dit keer, geen opgewarmd oudbakken model dat in decennia
nauwelijks is aangepast of een uit de mottenballen gehaalde klassieker. Nee, een
onmiskenbaar origineel ontwerp. Exclusiviteit is als onderscheidend
verkoopargument niet overboord gegooid. De topsnelheid is meer dan 300 km/u. Daarvoor zorgt een V-10,
de motor van de Dodge Viper. Het vermogen is 525 pk, maar voor wie dat veel te
magertjes vindt, levert Bristol de T-versie, met 1012 pk onder de kap. In
minder dan 3,5 seconden zit je op honderd. De vanafprijs is £ 300.000. Geen
koopje, maar dan heb je wel iets zeer bijzonders. En dus passend in de
Bristol-traditie.
De totaal van de andere modellen
verschillende Fighter (foto's: Bristol Cars).
Series 6
Het vierde model in het aanbod is de Series 6. Dat is oud en nieuw tegelijkertijd.
De Series 6 is een compleet gereviseerde klassieke Bristol die in de fabriek
geheel is gedemonteerd en vervolgens van nieuwe techniek voorzien. “The
Series 6 is for people who want the timeless style and grace of a classic
Bristol without foregoing the contemporary performance and refinements of the
latest Blenheim models”. Eigenlijk ziet zo’n écht oude coupé
er beter uit dan een toch erg bedaagde nieuwe Blenheim. Het is
maar wat je wilt, de fabriek biedt alle opties aan.
De fabriek haalt oude modellen
geheel uit elkaar om ze te voorzien van nieuwe techniek (foto's: Bristol Cars)
 |
 |
Historie
Een korte duik in de historie.
Het automerk Bristol wordt in 1945 in het leven geroepen door de Bristol
Aeroplane Company, de maker van beroemde en succesvolle gevechtsvliegtuigen. Het
bedrijf voorziet een terugval van werkzaamheden door het einde van de Tweede
Wereldoorlog. Er moet nieuw werk komen voor de trouwe werknemers. BAC richt
samen met de fabrikant van het merk Frazer Nash, voor de oorlog tevens importeur
van BMW, een joint venture voor autoproductie op. Het verwerft al snel een
meerderheidsbelang in de nieuwe onderneming. De fabriek staat bij het vliegveld
Filton in Bristol. In 1947 introduceert Bristol zijn eerste model, de 400,
gebaseerd op een vooroorlogse BMW. De zescilinder motor, het chassis en de
carrosserie zijn afgeleid van de BMW-typen 326, 327 en 328, met inbegrip van een
variatie op de karakteristieke “nieren” als grille. Het model wordt in de
volgende jaren verder vervolmaakt. Bristol schakelt daarbij buitenlandse
carrosseriebouwers in. Eigen modellen volgen. In 1954 verschijnt de eerste en
ook enige vierdeurs van het merk. Vanaf eind jaren vijftig zijn er alleen nog
tweedeurs modellen. Een belangrijke stap is de overschakeling op Chrysler
V8-motoren in 1961. Liefhebbers verdelen de Bristol-geschiedenis in de
tijdvakken van de zes- en achtcilinders. Nog altijd levert Chrysler de motoren
voor alle typen.
 |
Bristol 401 op bezoek in Den
Haag.
De 'nieren' herinneren nog aan de
relatie met BMW.
Touring ontwierp het
(lichtgewicht) koetswerk.
Boven en hieronder: overzicht van fabriek
en productie in de
jaren vijftig en zestig (foto's: Bristol Cars).
Hieronder: het maken van het
koetswerk was handwerk (foto: Bristol Cars).

Modellen door de jaren heen, van
de 400 boven tot de Fighter onder (illustraties: Bristol Cars).
Bristol Cars Ltd
In 1960 verzelfstandigt de autodivisie. Het moederbedrijf gaat samen met andere
vliegtuigbouwers. Bristol Cars Limited komt onder leiding van Sir George White
en voormalige racewagencoureur Anthony (Tony) Crook. Zes jaar later nemen zij
beiden het bedrijf over en na pensionering van White in 1973 is Crook enige eigenaar
en tevens directeur. Midden jaren negentig verkoopt hij de zaak, maar blijft er wel
nauw bij betrokken. In de loop der jaren is het bedrijf zich meer en meer gaan
toeleggen op kleinschalige productie. Het aantal geproduceerde auto's daalt tot een paar handen vol
per jaar. De nog altijd in het bedrijf actieve
voormalige eigenaar en zijn werknemers verouderen. Ze hebben de grens van
tachtig al achter zich gelaten.
Bristol 406 uit 1959. De latere
modellen behouden de basis, maar krijgen een totaal nieuw front.
Bristol 410.
Komen de achterlichten bekend
voor? Dat kan kloppen: ze zijn van een Hillman Minx..
De Bristol 411 was een
doorontwikkeling van de 410: in de basis hetzelfde, maar op detailniveau toch
verschillen.
Zagato was verantwoordelijk voor
het koetswerk van de Bristol Beaufighter.
De Beaufighter was een licht
gewijzigde versie van de 412.
Bankroet
Het gaat bergafwaarts. Traditie en klantentrouw wegen niet op tegen stijgende
kosten. Op 3
maart 2011 lijkt het doek te vallen: Bristol is bankroet. Kranten schrijven
erover. 22 van de 25 medewerkers staan op straat. Onder hen de inmiddels 91-jarige (!)
productieleider. Als snel komt een vervolgbericht. De Kamkorp Group ziet
mogelijkheden voor een doorstart. Bristol is op 21 april van hetzelfde jaar weer
actief als autofabrikant. Het is niet bekend of alle ontslagenen opnieuw zijn
aangenomen. Het is ook onduidelijk of en wanneer de daadwerkelijke productie
weer is opgepakt. Dat past bij de mysteries die het merk omgeven. Met als
grootste raadsel: wie koopt nou zo'n auto?
Zo op het oog is er weinig verschil tussen de situatie voor en na het
faillissement.
Het
modellenaanbod is niet veranderd, noch het karakter van het merk. Bristols blijven wat ze altijd waren: opmerkelijk,
aristocratisch, snel, karaktervol en bovenal duur. Heel duur. En net als alle
jaren ervoor is er maar één showroom, op nummer 368-370 van Kensington High Street in
Londen. Geen deurklink, maar je kunt er zo binnenlopen.
■
 |
De fabriek biedt ook "pre-owned
cars" aan (foto: Bristol Cars).
Toeval
bestaat niet zeggen ze. Op de dag van ons bezoek zien we deze
klassieke Bristol in de Londense Euston Road.
In 2009 werd eenmalig een Blenheim 4
gemaakt (rechts) met strakker koetswerk en achterlichten van Audi. (foto:
Lansdownplace)
Merkplaatje op de grille van een
603.
Bristol
in miniatuur, als speelgoed (links) en als verzamelaarsmodellen
(rechts).
Een Bristol
400 van 1948 bij een Nederlandse handelaar.
De
tweeliter motor is afgeleid van die van de BMW 328.
Deze
400 uit 1949 behoeft nog wel wat uurtjes restauratiewerk.
Coupés in dezelfde
prijsklasse
Aston Martin |
V12 Vantage |
£
135.000 |
|
Bentley |
Continental
GT |
£
135.760 |
|
Ferrari
|
California |
£
146.960 |
|
Lamborghini |
Gallardo |
£
145.472 |
|
Mercedes-Benz |
SLS AMG |
£
168.395 |
|
Porsche |
911 Turbo S |
£
125.864 |
|
JANUARI 2014
Op 21
januari 2014 overleed na een ziekbed op 93-jarige leeftijd Tony (Anthony) Crook.
In de Britse media wordt stilgestaan bij zijn prestaties als coureur, zijn
latere eigen garagebedrijf en zijn rol als eigenzinnige algemeen directeur
Bristol. In die functie realiseerde hij het voortbestaan van een bedrijf, door
vele crises heen. Hij voerde felle juridische strijden tegen anderen die
reserveonderdelen voor Bristol maakten. Het bankroet in 2011 deed hem pijn.
Ondanks afstandelijkheid in zakelijke contacten, was het een warm mens, schrijft
de Telegraph bij zijn heengaan. Uit het archief van Bristol Cars komt
nevenstaande foto, Crook met een schaalmodel van de 401.
SEPTEMBER 2014
Moedermaatschappij Frazer-Nash heeft
laten weten dat Bristol in 2015 met een nieuw model zal komen en bovendien bezig
is met de ontwikkeling van een elektrische auto. Minstens zo opzienbarend is de
mededeling dat er een tweede showroom komt. Aan de overkant van de straat, wel
te verstaan. Tegelijkertijd krijgt de oude showroom een opknapbeurt. Bristol
werkt aan zijn toekomst en kijkt vooruit, aldus de nieuwe eigenaren.
Hieronder de integrale verklaring
van het merk:
The first new Bristol car since 2003
will be launched at the Kensington High Street showroom in 2015 in the shape of
an all-new 70th anniversary model, codenamed Project Platinum. An anniversary
celebration, Project Platinum is a reference to Bristol Cars’ rich and exciting
heritage, executed as a modern take on the best of British craftsmanship and
engineered to excite as a high performance Bristol car.
Since the company was bought in 2011, millions of pounds have been invested in
the business to re-establish its place as an iconic British carmaker, aimed at
the connoisseur motorist, with craftsmanship, design, performance and unique
character at its heart. A specialist new Parts, Service and Restoration facility
in Brentford, West London was opened this year and has quickly established
itself as the leading Bristol centre in the world with 100s of cherished
examples of the marque already passing through the workshop.
Plans are also underway to refurbish the landmark Bristol showroom at 368
Kensington High Street with further investment made across the street at number
375 for a further showroom. From summer 2015, Bristol Cars will occupy both
sides of Kensington High Street with a selection of meticulously restored cars
for sale on the west side and an all-new product, and modern company ethos
displayed on the other side of the street.
The company also confirms today that development work is well underway on an
all-new super-luxury flagship Bristol range-extended electric grand tourer.
Frazer-Nash technology will underpin the electric drivetrain of this stunning
new design from Bristol Cars. More information will be released on this product
as development progresses.
A new Bristol Luxury merchandise range including clothing, model cars, bureau
items, accessories by Paul Smith and much more was also launched at the Hampton
Court Concours of Elegance.
Speaking on behalf of Bristol Cars at the Concours of Elegance, Sir George White
said: “2015 will mark Bristol Cars’ 70th year, and these announcements underline
today’s very exciting times at the company. Project Platinum signifies the
re-birth of the brand with a design and character respectful of the company’s
rich heritage in Great Britain – in aviation, commercial and luxury automotive –
delivered with a modern approach to performance and comfort. This car, along
with the investments in Kensington and Brentford, not to mention the advanced
development of an all-new super-luxury grand tourer, all make for a very bright
and promising future for this company that I hold so dear.”
Bristol Cars’ General Manager, Julian Ramshaw, added: “Today’s announcements
signify that we are nearing the completion of ‘Bristol is Back’ – phase 1.
Investments in our new products and facilities spearhead our modern philosophy
for the Bristol marque. We believe that the automotive landscape is changing,
particularly in the premium and luxury sector. The definitions of luxury are
changing. People’s expectations are changing. And Bristol Cars is changing too.
This is just the start, and there is a lot more to come from us.”
The 2014 Concours of Elegance at Hampton Court Palace is the third such
automotive gathering in London, which, since the first event in 2012, has set a
new global benchmark for classic car concours events; winning a number of
prestigious awards and accolades. It is unique in the fact that the setting
changes from year to year but with the consistent theme of always being held on
the lawns of a Royal palace. Only the highest calibre of cars are invited to the
Concours of Elegance, with the rarest cars in the world, from all over the world,
painstakingly selected by the Concours’ team of respected and authoritative
experts. The Concours of Elegance 2014 takes place at Hampton Court Palace from
the 5th to 7th of September.
APRIL 2015
De website Goodwood Road and
Racing kreeg toestemming een kijkje te nemen in de kelder onder de showroom,
het archief van het merk. Er staan kasten vol tekeningen en documentatie en
verder resten van brochures waaraan volgens de auteurs vele generaties muizen
zich tegoed hebben gedaan. Net als de showroom lijkt de kelder in vijftig jaar
onaangetast geweest te zijn. Volgens de nieuwe eigenaren zal de kelder worden
opgeruimd en omgebouwd tot een Heritage Centre dat ook voor het publiek
toegankelijk is.
JULI 2016
Bristol heeft zijn lang verwachte
nieuwe model gepresenteerd: de Bullet. Zeventig zullen ervan worden gemaakt. Met
het model viert het merk zijn zeventigste verjaardag. Onder de kap ligt een V8
van BMW, goed voor 375 pk. De top is begrensd op 250 km/u en in vier tellen zit
je op honderd. De ontwerpers van het model zijn geïnspireerd op de klassieke
Bristol. De prijs is omgerekend zo'n 300.000 euro.
De
Bullet: het cadeautje waarmee Bristol de fans trakteert bij gelegenheid
van zijn 70e verjaardag (foto's: Bristol).
Je moet
wel drie ton neerleggen om het cadeautje te bemachtigen.
NOVEMBER 2017
De showroom aan Kensington High
Street heeft een opknapbeurt gehad, aan de buiten- en binnenkant. Anders dan in september 2017 werd
aangekondigd, is het geheel echter nog niet klaar.
►
Lees hier het verslag van het bezoek
Het
aanzien van de showroom is verbeterd, maar in november 2017 is deze nog
gesloten.
MAART 2020
Ondanks alle mooie eerdere plannen
is het over en uit met Bristol. Dat melden althans de Britse media. De rechter
heeft bepaald dat de eigendommen verkocht moeten worden om de schuldeisers te
kunnen betalen. Eigenaar Kamkorp Limited lijkt weinig stappen te ondernemen om
het einde van het merk tegen te houden. Op de website van het merk is hierover
echter nog niets te lezen. De Britse club van eigenaren probeert historisch
materiaal bijeen te houden.
JANUARI 2021
Britse media melden dat
vastgoedondernemer en liefhebber Jason Wharton het merk nieuw leven wil
inblazen. Restauratie van bestaande modellen zou de basis van de nieuwe
onderneming moeten zijn. Ook denkt hij aan de ontwikkeling van een nieuw model.
De toekomst zal leren hoe realistisch de plannen zijn.
ZOMER 2022
In de showroom aan Kensington High
Street staan nu Indian motorfietsen. Voor het eerst is ook de benedenverdieping
voor bezoekers toegankelijk. Op de website van het bedrijf staat kort de
historie van het pand vermeld.
|