60 Jaar Citroën DS

Brussel (B)




●  Tijdelijke expositie Autoworld
●  60 jaar DS
● 
15 modellen, waaronder:
●  Majesty: de 4 deurs van Chapron  
●  DS Presidentielle


juni 2015
 

  


Bliksembezoek aan de zestigjarige


Zes weken lang zijn aan de vaste collectie van Autoworld in Brussel vijftien Citroëns DS toegevoegd, ter ere van het feit dat deze historische auto zestig jaar geleden werd geïntroduceerd. De modellen zijn zorgvuldig uitgezocht, zodat veel varianten vertegenwoordigd zijn. Twee modellen zijn zo bijzonder dat de autoliefhebber een bezoek aan de Belgische hoofdstad graag gebruikt ze even te gaan bekijken. 
 


Het zijn vijf metrohaltes van congrescentrum Square bij het centraal station naar metrostation Merode aan de kop van het Jubelpark, waar onder meer museum Autoworld is gevestigd. Het moet mogelijk zijn even langs te gaan, heb ik berekend. Tussen het slot van het internationale tweedaagse congres en de vertrektijd van de intercity naar Nederland zit goed anderhalf uur. Daarvan gaan twee keer een minuut of zeven op aan de metro, twee keer vijf minuten aan lopen, vijf minuten om de koffer bij het hotel op te halen en een minuut of tien voor een bezoek aan de chocolaterie. Wie naar Brussel gaat, wordt immers geacht met Belgische pralines thuis te komen. Rest een klein uur. Veel te kort voor de vaste collectie, maar die is gelukkig al bekend van eerdere bezoeken. Het gaat nu om een bezoek aan een kleine, tijdelijke expositie die nog maar enkele weken loopt.
 

De DS'en staan voor een deel te midden van de reguliere collectie.

Citroën DS
Ter ere van de zestigste verjaardag van de Citroën DS - dit najaar - zet het museum deze beroemde auto in de schijnwerper. Maar juist omdat die DS zo beroemd is, is het geen zeldzaamheid. In menig museum is er een te vinden. Laatst waren er een heleboel bij elkaar tijdens een clubbijeenkomst in Den Haag (zie enkele foto's hieronder). Je komt er zelfs met enige regelmaat nog eentje op de weg tegen. In kringen van grafisch vormgevers, reclamejongens en ander creatief volk wordt de bejaarde godin (DS = déesse = Frans voor godin) nog altijd geëerd. Waarom dan - gehaast en wel, na een intensief congres, nog drie uur reizen voor de boeg, in pak met stropdas - een temperatuur van meer dan 25 graden trotseren om naar een tentoonstelling te gaan van overbekende auto’s? Er staan er vijftien om precies te zijn. Het antwoord is eenvoudig: twee van die vijftien. Twee godinnen hebben zoveel aantrekkingskracht dat zelfs een korte ontmoeting voldoening zal geven. Een snelle blik op de andere dertien en de vaste collectie, met fraaie Belgische klassiekers, is dan een mooie toegift. En dus zit ik op vrijdagmiddag in Lijn 1 van de metro richting Stokkel (of Stockel voor de Franstalige Brusselaars). 
 

De DS Présidentielle kreeg een prominente plaats.

Chapron maakte de auto in 1968 in opdracht van en naar een ontwerp van de Citroën-fabriek.

Présidentielle
In het Jubelpark genieten vooral jongeren van het zomerse weer. Ze liggen en zitten in het gras, met de triomfboog als decor. Je moet wel gek zijn om niet buiten te willen zijn. Autogek bijvoorbeeld. Het mooie glazen dak van Autoworld vertaalt de buitentemperatuur in een broeikasachtig klimaat binnen. De godin midden in de grote expositieruimte doet de warmte echter snel vergeten. Haar kenteken is 1 PR 75. Op de neus en aan de zijkanten de Franse driekleur. Ze is in 1968 in opdracht van de toenmalige president Charles de Gaulle door Citroën ontworpen en gemaakt door koetswerkspecialist Henri Chapron, deze DS Présidentielle. De Gaulle zwoer bij een DS, omdat hij in die auto ooit een aanslag had overleefd. Behalve bij de vorm van de koplampen lijkt het presidentiële gevaarte in niets op een standaard DS. De auto is ongekend lang: 6,53 meter. De breedte is daarop aangepast: 2,13 meter. Het geheel weegt meer dan 2,6 ton. Voor de DS-motor van 100 pk is het vast een hele toer de auto in beweging te zetten. Heel veel heeft de president er niet mee gereden, zo'n 7000 kilometer in vier jaar tijd. De meeste afstanden binnen Parijs. In 1972 wordt de DS ingeruild voor een SM. De auto is uitgevoerd in twee kleuren grijs. Het verhaal gaat dat De Gaulle eigenlijk een groene wilde, maar daarvan afzag toen hij hoorde dat de naam van die kleur ‘vert anglais’ was.
 

De auto meet meer dan zes-en-een-halve meter en is meer dan twee meter breed.

Gouden letters en een gouden aangepast merkplaatje op de C-stijl.

Goudkleur
Ook van binnen lijkt deze limousine in niets op een standaard DS. Het dashboard is speciaal ontworpen. Hout en luxe leder bepalen het aanzicht. Opvallend is de halfronde scheidingsruit. De voorstoelen staan veel meer naar voren dan de voordeuren doen vermoeden. De ruimte voor de chauffeur is beperkt. Achterin is het juist ruim toeven. Een opmerkelijk detail is een speciaal ontworpen goudkleurig Citroën-embleem bij de C-stijl. Alles is anders bij deze oppergodin. 
De auto is zo groot, dat het niet lukt op de begane grond een foto van de zijkant te maken. Dat kan alleen vanaf de bovengalerij, maar daar mag de bezoeker niet bij de rand komen. Na een vriendelijk verzoek aan de jongeman bij de kassa krijg ik toestemming om daar even te gaan staan. De aanblik is zo mogelijk nog indrukwekkender.
 

Een indrukwekkende verschijning. Let op de ronde scheidingsruit.

Alleen aan de voorkant is er een gelijkenis met de gewone DS, hoewel alle onderdelen verschillen. Rechts de scheidingsruit.

Van achteren valt pas goed op hoe hoog het bovenste deel van de auto is. 

Majesty
De tweede auto waarvoor ik gekomen ben is de Majesty, een schepping van Henri Chapron voor klanten die een gewone DS te gewoontjes vonden of juist veel te revolutionair. In elk geval mensen die bereid waren flink in de buidel te tasten om een auto op maat te krijgen. Hare majesteit staat achter in het museum, in een chique combinatie van grijs met zwart en samen met nog vier andere modellen. Van dit type bouwde Chapron er ongeveer 25 (over het exacte aantal zijn de deskundigen het niet eens). Aan de voorkant is het duidelijk een DS. Van achteren is er weinig gelijkenis. In plaats van een vloeiende overgang van dak naar kofferklep is het een traditionele sedan. De achterruit staat nogal rechtop. Chapron heeft verder de achterspatborden verhoogd, waardoor kleine vinnen ontstaan. Extra chroom bij de koplampen, een dikke stierstrip op de flanken en een breed sierpaneel aan de onderzijde van de deuren accentueren het exclusieve karakter. Het opgeschroefde typeplaatje doet ronduit klungelig aan.
Deze Majesty mag dan wel minder exclusief zijn dan de presidentsauto, een curiositeit is het zeker. Verstokte DS-liefhebbers moeten er niets van hebben, maar inmiddels moeten hemelse bedragen worden neergeteld voor dergelijke godinnen. Reken maar op zes cijfers voor de komma. Dat is een fabrieks-DS niet waard.
 

De klassiek gelijnde Majesty, door Chapron geschapen.

Ook hier de Chapron-kenmerken: sierstrips op de spatborden en langs de onderzijde van de deuren.

Het typeplaatje is voor op het spatbord geschroefd. Het doet wat klungelig aan.

Van boven is goed te zien hoe de Chapron-vierdeurs afwijkt van het fabrieksproduct.

Bijzondere expositie
Ik kom er achter dat Autoworld en mede-organisator Amicale van Belgische Citroën Clubs hun best hebben gedaan om er een evenwichtige expositie van te maken. Er staan niet zomaar 15 willekeurige DS'en bij elkaar en niet enkel de twee modellen van Chapron zijn interessant. Er is geprobeerd zoveel mogelijk modelvariaties te tonen: berline, break, décapotable, ID, DS, D Super en de drie verschillende neuzen die het model tijdens de twintig productiejaren heeft gekend.
Blikvanger van de show is de Taxi uit de film Back to the Future. Meer gek dan interessant. Daarnaast staan twee rallywagens, waarvan één tot een tweedeurs is omgebouwd. Aan een gele cabriolet (décapotable) loop je ook niet zomaar voorbij. Door het veersysteem is het bij stilstand een echte buikschuiver. Het gaat hier om een model van 1961, één van de eerste van de in totaal 1400 die Chapron in opdracht van Citroën maakte. Opvallend is verder een ziekenauto, een DS23 uit 1973, een creatie van carrosseriebedrijf Heuliez. Aan de lengte van de laadruimte hoefde het bedrijf niets te doen. Die is standaard geschikt voor een brandcard. Alleen het dak werd verhoogd. Hier zorgde het beroemde veersysteem van Citroën voor een comfortabel transport van de zieke.
In de hoek van de Belgische auto’s staat een blauwe DS op een rond podium. Die ereplaats is niet toevallig. Het gaat om een auto die in de Belgische Citroënfabriek in Vorst (Forest op z'n Frans) is gemaakt. De fabriek werd in 1926 geopend en sloot de deuren in 1980.
 

De DS uit de film 'Back tot the Future' én als reclamedrager voor de huidige DS-serie.  

De DS behaalde ook mooier rallyresultaten. Rechts een tot coupé omgebouwde DS.

Een DS 19 cabriolet uit 1961: het eerste jaar dat deze versie werd gemaakt. 

Tussen september 1959 en september 1962 had de DS luchtopeningen boven op de spatborden.   

Familiale en Ambulance, in beginsel dezelfde auto's. De laadruimte was lang genoeg voor een brancard. 

De Break en Familiale hadden altijd een grijs dak en grijze achterklep, alsmede standaard een imperiaal.   

Deze ID19 Confort van 1960 is gemaakt in de Belgische fabriek van Citroën.

Een merkwaardig extra: de klink op de achterklep, onder het Citroën-beeldmerk.

Historie
Op informatiepanelen in het museum staat in het kort de historie van onze jubilaresse. Citroën presenteert de DS op 6 oktober 1955 tijdens de autosalon van Parijs als opvolger van de Traction Avant van 1934. Er is sprake van een revolutie op wielen, zowel wat de techniek als de vorm betreft. André Lefèbvre en Flaminio Bertoni zijn verantwoordelijk voor de creatie. Opzienbarend is het hydraulisch systeem voor stuurinrichting, remmen en vering. Het dak van de auto is van kunststof, net als het dashboard. De vorm is tijdloos innovatief. Al op de eerste dag tekenen 12.000 klanten in op de nieuwe auto. De dagen erna loopt het aantal op tot ongeveer 80.000. Die vraag kan Citroën helemaal niet aan. Bovendien blijkt de wagen veel kinderziektes te hebben. De hydraulische systemen zijn onbetrouwbaar. De auto is te snel ontwikkeld en gepresenteerd. De garages hebben nog geen handboeken. Klanten haken af. Na twee jaar staat de productieteller op 40.000. Later gaat het beter. Als de laatste in 1975 van de band loopt, zijn er ruim 1,3 miljoen gemaakt, met inbegrip van de in 1956 gepresenteerde eenvoudiger versie, de ID. (In de loop der jaren worden beide aanduidingen vervangen door D Spécial en D Super).
 

De ID was de eenvoudiger uitvoering van de DS.

De drie verschillende fronten naast elkaar.   

Op de voorgrond de DS21 Pallas, de luxe uitvoering.  

ID19 uit 1958 en D Special Confort 1972.

Een DS is geen auto, maar een manier van leven. Vele (huidige) berijders denken er zo over.   

Afdeling België
Ter afsluiting van het bliksembezoek aan de zestigjarigen loop ik nog even snel door het museum. Ik sta stil bij de afdeling Belgische merken. Nergens staan er zoveel bij elkaar als hier. Minerva, FN, Imperia, Fondu, Hermes: ze verdienen meer tijd en aandacht dan ik heb. De klok tikt door. De trein missen betekent een uur wachten. Tijdens het congres beweerde één van de inleiders dat de moderne mens de technologie vooral omarmt om meer tijd te hebben. De top van de piramide van Maslow moet worden aangepast. Zijn gelijk is deze middag aangetoond.   
Met de zojuist uitgekomen nieuwe museumcatalogus in de tas ga ik snel terug met de metro naar het station. Het is nog drukker en warmer geworden. De stationsomroeper heeft een dagtaak aan het melden van de vertragingen en perronwisselingen. Voor de internationale reizigers niet alleen standaard in het Nederlands en Frans, maar ook in het Duits en Engels. De perrons zijn afgeladen en even later de wagons. Een eerdere trein was waarschijnlijk een stuk rustiger geweest, denk ik dan. Maar de ontmoeting met de twee godinnen is het ongemak meer dan waard.


Lees ook:
Achtergrondverhaal: Citroën-modellen van Henri Chapron
Overzicht van aantallen en modellen DS-variaties van Chapron
Eerder bezoek aan Autoworld
Foto's van de Belgische auto's in musea, waaronder Autoworld

 

  Aanvulling: bijeenkomst DS-club Nederland in Den Haag - april 2015

 

Een bijeenkomst van de DS-club in Den Haag. Tientallen auto's op een rij.

De neus van de eerste generatie.

Verschillende jaargangen waren aanwezig, van vroege tot de jongste uitvoeringen.

De neus van de tweede generatie, met en zonder extra verstralers.

De neus van de derde generatie, met de lampen achter glas. De middelste lampen draaiden mee met het stuur.

De Break/Familiale volgden wat de voorkant betreft de berline-modellen.

Deze stationcar is een Amerikaanse uitvoering, met een gewijzigd front. Koplampen achter glas waren niet toegestaan.

Ook deze cabriolet heeft een Amerikaanse neus.

Sommige liefhebbers zetten hun DS er gekleurd op. Het paars was geen fabriekskleur.