Autotron
Exclusive
Rosmalen
●
Verkoop luxe auto's
●
Twee bijzondere klassieke Spykers
●
Herinneringen aan vroeger
●
Peking-Parijs 2005
●
Recordrace 1922
april 2021
Weer terug in de familie
Twee bijzondere klassieke auto’s met een verhaal. In coronatijd met gesloten
musea en zonder manifestaties, laat je een uitnodiging om ze te gaan bekijken
niet schieten. Zeker niet als het gaat om Nederlands erfgoed dat staat te
pronken tussen exclusieve luxe auto’s. De bestemming is Autotron Exclusive in
Rosmalen. Het blijkt ook een reis in de tijd te zijn, met goede herinneringen
aan eerdere bezoeken.
 |
Om kwart voor tien op vrijdagmorgen parkeer ik mijn alledaagse familieauto voor
de deur van het fraaie pand, achteraan op het terrein. Het is er stil. De
showroom is vanwege corona alleen op afspraak geopend. Voorbij de automatische
deur sta je in een wereld die ver is verwijderd van de alledaagse. In elk geval
de mijne. Hier staan uitsluitend auto’s van
topklasse, smetteloos te blinken. Hun merknamen dwingen zelfs buiten
kenners- en liefhebberskringen ontzag af: Rolls-Royce, Bentley, Lamborghini,
Ferrari, McLaren en natuurlijk de Duitse premiummerken. Ze zijn allemaal
gebruikt, maar zien eruit als nieuw. De term tweedehands is misplaatst en doet
afbreuk aan de kwaliteit van het aanbod. Het Britse pre owned is veel
toepasselijker. In het Nederlandse zou ‘ingereden’ een mooi begrip zijn. Zo hebben
bijvoorbeeld de elektrische Audi's E-tron maar weinig kilometers op de teller staan.
Bij één is het niet meer 1100. Sinds twee jaar bedient
Autotron Exclusive de markt van exclusieve auto’s met een bijpassend
prijskaartje. Het bedrijf timmert niet hard aan de weg. Dat is niet nodig.
Geïnteresseerden weten de weg naar Rosmalen goed te vinden.
 |
Voorbij de deuren van
Autotron Exclusive (AE) kom je in een andere wereld.
Het bedrijf biedt een
keur aan exclusieve auto's aan.
De Mercedes-Benz S63
AMG is 7 jaar oud, de Audi's E-tron zijn allemaal jong.
Sportwagens die tot de
verbeelding spreken: McLaren, Lamborghini, Ferrari en Porsche.
Hoewel van 2005 ziet
de Ferrari F430 4.3 V8 Spider er uitstekend uit. Er staat maar ruim
50.000 km op de teller.
Bentley Continental GT
en GTC.
Deze Bentley Bentayga
4.0D is op het moment van het bezoek al gereserveerd voor een klant.
De Bentley Flying Spur
W12 is ruim een jaar oud en heeft 7600 kilometer op de teller staan.
Er staat niet vaak een
Rolls-Royce Dawn in de showroom van AE.
Libéma
De ontvangst door Mark Albada Jelgersma is hartelijk en gastvrij. Uiteraard
coronaveilig, dus handen schudden laten we achterwege. Mark (‘zullen we je en jij
zeggen’) is manager van Autotron Oldtimerproducties. Die activiteit is net als de
autohandel onderdeel van de groep ondernemingen van de familie Lips met de naam
Libéma. Volgens de website ‘één van de grootste leisure concerns van Nederland’.
Het bedrijf kent drie divisies: attractieparken, vakantieparken en beurzen &
evenementen. De naam Libéma mag misschien niet zo bekend zijn, de locaties zijn
dat zeker wel. Wie kent niet de Beekse Bergen, de Brabanthallen in
’s-Hertogenbosch en het Luchtvaartmuseum Aviodrome in Lelystad? Voor veel mensen
is de naam Autotron nog altijd synoniem voor een automuseum, eerst in Drunen en
later in Rosmalen. Geregeld kijken mensen verbaasd als je zegt dat het museum
al bijna twintig jaar niet meer bestaat. Kenners verbinden de naam Autotron
inmiddels aan beurzen en evenementen zoals British CARS and Lifestyle. De
volgende staat gepland voor 11 en 12 september.
 |
Van het museum in Drunen
stamt de naam Autotron.
De collectie
klassiekers van Max Lips kreeg een onderkomen in het door Anton Pieck
getekende complex.

Promotiefoldertjes van
het Autotron van weleer.
Max Lips
Ik ken beide museumlocaties nog van vroeger. Verscheidene keren ben ik er
geweest, als middelbare scholier en student in Drunen en later met de kinderen
in Rosmalen. Het door Anton Pieck ontworpen complex in Drunen was het sfeervolle
onderkomen van de collectie antieke en klassieke auto’s van
scheepsschroevenfabrikant Max Lips (1913-1986). Lips was al jong geïnteresseerd
in auto’s. Hij zou na zijn technische opleiding aan de slag gaan bij de
toenmalige Fordfabriek in Amsterdam, maar kreeg de taak het kwakkelende
familiebedrijf te redden. Dat lukte. De liefde voor auto’s verdween echter niet.
Het werd niet zijn werk, maar wel een hobby. Hij bouwde een fraaie collectie oldtimers op. Anderen kregen de gelegenheid ervan mee te genieten in zijn museum Autotron.
Voor een gezonde exploitatie bleek uitbreiding nodig. Er moesten attracties
omheen komen om blijvend voldoende bezoekers te trekken. In Drunen was dat niet
mogelijk. Er kwam in 1987 een nieuwe museum- annex evenementenhal in Rosmalen, als
onderdeel van een veel ruimer complex. Dat gebouw is er nog steeds, vlak naast
de showroom. Mark heeft er zijn kantoor.
 |
Na de verhuizing naar
Rosmalen stonden de auto's in deze evenementenhal.
Herinneringen
Toen ik net het terrein op reed, kwamen
herinneringen boven. Tot de fraaie collectie van Max Lips behoorden onder meer
een aantal oude Nederlandse auto’s van het merk Spyker. In mijn plakboeken
zitten nog oude ansichtkaarten die het Autotron destijds uitbracht van de
verschillende modellen.
Ik herinner me verder in Drunen de Mercedes-Benz SS te hebben gekocht die in
mijn vitrinekast staat. Nummer 16 van de serie Models of Yesteryear. Ik heb er
toen 4,95 gulden voor betaald.
Bij het vijfjarig bestaan van Autotron in 1977 bezochten we de speciale tentoonstelling rondom het merk
Spyker. Het middelpunt was de Gouden
Koets, veilig achter glas. Het zijn dierbare herinneringen.
Uit het archief:
impressies van het Autotron in Drunen.
De Spyker 20/28 pk in
het museum in Drunen. Het was toen niet ongewoon nog zwart-wit foto's te maken.
Van deze auto liet
Autotron ook ansichtkaarten maken. De auto had toen nog een voorruit.
In 1972 kocht ik bij
de winkel van het Autotron voor f 4,95 de Mercedes-Benz van Matchbox.
Links: de Gouden Koets in
1977, rechts de voorkant van de museumcatalogus.
Schotte
In 2002/2003 werd het automuseum afgestoten. Max Lips’ zoon Dirk had de taak
Libéma als familiebedrijf gezond en florerend te houden. Het museum paste niet
in het ondernemingsplaatje. De collectie werd verkocht. Het grootste deel kwam
in handen van Evert Louwman. Hij verkocht de meeste auto’s, maar behield de
topstukken, waaronder de Spykers. Ze staan nu in zijn museum in Den Haag. Eén
Spyker, een Double Phaeton 20/28 pk 1907, ging echter naar ondernemer Stijnus Schotte
in Nieuwerkerk aan den IJssel. Ook hij had een bijzondere band met het
Nederlandse merk en zette de wagen in zijn kleine museum 'De Autostal'.
Jaren later verwierf hij een tweede Spyker. Hij wist dat er ergens
in Frans Guyana nog eentje in een container stond, ver van de bewoonde
wereld. Toen hij erachter kwam waar het precies was, nam hij het vliegtuig en
reisde ogenblikkelijk naar Latijns-Amerika. Hij kocht de auto - of liever: wat
daarvan over was - en liet hem naar Nederland brengen. De Spyker was het
pronkstuk van het Concours d’Elégance bij paleis Het Loo in 2012. Schotte was er
trots op en liet er zelfs een boekje over maken. Hij verkocht de auto niettemin
in 2013 aan Andries Jans, ook een Spyker-liefhebber en eigenaar van een C4. Jans
restaureerde de Spyker en showde de auto twee jaar later op het Concours in
Apeldoorn.
 |
 |
In 2012 kwam wijlen Stijnus
Schotte met zijn twee Spykers (hierboven en hieronder) naar Het Loo.
Deze Spyker is later
gerestaureerd door Andries Jans.
De Spyker anno 2021.
Ereplaats
Na het tragisch overlijden van Schotte in 2015 kreeg Dirk Lips de mogelijkheid
in het bezit te komen van de Spyker 20/28 pk uit de voormalige collectie van
zijn vader. Het eerdere noodzakelijke en resolute afscheid had toch pijn gedaan.
Hij greep de kans om de auto weer terug in de familie te brengen. De eerdere
passie van Max Lips werd weer tastbaar. Letterlijk. De auto heeft nu een
ereplaats in de showroom van Autotron Exclusive, het bedrijf van Max Lips’
kleinzoon die ook Dirk heet. Het ondernemerschap zit in het bloed, net als de
autoliefde. Hij wilde een eigen, mooie showroom vol luxe auto’s en kreeg de kans
die droom te realiseren. Mogelijk staan hier de klassiekers van de toekomst. Wie
zal het zeggen? Er is trouwens nog een tweede Spyker uit het vroegere
Autotron-museum. Een derde, een replica van een vrachtwagen, staat in het
Aviodrome. Zodra het weer mogelijk is, ga ik ook daarnaartoe.
Een ereplaats voor de
Spyker 20/28 pk uit (vermoedelijk) 1907.
Erfgoed
De Spykers in het Louwman Museum ken ik goed. Ik krijg nu de gelegenheid de twee
andere opnieuw eens goed te bekijken. Met Mark deel ik de belangstelling voor
klassiekers. Onze gemeenschappelijke interesse leidt tot mooie gesprekken aan de
bar in de showroom. De cappuccino smaakt voortreffelijk. Er zijn geen andere
bezoekers. Tegen het middaguur is er een afspraak voor de aflevering van een
open Bentley. Op de voorruit wordt een grote strik gelegd. Zo’n aanschaf is toch
iets bijzonders en dat mag ook zichtbaar zijn. We stellen intussen vast dat voor
ons persoonlijk het mobiele erfgoed aantrekkelijker is dan de glimmende bolides
om ons heen, hoe verfijnd en perfect die ook zijn. De oude auto’s zijn de reden
voor zijn overstap, een paar jaar geleden, van de wereld van de IT naar de
oldtimer-evenementen. ‘Ik heb van mijn hobby mijn beroep kunnen maken’, zegt
hij. Het klinkt als een cliché, maar dat is het niet. Je voelt zijn
enthousiasme, bijvoorbeeld als hij voorstelt de motor van de Double Phaeton te
laten horen. Het is nog lang geen twaalf uur, dus het kan wel even. Je weet
immers niet of klanten die hun auto komen ophalen, het geluid en de geur op
prijs stellen.
 |
 |
De auto is na
omzwervingen terug in de familie.
De rood-wit-blauwe
tankjes verwijzen naar de beschildering die Schotte liet aanbrengen.
Slangenkop
Hij draait de benzinekraan onder de achterbank open, zet de ontsteking goed en
slingert de motor aan. ‘Dat is zo’n lekker gevoel.’ Het kost weinig inspanning.
De motor slaat vrijwel direct aan en de vier cilinders tokkelen dat het een
lieve lust is. Meer dan honderd jaren lijken geen enkele invloed te hebben gehad
op de techniek. Goed, de auto trilt wat meer dan eentje van de 21e eeuw. De tong
van de slangenkop die als claxon dient, lijkt tot leven te komen. Het klinkt
voor de adept bijna als muziek in de oren. De motor loopt als een zonnetje. Hier
kun je wel een blokje mee om. Als de gelegenheid zich voordoet, doet Mark dat
ook. Zo reed hij in 2018 bij de jaarlijkse oldtimerdag door Lelystad met de
burgemeester achterin. Het was een mooie ervaring. Je moet er als chauffeur wel
je hoofd bij houden. De pedaalopstelling is afwijkend: de rem zit rechts en het
gaspedaal in het midden.
De ronde radiateur was
kenmerkend voor Spykers van voor de Eerste Wereldoorlog.
Mark Albada Jelgersma
laat met enthousiasme het geluid van de motor horen.
De Spyker is destijds
in Londen afgeleverd.
In 2018 maakte hij een
rit door Lelystad met onder meer de burgemeester als passagier.
Huzarenstukje
Spyker had de naam een kwaliteitsproduct te zijn. In 1907 nam de Fransman
Charles Godard met de Nederlandse auto deel aan de monsterrit van Peking naar
Parijs. Wegen waren er nauwelijks. De tocht ging door de woestijn en andere
onherbergzame gebieden. Vier equipes haalden de finish, waaronder de Spyker. Die
auto bestaat niet meer. (De winnende Itala nog wel; die staat in het automuseum
in Turijn.)
Met de Spyker die nu roffelend voor ons staat, herhaalde Stijnus Schotte in 2005
het huzarenstukje. Hij reed de 16.000 kilometer samen met Rob Spyker, mogelijk
een ver familielid van de autobouwers van toen, hoewel de familienaam Spijker
was. Hij woont in Nieuw Zeeland en heeft zelf ook een Spyker. Schotte en hij
deden twee maanden over de tocht. In 2005 waren de wegen natuurlijk een stuk
beter dan een eeuw eerder, maar toch. Ga er maar eens aanstaan. De Spyker deed
het zonder grote problemen.
Uit het archief
opgedoken: een krant van 17 mei 2005 over de rit Peking-Parijs.
In een vitrine ligt
een boek waarin de Peking-Parijs-tocht van 2005 staat beschreven.
Tent
Met een knipoog naar de historie had Schotte de Spyker rood-wit-blauw
geschilderd. Godard had de strepen er destijds verticaal laten opzetten, zodat
het ook de Franse vlag was. Ik kan me nog herinneren dat Lips bij de
tentoonstelling over 5 jaar Autotron in Drunen de Spyker ook op deze manier had
uitgedost. Helaas heb ik er geen foto van; ik moet het doen met de beelden in
mijn hoofd. Achterop was een ‘tent’ gezet, zoals Godard dat ook had gedaan.
Schotte deed hetzelfde in 2005. Zijn tent is er nog steeds en staat ergens bij
Lips in de berging.
Mark legt de Spyker het zwijgen op. De motorkap gaat weer dicht. Zodra het weer
kan, komt de klassieker weer tot leven. Dan rijdt hij graag met de auto naar
buiten om deel te nemen aan een manifestatie. Het is mooi dat de auto na een
aantal omzwervingen weer terug is in de familie. Als een waardevolle antieke
kast in een modern huis past hij prima in deze omgeving. Er is eigenlijk maar
één fundamenteel verschil met alle andere auto’s hier: deze is niet te koop!
 |
Rechts op de foto de
auto van Godard. Lees
hier meer
over de race Peking-Parijs uit 1907.
Ansichtkaarten uit
1907 die Godard verstuurde om zijn prestaties te memoreren.
Racer
We lopen naar de tweede Spyker, even verderop. Het blauwe, gestroomlijnde
gevaarte staat hoog op de poten. Anders dan de Double Phaeton is dit een
reconstructie. Chassis en motor zijn hoogstwaarschijnlijk origineel, maar de
carrosserie is nagemaakt door de mensen van het Autotron in Drunen. Op het
chassis zit nog het metalen plaatje met een nummer dat verwijst naar de
inventarislijst van de Max Lips-collectie. Van deze auto heb ik nog een foto
en een ansichtkaart van vroeger. Het is
minstens 25 jaar geleden dat ik de wagen voor het laatst zag. Dat is niet
helemaal toevallig. Ook deze C4 racer uit 1921 behoorde tot de boedel die
Louwman overnam van Lips. Evert Louwman is kritisch als het om originaliteit
gaat. Deze Spyker vond hij niet goed genoeg voor zijn museum. De auto bleef in
opslag, net als de nagemaakte Spyker-vrachtwagen. Lips kreeg de kans ze terug te
kopen. Daar kunnen we blij om zijn. Want reconstructie of niet, het is mooi dat
de racewagen voor liefhebbers nu weer te bekijken is. Het origineel was namelijk
niet zomaar een auto.
 |
 |
Links een
ansichtkaart, rechts een foto van de Spyker Racer in het Autotron in
Drunen.
Ook deze auto is weer
terug in de familie en staat nu opnieuw in Rosmalen.
De carrosserie is
destijds door de mensen van het Autotron opnieuw gemaakt.
Evert Louwman vond de
wagen niet origineel genoeg voor zijn museum.
Blik op het sobere
dashboard en het beeldmerk op het chassis.
Het chassis van de
auto is nog origineel.
De motor (van Maybach)
moet eerst gereanimeerd worden om tot leven te komen.
Record
In een artikel van autokenner Wim Oude Weernink is meer over de historie te
lezen. Op 19 juli 1922 verbrak Selwyn Francis Edge (1868–1940) na 15 jaar op het
Britse circuit van Brooklands zijn eigen 24-uurs record. In 1907 reed hij - als
verkoper van het merk - met een Napier om de kwaliteit te bewijzen. Inmiddels
was hij directeur van het automerk AC geworden, maar dat had geen model waarmee
hij de uitdaging kon aangaan. Hij koos voor een Spyker, een merk met een goede
naam op gebied van kwaliteit en betrouwbaarheid. De auto had een zescilinder
motor van Maybach. De keuze was pikant. Napier en Spyker hadden namelijk
jarenlang strijd gevoerd over de vraag wie de eerste zescilinder had gebouwd.
(Het was Spyker. Die auto staat nu in het Louwman Museum.) Edge reed met de
Spyker C4 het oude uurgemiddelde van 65,9 mijl aan flarden en noteerde 74,27
mijl (bijna 120 km/u). De afgelegde afstand bedroeg 2860 kilometer.
Mark opent de motorkap nadat hij de leren riemen heeft losgemaakt. Even
aanslingeren is niet aan de orde. Het hart van deze auto zou moeten worden
gereanimeerd om weer tot leven te komen. Misschien gebeurt dat ooit nog eens.
Het stilleven is er niet minder indrukwekkend om.
 |
 |
S.F. Edge en de Spyker
C4 Racer in 1922, klaar om zijn eigen oude record te verbreken.
Mercedes
We zijn inmiddels ruim anderhalf uur verder. Herinneringen aan vroeger en
ervaringen over bijzondere klassiekers zijn uitgewisseld. De geur van de
Spykermotor is inmiddels weggetrokken. We gaan nog even naar boven, waar een
klassieke Delage staat. Daarachter een Mercedes-Benz 220 Cabriolet uit 1957.
Mark weet te vertellen dat met name de kleur bijzonder is. Dat maakt de auto
letterlijk uniek. Max Lips had de kleur gezien op een ander model en wilde dat
ook. Mercedes gaf te kennen dat deze lak niet op dit type leverbaar was. ‘Dan
geen deal’, zou Lips hebben gezegd. De leverancier ging overstag; de auto werd
alsnog naar de wens van de klant geleverd. De cabriolet staat symbool voor de
liefde voor exclusieve auto’s die in de familie als een genetische eigenschap is
doorgegeven.
Hoewel de anti-coronavaccinaties minder snel gaan dan de rondjes van Edge, hoopt
Mark Albada Jelgersma in de loop van het jaar toch weer evenementen rond oude
auto’s te kunnen organiseren. Ik hoop het met hem. Deze ochtend werd het gemis
aan musea en bijeenkomsten even goedgemaakt. Met dank aan de Hollandse
gebroeders Spijker, drie generaties Lips en een bevlogen organisator.
■
 |
Boven staan nog een
paar oude auto's, waaronder deze Delage D0 uit 1921.
De grote hobby van
(groot)vader Max Lips is weer voor een deel te voelen.
Een Mercedes-Benz 220
cabriolet met unieke kleur.
De auto is destijds
speciaal voor Max Lips in deze uitvoering afgeleverd.
Autotron Exclusive
maakt deel uit van het grote complex in Rosmalen.
 |
Uit de oude doos
Een verhaal met plaatjes
van heel lang
geleden; herinneringen aan onder meer
bezoeken aan automusea van destijds.
mei
2010
|
 |
 |
Klassieke Spykers
Overzicht van alle nog
bestaande
klassieke Spyker-automobielen
(voor zover bekend).
|
 |
|