Autostadt
en Volkswagen-fabriek
Wolfsburg (D)
●
Hernieuwd bezoek aan themapark
●
Kort fabrieksbezoek
●
Veel werk in uitvoering
●
Museum ZeitHaus
●
Vergelijking met eerdere bezoeken
november 2011, aanvulling
februari 2012
Volkswagens vitrine in de revisie
Het themapark Autostadt, letterlijk naast de
Volkswagenfabriek in Wolfsburg, bestaat elf jaar. De permanente manifestatie
over automobiliteit heeft in die tijd meer dan twintig miljoen bezoekers
getrokken. De toeloop naar het prestigieuze paradepaardje van Europa’s grootste
autoproducent is nog altijd groot. Voor klanten, liefhebbers en geïnteresseerden
is er van alles te zien en te doen, mits er interesse voor auto’s is. Wil je
echter ook op lange termijn aantrekkingskracht houden, moet je vernieuwen en bij
de tijd blijven. Is een bezoek aan het park ook een tweede of derde keer nog de
moeite waard?
Om die vraag uit eigen ervaring te kunnen beantwoorden, gaan we opnieuw op pad.
Opnieuw
zetten we koers richting Wolfsburg, bakermat van Volkswagen.
Op het parkeerterrein staat een
grote glazen vitrine met daarin een lichtblauwe Volkswagen Golf van de eerste
generatie. Even verderop staan nog twee van die doorzichtige dozen. De ene
omhult een oranje NSU Ro-80, de andere een Volkswagen 1-Liter auto, een
zilvergrijs, futuristisch ogend studiemodel. Een bordje geeft tekst en uitleg.
Ze maken deel uit van een serie design-iconen van 125 jaar autohistorie. Bij
eerdere bezoeken stonden ze er nog niet. Het idee is niet origineel. We zagen
het eerder in de parkeergarage van het Mercedes-Benz-museum in Stuttgart. Het
blijft niettemin een bijzonder gezicht en in de open lucht spreekt het nog wat
meer aan. Bovendien is het een mooi symbool. Autostadt is immers één grote
vitrine waarmee het Volkswagenconcern zich met al zijn merken en technologie wil
presenteren. Bij de ingang staan elektrische Golfs. Wie belangstelling heeft kan
er gratis een half uur mee toeren om te ervaren hoe het rijden zonder
verbrandingsmotor aanvoelt.
 |
 |
Een eerste generatie Golf in de
vitrine en een nieuwe Beetle op straat.
De NSU R0-80 is zeker een
stijl-icoon met zijn revolutionaire vorm.
Ziet zo de (verre) toekomst er
uit?
De L1 kan 100 kilometer rijden op
één liter brandstof.
Nabije toekomst: elektrische
Golfs, klaar om er een proefrit mee te maken.
Bouwactiviteiten
Sinds vorig jaar hoort ook Porsche tot de VW-familie. De overname heeft
juridisch en financieel nog wel wat haken en ogen, maar dat is slechts een
kwestie van praktische uitwerking. De inlijving leidt tot bouwactiviteiten in
het themapark. Het sportwagenmerk uit Stuttgart krijgt er net als de andere
VW-dochters een eigen paviljoen. Er staan nog meer veranderingen op stapel,
vertelde Thomas Sevcik (zie bijlage onderaan) van adviesbureau Arthesia eerder
dit jaar tijdens een ontmoeting in Brussel. Hij is één van de geestelijke vaders
van het park en nog altijd nauw betrokken bij het projectmanagement. Enkele
keren per maand gaat hij naar Wolfsburg om te spreken over vernieuwingen. Wat
die veranderingen zijn, mocht hij nog niet vertellen. Dat er frequent op
directieniveau wordt vergaderd over de stand van zaken en de ontwikkelingen,
onderstreept dat men het project uiterst serieus neemt. Het draagt in
belangrijke mate bij aan de reputatie van het concern.
 |
 |
Verkeersborden en wegwijzer
behoeven geen verdere toelichting.
Achter deze kunstige muur wordt
gewerkt aan het toekomstige Porsche-paviljoen.
Een kunstijsbaan en skihelling
moeten Autostadt ook in de winter aantrekkelijk maken.
Werk
Door de werkzaamheden heeft de halte van het autotreintje voor het
fabrieksbezoek moeten wijken. Op die plaats staat nu een kunstig bewerkt houten
hek dat de bouw aan het zicht onttrekt. Ook elders is men aan het werk. Het
paviljoen Premium Clubhouse en anderhalve etage van het museum ZeitHaus zijn
tijdelijk gesloten voor publiek. De aanleg van een kunstijsbaan en skihelling
behoren tot het jaarlijkse ‘winterklaar maken’ van het park. In zomer en winter
moeten gasten zich immers aangenaam kunnen vermaken. Maar er is meer dan puur
vermaak. Je kunt meer te weten komen over het ontwerp en de ontwikkeling van een
auto. Historische modellen brengen de geschiedenis tot leven. Er zijn
informatiestands over veiligheid, duurzaamheid en milieu. Filmzaaltjes, de
merkenpaviljoens, een weg met uitleg over verschillende soorten bestrating, twee
glazen torens met honderden auto’s die staan te wachten op aflevering, winkels
met accessoires, schaalmodellen en een uitzonderlijk uitgebreide collectie
autoboeken, eetgelegenheden, een binnenverkeerstuin voor kinderen, het
automuseum en een buitenterrein om SUV’s onder extreme omstandigheden te
beproeven: ze vormen in combinatie met elkaar het gouden recept. Het centrale
begrip is beleveniscommunicatie. Bezoekers leggen er moeiteloos vijftien euro
entreegeld voor neer. Wie aan één dag niet genoeg heeft, mag tegen gereduceerd
tarief een tweede dag terugkomen. Aan alles is zorg besteed. Het gras in het
park is overal keurig kortgeknipt als bij de best verzorgde tuinen van Britse
landhuizen. Op de wandelpaden ligt nog geen papiertje. Het onderhoud is
voorbeeldig. Opvallend is het grote aantal medewerkers. Een gastvrije houding is
verplicht. De klant is koning en prestige mag wat kosten.
 |
Waterpartijen maken een
belangrijk onderdeel uit van het themapark.
Op de achtergrond de vier
schoorstenen van de energiecentrale van de Volkswagenfabriek.
Het Škoda-paviljoen.
Herfstkleuren maar toch ook nog
veel groen als wij Autostadt begin november bezoeken.
Ook in het park staan enkele
auto's in hun glazen vitrines, zoals een Bentley 1933.
Een Cisitalia in de buurt van het
museum.
Deze machine freest een model van
de Volkswagen Polo.
Onderdeel van het ontwerpproces
van een auto is een kleimodel op ware grootte, hier deels beplakt met folie.
Het kleimodel geeft en indruk hoe
een nieuwe auto er uit gaat zien. Op basis hiervan wordt een besluit genomen.
De hoge van het KonzernForum is
18 meter hoog, de wereldbol heeft een doorsnee van 13 meter.
In de centrale hal zijn ook
enkele eetgelegenheden aanwezig.
Hart
Het kloppend hart van het park is het KundenCenter. Dagelijks worden hier
vijfhonderd nieuwe auto’s overgedragen aan hun kopers. Eén op de drie nieuwe
Volkswagens in Duitsland wordt niet bij de plaatselijke dealer, maar hier in
Autostadt afgeleverd. Gezinnen maken er een dagje uit van. Een groot aantal
knoopt er een nachtje in het vijfsterren RitzCarlton-hotel op het terrein aan
vast. Als in een station of vertrekhal geven grote elektronische borden aan wie
volgens het afleverspoorboekje op welk moment waar moet zijn. Bij dergelijke
aantallen mag het natuurlijk niet in het honderd lopen.
Boven de hal van de afleveringen ligt de grote showroom met de nieuwste
modellen. Vooraan staat prominent Volkswagens nieuwste troefkaart, de Up! Even
verder staat een andere noviteit, de nieuwe Beetle – zonder New – die de oude
New Beetle opvolgt. Van de andere geshowde modellen werpt een Passat een smet op
het Wolfsburgse blazoen. De deur piept erger dan bij een verwaarloosde
klassieker. Zelfs perfectie kent zijn grenzen.
 |
 |
Het KundenCenter, waar kopers hun
nieuwe auto kunnen ophalen.
Een elektronisch bord geeft het
'spoorboekje' van de aflevering aan.
Zo'n 500 klanten per dag krijgen
hier de sleutels van hun nieuwe auto.
De allernieuwste Volkswagen, de
Up!
Het begrip volkswagen moet
hiermee weer invulling krijgen.
In de showroom staan de nieuwste
modellen, waaronder de Beetle.
Fabriek
Autostadt biedt bezoekers de kans een kijkje in de fabriek te nemen. Eerst was
dat een kwestie van in de rij gaan staan, als bij een attractie in De Efteling.
Dat is veranderd. Er is nu een rooster met reserveringen. Natuurlijk maken we
van het aanbod gebruik. Om vier uur ’s middags zijn er nog enkele plaatsen.
Mensen die hun auto komen ophalen, krijgen voorrang boven toeristische gasten.
Zo is er daags na ons bezoek voor toevallige passanten geen enkele mogelijkheid
een Werkstour mee te maken.
Vertrekpunt is de kade langs het Mittellandkanaal, vlak voor het achttien meter
hoge KonzernForum. Een boot brengt de gasten in een paar minuten naar het
naastgelegen fabrieksterrein. We stappen over op het autotreintje dat we nog
kennen van voorgaande keren. Het is nummer 3 van een serie van twaalf. Gids
Sabrina Reinke vraagt de veiligheidsriemen vast te doen en verklaart nog eens
nadrukkelijk dat fotograferen of filmen ten strengste verboden is. Dat heeft
twee redenen: bedrijfsspionage en inbreuk op de privacy van de werknemers.
Daarna steekt ze direct van wal met haar informatieve verhaal over fabriek en
productie.
 |
Het gebouw van het KonzernForum
ligt aan het Mittellandkanal.
De nabijheid van het kanaal was
destijds een belangrijke reden de fabriek hier neer te zetten.
Deelnemers aan het fabrieksbezoek
moeten zich aan de kade melden.
Zicht op het KonzernForum en het
museum ZeitHaus vanaf de boot.
Op de rechterfoto de
voetgangersbrug die Wolfsburg verbindt met Autostadt.
Monument
De oudste fabriek is in 1938 gebouwd, in de oorlog voor een groot deel verwoest
en daarna uit de as herrezen. Het gebouw is 1,3 kilometer lang (!) en 300 meter
breed. De gevel van rode baksteen is een beschermd monument en mag niet worden
veranderd. Gelukkig geldt dat niet voor de inrichting. Die moet immers voldoen
aan de laatste stand van de techniek om kosteneffectief te kunnen produceren.
Zeker tegen de achtergrond van de niet geringe loonkosten in de Duitse
industrie.
Een tweede reeks gebouwen van 2,3 kilometer lengte stamt uit de jaren vijftig.
Het complex als geheel meet 6,5 vierkante kilometer, waarvan 1,6 is bebouwd. De
totale lengte van alle straten is 70 kilometer. Er ligt eenzelfde lengte aan
spoorrails binnen de poorten. De grootste autofabriek van Europa biedt op deze
locatie werk aan 48.000 werknemers, waarvan de helft in de productie. Daar wordt
gewerkt in drie ploegen, vijf dagen per week. Naast alle fabrieken en kantoren
zijn er talrijke voorzieningen op het terrein: brandweerkazernes, ziekenboegen,
een drukkerij, twee helikopterplatforms, 16 bedrijfsrestaurants en een enkele
bedrijfsscholen. Er worden hier niet alleen complete auto’s gemaakt, maar ook
halffabricaten.
De kunststoffenfabriek maakt onderdelen voor alle andere fabrieken van het
concern, verspreid over de wereld. Volkswagen heeft 62 vestigingsplaatsen, meldt
Sabrina.
Hier in Wolfsburg worden de Golf, Golf Plus en Touran gemaakt. De Passat komt
uit Emden, de Phaeton uit Dresden en de Cabriolet uit Osnabrück, uit de vroegere
fabriek van Karmann. De rest van de modellen komt van buiten Duitsland, in of
buiten Europa. De geboorteplaats van de Fox is Brazilië, van de Jetta, Golf
Variant en Beetle Mexico. In Spanje maakt Volkswagen de Polo, in Portugal de
Sharan en in Bratislava de Up! en de Touareg. Het merk heeft nog een paar andere
modellen, maar die komen in Sabrina’s opsomming niet voor.
 |
 |
De Golf Cabrio komt uit Osnabrück,
de Sharan wordt in Portugal gemaakt.
Eindmontage
Het treintje rijdt Halle 54 in en gaat direct omhoog naar de eerste verdieping.
De verklaring van het nummer is eenvoudig: dit is het 54e gebouw dat gereed
kwam, in 1983 geopend voor het maken van de Golf. Nu vindt er de eindmontage van
de Golf VI plaats. De auto’s komen binnen vanuit de lakstraat. Nadat de
carrosserie is gespoten, krijgen ze eerst de rubbers bij deuren en achterklep.
“Een auto”, legt Sabrina intussen uit, “bestaat uit 6000 onderdelen, waarvan 450
metaaldelen. De montage kost zo’n 6,5 uur”. Robots bepalen het beeld. Na de
rubbers komt het dashboard. Het wordt als één geheel aangeleverd. Zelfs de
contactsleutel zit al in het startslot. De gids wijst op het grote vel papier
aan de binnenkant van de motorkap. “Daar staan de specificaties op, de wensen
van de klant. Zo kan iedereen zien en controleren hoe de auto moet worden”. Er
zijn talloze motoren, kleuren, uitvoeringen en extra accessoires leverbaar. Vele
landen stellen eigen technische eisen, waardoor modellen in details van elkaar
kunnen verschillen. Volkswagen exporteert naar 150 landen. In 58 daarvan is nog
sprake van links verkeer en dus rechtsgestuurde auto’s. In totaal zijn er
260.000 variaties. Zo’n tien keer per jaar zijn twee auto’s exact gelijk. De
gids wijst tussendoor op een Golf GTI, herkenbaar aan de rode remklauwen.
 |
Ook in de showroom is de Golf GTI
te herkennen aan de rode remklauwen.
Nationaliteiten
Hoewel robots het meeste werk van de mens hebben overgenomen, is het handwerk
nog niet verdwenen. Er wordt gewerkt in teams van twintig mensen. Eén op de zes
productiemedewerkers is vrouw. Er zijn 79 nationaliteiten binnen de muren. De
teams hebben steeds zestig seconden de tijd om een bepaalde taak te verrichten.
Daarna gaat de auto naar een volgend station. De lopende band gaat hier trouwens
achteruit. Niet dat het wat uitmaakt, maar het gaat tegen je gevoel in.
Zoals in elke moderne autofabriek kunnen de auto’s omhoog en omlaag om het werk
voor de medewerkers te vergemakkelijken. Op enig moment hangen ze in grote
grijpers waardoor ze over hun lengteas kunnen draaien. Zo kom je gemakkelijk bij
de onderkant.
Natuurlijk staat het treintje stil bij het huwelijk, die Hochzeit, het
samenkomen van koetswerk en techniek. Een levenlang bij elkaar, tot de sloop hen
scheidt. Bij iedere rondleiding is dit een gedenkwaardig moment. Geen jurk, geen
boeket, geen taart, maar wel getuigen. De huwelijksvoltrekking is een kwestie
van dertig seconden en gaat volautomatisch. De mens is er voor de controle van
de robots die controleren. Ook het inleggen en lijmen van de ruiten is
geautomatiseerd. Aan het inleggen van het reservewiel – voor zover de klant dat
heeft besteld – en het monteren van de wielen komt geen mensenhand meer te pas.
Wie het voor de eerste keer ziet, is onder de indruk. En dat is nou precies de
bedoeling.
 |
 |
De krachtcentrale met het
Volkswagen-vignet prominent op de gevel.
Tunnelbuis
De auto’s die de Halle 54 verlaten, zijn voor 95% af. Er resten nog wat kleine
zaken als het aanbrengen van merk- en typeplaatjes en – niet onbelangrijk – de
eindcontrole. Dan zijn de auto’s klaar voor de klant. 60% verlaat het
fabrieksterrein per trein, 20% per vrachtwagen en 20% wordt hier in Wolfsburg
opgehaald. In dat geval gaan ze via een glazen tunnelbuis hoog boven de weg naar
één van de twee glazen torens van Autostadt. Daar blijven ze maximaal drie dagen
logeren.
De rondleiding is bijna ten einde. Sabrina wijst op de schoorstenen van de
krachtcentrale. Die staat daar sinds 1938 en wordt gestookt op olie en kolen.
Het vermogen is 640 mega-Watt. Tweederde daarvan is voor de fabriek en de stad
Wolfsburg, de rest voor de omgeving.
Het treintje nadert het eindpunt. De veiligheidsriemen mogen weer los. Een bus
brengt de gasten terug naar Autostadt. Binnen een uur ben je weer terug.
Vergeleken met voorgaande keren is het fabrieksbezoek wel erg compact geworden.
Het is meer even snuiven aan het inwendige van een autofabriek dan een goede
indruk van het productieproces.
 |
 |
In de twee autotorens staan de
nieuwe modellen te wachten op aflevering.
In dertig seconden wordt een auto
volautomatisch gestald of weggehaald. Rechts de bezoekerscabine.
Het straatje tussen toren en
hotel is gemaakt van verschillende soorten wegdek. Borden geven uitleg.
Attractie
Terug in het park. Eens kijken of we naar boven kunnen in één van de glazen
torens. In 2007 is deze attractie erbij gekomen. Een glazen cabine brengt je
naar de top, waar je een mooi uitzicht hebt over het park. Helaas, voor gewone
liefhebbers is vandaag geen plaats meer. Mensen die hun auto komen ophalen,
hebben voorrang. Het aantal verzoeken is groter dan het aantal plaatsen. Per
keer kunnen maar zes mensen mee. De cabine maakt gebruik van de liften die ook
de auto’s naar boven en beneden vervoeren. Het tripje moet er letterlijk
tussendoor en mag de aan- en afvoer natuurlijk niet in de weg zitten. Het
personenvervoer gaat een stuk langzamer dan het transport van de auto’s. Uit
proeven bleek dat mensen ziek werden van de standaard snelheid van de liften.
Van de torens lopen we naar de merkenpaviljoens. Om bij de tijd te blijven, zijn
ze opnieuw ingericht. Het valt op dat het accent meer op de promotie van de
huidige modellen is komen te liggen. Stond bij Škoda vroeger het Tsjechische
vakmanschap centraal, nu gaat het puur om de auto’s. Audi’s huis van de toekomst
heeft plaatsgemaakt voor een presentatie van het productgamma. Mooi en verzorgd,
dat wel, maar een slag commerciëler. De inrichting van de paviljoens wordt
betaald door de merken zelf. “De projectleiding van het park heeft daar wel een
mening over”, aldus Thomas Sevcik, “maar we hebben geen zeggenschap over de
budgetten”. In economisch moeilijker tijden moeten grote uitgaven wel bijdragen
aan verkoopstimulering. Dat is ook de reden dat Bentley een eigen paviljoen
afstootte en nu met Bugatti vertegenwoordigd is in het Premium Clubhouse.
 |
 |
Het Premium Club House, vroeger
het Bentley-paviljoen (rechts, met daarachter het Ritz-Carlton) is tijdelijk
dicht.
Uit het Lamborghini-paviljoen
ontsnapt geregeld met veel lawaai een sportwagen.
Voorzijde van het Lamborghini-paviljoen.
De paviljoens zijn meer dan eerst
hele luxe showrooms geworden.
Het Audi-paviljoen heeft afscheid
genomen van het leven in de toekomst.
Een A7 met op de achtergrond
draaiende schaalmodellen van de R8.
►zie ook beelden van de draaiende schaalmodellen
De R8 is er niet alleen in het
klein! Rechts het kleimodel schaal 1:5
High tech
Het paviljoen van Volkswagen is net nieuw. In de vierkante doos staat niet
langer een grote bol als filmzaal. Het lijkt nu meer op een luxe stand bij een
van de grote autotentoonstellingen. Een spierwitte aankleding, flitsende
lichtpanelen en een groot beeldscherm zijn de dominante elementen. Ze zorgen
voor een high tech-uitstraling. Aan de wand hangen beeldschermen die naar boven
en beneden bewegen. Zodra je in de buurt komt, blijven ze op ooghoogte hangen.
Via touch screen is allerlei informatie op te roepen. Het is knap gemaakt, maar
we zijn verwend. In deze tijd van iPads en Galaxy’s is dat niet heel erg
bijzonder meer.
Volkswagen betrekt bij de presentatie nadrukkelijk het verleden. Naast de
splinternieuwe Golf Cabrio GTI staat de eerste GTI van het merk in de
schijnwerpers. Ook in het bedrijfswagenpaviljoen – Volkswagen Nutzfahrzeuge
is een afzonderlijke divisie – zien we de nieuwste Amarok en een brandweerwagen
op basis van de T1. In een vitrine ligt de beroemde schets van Ben Pon die de
basis vormde voor de Transporter.
 |
 |
Het Volkswagen-paviljoen ziet er
uit als een grote vierkante doos.
Een van kleur wisselende wand
domineert de VW-ruimte, waar wit verder de overheersende kleur is.
Oud en nieuw bij elkaar: de
eerste en meest recente Golf GTI.
Bewegende touch screens die
blijven hangen als je er voor gaat staan en videoschermen bij Volkswagen.
Het paviljoen van
VW-Nutzfahrzeuge heeft toepasselijk een ingang als van een bedrijfsgebouw.
Oud en nieuw: aan de wand foto's
van een klassieke post-bus, op videoschermen de nieuwste modellen.
In een vitrine ligt onder meer de
agenda van Ben Pon met de beroemde eerste schets voor de VW-Transporter.
Nostaligie: een oude Volkswagen
Transporter (de T1) als brandweerwagen.
Anno 2011: een luxe aangeklede
Volkswagen Amarok met opbouw en een California Kampeerwagen.
Museum
Historie krijgt in Autostadt alle aandacht. Een niet te missen onderdeel van het
park is het museum ZeitHaus. Het is nadrukkelijk geen Volkswagenmuseum. Het
draait om de geschiedenis van de auto in het algemeen. Bij de opening in 2000
bestond het museum uit twee duidelijk gescheiden delen. Het ene verhaalde de
historie aan de hand van sfeervolle decors die een tijdsbeeld weergaven, het
andere toonde zonder opsmuk mijlpalen uit de autogeschiedenis. Dat onderscheid
is vervaagd. De mijlpalen zijn er nog steeds, al is de keuze tamelijk
willekeurig en is chronologie ver te zoeken. Spiegelende plafonds hebben dit
deel van het museum er nog mooier op gemaakt. Het eerste deel is helemaal
opnieuw ingericht. In plaats van de historie en de decors is er een
tentoonstelling over spraakmakende modellen uit de autohistorie. Het is mooi
gemaakt. De auto’s komen in de grote ruimte prachtig tot hun recht. De
verhogingen waarop ze staan geven achtergrondinformatie en relevante foto’s, van
onderen verlicht. Over de opzet en afwerking niets dan lof.
En toch… missen we de Aral-pomp, de oude televisies, de videobeelden met het
interview met Ivan Hurst bij de eerste Kever, de vitrines met oud
reclamemateriaal, de gevel van de oude kruidenierswinkel en de op een boot
getakelde Kever op weg naar Amerika, als symbool voor het exportsucces.
 |
 |
In de hal van het ZeitHaus staat
deze Bentley Continental R.
Met de roltrap naar boven.
►ga mee op de roltrap, klik hier.
Het open gedeelte van het
ZeitHaus: etages vol historische automodellen.
Een replica van de eerste Benz
van 1886 en een originele Benz van 1899.
De beroemde T-Ford, hier een
versie uit 1913 in het heel donker blauw.
Van hetzelfde jaar is deze
Peugeot Bébé, een kleine, goedkope auto van het merk.
Ontwerper van de Peugeot was
Ettore Bugatti, de man die onder eigen naam luxe en dure auto's maakte.
De spiegels aan het plafond geven
een ruimtelijk en verrassend effect.
Links de eerste Laurin & Klement
van 1905, rechts een Koco uit 1922 met boxermotor.
Uit Laurin & Klément ontstond
Škoda, één van de merken van het Volkswagen-concern.
Een Mercedes uit 1923, van voor
de fusie dus nog
zonder Benz.
Wel met de bekende ster op de radiator,
maar in een dikke vorm.
Rolls-Royce Silver Ghost.
Bij deze Bentley staat een
zeepaardje op de radiator in plaats van de bekende gevleugelde B.
Deze Alvis is als een haas zo
vlug, moet de beeltenis kennelijk aangeven.
Een zestiencilinder Cadillac is
één van de pronkstukken van het museum.
Rechts de radiatormascotte van de
Cadillac.
Uit hetzelfde jaar stamt deze
Cord L-29.
Ook deze auto is perfect
gerestaureerd.
Door de voorwielaandrijving is
een lagere en daardoor elegantere carrosserie mogelijk.
Uit het geschiedenisboek van de
VW-stal: een Audi tussen een Škoda Popular en een DKW F1.
Een Škoda Popular van 1935.
Het beeldmerk is al
oud maar wordt nog steeds gebruikt.
De chronologie is ver te zoeken
in de opstelling van het ZeitHaus.
De Horch van wijlen Haile Selassi
met - via de plafondspiegel - een beeld van het interieur.
Iconische modellen op de begane grond van het ZeitHaus.
De 1-miljoenste Volkswagen Kever
uit 1955.
De auto is rijkelijk versierd.
Een vroege Porsche 911, de
1-miljoenste Kever en de 1-miljoenste Volkswagen-bus, de Samba.
Karmann bouwde 1200 van deze
buggy's op Kever-basis tussen 1970 en 1977.
Eén van de prototypes voor de
latere Kever. Het is geen origineel, de auto is nagebouwd.
De auto had geen achterruit, maar
slechts koelsleuven voor de motor.
Deze Kever is wél origineel en
het oudste nog bewaard gebleven exemplaar.
Een allereenvoudigste chroomloze
Kever uit 1956 en een luxe Cabriolet van vier jaar later.
Amerika jaren vijftig: de ook
toen al opzienbarende Chevrolet Corvette met kunststof koetswerk.
De Corvette zou uitgroeien tot dé
Amerikaanse sportwagen.
Een MPV avant la lettre: het
minimale personenbusje van Lloyd uit de tijd dat staal kostbaar en schaars was.
Voor wie een auto nog te duur
was, bood Messerschmidt een alternatief aan.
Twee Franse "volkswagens":
Renault 4CV en Citroën 2CV.
De éénmiljoenste Mini verwacht je
in een Brits museum in plaats van hier in Wolfsburg.
De BMW 1500 betekende begin jaren
'60 het begin van een succesvol tijdperk voor het merk.
Markante auto's uit de historie,
met centraal in de zaal een Porsche 911.
Van Volkswagens dochter uit
Zuid-Duitsland staat er de Audi 100.
Destijds bijzonder was de
vijfcilinder motor.
De kleine Audi 50, gericht op een
koopkrachtig publiek.
Links de Volkswagen K70
(ontworpen door NSU) en rechts het eerste model Scirocco.
Uiteraard is de Golf ook
nadrukkelijk aanwezig.
Veelzijdigheid
De wisselende collectie van het ZeitHaus is de moeite waard, ook vanwege de
veelzijdigheid. Er staan super de luxe klassiekers zoals een oude Rolls-Royce
Silver Ghost, vroegere Bentleys, een zestiencilinder Cadillac, een imposante
Cord L-29, een Bugatti Atlantic*) met zijn opvallende klinknagelverbindingen en
de Horch met Gläser-koetswerk van wijlen de Ethiopische keizer Haile Selassi**).
Maar ook minimalistische auto’s als een Fiat Topolino, Citroën 2CV,
Messerschmitt, Lloyd en Renault 4CV. Uniek zijn de oudste nog bestaande Kever
van 1938, de uitbundig versierde miljoenste uit 1955 en de miljoenste Mini.
Liefhebbers en oppervlakkig geïnteres-seerden treffen elkaar. Bezoekers halen
jeugdherinneringen op bij het zien van een BMW 1500, Volkwagen Samba-bus, Audi
100, Citroën ID, Ford Capri of Kever Cabriolet. Je kunt alles van dichtbij
bekijken en overal bij. In geordend Duitsland volstaat een bordje met het
verzoek de auto’s liever niet aan te raken. De docent van een schoolklas met
pubers hoeft niet corrigerend op te treden. Geen van de afgezakte
spijkerbroekers haalt het in zijn hoofd ergens aan te zitten. Ze verdringen zich
om die maffe auto’s van toen, wijzend op achterlijke details. Maar wel met
eerbied voor het technische erfgoed. In de filmzaal kijken ze geboeid met een
3D-brilletje naar oude driedimensionale (“Plastische Vorstellung”)
reclamefilms van Volkswagen. Dat is nog eens wat anders dan je smartphone.
*) De Bugatti Atlantic van Autostadt is een replica, in de jaren negentig
door de Deense specialist Erik Koux nagebouwd. Hij maakte zo'n tien Atlantics.
Deze auto heeft een origineel Bugatti 57-chassis en originele motor.
**) Deze auto stond eerder in de hal van Volkswagens Gläserne Manufaktur in
Dresden.
 |
 |
Stijliconen uit 125 autohistorie:
links een Bugatti, rechts een Hanomag Kommißbrot.
De auto's in dit deel van het
museum staan ruim en kunstzinnig opgesteld. Rechts een MG M van 1931.
Een
twaalfcilinder Horch uit de hoogtijdagen van de automobielbouw, begin jaren
dertig.
Van vlak voor de oorlog is de BMW 328,
gemaakt in het Duitse Eisenach.
Links achter de BMW staat de
Lancia Lambda, de eerste serieauto met zelfdragend koetswerk.
Natuurlijk ontbreekt een Porsche
niet. Daarnaast een Lincoln Zephyr.
De stroomlijn en ronde vormgeving
van de Lincoln werd tot in details doorgevoerd, zoals bij de zijruit...
...
bij de achterlichten en de klink van de kofferklep.
De Citroën DS kan bij een
overzicht van stijliconen niet ontbreken.
Een echte sportwagen, de Jaguar
E-type, naast een familiewagen in sporttenue, de Ford Capri.
Wie goed kijkt, ziet dat het bij
de Capri vooral om uiterlijk ging. Onder de kap een 1300 cc-motor.
Groter kunnen tegenstellingen
nauwelijks zijn: een Lamnorghini Miura en Audi A2.
De Volkswagen-Porsche 914 was
zeker karakteristiek, maar niet ieders lieveling.
Verrassingseffect
We verlaten Autostadt als het donker is. Het restaurant met verschillende
buffetten heeft de maag op aangename wijze gevuld. De vitrines met de Golf, de
Ro-80 en het studiemodel zijn kunstig verlicht. Het effect is nog mooier dan
overdag. Het antwoord op de vraag of de her-nieuwde kennismaking goed is
bevallen, is eenvoudig: ja. Het verrassingseffect is natuurlijk minder groot, de
paviljoens zijn commerciëler geworden, de sfeerdecors in het museum verdwenen,
maar dat zijn uiteindelijk details. De opzet is onverminderd aantrekkelijk met
het mooie groen en waterpartijen. Als straks het Porsche-paviljoen en de andere
nog geheime vernieuwingen klaar zijn, is de kans groot dat ze ons er weer zien.
De gereviseerde vitrine kan nog jaren mee.
■
► grotere foto's van Autostadt en ZeitHaus
Thomas
Sevcik
Thomas Sevcik (1969, geboren in
Wettingen, Zwitserland) studeerde architectuur aan de Technische Universiteit
van Berlijn. Hij richtte in 1995 de creatieve denktank Arthesia op en is daarvan
de CEO. Sevcik adviseert bedrijven over de hele wereld om via innovatieve
communicatieprojecten de waarde van het merk te kapitaliseren en de reputatie te
versterken. Hij is de geestelijke vader van Autostadt en ontwikkelde het concept
in nauw overleg met Ferdinand Piëch aan wie hij geen uitgebreide beschrijvingen
presenteerde, maar visuele impressies. Piëch is sterk visueel ingesteld.
Tot zijn werk behoren ook verschillende paviljoens van de Expo 2000. Klanten
zijn – behalve Volkswagen – onder meer General Motors, Deutsche Bank, Schering,
PwC en Siemens. Naast het geven van colleges aan het Central Saint Martins
College of Arts in Londen en het schrijven van artikelen, is Thomas Sevcik lid
van een aantal adviescommissies op het vlak van communicatie en vormgeving. Hij
is gehuwd en woont in de omgeving van Zürich en in Los Angeles.
FEBRUARI 2012
Volkswagen heeft bekendgemaakt dat Autostadt in 2011 2,27 miljoen bezoekers
heeft kunnen verwelkomen, een recordaantal. Het totaal aantal bezoekers sinds de
opening in 2000 komt daarmee op ruim 24 miljoen.
|