Concours
d'Elégance
Apeldoorn (NL)
●
Bijeenkomst klassiekers
●
100 jaar Alfa Romeo
●
75 jaar Jaguar
●
Koninklijke auto's
●
Exclusieve merken en modellen
september 2010
Tuinen vol
schoonheden
De
paleistuinen van Het Loo in Apeldoorn stonden op 4 en 5 september 2010 weer vol
glimmende, hoofdzakelijk klassieke auto’s. De in verschillende categorieën
ingedeelde tentoonstellingsexemplaren waren tijdens het negende Concours
d’Elegance stuk voor stuk het bekijken waard. Omdat veel liefhebbers met hun
eigen klassieker richting Apeldoorn trokken, kreeg ook de parkeerplaats museale
trekjes. Dit keer ging onze aandacht speciaal uit naar de bijzonderheden. Een
impressie.
Twintigduizend liefhebbers kwamen in
het weekend bijeen in Apeldoorn. De klassieker-parkeerplaats was overvol.
De weergoden
van 2010 zijn autoliefhebbers. In de week voorafgaand aan het evenement hebben
ze de voorraad regen en wind over het land uitgestort om het glimmend metaal en
hun bewonderaars een droog en zonnig weekeinde te gunnen. De kappen van de
cabriolets kunnen naar beneden, de motorkappen open. We zijn niet alleen. Nog
twintigduizend anderen hebben de zaterdag of zondag (of misschien wel beide
dagen) uitgetrokken om het moois te bekijken. Een vakjury bepaalt uiteindelijk
wat dit jaar de absolute top is. Ze kijken naar, in en onder iedere auto, vullen
lijsten in, beraadslagen, leggen kritiekpunten bloot en delen complimenten uit.
De mededingers proberen zo goed mogelijk te voorschijn te komen. “Klap die
armsteun maar op, want over zo’n loszittend stiksel vallen ze”, zegt de
vrouwelijke helft van een team tegen haar man. Of het heeft meegespeeld, weten
we niet. Uiteindelijk gaat een Fiat 8V Supersonic van Jan de Reu met de eer
strijken. Het is inderdaad een schoonheid.
 |
Deze hele bijzondere Fiat werd
uitgeroepen als de mooiste van de tentoonstelling.
Het koetswerk heeft elementen van de
ruimtevaart in zich verwerkt.
Juryleden kijken naar, in en onder
de auto's om alle punten te kunnen vergelijken.
Stallen
Nog voor we de tuinen betreden, hebben enkele Koninklijke voertuigen de aandacht
gevangen. Voor deze gelegenheid zijn ze naar buiten gereden. Gewoonlijk staan ze
wat opgepropt in twee bijruimten bij de permanente expositie van rijtuigen in de
stallen van Paleis Het Loo. Het mooist en verreweg het waardevolst is de Minerva
uit 1925 van Prins Hendrik. Het wapen op de deuren en het kroontje boven de
lantaarns accentueren de relatie met het Koninklijk Huis. De auto rijdt nog
prima. Begin juli maakte Koningin Beatrix er gebruik van toen ze het Louwman
Museum in Den Haag kwam openen. Aan weerszijden van de Minerva staan wat
gewonere auto’s, een open Mercedes-Benz 300 van Koningin Wilhelmina en een Fiat
2300 Coupé waarin prinses Beatrix en prins Claus rondtoerden. Het kleurverschil
tussen verschillende carrosseriedelen van de Fiat laat zien dat er met weinig
vakmanschap is overgespoten.
Voor officiële gelegenheden zette het Huis een Ford LTD Cabriolet in. Met de kap
naar beneden kregen de gasten alle aandacht. De auto ging af en toe ook mee naar
het vakantieadres in Italië.
Op het tentoonstellingsterrein
staan nog enkele andere ex-koningshuisvoertuigen uit particuliere collecties.
Behalve de Rolls-Royce Silver Wraith die prins Willem-Alexander en prinses
Maxima tijdens hun bruiloft gebruikten (► zie verslag), is er een Mercury
Park Lane uit 1968. Twee jaar reed Prins Bernhard er mee. De auto is te koop.
Voor iets minder dan 38 duizend euro rijd je prinselijk. Als je
de achtergrond van de auto niet zou kennen, zou je er zo voorbij lopen. Er zijn
hier immers zoveel spannender zaken te zien.
 |
 |
In de Koninklijke stallen van Het
Loo staat een aantal klassiekers.
Koningin Emma maakte gebruik van
deze Winston zescilinder van 1924.
De Minerva uit 1925 werd gebruikt
door Prins Hendrik. Koningin Beatrix reed er onlangs mee naar het Louwman
Museum.
Het wapen op de deuren en de kroontjes boven de
koplampen onderstrepen het speciale karakter.
Prinses Wilhelmina maakte gebruik
van deze Mercedes-Benz 300.
De Fiat 2300 Coupé van - toen nog -
prinses Beatrix en prins Claus. Delen zijn duidelijk overgespoten.
Deze Mercury is tussen 1968 en 1970
gebruikt door
prins Bernhard. Hij is nu te koop.
De officiële Ford LTD paradewagen
uit 1972, ook gebruikt in Italië.
De verlengde Ford Granada van
koningin Beatrix.
Eeuwfeest
Dit jaar bestaat Alfa Romeo honderd jaar. Het eeuwfeest is aanleiding voor de
organisatie van het Concours om het Italiaanse merk centraal te stellen. Op het
tentoonstellingsterrein staan onder meer verschillende uitvoeringen van de 6C
van rond 1950. Namen van beroemde koetswerkbouwers komen langs, zoals Touring en
Pininfarina. Het eerste bedrijf is beroemd vanwege de Superleggera-carrosserieën,
Italiaans voor super-licht. In plaats van een zwaar chassis met koetswerk of een
zelfdragend koetswerk is een tussenvorm gecreëerd. De bouwwijze staat in niet te
missen schrijfletters op de motorkap.
We zijn nieuwsgierig naar een rode coupé met een afwijkende grille en
opmerkelijke (valse) luchtinlaten aan de zijkant. Het Belgische echtpaar Coenen,
van wie de auto is, geeft uitleg. Van dit model is een kleine serie van zo'n 30
auto's gemaakt, maar allemaal zijn ze een klein beetje verschillend. Het gaat om
een 1900 uit 1956 met een carrosserie van het Zwitserse koetswerkbedrijf
Ghia-Aigle, in 1948 gestart als filiaal van het Italiaanse Ghia, maar in 1953
zelfstandig geworden.
 |
 |
Alfa Romeo 6C 2500 SS Cabriolet 1949
gemaakt door Pininfarina. Rechts het dashboard van deze auto.
Alfa Romeo 6C 2500 Coupé van 1950.
Eind jaren veertig werd een
eenvoudiger beeldmerk gebruikt (zie foto links).
Koetswerkbedrijf Touring schiep deze
6C met Superleggera-carrosserie.
Een met bovenstaande auto vergelijkbaar model.
De eigenaar van deze Alfa
demonstreert graag het motorgeluid van
zijn auto.
Een tweekleurige 6C 2500 Super Sport
uit 1948
Een 1900C met koetswerk van Pininfarina, bouwjaar 1953.
Carrosseriebedrijf Ghia-Aigle uit
Lugano voorzag deze 1900SS van een uniek koetswerk.
De ontwerpers gaven hun eigen
interpretatie aan de beroemde Alfa-grille.
Zagato tekende voor het ontwerp van
deze 2600 uit 1967.
Links het interieur van de 2600
Zagato.
Giulietta Sprint met een koetswerk
ontworpen door Bertone.
Giulia Sprint Speciale, ontworpen
door en gebouwd bij Bertone.
Personenwagens
Er staan vooral veel cabrio's en coupés van de honderdjarige, maar ook de gewone
personenwagens van het merk ontbreken niet. De Nederlandse Alfa-club is op het parkeerterrein
met een grote afvaardiging aanwezig. Verschillende Alfasuds bewijzen dat met
liefde veel te bereiken is. De auto's waren destijds berucht vanwege de vroege
roestvorming ("Ze roesten al in de folder"). In heel Nederland zijn er
nu nog maar 76. Goed opgeknapt en onderhouden
kunnen ze toch voor latere generaties behouden blijven, blijkt op deze dag. Onder een boom staat een
nóg zeldzamer model: een Giulia met bestelwagen-opbouw zoals door de Italiaanse politie gebruikt.
De Alfa Romeo-importeur gebruikt de bijeenkomst om het nieuwste model Giulietta
aan het publiek te tonen. En dat allemaal op het moment dat in de pers geruchten
opduiken dat Volkswagen interesse zou hebben om Alfa van Fiat over te nemen. Het
is gezien de technische en organisatorische verwevenheid van Fiat en Alfa Romeo
nauwelijks denkbaar, maar de wonderen zijn de autowereld nog niet uit.
 |
 |
Alfa's in alle soorten en maten
zijn aanwezig.
Een Alfa Romeo Giulietta, tweede
helft jaren vijftig.
Links een 1750 Berlina, rechts
enkele Giulia's van verschillende jaargangen.
Een Giulia met speciaal
bestelwagen-koetswerk zoals gebruikt door de Italiaanse politie.
Met veel zorg is zelfs een Alfasud voor het nageslacht te bewaren.
Dit zijn er twee van de 76 die er nog in Nederland zijn.
Een latere versie van de Alfasud,
inmiddels met een grote achterklep.
De Alfa-importeur zette de open
versie van de supersportwagen 8C Competizione op de show.
De nieuwste Giuletta kreeg veel
aandacht. Er waren demonstratieauto's voor de geïnteresseerden.
Koetswerken
Italiaanse auto's zijn vaak ruim vertegenwoordigd op manifestaties als deze.
Geen wonder. Italië is het land van de bijzondere koetswerken, tot op de dag van
vandaag. Behalve de Alfa's zijn er de Ferrari's, Maserati's en Lamborghini's die
strijden om aandacht en eer. Een aantal van de inzendingen was ook voorgaande
keren present. Dit keer halen we de camera erbij als we langs een bijzondere
tweekleurige Maserati lopen. De A op de flanken duidt op de ontwerper: Allemano.
Ook een Fiat met een bijzonder koetswerk van Fissore is het waard om er
letterlijk en figuurlijk even bij stil te staan. De grille op zich is al een
kunstwerk, al staat de barokke vorm op gespannen voet met de strakke lijnen van
de auto zelf. En vooruit: wie Italië zegt, mag ook Lancia niet vergeten. Dat
merk kreeg tijdens de vorige editie van het Concours bijzondere aandacht.
Hoewel helemaal niet bijzonder, is een Fiat 127 zo mooi opgeknapt dat we 'm als
young timer even meenemen. De Franse Simca 1000 in sport-uitmonstering kan
er dan ook wel bij. Datzelfde geldt voor de vierdeurs Maserati Quattroporte.
 |
 |
Een bijzondere Maserati in
opvallende kleuren, ontwerp Allemano.
Fissore tekende deze speciale Fiat
1100TV met strak koetswerk maar nogal pompeuze grille.
De Lancia Aurelia Coupé, Flaminia
cabriolet en Flaminia Hardtop.
Een ontwerp van Zagato, op basis
van de Lancia Flavia.
De tot in
het dak doorgetrokken zijruiten is een bijzonder stijlelement.
Ooit waren een Fiat 127 en Simca
1000 op iedere straathoek te zien, hoewel de Simca niet in deze versie.
Links een Simca 1200S Coupé, rechts
een van zijn voorgangers.
Een Maserati Quattroporte is toch
ook geen alledaagse verschijning.
Jubilaris
Naast Alfa Romeo is er nog een jubilaris: Jaguar. In dit geval staat de teller
op driekwart eeuw. Ook hier benut de importeur de bijeenkomst om aandacht te
krijgen voor het nieuwste model XJ. De auto laat zich slecht fotograferen, is de
conclusie. In werkelijkheid is hij veel indrukwekkender dan op de foto. In een
donkere kleur valt bovendien dat merkwaardige donkere stuk van de D-stijl niet
zo op.
De historie van het Britse merk trekt aan ons voorbij via bekende modellen als
de XK en E-type. Indrukwekkende auto's natuurlijk, maar je ziet ze bij elke
bijeenkomst van klassiekers en bij vrijwel iedere handelaar. Ook de Mark II is een
type dat zelfs niet-kenners herkennen. Aardiger is dan de voorloper daarvan,
veel minder gracieus vanwege de dikke raamstijlen en de schermen die de
achterwielen bedekken. We staan ook wat langer stil bij een Mark VII, een echte
chique Britse saloon met veel leer en hout in het interieur. Let verder eens op
de verticale grepen van het kofferdeksel, verwerkt in de nummerplaatbehuizing.
 |
 |
De nieuwste XJ links en rechts een
XK150, de laatste versie uit de beroemde reeks.
Een bijzondere XK in
race-uitmonstering en rechts een E-type.
Bijna hetzelfde, maar niet helemaal,
deze twee E-types. De rechter heeft banden met witte zijvlakken.
De Mark VII had nog een gedeelde
voorruit die later plaats zou maken voor één grote.
Rechts de bijzondere handgrepen voor het kofferdeksel.
De Mark II is een bekende
klassieker, de voorganger (links op de foto) zie je veel minder vaak.
Dikke raamstijlen en de wielplaten
over de achterwielen zorgen voor een wat plomp uiterlijk.
Beginjaren
We lopen verder op het terrein en gaan eens kijken naar de beginjaren van de
automobielbouw. Een Columbia uit 1906 toont nog eens onomstotelijk aan dat het
idee van elektrische aandrijving zo oud is als de auto zelf. Ook destijds was de
actieradius een probleem. Na veertig kilometer waren de accu's leeg.
De Franse Hortu van 1900 heeft een "traditionele" benzinemotor van Dion & Bouton.
De motor heeft slechts één cilinder. Dat geldt ook voor de Benz uit 1886, vaak
als de eerste auto beschouwd. Uiteraard is dit één van de vele replica's, hoewel
het informatiebordje daar niet over rept.
De Vauxhall Phaeton van 1905 van Ries van Leeuwen is de enige in Nederland. Er
bestaan nog drie exemplaren van. De twee andere zijn in Engelse handen. Van
Leeuwen en zijn vrouw hebben zich voor dit concours passende kleding aangemeten.
Met een breiwerkje is de tijd goed te doden.
Een T-Ford uit 1911 en een jaar jongere Rolls-Royce Silver Ghost met Roy de
Belge-koetswerk zijn twee uitersten. De ene is het toppunt van eenvoud en
bedoeld als auto voor de gewone man, de andere een exclusieve verschijning voor
de rijken van weleer. Op één van de treeplanken is een wasbakje gebouwd en
kleine voetenveegmatjes moeten voorkomen dat de binnenkant vuil wordt.
 |
 |
Een elektrische Columbia uit 1906
leert dat er niets nieuws onder de zon is.
Links de Hortu uit 1900, rechts de
nagemaakte Benz uit 1886, 's werelds eerste auto.
Een Vauxhall uit 1905, één van de
drie ter wereld. Voor zo'n dag moet je de kleding aanpassen...
Belangstelling voor de eenvoudige
constructie van de Ford Model T.
Een luxe en schitterend opgeknapte
Rolls-Royce Silver Ghost uit 1912.
Onderdelen en het instrumentarium
schitteren in het zonlicht.
Links een klein wasbakje op de
treeplank. Let rechts op het matje om de voeten te vegen.
Concurrenten
De lijn van de geschiedenis volgend, komen we aan bij het eind van de jaren
twintig. Een Buick 28-54 Six van 1928 en de Chrysler 75 van 1929 zijn
concurrenten op de toenmalige markt. Aardig te weten dat juist Walter P.
Chrysler de grote man is geweest achter de bloei van Buick voordat hij zijn
eigen merk introduceerde. Beide auto's hebben een open kap, maar ondanks het
nazomerzonnetje besluiten de eigenaren de kap omhoog te laten. De Chrysler heeft
zelfs de zijramen vastgemaakt. Een goed uitzicht zul je niet hebben met deze
"ruiten".
Enkele jaren jonger is de Rolls-Royce Phantom II van 1935. De auto toont de
mogelijkheid om het achterste deel van de cabrioletkap te laten staan en alleen
het voorste deel op te rollen. Indrukwekkend is het houten interieur en
dashboard.
Buick 28-54 Master Sport Six
Roadster van 1928.
Een Chrysler met dichtgemaakte
zijkanten van 1929.
Rolls-Royce Phantom II 1935,
klassiek gelijnd met lange motorkap en een echte koffer achterop.
Het interieur van een Rolls-Royce
was ook in de jaren dertig indrukwekkend.
Autotraditie
Nu we toch in Britse sferen zijn beland, gaan we tussen de tientallen auto's op
zoek naar exclusieve vertegenwoordigers van de Engelse autotraditie. Zo komen we
bij een prachtig tweekleurig groene Alvis Speed 25 die de Britten zo
karakteristiek aanduiden als een Drophead Coupé. Aan het begin van de dag
is het dak slechts voor de helft open, later gaat de hele kap naar beneden.
Een foto van een Riley Kestrel Big Four uit 2006 maakt duidelijk in welke staat
de auto vier jaar geleden was. Er is sinds die tijd hard gewerkt. Er moeten wel
vele uren in zijn gaan zitten, want de Riley verkeert vandaag de dag in
topconditie.
Uit de naoorlogse periode stammen een witte AC 2 Litre Saloon van 1949 en een
tien jaar jongere Alvis TD 21 Series I. Beide merken bestaan al lang niet meer,
net zo min als Triumph. Een 1800 Roadster van 1947 heeft een wel heel bijzondere
indeling. Er kunnen weliswaar vier personen in, maar de achterpassagiers vinden
dan een plek in de aangepaste bagageruimte. Ze hebben een eigen voorruit en wel
heel erg oncomfortabel uitziende stoelen. Dat maakt de auto als
verzamelaarsobject er niet minder geliefd om. Integendeel.
Op de parkeerplaats zien we een Daimler uit de periode dat Jaguar nog niet in
beeld is. Even verderop staat een Vanden Plas Princess 4 Litre R, het
vlaggenschip van BMC. De R in de naam duidt op de Rolls-Royce motor.
 |
 |
Alvis Speed 25 Drophead Coupé van
1936 met de kap half en helemaal geopend.
Vier jaar zit er tussen de foto
rechts en de huidige situatie: wat een verschil!
De Riley Kestrel uit 1938 is
prachtig opgeknapt.
Een 2 Litre van AC van 1948.
Geïnteresseerden willen graag een blik onder de motorkap werpen.
Voor- en achterspatborden die nog
niet in de carrosserie zijn opgenomen: een stijlelement van die tijd.
Veel glas en een gladde carrosserie
maken van de Alvis TD21 een vlot ogende verschijning.
Je kunt achterin bij deze Triumph
Roadster van 1947, maar vraag niet hoe je dan zit.
Daimler Majestic, gemaakt tussen
1958 en 1962, nog met een afzonderlijk chassis.
Ribbeltjes bij de grille en de
nummerplaatverlichting: de Daimler laat zich gemakkelijk herkennen.
De 'executive saloon' van BMC, de
Vanden Plas met een motor van Rolls-Royce.
Schoonheden
Verder maar weer, op zoek naar andere bijzonderheden. Franse schoonheden
bijvoorbeeld, met van die prachtige namen als Talbot Lago of Facel Vega. Ook
toen ze nieuw waren, hadden ze bekijks. Dat gold ook voor de Citroën SM, de
sportcoupé met Maserati-motor. In Apeldoorn zien we de exclusieve vierdeurs
Opéra, in kleine serie gemaakt door het bedrijf van Henri Chapron, dat naast
bijzondere DS'en ook de presidentiële SM maakte (►
zie verslag). Chapron onthoofde ook enkele SM's, maar de cabriolet
die we hier zien is een eigen bouwsel. Veel minder pretentieus, maar niet minder
aardig is een klein cabrioletje met overduidelijk een kunststof koetswerk. Het
is een DB, een Deutsch-Bonnet, voorloper van de Matra, met een motor van
Panhard. De eigenaar weet te vertellen dat de carrosserie in Romorantin is
gebouwd, waar later ook de coupés van Matra en de Renault Espace vandaan kwamen
(► zie
verslag).
Bij de ingang van het terrein staat een vrolijke Renault Rambler. De Franse
fabrikant bracht de Amerikaanse auto onder eigen naam op de Europese markt. Een
succes is het nooit geworden. Dat kun je van de Citroën 2CV niet zeggen. De
opmerkelijke uitgebouwde kofferbak en de twee paardenhoofden als
motorkapmascotte rechtvaardigen een plaatsje in deze fotogalerij. Een Fiat
Topolino is net als de Eend weinig exclusief. We zouden eraan voorbij lopen. Een
bestelwagentje is echter des te opmerkelijker. In dit geval is het trouwens een
Simca. Dat merk maakte de Fiat in Frankrijk in licentie.
 |
 |
De Talbot Lago T26 Grand Sport 1950
heeft nog een klassiek koetswerk.
Het land van herkomst en de merk- en
typenaam zijn nadrukkelijk - letterlijk - opgeschroefd.
Facel-Véga HK500, de Franse auto met
Amerikaanse techniek onder de motorkap.
Het gebeurt niet dagelijks dat twee
Facels vlak bij elkaar staan geparkeerd.
Naast een gewone SM staat een
vierdeurs, uit het huis van Henry Chapron.
De Opéra zoals Chapron zijn creatie
noemde, heeft een verlengde wielbasis.
Deze cabriolet op basis van de SM is
het resultaat van vele uren noeste "huisvlijt".
DB Le Mans 1960 met Panhard-techniek,
voorloper van de Matra Djet.
's Middags ging de kap omlaag.
Het dashboard is één geheel met het
kunststof koetswerk.
Enige tijd bood Renault de
Amerikaanse Rambler onder eigen naam in Europa aan.
Een Citroën 2CV met uitgebouwde
kofferklep voor extra ruimte.
Twee paardenkrachten: in beeld
gebracht door de mascotte op de motorkap.
Citroën bouwde ook vrachtwagens. Ze
zijn nauwelijks bij ons bekend.
Het merkvignet staat nadrukkelijk op
de neus. Rechts: één achterruitje vond men meer dan genoeg.
Een door Simca in licentie gemaakte
Fiat Topolino, hier als bestelwagentje.
Opgewonden
Een Volkswagen Kever cabriolet is niets om opgewonden van te raken. Tenminste
niet als de auto uit de werkplaatsen van Karmann komt. Het wordt anders als we
het hebben over een exclusieve Hebmüller. In liefhebberskringen is het een
gezochte variant. Velen vinden dit de mooiste Kever. Anders dan de Karmann gaat het om een tweezitter. Er zijn maar weinig Hebmüllers gemaakt. Na
een brand in de fabriek besloot men de productie te staken.
Hoewel de naoorlogse Karmann-Ghia en Kever Cabriolet van Volkswagen de bekendste
modellen van Karmann zijn, bood het bedrijf in Osnabrück al veel eerder zijn
diensten aan. De Adler Type 10 Autobahn uit 1932 is daar een mooi voorbeeld van.
De vormgeving heeft trouwens wel wat weg van een open Kever.
Absoluut uniek is daarentegen de vorm van de Tatra T77A van 1937. Een goede
stroomlijn was het uitgangspunt van het ontwerp van deze auto met achtcilinder
motor achterin. Een achterruit ontbreekt. Je moet door de luchtsleuven van de
koeling kijken.
 |
 |
Volkswagen Kever met
cabriolet-koetswerk van Hebmüller. Veel liefhebbers vinden dit de mooiste Kever.
Karmann maakte voor de oorlog deze
cabriolet op basis van de Adler.
Het luxe afgewerkte interieur van de
Adler.
Tatra T77A met V8-motor achterin.
Een achterruit ontbreekt.
Opvallen
Amerikaanse sleeën zijn, al zijn het gewone modellen, voor ons bijna altijd
opzienbarende verschijningen. De afmetingen en stilering zijn zo anders dan we
gewend zijn dat ze alleen daardoor al opvallen. In het knalrood maken ze extra
indruk, zoals een Ford Thunderbird en Mercury Park Lane. Op een dag als vandaag
passen ze prima tussen alle andere opmerkelijke vierwielers.
Zonder meer bijzonder zijn enkele sportwagens. We gaan erop af. De vleugeldeuren
van de Bricklin SV1 uit 1974 vallen al van verre op. De auto werd in Canada
gemaakt, maar was bedoeld voor de Amerikaanse markt. In twee jaar tijd verlieten
2500 auto's de fabriek. Daarna was het over en uit.
Nog veel exclusiever is de Guanci SS J1 uit 1979, genoemd naar zijn bouwer. Hij
maakte er drie. Twee ervan heeft hij zelf nog. De Nederlander Klaas van Dijk is
de gelukkige eigenaar van de derde. Klaas heeft trouwens ook de Bricklin in zijn
garage staan. De Guanci heeft een V8-Corvette-motor.
Uit Australië komt de Buckle met een Ferrari-achtige grille. Van deze kunststof sportwagen zijn er medio jaren vijftig
zo'n 25 gemaakt. Voor de aandrijving zorgt een motor van Ford.
Giotti Bizzarrini ontwierp auto's voor onder meer Ferrari en Lamborghini voordat
hij zijn naam op een eigen auto zette. De lage sportwagen is onmiskenbaar
Italiaans, maar mist als ontwerp de elegantie van de grote koetswerkbouwers.
Bij dit alles vergeleken is de Maserati Khamsin van midden jaren zeventig een
gewone sportwagen, ondanks de beperkte productie van zo'n 430 stuks. Niettemin
is de achterkant bijzonder, met de ruit tussen de achterlichten.
 |
Ford Thunderbird in het opvallend
rood met wit leren bekleding met rode accenten.
In Amerika was het een gewone auto.
Bij ons zijn de afmetingen buitenproportioneel.
Een Mercury Park Lane van 1967. Te
koop voor 18.700 euro.
Nog geen twee jaar was de Canadese
Bricklin in productie.
Karakteristiek: de vleugeldeuren. De
Bricklin was een soort voorloper van de DeLorean.
Van de Guanci zijn er maar drie
gemaakt. Twee ervan zijn in handen van de maker in de USA.
De Buckle is een Australisch product
van medio jaren vijftig op basis van Ford-techniek.
De Bizzarrini is genoemd naar zijn
ontwerper die eerder werkte voor Ferrari en Lamborghini.
De Maserati Khamsin heeft een glazen
paneel tussen de achterlichten dat dienst doet als achterruit.
Debuut
Op de liefhebbersbijeenkomst staan niet alleen oude auto's. Sterker nog: sommige
zijn hagelnieuw en beleven hun Nederlands debuut. Autovisie heeft naast het
eigen paviljoen de Audi A7 Sportback neergezet, het nieuwste model van het merk.
Importeur Nimag presenteert de Morgan Aero Sports met een BMW-motor onder de
kap. De kleine Britse onderneming gaat tweehonderd van deze auto's maken, twee
keer zoveel als van de gesloten Aeromax. Voor Nederlandse klanten zullen er
minder dan een handvol beschikbaar zijn. Morgan is en blijft exclusief.
De Nederlandse ondernemer Heijnsdijk presenteert zijn eigen sportwagen, die ook
als bouwpakket verkrijgbaar is. Je moet wel een oude Porsche 924 meebrengen,
want daarop is het model gebaseerd. Het is druk in het paviljoen. Velen willen
die nieuwste Nederlandse model wel eens in het echt en van dichtbij bekijken.
Het allerlaatste model dat we bekijken is een soort stationcar op basis van de
nieuwste Maserati Quattroporte, Bellagio Fastback gedoopt. Carrosseriebedrijf
Touring heeft de wagen onder handen genomen en van een grote achterklep
voorzien. Het is een mooie verbouwing geworden. Het derde achterste zijruitje is
nep. Van binnen is dat goed te zien. Met donkere achterste zijruiten valt het
echter nauwelijks op. De Maserati behoort onmiskenbaar tot de grote groep
schoonheden die vandaag de tuinen van het paleis bevolken. Het bezoek was de
moeite waard.
■
 |
 |
Audi's nieuwste model, de A7
Sportback, een primeur in Apeldoorn.
De allernieuwste Morgan. Tweehonderd
worden ervan gemaakt.
Heijnsdijk maakt van een oude
Porsche deze moderne sportwagen.
De achterlichten zijn van een Alfa,
maar verder is het ontwerp helemaal uniek.
Een wel heel bijzondere Maserati,
een Quattroporte maar dan met vijf deuren.
Een grote achterklep geeft toegang
tot de zeer verzorgde bagageruimte.
Het derde zijruitje is nep, het is
een zwart paneel, zoals aan de binnenkant goed te zien is.
Als de vroege bezoekers al weer
vertrekken, komen er nog steeds liefhebbers met hun klassieker.
 |
Autofeestje met gemengde gevoelens
Geen jubelstemming na terugkomst van het
Concours d'Elégance
in Apeldoorn, al waren er
ook dit
jaar weer verschillende bijzonderheden.
juli 2017
|
 |
 |
Dit keer geen kers op de taart
Het weer was niet de
grootste vriend van de
2016-editie
van het Concours d'Elégance in
de paleistuinen van Het Loo.
juli 2016
|
 |
 |
Een roestig meesterwerk ten
paleize
Impressie in woord en
beeld van de tiende
editie van het Concours d'Elégance Apeldoorn
met een heel bijzondere oude auto.
juni
2012 - laatste aanvulling februari 2015
|
 |
 |
Een beetje gek is heel normaal
Autogekken verzameld in de tuinen van Het Loo
voor een bijeenkomst van de mooiste klassieke
auto's.
Zien en gezien worden, is het thema.
augustus 2008 |
 |
|