Mercedes-Benz A-klasse
●
Terugblik introductie Mercedes-Benz
A-klasse
●
De elandtest als struikelblok
●
A-klasse vergeleken met Edsel, DS en Ro-80
●
Succesvol, maar geen icoon geworden
●
Derde generatie minder revolutionair
juni 2012 /
november 1997
In de sporen van Edsel, Ro-80 of DS?
Later dit jaar staat de derde generatie van de Mercedes-Benz A-klasse in de
showroom. De naam is behouden gebleven, maar van het oorspronkelijk concept is
weinig over. Verdwenen zijn de korte, hoge opbouw en de bijzondere
bouwwijze met dubbele bodem. De A-klasse is geëvolueerd tot een technisch
alledaagse tegenhanger van de kleine modellen van concurrenten BMW en Audi.
Moederbedrijf Daimler-Benz zette de A-klasse 15 jaar geleden als een
revolutionair model op de kaart. Voor het eerst in de historie kwam het merk met
zo'n kleine auto. Door de unieke constructie was de wagen net zo veilig en ruim als de grotere Mercedessen.
Aan de introductie ging een maandenlange en intensieve campagne vooraf.
Vlak voor de
presentatie ging het echter genadeloos mis. Bij de beruchte elandtest - een
begrip dat tot dan maar weinigen kenden - bleek de auto instabiel.
Uit die tijd, najaar 1997, stamt onderstaand artikel.
De komst van de derde generatie van de A-klasse is aanleiding het nog eens uit
het archief te halen, met als conclusie dat de oude wonden inmiddels zijn
geheeld.
"Om aan alle commotie, kritiek en niet te
vergeten de pijnlijke grappen een einde te maken, heeft Daimler-Benz besloten de
A-klasse drie maanden lang niet te leveren om daarna een verbeterde versie op de
markt te brengen. Een ongekende maatregel in de moderne industriegeschiedenis.
Een valse start, noemt het concern de loop der dingen. Zal het zo simpel blijken
te zijn? Of is het imago na de ellende met de elandtest bij het grote publiek
voor eens en voor altijd verknald? Hoe zal de geschiedenis gaan oordelen over
deze nu al zeer bijzondere auto?

Naamsbekendheid
Er zijn maar weinig mensen die inmiddels de Mercedes-Benz A-klasse niet kennen.
Geen enkele reclamecampagne had in zo korte tijd dezelfde naamsbekendheid kunnen
bewerkstelligen. Maar in Stuttgart had men het zich bepaald anders voorgesteld.
De titel 'auto-van-het-jaar' was niet denkbeeldig. Misschien was zelfs wel
sprake van een stap voorwaarts in de geschiedenis van de automobiel, ruim
honderd jaar nadat Daimler en Benz hun nadrukkelijke stempel drukten op de
commerciële ontwikkeling van de auto met verbrandingsmotor.
Het liep héél anders. Zelfs toen testresultaten in een aantal gevallen minder
dramatische resultaten boekten dan her en der werd gesuggereerd, had de
negatieve publiciteit haar werk al gedaan. Nieuws is emotie. Dat geldt zeker als
'grootheden' in het geding zijn. Het zijn dan niet langer nuchtere feiten die
tellen. Shell ervoer het met de Brent Spar en de mystieke grootsheid van het
verdriet rond het tragische overlijden van prinses Diana liet dat op een heel
ander vlak zien. En daarbij: hoge bomen vangen veel wind.
 |
 |
De eerste generatie A-klasse, na
een uitgestelde introductie succesvol op de markt gebracht (foto's: wikipedia).
Leedvermaak
Niet zonder leedvermaak zag het publiek hoe het machtige concern met de ster,
zelf overtuigd van het feit dat ze de beste auto's van de wereld kunnen maken,
in het stof moest bijten.
De grote vraag is nu hoe het de A-klasse in de rest van zijn autoleven zal
vergaan. Slimme rekenaars zijn al tot de conclusie gekomen dat de nu ontstane
problemen Daimler-Benz zoveel kosten dat de auto nooit winst zal opleveren.
Daarmee treedt de kleine Benz in de sporen van de logge, luxe en pompeuze 600
die tussen 1963 en 1981 de fabriek in kleine aantallen verliet. De Duitsers
wilden met hun prestigeproject Rolls-Royce naar de kroon steken. Objectief
gezien was het misschien nog wel een betere auto ook, maar de Duitse
zakelijkheid legde het af tegen de aantrekkingskracht van de Britse stijl. De
600 heeft altijd meer gekost dan hij opbracht.
De Mercedes-Benz 600 kon de
concurrentie met Rolls-Royce nooit aan (links de korte, rechts de lange versie).
Oordelen
Hoe gaat de A-klasse de historie in? Over pakweg tien jaar weten we dat zeker,
maar misschien al veel eerder. Snel genoeg zal duidelijk zijn of de prognoses
van verkoopaantallen (200.000 per jaar) realistisch blijken te zijn geweest.
Hoewel het om totaal onvergelijkbare concepten gaat, roepen de ontwikkelingen
rond de Baby Benz herinneringen op aan drie historisch bijzondere auto's: de
Edsel, de NSU Ro-80 en de Citroën DS. Twee van de drie worden beschouwd als
voorbeelden van absolute missers, de derde geniet de eer één van de hoogtepunten
van geslaagde vooruitstrevendheid in automobielbouw te zijn. Ook daarbij wint de
emotie het overigens van de nuchtere zakelijkheid.
Hét voorbeeld van een
marketingblunder: de Edsel van eind jaren vijftig.
EDSEL - marketingblunder
De Edsel geldt tot op heden als hét voorbeeld van een marketingblunder. De Ford
Motor Company wilde midden jaren vijftig naast Ford, Mercury en Lincoln een
vierde merk aan het productengamma toevoegen. Een nieuw merk voor wie een Ford
te gewoon en een Mercury te duur vond. Een auto met een hele eigen stijl en
uitstraling, eervol genoemd naar de enige zoon van Henry Ford. Zowel in de
ontwikkeling als in het bewerken van de potentiële klanten ging veel geld
zitten. Met tromgeroffel en trompetgeschal zou Ford de wereld (lees: vooral
aartsrivaal General Motors) eens goed laten weten dat zij wisten wat de klant
van morgen zou wensen. Nooit eerder in de autohistorie was zo systematisch
gebruik gemaakt van marketingonderzoek alvorens een model op de markt werd
gebracht. De klant besliste echter anders. Het eerste jaar werden er ruim 60.000
gebouwd, terwijl het er 100.000 méér hadden moeten zijn. Het tweede jaar ging er
nog eens een derde van af. De smaak van het publiek bleek bij de introductie
heel anders dan de onderzoekers eerder hadden geconcludeerd. Het gat in de markt
bestond niet of was inmiddels opgevuld. Zonder dat Ford het in de gaten had. De
opvallend vormgegeven auto kreeg in het tweede productiejaar een normaler
uiterlijk om na nog een modelwisseling in november 1959 roemloos te verdwijnen.
Het avontuur kostte Ford de lieve duit van 300 miljoen dollar!
 |
 |
Advertenties uit die periode
konden het falen van het nieuwe merk niet tegenhouden.
Bestellingen
Ook de A-klasse is een heel nieuw model voor een nog niet duidelijk afgebakende
doelgroep. Reclamedeskundigen hebben de afgelopen twee jaar de wereld willen
overtuigen dat we hierop zitten te wachten. Het grote aantal bestellingen dat
Mercedes kon boeken nog voordat de auto in productie was, onderstreept
ogenschijnlijk het gelijk van de marketingmensen. De autotests waren, tot het
moment van de elandtest, in het algemeen positief en lovend. Dat is zonder meer
een ander verhaal dan dat van de Edsel. Maar sinds de foto's in de krant en
beelden op de televisie is de nieuwe ster minstens even zo geruchtmakend. Ook
Daimler-Benz moet een strop van honderden miljoenen incasseren.
Met zijn vormgeving en techniek
was de Ro-80 revolutionair.
RO-80 - geen ervaring
Het verhaal van de 'A' doet ook denken aan de NSU Ro-80. Net als NSU destijds
deed, probeert Mercedes in een marktsegment binnen te dringen waarmee de
onderneming absoluut geen ervaring heeft. En net als NSU gebeurt dat met een
product dat wezenlijk afwijkt van wat de gevestigde orde aanbiedt. NSU was
fabrikant van kleine familiewagens met de motor achterin. De Ro-80 met de
revolutionaire draaizuigermotor in het vooronder moest in 1967 de
concurrentieslag met de bekende Duitse merken aangaan. Alleen al het uiterlijk
van de auto maakte de andere modellen in één klap een stuk ouderwetser. Wie de
NSU nu ziet, kan niet om een compliment aan de ontwerpers heen. Lage neus,
wigvorm, rond dak: ze behoren tot het programma van eisen van huidige
ontwerpafdelingen. De vakpers roemde destijds de rijeigenschappen en
wegkarakteristiek. De halfautomaat kreeg compliment op compliment. Als dagelijks
vervoermiddel bleek de auto echter uitermate onbetrouwbaar. Het grootste
probleem was de nieuwe motor. De grap ging dat eigenaren van de NSU als zij
elkaar tegenkwamen een aantal vingers opstaken om aan te geven de hoeveelste
ruilmotor zij hadden. En als je eenmaal het imago hebt van technisch
probleemkind, dan kom je dat niet gemakkelijk te boven.
 |
 |
De NSU Ro-80 temidden van de
kleine modellen van NSU.
Verkooporganisatie
Bovendien was de verkoop- en serviceorganisatie absoluut niet ingesteld op
klanten van statige automobielen. Zij hadden er problemen mee als zij hun dure
voertuig in de werkplaats tussen de Prinzjes zagen staan. En ze kwamen nogal
eens in die werkplaats! Mercedes heeft het omgekeerde probleem, nu mensen met
een Golf of Astra voor het eerst over de drempel van de luxe showroom van
Mercedes getrokken moeten worden. Het bedrijf heeft zich dat overigens
gerealiseerd en daar veel werk van gemaakt. In de voorbereidingsperiode voor de
komst van de 'A' is in de contacten tussen importeur en dealers hierover veel
gesproken.
Net als bij de Ro-80 is het concept en uiterlijk van de nieuwe A-klasse
spraakmakend en moet de wagen klanten bij andere merken weghalen. Zal dat nu nog
lukken? De NSU heeft in 1967 nog wel de titel 'auto-van-het-jaar'
binnengesleept, maar verdere roem is achterwege gebleven. Drie jaar lang werd
nog een redelijk productieaantal bereikt, na 1970 ging het snel bergafwaarts.
 |
 |
Een klassieker die iedereen kent
als icoon van de autowereld: de Citroën DS.
DS - succeslancering
Leidt dit alles tot een somber vooruitzicht voor das Haus? Of sluit de
A-klasse zich straks aan bij de Citroën DS? Toen deze legendarische en
spraakmakende Franse automobiel in oktober 1955 werd geïntroduceerd, liep Parijs
letterlijk uit. De deuren van de Parijse autotentoonstelling moesten af en toe
op slot omdat er te veel bezoekers waren. Zoiets had men nog nooit gezien. Drie
kwartier na de opening van de salon kon Citroën al 745 bestellingen noteren. Na
de eerste dag waren het er 12.000 en na afloop van de tentoonstelling 80.000! De
klanten wilden ook zo'n "ding", nog voordat ze er ook maar een halve kilometer
mee hadden gereden. Ziehier een gelijkenis met de Baby Benz. Geliefkoosd al voor
de bevalling. Destijds was de naam Citroën en nu Mercedes voldoende om veel
aantrekkingskracht uit te oefenen, gekoppeld aan het bijzondere concept.
Nog twee maal een DS, rechts de
latere generatie met koplampen achter glas.
Problemen
Citroën kwam echter in de problemen toen ze de DS'sen ook daadwerkelijk moest
gaan maken. De auto was te snel ontwikkeld en absoluut niet vrij van
kinderziekten. De garage kon je niet helpen, want de handboeken waren nog niet
gereed. De hydraulische systemen bleken op de weg anders te werken dan achter de
studeertafel en in de schijnwerpers van de autosalon. Of erger: ze bleken soms
níet te werken. Wie had besteld, moest een tijd wachten om in zijn
vervoermiddel te kunnen gaan toeren. Eind '57 waren er nog geen 40.000
geproduceerd. Wie anno 1997 vertederend over de DS spreekt, kent die
aanvangsellende niet of wil er niet aan worden herinnerd. De DS ("déesse") is,
zoals de naam in het Frans al aangeeft, een godin gebleven. Alle zwakheden zijn
haar vergeven.
De vraag is dus: zal de ster van de Baby Benz na de kostbare en pijnlijke
aanloopproblemen toch gaan stralen?"

Na aanpassingen kwam de A
gewijzigd op de markt. Mercedes kwam met een advertentiecampagne.
NAWOORD - terug in 2012
Inmiddels, vijftien jaar later, weten we het antwoord. Het publiek was de
grootmacht vergevingsgezind. De eerste generatie van de A-klasse werd na de
valse start goed verkocht. Het bedrijf mag er niets of weinig aan hebben
verdiend, de naam was gevestigd en de kleine Benz had nieuwe klantengroepen aan
het merk gebonden. Er kwam een tweede generatie, iets groter en ook leverbaar
met twee in plaats van vier deuren. De A-klasse werd een vertrouwd gezicht op de
wegen. De bedrijfsleiding besloot tot een derde generatie, maar wijkt daarbij
wel nadrukkelijk af van de oorspronkelijke uitgangspunten. De technisch
vooruitstrevende sandwichbodem is verlaten. De A-klasse is technisch voortaan
een auto als vele andere.
Anders dan misschien in 1997 werd gedacht, heeft de A-klasse nooit de status
gekregen van een DS, noch van een Ro-80 of Edsel. ■
De tweede generatie bouwde
technisch voort op de eerste. Er kwam ook een tweedeurs. (Foto's: wikipedia).
Het studiemodel voor de derde
generatie A-klasse.
|