Gallery
Aaldering
Brummen (NL)
●
Honderden klassiekers te koop
●
Promotie via YouTube
●
Eenmalige en seriemodellen
●
Ontmoetingscentrum voor liefhebbers
april 2022
Uitgenodigd via YouTube
Verkoper van klassieke auto’s Nico Aaldering
presenteert zijn handelswaar met enige regelmaat via filmpjes die onder meer op
YouTube te zien zijn. Hij doet dat zo enthousiast, onnavolgbaar en aanstekelijk
dat je op slag zin krijgt de auto’s zelfs eens te gaan bekijken. Hij nodigt daar
in zijn video’s ook toe uit. Je bent welkom, zelfs als je niet de intentie hebt
om een klassieker aan te schaffen. Gallery Aaldering is meer dan een showroom en
verkoophuis. Het heeft zich ontwikkeld tot ontmoetingscentrum van liefhebbers.
Een afspraak bij het Rolls-Royce Museum in Arnhem is een mooie aanleiding om als
voorprogramma koers te zetten naar Brummen.
 |
Vergeleken met eerdere keren is het een stuk drukker. Als ik aankom, is de
parkeerplaats al behoorlijk vol. Er staan voornamelijk alledaagse auto’s. Daar
zou je uit kunnen afleiden dat er veel mensen zijn die - net als ik - alleen maar komen kijken.
Of dat zo is, weet ik natuurlijk niet. Ik zie Nico Aaldering in een kantoortje
zitten, telefoon in de hand, achter een groot beeldscherm. Vermoedelijk is hij
bezig met een transactie. Per slot van rekening is handel de
kurk waarop de onderneming drijft, samen met onderhoud. Je moet voldoende verdienen om deze bijna
museale presentatie te kunnen financieren. Aaldering, inmiddels 68 jaar, is
nog altijd actief. Samen met zijn zoon Nick geeft hij leiding aan meer dan
twintig medewerkers. Het bedrijf bestaat inmiddels al 47 jaar. Het halve
eeuwfeest gloort aan de horizon. Gallery Aaldering heeft in de wereld van de
klassiekers een naam hoog te houden. Op de vier verdiepingen van zijn pand staan
een paar honderd auto’s te koop. Verschillend van karakter, maar allemaal met de
liefhebber als doelgroep.
 |
Klassieke auto's
verdeeld over vier verdiepingen, met inbegrip van de kelder
Een breed aanbod aan merken,
uitvoeringen en prijsklassen.
 |
Grand café
Een klassieker kopen doe je in een aangename omgeving, is de filosofie van Nico
Aaldering. Klanten
en gasten moeten zich welkom voelen. Dat lukt meer dan aardig. Op een van de
verdiepingen is een grand café ingericht. Het is misschien nog wat vroeg voor de
lunch, maar ik bestel bij een cappuccino een Waldkorn broodje met jonge kaas en
Doesburgse mosterd. Voor wie het niet wist: die is behoorlijk scherp. Zo nu en
dan is het een aanslag op het neusslijmvlies. Dat gebeurde al eerder bij de
penetrante geur van auto’s en
benzine, maar daar moet je hier natuurlijk niet over zeuren.
De bediening is vriendelijk. Gastvrouw Karin Blanken vervult haar rol met verve
en informeert tussendoor of het allemaal smaakt. Dat doet het.
Hoe aangenaam het
grand café ook is, ik kom niet voor de koffie en de lunch, maar voor de auto’s. Het is tijd
te gaan bekijken wat Aaldering in de aanbieding heeft. Nou ja, aanbieding… De
klant moet toch wel wat centjes op de spaarrekening hebben staan om tot een
geslaagde transactie te kunnen komen.
 |
Het Grand Café is een
ontmoetingsplaats voor liefhebbers.
 |
 |
Geen museum
Dan is de vraag: waar te beginnen? Op de vier verdiepingen staan de auto’s
tamelijk willekeurig neergezet. Je kunt Italiaanse volbloeds naast Britse
traditiemerken aantreffen en Duitse sportwagens naast Amerikaanse flaneerauto’s.
Daarmee is ook meteen duidelijk dat dit geen museum is. Het gaat hier
uiteindelijk niet om een weergave van de autohistorie.
Verreweg de meeste
modellen zijn van na 1960. Een echte oldtimer zoals een Rolland-Pilain uit 1925
valt dan ook meteen op. De vooroorlogse modellen zijn vrijwel
allemaal sportwagens, waaronder twee van het Britse merk Alvis. Na de tentoonstelling in het Louwman Museum van enkele jaren terug, bekijk
is ze met extra aandacht. De mooiste is een Silver Eagle uit 1934. Aan de
linkerkant heeft de auto twee deurtjes, aan de rechterkant is de carrosserie bij
de bestuurdersplaats slechts verlaagd. Voor de koper is het wel even oppassen
geblazen: het gaspedaal zit in het midden, de rem rechts. Alvis heeft nooit
complete auto’s gemaakt, maar slechts chassis met motoren. In dit geval een zescilinder lijnmotor van 70 pk. Helaas vermeldt Aaldering er niet bij wie de
carrosseriebouwer is geweest. Een Speed 20 Tourer van 1935 heeft zo’n 35 jaar
geleden een andere carrosserie gekregen. Het was ooit een saloon en is nu een
open tourer. Ook een zilvergrijze Lagonda LG45 uit dezelfde periode is niet
origineel, maar in de jaren negentig veranderd van saloon in het model Rapide.
Elders in het gebouw staat nog een andere LG45.
 |
De heren Rolland en Pilain bundelden
hun krachten en gingen samen automobielen maken.
Alvis Silver Eagle 1934. Aan de
rechterkant is geen deur, maar een uitsparing om in te stappen.
Alvis maakte zelf nooit koetswerken.
Dat werd overgelaten aan gespecialiseerde bedrijven.
Aan de linkerkant zijn er twee
deuren.
Een Lagonda LG 45 met een later
nagebouwde carrosserie.
Links een Lagonda LG 45, rechts een
Alvis Speed 20 uit 1935.
Een klassieke Invicta, zo te zien
niet te koop.
Van de BMW 503 zijn er maar 413
gebouwd. Dit model uit 1956 staat te koop voor 235.000 euro.
Specialiteiten
Zoals altijd in een dergelijke omgeving, ga ik op zoek naar modellen die ik niet
ken of me bijzonder aanspreken.
De zoektocht naar specialiteiten levert snel resultaat op. Een racewagen met het
beeldmerk van Auto Union DKW op de neus, met daarboven de naam Andreé (met het
accent heel typisch op de tweede e) is er zo een. Veel meer dan dat de auto van
1962 is, kom ik er niet van te weten. Bij een donkerrode Bizzarini staat wel een
beschrijving. Het gaat om een eenmalig project uit 1998, voorzien van een
dieselmotor én elektrische aandrijving. Voor 55.000 kun je ervoor zorgen dat de
conceptcar in je eigen garage staat. Bedenk wel dat alleen de
dieselmotor nog loopt; de hybride aandrijving werkt niet meer. En er zijn
rondom wat gebruikssporen zichtbaar. Het interieur is overigens sober en kaal.
Beneden in de kelder staat een opmerkelijke Maybach. Ik ken de auto van een van
de YouTube-filmpjes. Het is een zeldzame coupé, waarvan er maar acht zijn
gemaakt. De auto is lang, slank en imposant tegelijkertijd. Het is misschien wel
de fraaiste moderne Maybach ooit gemaakt, hoewel die pompeuze grille de
poenerigheid onderstreept. Dan is een Franse Delahaye meer mijn smaak.
De Delahaye is een 235 uit 1952 met een carrosserie van het Franse bedrijf Antem.
Volgens de beschrijving is dit de enige cabriolet van de 14 modellen die de
onderneming heeft gebouwd op basis van de 85 235’s die ooit zijn gemaakt. Zes
cilinders, drie carburateurs en 152 pk vormen een mooie combinatie voor een top
van 180 kilometer per uur. De historie van de auto is goed gedocumenteerd. In
het verleden maakte de auto deel uit van de collectie van het museum in Reims.
Nog zo'n bijzondere Fransman is de Salmson 2300 S van 1955, het laatste model
van het merk. Slechts 188 zijn er gemaakt. In dit geval is Chapron de meester
van het geboetseerde metaal van de buitenzijde. Volgens Aaldering is dit een
ideale auto om historische rally’s mee te rijden of aan andere evenementen deel
te nemen. Voor een kleine negentig mille doet hij er graag afstand van.
 |
 |
Voor dergelijke modellen dit keer
geen aandacht. Ze zijn overbekend.
Verder dan DKW Formule Junior en de
aanduiding Andreé komen we niet.
Een conceptcar van Bizzarini uit
1998.
De auto was een hybride (dieselmotor
en elektromotoren), maar alleen de diesel werkt nog.
Het dashboard is heel rudimentair:
alleen het nodige is aanwezig.
Slechts acht stuks van de Maybach 57
Xenatec Coupé zijn er ooit gemaakt.
De auto is uit 2010, is voorzien van
alle mogelijke snufjes en heeft 13.500 kilometer gelopen.
Voor deze twaalfcilinder vraagt
Aaldering een kleine acht ton.
Echt een liefhebbersauto: Delahaye
235 uit 1952.
Het fraaie koetswerk is van Antem.
Bij veel van dergelijke auto's zit
het stuur nog aan de rechterkant. Het heeft niets te maken met links verkeer.
Dit is een uniek exemplaar: er
bestaat er maar één van.
Een Franse Salmson, uitermate
geschikt om rally's mee te rijden, aldus Aaldering.
Buitenbeentje
In één van de YouTube-filmpjes presenteert Aaldering de Chrysler LeBaron Town
and Country Convertible van 1983. Een auto die hij niet kon later staan om in te
kopen, terwijl zijn zoon (verantwoordelijk voor de verkoop) zijn hoofd schudde.
Er is niet veel meer dan 45.000 kilometer mee gereden. Met een totale productie
van 1100 is dit een buitenbeentje in de serie. Mooi met die nephouten panelen?
Niet echt. Meer wel héél Amerikaans en daardoor toch charmant. De tijd zal leren
hoe lang de auto in Brummen staat voordat een klant de gevraagde 22.500 euro
overmaakt en ermee naar huis rijdt. Maar museale waarde heeft dit model zeker,
als ultieme vertegenwoordiger van de jaren tachtig. Onder de motorkap zit
trouwens een viercilinder motor, afkomstig van Mitsubishi, vermeldt de
beschrijving. ‘Kortom’, aldus de verkoper, ‘niet alleen super leuk om in te
zetten als hobby-auto maar ook voor ondernemers aantrekkelijk omdat de wagen
kan worden gereden in de Youngtimer-regeling.’
Ik volg Aaldering. Dit is inderdaad gewoon leuk. Geen goede investering
misschien, maar wel met een grote fun- en nostalgiefactor. Hoewel iets minder
uitgesproken, gaat dat ook op voor de Opel Commodore Fastback. Daarvoor moet je
wel iets meer van je bankrekening laten afschrijven. Er staan er hier twee,
eentje met mooie wieldoppen, de ander met niet minder fraaie authentieke
sportvelgen. Liefhebbers van een Ford Mustang hebben
veel meer keus. Zeg het maar: wil je een coupé of cabriolet, een zwart of wit
interieur?
Hoewel ik beide modellen al vaker heb gezien, zijn een Bitter en Auto Union 1000Sp toch de moeite waard om even bij stil te staan.
 |
Een Chrysler LeBaron Town and
Country Convertible van 1983.
Nico Aaldering kocht de wagen in;
zijn zoon had twijfels over de verkoopmogelijkheden.
Voor 22.500 euro is de koop snel
gesloten.
De Opel
Commodore (midden jaren '60) is de luxe versie van de Rekord, onder meer
herkenbaar aan de grille.
De mooiste uitvoering is de hardtop
coupé. De sierstrip tussen de achterlichten is kenmerkend voor de Commodore.
Aaldering heeft twee exemplaren in
de aanbieding. De versie hierboven heeft kenmerkende sportwielen.
Wie een Ford Mustang wil, heeft
ruime keuze. Beide bovenstaande modellen zijn van 1965.
De een heeft de voorkeur voor een
licht interieur, de ander heeft liever donkere bekleding.
Nog een 1966'er in cabrio-uitvoering.
Van hetzelfde jaar is deze coupé met
een destijds modieus zwart vinyl dak.
Twee Mustang Fastbacks: de zwarte is
van 1966, de rode van 1965.
Met deze kleuren val je extra op met
je Mustang.
De techniek van de Bitter SC (1981)
komt van Opel: een motor met 6 cilinders en 3 liter inhoud.
De Bitter is exclusief en luxe
uitgevoerd. Dit is de 23e van een serie van 488, meldt de informatie.
De Auto Union 1000Sp coupé (1960)
ziet er sneller uit dan hij is.
De auto wordt aangedreven door een
3-cilinder tweetaktmotor van 1000 cc.
Aston Martin
Waarschijnlijk zullen de meeste geïnteresseerden in een Aston Martin uitkijken
naar een DB5. Dat is tenslotte het meest beroemde model van het merk. Laat ik dat
eens niet doen, denk ik, en loop af op een fraaie DB 2/4 Mk2 met een carrosserie
van Tickford. Het bedrijf maakte er in totaal 34. Het bouwjaar is 1957. De kleur
is een combinatie van ‘Dark Grey’ met een ‘Moonbeam Grey’ dak, gecombineerd met
een rood lederen interieur. Een kleine drie-en-een-halve ton is de vraagprijs.
Voor ongeveer hetzelfde bedrag (in deze klasse kijk je niet op 10 mille
verschil) koop je ook een wat minder exclusieve DB 2/4 Mk3 van 1958, maar
volgens de beschrijving heeft deze nog de originele motor. Dat maakt ‘m meer
waard.
Net als de Tickford is de V8 Volante uit 1990 een bijzonderheid met zijn
Zagato-carrosserie. Het is er één van 37. Het is ook een auto met een verhaal.
Ooit gekocht in Engeland, hebben verschillende liefhebbers na elkaar de auto
steeds opnieuw laten restaureren en aanpassen. Enkele keren wisselde de kleur.
De auto kreeg ook een nieuwe versnellingsbak. Van een rechts gestuurde auto werd
het een model met stuur aan de linkerkant, waarbij ook de mijlenteller werd
vervangen. Bij elkaar hebben de restauratie een paar honderdduizend euro gekost. In al die
jaren is er nauwelijks mee gereden. Slechts 400 (!) kilometer. De blauwe kleur
is zoals de auto destijds uit de werkplaats van Zagato kwam.
Tot slot bekijk ik een DB6, opvolger van de legendarische DB5. Hoewel de auto
door de langere wielbasis meer ruimte biedt en praktischer is dan zijn
voorganger, is ingeboet op elegantie.
 |
Aston Martin DB 2/4 Mk2 (1957) met
een carrosserie van Tickford.
Links de Tickford-coupé, rechts de
'gewone' DB 2 2/4 Mk3.
Bouwjaar van dit model is 1958.
Onder de motorkap een zescilinder in lijn.
Twee maal een Aston Martin V8
Volante, van Zagato (1990) en het reguliere model (1979).
Aston Martin DB6, met langere
wielbasis en meer ruimte achterin dan zijn voorganger DB5.
Ondanks de kwaliteiten en betere
wegligging is de auto veel minder populair dan de DB5.
Sportwagenmerken
Naast deze Britse modellen zullen de befaamde Italiaanse sportwagenmerken veel
aandacht krijgen van bezoekers en klanten. Er is
keus genoeg. Van klassieke Alfa Romeo's tot een exclusieve DeTomaso Mangusta met achterruit
uit twee delen.
Er staan ook verschillende Maserati's en Ferrari's. Tot het laatste merk rekent
Aaldering ook de Dino, de zescilinder die onder eigen naam werd uitgebracht.
Slechts 152 zijn er van gebouwd. Vandaar de forse vraagprijs van bijna 700.000
euro.
Rijtechnisch waarschijnlijk
niet de meest spectaculaire auto, maar wel exclusief is de Iso Rivolta Lele,
waarvan er maar 285 zijn gemaakt. Deze is van 1974. Onder de kap ligt een Amerikaanse V8-motor van
Ford. De auto ging de concurrentie aan met de Lamborghini
Espada, maar klanten gaven de voorkeur aan de volledig Italiaanse
12-cilinder auto.
Natuurlijk heeft Aaldering ook verschillende Porsches staan. Dit keer laat ik ze
voor wat ze zijn. Behalve die ene 911 dan, met zijn te dikke bumpers en
opvallende stootblokken, een gevolg van strenge Amerikaanse wetgeving. Wie de klinkers uit de straat wil slepen bij het optrekken, kan ook een Dodge Viper
overwegen. Die staat trouwens buiten. Van vorige keren weet ik nog dat je
niet moet vergeten een rondje om het pand te maken.
 |
 |
Een klassieke Alfa Romeo.
Lancia Aurelia B50 Cabriolet (1951)
met een koetswerk van Pininfarina.
Iso Rivolta Lele (1974), genoemd
naar de vrouw van de eigenaar van het merk.
De uitstraling is Italiaans, maar de
V8-motor is afkomstig van Ford.
De Iso Rivolta moest concurrent zijn
van de Lamborghini Espada, maar slaagde daar niet echt in.
De vraagprijs voor de Ferrari
250GT/E 2+2 (1964) is 395.000 euro.
De auto heeft een later aangebracht
Webasto vouwdak. De bekleding is nog origineel.
De Dino 206 GT (1968) moet zeven ton
opbrengen, de 365 GTC/4 (1972) een kleine drie.
DeTomaso Mangusta uit 1970.
De koplampen klappen omhoog als ze
aan gaan. Rechts de karakteristieke achterruit uit twee delen.
Onvergelijkbaar, maar van hetzelfde
merk: DeTomaso Pantera GT5 (1985) en de Deauville Series 2 (1983).
Slanke lijnen karakteriseren de
Maserati Ghibli SS (1971). Motor: V8, topsnelheid 250 km/u.
Voor een kleine twee ton is de
overdracht snel geregeld.
De Ghibli Spyder is zeldzamer en
daardoor veel kostbaarder.
Campana zorgde voor de ombouw van
coupé tot cabriolet.
Eén van de meest begeerlijke
Maserati coupés, de Mistral 4000 uit 1967.
Maserati Khamsin, met 4,9 liter
motor. Bouwjaar 1977.
De Maserati Mexico (1972) staat
klaar om afgeleverd te worden.
Maserati Bora (1973) en de Merak SS
(1976).
Porsche 911 3.2 Carrera cabriolet,
bouwjaar 1988.
De bumpers verraden direct dat de
auto uit Amerika komt.
Het Duitse sportwagenmerk is sterk
aanwezig, maar deze keer kijk ik vooral naar andere merken.
Ook altijd even buiten kijken bij de
Gallery... dit keer tref je er onder meer een uitdagende Dodge Viper.
Op de parkeerplaats staat een
Renault Alpine A310.
Chic
Als ik wat zou moeten
uitkiezen, wat helemaal niet aan de orde is, zou ik toch gaan voor chic in
plaats van sportief. Een klassieke Jaguar bijvoorbeeld, een Rover of een Rolls-Royce.
De Silver Cloud blijft een favoriet, mits het er een van de derde serie is, met
dubbele koplampen.
Vlak bij het grand café staat een fraaie Bentley
S2 uit 1960, afgeleverd door een dealer in Genève, Zwitserland. 56 Jaar zou de
auto in de familie blijven. Met een kilometerstand van 26.137 is het jaarlijks
gemiddelde niet erg hoog. De auto ziet er van buiten en binnen voorbeeldig uit,
met een bijzondere kleurstelling. Het is een mooie afsluiting van het
voorprogramma. Ik ga op weg naar nog veel meer Bentleys en Rolls-Royces in het
museum in Arnhem. Met de kwalificatie voorprogramma doe je de Gallery van Aaldering
natuurlijk
tekort. Dit is voor menig liefhebber het hoofdprogramma. Al dan niet lekker
gemaakt door die videofilmpjes. Ik kijk uit naar een nieuwe.
■
 |
Een Jaguar MK V 1951 naast een 2.8
Mark II van 1964.
De Engelsen noemen dit een Drophead
Coupé. Wij zouden zeggen: cabriolet.
De auto heeft klassieke lijnen.
Vraagprijs 89.950 euro.
Nog een Mark V Drophead Coupé van
1951 in donkerrood met zwart.
Deze versie heeft een links stuur en
kost anderhalf keer zo veel als de lichte.
Rover 3,5 Litre coupé met
karakteristiek Brits dashboard met hout.
De 4-deurs coupé is de verre
voorloper van dergelijke huidige modellen.
Een Rover 3500 en een Jaguar XJ.
Rolls-Royce Silver Cloud Drophead
Coupé, in 1962 uit de fabriek gekomen.
Mijn favoriete Silver Cloud, de III
met dubbele koplampen. Koetswerk van Mulliner.
Bentley S2, bouwjaar 1960.
De auto ziet er zeer fraai uit.
Vraagprijs: 77.500 euro.
 |
Je mist toch al gauw de
airco
Honderden klassiekers te
koop bij Gallery Aldering
in
Brummen. De verscheidenheid is groot, in
soort en
prijs. Impressie van een warme zomerdag.
juli 2018
|
 |
 |
Grote en kleine 'toys for boys'
Impressie van de bezichtiging van
The Gallery in
Brummen,
een galerie voor klassieke auto's met
op zolder
het Speelgoedmuseum Toy Gallery.
juli 2008
|
 |
|